DROPS Children 49 · Veel nieuwe ontwerpen voor kinderen!
Product image DROPS Melody yarn
DROPS Melody
71% alpaca, 25% wol, 4% polyamide
vanaf 4.37 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.22€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

Crossed Path Cardigan

Gebreide oversized vest in DROPS Melody. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met diagonale / Europeaanse schouders, V-hals en PUNNIKRAND. Maat XS – XXL.

Markeer maat:
DROPS 252-18

#crossedpathcardigan

DROPS design: Patroon ml-113
Garengroep D
----------------------------------------------------------

MAAT:
XS - S - M - L - XL - XXL

GAREN:
DROPS MELODY Garnstudio (behoort tot garengroep D)
300-300-350-400-400-450 g kleur 03, parelgrijs

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 8 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 6 mm: Lengte: 80 cm
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 8 mm
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 6 mm
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

KNOPEN:
DROPS KNOOP NR 629: 4 stuks voor alle maten

STEKENVERHOUDING:
12 steken in de breedte en 15 naalden in de hoogte in tricotsteek op de naald 8 mm = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Melody
DROPS Melody
71% alpaca, 25% wol, 4% polyamide
vanaf 4.37 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.22€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Recht op alle naalden, dus recht aan de goede kant en recht op de verkeerde kant.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS - aan de goede kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in de achterste lus van de steek.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - aan de goede kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus van de steek.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS - op de verkeerde kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek averecht in de voorste lus van de steek.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - op de verkeerde kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek averecht in de achterste lus van de steek.

LINKER VOORBIES MET PUNNIKRAND:
GOEDE KANT:
Haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant van het werk, 1 recht en brei 5 steken in ribbelsteek.
VERKEERDE KANT:
5 steken in ribbelsteek, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant van het werk, 1 recht.

RECHTER VOORBIES MET PUNNIKRAND:
GOEDE KANT:
Brei 5 steken in ribbelsteek, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant van het werk, 1 recht.
VERKEERDE KANT:
Haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant van het werk, 1 recht, brei 5 steken in ribbelsteek.

KNOOPSGATEN:
Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Minder aan de goede kant als er 5 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, 2 recht samen, brei de rest van de naald zoals hiervoor. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag recht om een gaatje te maken.
Minder voor het eerste knoopsgat 1 cm na de laatste meerdering voor de V-hals, minder dan voor de volgende 3 knoopsgaten met ongeveer 10½-10½-11-11-11-11½ cm tussen elk. Minder voor het laatste knoopsgat in de overgang tussen het lijf en de boordsteek.

TIP VOOR HET BREIEN:
Als u een verkorte naald breit, ontstaat er een klein gaatje bij het keren van het werk – het gaatje kan gesloten worden door de draad aan te trekken of de techniek Duitse Verkorte toeren te gebruiken als volgt:
Haal de eerste steek averecht af. Plaats de draad over de rechter naald, en trek goed aan, aan de achterkant (waardoor u twee lussen op de naald heeft). Brei deze lussen samen op de volgende naald.

TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor midden onder de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------


VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
In dit patroon worden naalden van verschillende lengtes gebruikt, begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig.
Begin door steken op te zetten aan de achterkant van de hals. Brei dan het achterpand naar beneden terwijl u TEGELIJKERTIJD meerdert aan elke kant van het werk naar het aantal steken voor de juiste schouderbreedte. Het achterpand heeft een ietwat diagonale schouder. Brei dan naar beneden tot de armsgaten. Leg nu het achterpand aan de kant en brei de voorpanden.
Op de voorpanden breit u eerst een voorbies welke bij de afwerking aan de hals genaaid wordt, dan voor het voorpand door steken op te nemen over een schouder van het achterpand.
Brei naar beneden tot het armsgat, terwijl u tegelijkertijd meerdert richting de hals. Herhaal op de andere schouder. Bij de armsgaten zet u de voorpanden en het achterpand op dezelfde rondbreinaald en brei het lijf naar beneden heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Neem steken op voor de mouwen rondom de armsgaten en brei de mouwen naar beneden. Brei eerst heen en weer met verkorte toeren om een mouwkop te maken. Brei dan de mouwen naar beneden in de rondte op de naald. Naai de biezen van elk voorpand samen, de naad = midden achter, hecht de voorbies aan de steken rondom de hals.

