DROPS Children 49 · Veel nieuwe ontwerpen voor kinderen!
Product image DROPS Kid-Silk yarn
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 5.05 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 35.35€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

Sweet Bell

Gebreide trui in 2 draden DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met tricotsteek, raglan en ruches. Maten S - XXXL.

Markeer maat:
DROPS 258-6

#sweetbellsweater

DROPS Design: Patroon ks-238
Garengroep A + A of C
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS KID-SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
175-200-200-225-250-275 g kleur 45, soft mint

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 4.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4.5 MM.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – u heeft dan alleen een rondbreinaald van 80 cm nodig.

STEKENVERHOUDING:
18 steken in de breedte en 24 naalden in de hoogte, met tricotsteek en 2 draden de naald 4.5 mm = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 5.05 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 35.35€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon


-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatroon A.1.

DUBBELE DRAAD:
Zorg ervoor dat u wisselt van draad op verschillende plekken zodat de aanhechtingen minder zichtbaar zijn. Als er nog 1 bol over is, gebruik dan de draad van zowel de binnenkant als de buitenkant van de bol voor uw dubbele draad.

RAGLAN:
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, welke als volgt gebreid wordt op de volgende naald:
VOOR DE RAGLANSTEEK:
Haal de omslag van de linker naald en zet hem omgekeerd terug op de linker naald (voeg de linker naald in aan de achterkant als u hem terug zet). Brei de steek recht in de voorste lus om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steek in tricotsteek.
NA DE RAGLANSTEEK:
Brei recht door de achterste lus om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steek in tricotsteek.

MOUWTIP:
Als u steken opneemt onder de mouwen kunnen er kleine gaatjes ontstaan in de overgang tussen het lijf en de mouwen. Deze kunnen gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de volgende steek.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt:
Brei tot er 4 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 4 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 4 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig.
De hals en de pas worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden en vanaf de rechter schouder achter. Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid, terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden van boven naar beneden gebreid, in de rondte.
Als er een «0» in uw maat staat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende instructie.

HALS:
Zet 88-92-96-104-108-112 steken op met rondbreinaald 4.5 mm en 2 draden DROPS Kid-Silk – lees DUBBELE DRAAD. Brei 2 naalden recht. Brei 1 naald boordsteek (1 recht, 1 averecht), brei dan tricotsteek tot de hals 4-4-4-5-5-5 cm meet.
De naald begint op de rechter schouder achter. Voeg 1 markeerdraad in na de eerste 29-30-31-33-34-35 steken (ongeveer midden voor), het werk wordt vanaf hier gemeten.

PAS:
Voeg 4 markeerdraden in, zonder de steken te breien (voeg elke markeerdraad in een steek, welke raglansteek genoemd wordt en in tricotsteek wordt gebreid) als volgt:
Voeg markeerdraad-1 in de eerste steek, tel 14 steken (= mouw),
Voeg markeerdraad-2 in de volgende steek, tel 28-30-32-36-38-40 steken (= voorpand),
Voeg markeerdraad-3 in de volgende steek, tel 14 steken (= mouw),
Voeg markeerdraad-4 in de volgende steek, er zijn 28-30-32-36-38-40 steken over na deze markeerdraad (= achterpand).

Brei tricotsteek en meerder voor de RAGLAN – lees beschrijving hierboven – als volgt:
NAALD 1:
Meerder aan elke kant van alle 4 raglansteken (= 8 gemeerderde steken). LET OP: Op het begin van de naald meerdert u na markeerdraad-1 en aan het einde van de naald meerdert u voor markeerdraad-1.
NAALD 2.
Brei recht, denk erom dat u de omslagen breit zoals beschreven onder raglan.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 10-10-13-17-16-13 keer (20-20-26-34-32-26 naalden gebreid) = 168-172-200-240-236-216 steken. Denk om de stekenverhouding.

Meerder nu voor de raglan als volgt:
NAALD 1:
Meerder aan elke kant van alle 4 raglansteken (= 8 gemeerderde steken).
NAALD 2.
Recht.
NAALD 3:
Meerder alleen op de voor- en achterpanden, dus na markeerdraden 2 en 4 en voor markeerdraden 1 en 3 – meerder niet op de mouwen (= 4 gemeerderde steken).
NAALD 4:
Recht.
Brei NAALDEN 1 tot 4 in totaal 6-7-6-5-7-10 keer (24-28-24-20-28-40 naalden gebreid, u heeft 6-7-6-5-7-10 keer op de mouwen gemeerderd en 12-14-12-10-14-20 keer op de voor- en achterpanden) = 240-256-272-300-320-336 steken.

Alle meerderingen voor de raglan zijn klaar. U heeft in totaal 22-24-25-27-30-33 keer op de voor- en achterpanden gemeerderd en 16-17-19-22-23-23 keer op de mouwen. Brei verder zonder verdere meerderingen, tot de pas 19-20-22-23-25-28 cm meet vanaf de markeerdraad midden voor.
Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen.

VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN:
Brei 1 recht (deze steek hoort bij het achterpand), plaats de volgende 46-48-52-58-60-60 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 12-14-16-18-20-22 steken op (onder de mouw), brei 74-80-84-92-100-108 recht (= voorpand), plaats de volgende 46-48-52-58-60-60 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 12-14-16-18-20-22 steken op (onder de mouw), brei de laatste 73-79-83-91-99-107 steken recht. Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid.

