Casual Lines Sweater#casuallinessweater |
||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||
Gebreide trui in DROPS Alpaca en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan en Engelse patentsteek. Maten XS - XXXL.
DROPS 263-3 |
||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatroon A.1. RAGLAN: Meerder voor de raglan aan elke kant van 3 raglansteken, dus meerder in de rechte steek + omslag voor en na de 3 raglansteken met markeerder). Er zijn altijd 3 Engelse patentsteken op de raglanlijn. Meerder 2 steken in de rechte steek + omslag als volgt: Brei de rechte steek + omslag, maar laat ze niet van de linker naald af glijden, maak 1 omslag op de rechter naald, brei dezelfde gebreide steek + omslag nog een keer recht samen en laat ze van de linker naald af glijden (2 gemeerderde steken). Brei de nieuwe steken in Engelse patentsteek (A.1), maar let erop dat op de naald na het meerderen, de averechte steken in de meerderingen averecht worden gebreid zonder omslagen omdat de omslagen nog niet gemaakt zijn. MOUWTIP: Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw. TIP VOOR HET MINDEREN (op de bovenkant van de mouw): Minder 4 steken op de bovenkant van de mouw. Alle minderingen worden op een naald gemaakt waard de rechte steken en omslagen samen worden gebreid! MINDER 2 STEKEN RICHTING LINKS: Brei tot er 4 steken over zijn voor de steek met de markeerder. Zet de volgende rechte steek + omslag op de rechter naald alsof u ze recht samen breit, brei de volgende 2 steken recht samen (dus,1 averechte steek + rechte steek + omslag), haal de afgehaalde steek + omslag over de samen gebreide steken (2 geminderde steken). MINDER 2 STEKEN RICHTING LINKS: Brei 1 steek na de steek met de markeerder. Haal de 1e rechte steek + omslag op de rechter naald samen recht af, 1 averecht, haal de afgehaalde steek + omslag over de averechte steek, zet de steek terug op de linker naald, haal de volgende rechte steek + omslag over de teruggezette steek, zet de overgebleven steek op de rechter naald (2 geminderde steken). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. De hals en de pas worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden en vanaf de rechter schouder achter. Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid, terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden van boven naar beneden gebreid, in de rondte. Als er een «0» in uw maat staat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende instructie. HALS: Zet 92-100-106-110-114-120-126 steken op met rondbreinaald 3 mm, 1 draad DROPS Alpaca en 1 draad DROPS Kid-Silk. Brei 3 naalden recht. Brei dan de boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht) voor 4-4-4-4-5-5-5 cm. Brei 1 naald recht en minder 16-20-22-22-22-24-26 steken verdeeld op de naald = 76-80-84-88-92-96-100 steken. De naald begint op de rechter schouder achter. Voeg 1 markeerder in na de eerste 28-30-31-33-33-34-35 steken (ongeveer midden voor). Het werk wordt nu vanaf hier gemeten. PAS: Voeg 8 markeerders in, zonder de steken te breien, aan elke kant van 3 steken (raglansteken), de meerderingen voor de raglan worden aan elke kant van de raglansteken gebreid. De markeerders worden ingevoegd tussen de steken. De raglansteken worden in Engelse patentsteek gebreid (A.1), net als alle andere steken. Voeg markeerder-1 in op het begin van de naald, tel 3 steken (= raglansteken), voeg markeerder-2 in voor de volgende steek, tel 11-13-13-13-13-13-13 steken (= mouw), voeg markeerder-3 in voor de volgende steek, tel 3 steken (= raglansteken), voeg markeerder-4 in voor de volgende steek, tel 21-21-23-25-27-29-31 steken (= voorpand), voeg markeerder-5 in voor de volgende steek, tel 3 steken (= raglansteken), voeg markeerder-6 in voor de volgende steek, tel 11-13-13-13-13-13-13 steken (= mouw), voeg markeerder-7 in voor de volgende steek, tel 3 steken (= raglansteken), voeg markeerder-8 in voor de volgende steek, er zijn 21-21-23-25-27-29-31 steken over na de laatste markeerder (= achterpand). Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm. Brei de volgende naald als volgt: * Maak 1 omslag, haal 1 steek averecht af, 1 recht *, brei van *-* tot het einde van de naald. Brei PATROON A.1 – lees uitleg hierboven, en begin met meerderen voor de RAGLAN op naald-1 van het patroon, meerder aan elke kant van de raglansteken – lees uitleg hierboven voor hoe u moet meerderen. LET OP: Op het begin van de naald meerdert u na markeerder-2 en aan het einde van de naald voor markeerder-1. Ga verder met A.1 en herhaal de meerderingen iedere 10e-8e-8e-8e-6e-6e-6e naald (dus, iedere 5e-4e-4e-4e-3e-3e-3e naald met zichtbare Engelse patentsteken), aan elke kant van de 3 raglansteken in totaal 7-7-7-8-9-9-10 keer (16 gemeerderde steken per meerdernaald) = 188-192-196-216-236-240-260 steken. Er zijn 39-41-41-45-49-49-53 steken voor elke mouw en 55-55-57-63-69-71-77 steken voor het voorpand/achterpand. Denk om de stekenverhouding. De meerderingen gaan nu verder maar zonder verdere meerderingen op de mouwen. Meerder 1-2-3-3-3-4-keer na markeerders 4 en 8 en voor markeerders 5 en 1 (= 8 gemeerderde steken per meerdernaald) iedere 10e-8e-8e-8e-6e-6e-6e naald zoals hiervoor. Er zijn in totaal 8-9-10-11-12-13-15 meerderingen in de hoogte op de voor- en achterpanden en 7-7-7-8-9-9-10 meerderingen in de hoogte op de mouwen = 196-208-220-240-260-272-300 steken. Ga verder met het patroon zonder verdere meerderingen tot het werk 21-22-24-25-26-28-30 cm meet vanaf de markeerder midden voor. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Brei de eerste 3 steken zoals hiervoor (raglansteken welke bij het achterpand horen), plaats de volgende 39-41-41-45-49-49-53 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 9-9-11-11-13-15-17 steken op (midden onder de mouw), brei 59-63-69-75-81-87-97 steken zoals hiervoor (= voorpand), plaats de volgende 39-41-41-45-49-49-53 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 9-9-11-11-13-15-17 steken op (midden onder de mouw), brei de laatste 56-60-66-72-78-84-94 steken zoals hiervoor (= rest van het achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 136-144-160-172-188-204-228 steken. Ga verder met A.1 tot het werk 44-47-49-51-52-54-56 cm meet vanaf de markeerder midden voor, met de laatste naald een naald waar de rechte steken en omslagen samen worden gebreid. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei boordsteek als volgt: Brei de rechte steek recht, 1 averecht in de omslag, 1 averecht in de averechte steek (= 1 recht, 2 averecht) = 204-216-240-258-282-306-342 steken. Als de boordsteek 5-5-5-5-6-6-6 cm meet kant dan ietwat losjes af met boordsteek. De trui meet ongeveer 49-52-54-56-58-60-62 cm vanaf de markeerder midden voor en 53-56-58-60-62-64-66 cm vanaf de bovenkant van de schouder. MOUWEN: Plaats de 39-41-41-45-49-49-53 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 4.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 9-9-11-11-13-15-17 opgezette steken onder de mouw, beginnend in de middelste steek en neem de eerste 5-5-6-6-7-8-9 steken op – lees MOUWTIP, brei dan over de mouwsteken zoals hiervoor en eindig door de overgebleven 4-4-5-5-6-7-8 steken onder de mouw op te nemen = 48-50-52-56-62-64-70 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 9-9-11-11-13-15-17 steken onder de mouw- de naald begint bij de markeerdraad – brei de nieuwe steken midden onder de mouw in A.1 op de eerste naald. Brei A.1 in de rondte zoals hiervoor - TEGELIJKERTIJD, als de mouw 23-22-20-20-18-16-12 cm meet vanaf de scheiding, voeg dan 1 markeerder in, in de middelste steek op de bovenkant van de mouw (een rechte steek). Minder nu 4 steken op het midden boven van de mouw als volgt: Brei A.1 in de rondte en minder op de bovenkant van de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 18e-18e-18e-18e-14e-14e-14e naald (dus, elke 9e-9e-9e-9e-7e-7e-7e naald met zichtbare Engelse patentsteken) in totaal 3-3-3-3-4-4-5 keer = 36-38-40-44-46-48-50 steken. Brei verder tot de mouw 38-37-35-35-33-31-30 cm meet vanaf de scheiding, met de laatste naald een naald waar de rechte steken en omslagen samen worden gebreid. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei boordsteek als volgt: Brei de rechte steek recht, 1 averecht in de omslag, 1 averecht in de averechte steek (= 1 recht, 2 averecht) = 54-57-60-66-69-72-75 steken. Als de boordsteek 5-5-5-5-6-6-6 cm meet, kant dan ietwat losjes af met boordsteek. De mouw meet ongeveer 43-42-40-40-39-37-36 cm vanaf de scheiding. |
||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||
|
||||||||||
![]() |
||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #casuallinessweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 24 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 263-3
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.