ACHTERPAND:
Brei het werk heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Zet 22-24-26-26-28-28 steken op rondbreinaald 8 mm met DROPS Melody.
NAALD 1 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht.
NAALD 2 (= goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 3 (= verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 en 3 averecht, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 averecht.
NA DE 3e NAALD:
Brei de 2e en 3e NAALD 11-12-13-13-14-15 keer in totaal (= 22-24-26-26-28-30 naalden zijn gebreid), na het meerderen zijn er = 66-72-78-78-84-88 steken op de naald.
Voeg 1 markeerdraad in aan de zijkant. Meet nu het werk vanaf hier!
Ga verder in tricotsteek - denk om de stekenverhouding - tot het werk 9-10-11-11-11-12 cm meet, gemeten vanaf de markeerdraad over het armsgat. Meerder nu aan elke kant voor de armsgaten.

MEERDER VOOR DE ARMSGATEN:
NAALD 1 (= goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht.
Brei de 1e en 2e NAALD 2-2-2-3-3-3 keer in totaal (= 4-4-4-6-6-6 naalden gebreid) = 70-76-82-86-90-94 steken op de naald.
Brei tot het werk 12-13-14-15-15-16 cm meet, gemeten vanaf de markeerdraad over het armsgat, eindig met een naald aan de goede kant. Knip het garen af, zet de steken op een hulpdraad, brei nu het linker voorpand over de linker schouder vanaf het achterpand - lees uitleg hieronder.

LINKER VOORBIES:
Zet 7 steken op rondbreinaald 8 mm.
Brei de LINKER VOORBIES MET PUNNIKRAND - lees uitleg hierboven. Ga verder tot de voorbies 8-9-10-10-11-11 cm meet, eindig met een naald aan de verkeerde kant, ga dan zo verder als uitgelegd onder linker voorpand.

LINKER VOORPAND:
Vind de linker schouder op het achterpand als volgt: Leg het achterpand plat neer met de goede kant naar boven, plaats het achterpand zo, dat de steken op de hulpdraad naar u toe zitten, de linkerkant van het werk = linker schouder.
Neem nu steken op over de linker diagonale schouder op het achterpand - begin aan de goede kant op de hals en neem steken op naar buiten richting de schouder als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei eerst de 7 steken van de voorbies, neem dan 1 steek op in iedere gebreide naald aan de binnenkant van de buitenste steek (neem 22-24-26-26-28-30 steken op vanaf het achterpand) = 29-31-33-33-35-37 steken.
Alle lengte afmetingen op het voorpand worden vanaf de opneemnaald genomen.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht tot er 7 steken over zijn, 7 voorbiessteken zoals hiervoor.
NAALD 3 (= goede kant): Brei 7 voorbiessteken zoals hiervoor, brei de rest van de naald recht.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei averecht tot er 7 steken over zijn, 7 voorbiessteken.
Brei de 3e en 4e NAALD tot het werk 8 cm meet.

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL:
Meerder nu voor de V-hals, meerder ook aan de zijkant richting het armsgat. De meerderingen aan de zijkant beginnen voordat de meerderingen voor de V-hals klaar zijn, lees dus eerst beide volgende paragrafen door voordat u verder gaat zodat u een SAMENVATTING heeft als het meerderen voor de armsgaten begint.

MEERDEREN VOOR DE V-HALS:
NAALD 1 (= goede kant): Brei 7 voorbiessteken zoals hiervoor, 2 recht, meerder 1 steek richting links - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en brei de rest van de naald recht.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht tot er 7 steken over zijn, 7 voorbiessteken.
Brei de 1e en 2e NAALD 11-12-13-13-14-14 keer in totaal (= 22-24-26-26-28-28 naalden gebreid).
Er zijn 11-12-13-13-14-14 meerderingen gemaakt in totaal voor de V-hals. Ga dan verder met tricotsteek en voorbiessteken zoals hiervoor.