LIJF:
= 172-188-200-220-240-260 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 12-14-16-18-20-22 opgezette steken onder elke mouw en neem deze markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte; ze worden gebruikt voor het minderen aan elke kant.
Brei tot de eerste markeerdraad. De naald begint hier.
Brei in tricotsteek in de rondte voor 5 cm.
Minder 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 steken geminderd). Minder zo iedere 5 cm in totaal 3 keer in alle maten = 160-176-188-208-228-248 steken.
Brei tot het werk 38-40-42-43-45-47 cm meet vanaf de markeerdraad midden voor.
Meerder nu voor de ruches als volgt: Brei A.1 40-44-47-52-57-62 keer op de naald. Als A.1 klaar is, zijn er 280-308-329-364-399-434 steken.
Ga verder met tricotsteek tot het werk 45-47-49-51-53-55 cm meet vanaf de markeerdraad midden voor. Brei 1 naald boordsteek (1 recht, 1 averecht), meerder 0-0-1-0-1-0 steken op de naald = 280-308-330-364-400-434 steken. Brei 2 naalden recht. Kant ietwat losjes af. De trui meet ongeveer 46-48-50-52-54-56 cm vanaf de markeerdraad midden voor en 50-52-54-56-58-60 cm vanaf bovenkant van de schouder.

MOUWEN:
Plaats de 46-48-52-58-60-60 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 4.5 mm, neem 1 steek op in elk van de 12-14-16-18-20-22 opgezette steken onder de mouw - lees MOUWTIP = 58-62-68-76-80-82 steken.
Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 12-14-16-18-20-22 nieuwe steken onder de mouw – de naald begint hier.
Brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 2 steken onder de mouw – denk om TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 12-9-6-4-3-3 cm in totaal 4-5-7-10-11-11 keer = 50-52-54-56-58-60 steken.
Brei tot de mouw 44-43-42-41-39-37 cm meet vanaf de scheiding. Brei 1 naald boordsteek (1 recht, 1 averecht). Brei 2 naalden recht. Kant ietwat losjes af.
De mouw meet ongeveer 45-44-43-42-40-38 cm vanaf de scheiding.

Telpatroon

recht = recht
maak 1 omslag tussen 2 steken, welke gedraaid gebreid wordt op de volgende naald om een gaatje te voorkomen = maak 1 omslag tussen 2 steken, welke gedraaid gebreid wordt op de volgende naald om een gaatje te voorkomen
Diagram for DROPS 258-6

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 258-6

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (5)

country flag Camila schreef:

Hi, it's me again haha! I have finished the yoke part and I'm about to divide the body and sleeves but I think I messed up at least one increase along the way. Where should the raglan increases be? The body or the sleeves? This will help me figure out where I messed up. Thanks!!

12.04.2025 - 02:12

DROPS Design antwoorde:

Dear Camila, the raglan markers are in the transitions between the body and the sleeves. So some of the increases are in the body and some are in the sleeves. At first you will increase for both the sleeves and the body, while later on you will increase for both the sleeves and the body in some rounds and only for the body in other rounds. Remember that the raglan stitches are considered transition stitches at first but are then considered body stitches when dividing the piece. Happy knitting!

13.04.2025 - 23:12

country flag Camila schreef:

Hi! I'm a bit confused between the steps of the neck and the yoke. After getting to 4 cm on the neck, should I work the first 29 stitches and then start counting the stitches for the marker placements?

16.03.2025 - 14:57

DROPS Design antwoorde:

Dear Camila, after the 4cm first insert 5 markers in total, without working. The marker after 29 stitches is for measuring the piece and won't follow the piece as you work; make sure it stays in place and use a colour different from the others for this one. The other 4 are inserted as indicated; start counting from the beginning of the round again (not from those 29 stitches). These markers will follow the piece as you work. Happy knitting!

16.03.2025 - 22:08

country flag Franziska schreef:

Hallo liebes Drops Team Ich verzweifle am zweiten teil der Ragelanzunahmen. Die 13 x für Grösse L in jeder 2. Runde sind gestrickt. Jetzt kommt der teil , wo man die 1. -4. Runde 6 x strickt. Man nimmt ja in der 3. Runde nur am Vorder- und Rückenteil zu (vor dem 1. und 3. Markierer und nach dem 2. und 4. Markierer) Wenn ich jetzt in der 3. Runde anfange mit Zunahme vor dem Markierer nehme ich ja in der Ärmelpartie zu… ? 🥹 ich bin ratlos. Danke für eure Hilfe und liebe Grüsse

08.03.2025 - 22:21

DROPS Design antwoorde:

Liebe Franziska, beim 2. Teil Raglanzuanhmen nehmen Sie so: 1. Runde: 8 M genauso wie zuvor. 3. Runde: nur 4 Maschen für Vorder und Rückenteil = zwischen 1. und 2. + zwischen 3. und 4. Markierung (Ärmel sind zwischen 4. und 1. und zwischen 2. und 3. Markierer, hier nehmen Sie nicht zu). Viel Spaß beim Stricken!

10.03.2025 - 08:49

country flag Anemone schreef:

Hvor mange nøgler bliver der brugt til en str. m?

15.02.2025 - 09:52

DROPS Design antwoorde:

Hej Anemone, du skal bruge 200 g DROPS Kid-Silk = 8 nøgler til størrelse M :)

18.02.2025 - 11:08

country flag Andrea Avril Alexander schreef:

Can you print patterns from bottom up as well as top down?? I do a lot of knitting an prefer bottom up

07.02.2025 - 13:06

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Alexander, this pattern is only available worked top down, find our patterns for jumpers worked bottom up here - feel free to add more filters. Happy knitting!

07.02.2025 - 15:58