MEERDEREN VOOR DE ARMSGATEN:
Meerder bij een hoogte van 23-24-25-25-27-28 cm in de zijkant richting het armsgat als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei 7 voorbiessteken, brei tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts - lees MEERDERTIP-1, 3 recht.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht tot er 7 steken over zijn, 7 voorbiessteken.
Brei de 1e en 2e NAALD 2-2-2-3-3-3 keer in totaal (= 4-4-4-6-6-6 naalden gebreid). Als alle meerderingen voor de V-hals en het armsgat klaar zijn, zijn er 42-45-48-49-52-54 steken op de naald.

Brei tot het werk 26-27-28-29-31-32 cm meet, gemeten vanaf de opneemrand op de bovenkant van het voorpand, eindig dan met een naald aan de goede kant.
Knip het garen af, zet de steken op een hulpdraad, brei nu het rechter voorpand over de rechter schouder vanaf het achterpand - lees uitleg hieronder.

RECHTER VOORBIES:
Zet 7 steken op rondbreinaald 8 mm.
Brei de RECHTER VOORBIES MET PUNNIKRAND - lees uitleg hierboven. Ga verder tot de voorbies 8-9-10-10-11-11 cm meet, eindig met een naald op de verkeerde kant. Knip het garen af en zet de steken op een hulpdraad, brei eerst over de voorbies als u steken opneemt voor het rechter voorpand.

RECHTER VOORPAND:
Neem nu steken op over de rechter diagonale schouder op het achterpand - begin aan de goede kant op de schouder en neem steken op naar buiten richting de hals als volgt:
Neem 1 steek op in iedere gebreide naald aan de binnenkant van de buitenste steek (neem 22-24-26-26-28-30 steken op van het achterpand) brei dan de 7 steken van de voorbies op de naald = 29-31-33-33-35-37 steken op de naald.
Alle lengte afmetingen op het voorpand worden vanaf de opneemnaald gedaan.
NAALD 1 (= verkeerde kant): Brei 7 voorbiessteken zoals hiervoor, brei averecht over de rest van de naald.
NAALD 2 (= goede kant): Brei recht tot er 7 steken over zijn, 7 voorbiessteken zoals hiervoor.
Brei de 1e en 2e NAALD tot het werk 8 cm meet.

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL:
Meerder nu voor de V-hals en meerder tevens aan de zijkant richting het armsgat, dus lees beide 2 volgende paragrafen door voordat u verder gaat zodat u een SAMENVATTING heeft wanneer het meerderen voor het armsgat begint.

MEERDEREN VOOR DE V-HALS:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 9 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1, 2 recht, brei 7 voorbiessteken zoals hiervoor.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei 7 voorbiessteken, brei de rest van de naald averecht.
Brei de 1e en 2e NAALD 11-12-13-13-14-14 keer in totaal (= 22-24-26-26-28-28 naalden gebreid).
Er zijn in totaal 11-12-13-13-14-14 meerderingen gedaan voor de V-hals. Ga dan verder met tricotsteek en voorbiessteken.

MEERDEREN VOOR DE ARMSGATEN:
Meerder bij een hoogte van 23-24-25-25-27-28 cm, in de zijkant richting het armsgat als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei 3 steken, meerder 1 steken richting links - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1, brei tot er 7 steken over zijn, brei 7 voorbiessteken.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei 7 voorbiessteken, brei de rest van de naald averecht.
Brei de 1e en 2e NAALD 2-2-2-3-3-3 keer in totaal (= 4-4-4-6-6-6 naalden gebreid). Als alle meerderingen voor de V-hals en het armsgat klaar zijn, zijn er 42-45-48-49-52-54 steken op de naald.
Brei tot het werk 26-27-28-29-31-32 cm meet, gemeten vanaf de opneemrand op de bovenkant van het voorpand, eindig met een naald aan de goede kant.
Breng nu het voorpand en achterpand samen voor het lijf zoals uitgelegd hieronder. Meet het werk nu vanaf hier.

LIJF:
Brei de 1e naald op de verkeerde kant - begin met de steken over het rechter voorpand en brei de naald als volgt:
Brei de 42-45-48-49-52-54 steken van het rechter voorpand, zet 6-6-6-10-10-12 nieuwe steken op aan het einde van deze naald (= in de zijkant midden onder de mouw), brei de 70-76-82-84-90-94 steken op het achterpand, zet 6-6-6-10-10-12 nieuwe steken op (= in de zijkant midden onder de mouw), brei de 42-45-48-49-52-54 steken van het linker voorpand = 166-178-190-202-214-226 steken op de naald.
Brei heen en weer gebreid vanaf midden voor over alle steken met tricotsteek en voorbies zoals hiervoor.
Brei tot het werk ongeveer 28-29-29-30-30-32 cm meet vanaf het armsgat.
Begin op de volgende naald aan de goede kant met boordsteek terwijl u TEGELIJKERTIJD 18-18-18-22-22-22 steken verdeeld meerdert op de naald (meerder niet over biezen) = 184-196-208-224-236-248 steken, brei dan als volgt:
Ga verder met rondbreinaald 6 mm, brei voorbies zoals hiervoor, brei boordsteek (= 2 recht/2 averecht - denk om het meerderen) tot er 7 steken over zijn, 2 recht en voorbies zoals hiervoor.
Als de boordsteek 6-6-6-7-7-7 cm meet, kant dan af.
Het voorpand meet 63-65-67-69-71-73 cm, gemeten vanaf de opneemrand, het voorpand is ongeveer 3 cm langer dan de gewenste afmetingen omdat de opneemrand niet op het midden op de bovenkant van de schouder zit, maar ietwat naar beneden op het achterpand, de top meet 60-62-64-66-68-70 cm.

MOUWEN:
De mouw wordt vanaf het armsgat naar beneden gebreid.
Leg het werk plat neer en voeg 1 markeerdraad in op de bovenkant van het armsgat = midden boven op de schouder (LET OP! Het midden boven van de schouder is niet dezelfde plaats als waar steken steken opgenomen zijn voor het voorpand, maar ongeveer 7 cm naar beneden op het voorpand).
Neem steken op rondom het armsgat, gebruik rondbreinaald 6 mm, begin in het midden van de nieuwe steken die opgezet zijn onder de mouw - neem 48-52-54-62-64-68 steken op - pas aan zodat u hetzelfde aantal steken heeft aan elke kant van de markeerdraad over het armsgat. Ga verder met rondbreinaald 8 mm.
Brei nu in tricotsteek heen en weer gebreid met verkorte toeren over de mouwkop voor een betere pasvorm op de mouw, begin de naald midden onder de mouw als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei 6-6-7-8-8-9 steken voorbij de markeerdraad op de bovenkant van de schouder, keer het werk – lees TIP VOOR HET BREIEN.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei 6-6-7-8-8-9 steken voorbij de markeerdraad, keer het werk.
NAALD 3 (= goede kant): Brei 4-4-4-4-5-5 steken voorbij waar de vorige keer het werk was gekeerd, keer het werk.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei 4-4-4-4-5-5 steken voorbij waar de vorige keer het werk was gekeerd, keer het werk.
Herhaal NAALDEN 3 en 4.
Brei tot er 8-8-8-8-10-10 keer is gekeerd in totaal (= 4-4-4-4-5-5 keer aan elke kant en de laatste naald wordt op de verkeerde kant gebreid).

NA DE LAATSTE KEER KEREN:
Bij de laatste keer keren eindigt u de naald door het werk te keren en brei dan aan de goede kant tot het begin van de naald (midden onder de mouw).
Voeg 1 markeerdraad in midden onder de mouw, deze wordt gebruikt voor het minderen van steken onder de mouw. Neem de markeerdraad mee in de hoogte tijdens het breien.
Brei nu in de rondte in tricotsteek over alle steken terwijl u tegelijkertijd mindert onder de mouw, lees TIP VOOR HET MINDEREN en minder als volgt:
Als de mouw 1-1-1-1-1-1 cm meet midden onder de mouw, minder dan 3 keer 2 steken in iedere tweede naald, minder dan 2 steken iedere 6-4-4-3-2½-2½ cm 3-5-5-8-8-9 keer in totaal = 36-36-38-40-42-44 steken op de naald.
Brei tot de mouw 42-40-39-39-37-37 cm meet vanaf de schouder.
Brei verder met rondbreinaald maat 6 mm, brei boordsteek (= 2 recht/2 averecht) terwijl u TEGELIJKERTIJD 4-4-6-8-6-8 steken verdeeld meerdert op de 1e naald = 40-40-44-48-48-52 steken.
Als de boordsteek 6-6-6-7-7-7 cm meet, kant dan af.
De mouw meet ongeveer 48-46-45-46-44-44 cm vanaf het midden op de bovenkant van de schouder.


AFWERKING:
Naai de biezen samen, en naai ze aan de halslijn op de achterkant. Naai de knopen aan de linker voorbies.

Telpatroon

Diagram measurements for DROPS 252-18

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #crossedpathcardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 252-18

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (4)

country flag Lena schreef:

Hallo, übersehe ich etwas oder fehlt die Anleitung, wo die Knopflöcher gestrickt werden sollen? Vielen Dank

01.02.2025 - 14:27

DROPS Design antwoorde:

Liebe Lena, die Knopflöcher werden unter dem Abszat KNOPFLÖCHER am 1. Teil der Anleitung beschrieben. Viel Spaß beim Stricken!

03.02.2025 - 08:29

country flag Carla Von Ahn schreef:

Hallo. Teil: Rumpfteil. Zu Beginn des Rumpfteils sollen die Maschen des rechten Vorderteils gestrickt werden, dann sollen Maschen angeschlagen werden. Ich verstehe nicht ganz, was das für Maschen sind die angeschlagen werden sollen. Sind die dann später unter der Achsel? Soll ich die an einem bestimmten Teil anschlagen oder sollen die frei hängen? Über eine Antwort würde ich mich sehr freuen. LG Carla :)

31.10.2024 - 13:11

DROPS Design antwoorde:

Liebe Frau Von Ahn, diese neuen Maschen (6, 10 oder 12 je nach der Größe) sind für die Seiten (Mitte under die Ärmel) - siehe diese Lektion, wo man für einen Pullover je 6 Maschen zwischen Vorder- under Rückenteil anschlägt. Viel Spaßb eim Stricken!

31.10.2024 - 15:53

country flag Yvonne schreef:

Wenn ich der Anleitung folge und das Rückenteil stricke, wird der Armausschnitt ab Markierer auf der Schulter für Gr. Xl 15 cm lang bis die Maschen stillgelegt werden. Laut strickschrift sollte er aber für Grösse Xl 23 cm lang werden….\r\nÜberseh ich irgendwie etwas?\r\nDanke für die Hilfe🌸

20.10.2024 - 20:48

DROPS Design antwoorde:

Liebe Yvonne, bei solchen Modellen mit europäischen Schulter sind die Armausschnitt beim Rückenteil kürzer als beim Vorderteil, so hat man hier in XL 15 cm beim Rückenteil + 31 cm bei den Vorderteile = 46 cm/2 = 23 cm. Schauen Sie unter Tab "Videos" und "Lektion" oben im Kopfteil, so finden Sie passende Videos/Letkionnen wo diese Technik schön erklärt wird. Viel Spaß beim Stricken!

21.10.2024 - 09:21

country flag PORTAL Odile schreef:

J'aimerai vraiment tricoter vos modèles mais je n'arrive pas à adoptervotre méthode de tricot "haut en bas". Ne pourriez-vous pas nous en donner les explications ? Merci, je suis une tricoteuse normale mais je pense que mon handicap vient du fait de mon âge : 75 ans. C'est difficile de me lancer et très perturbant.

13.10.2024 - 07:25

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Portal, cette constructions avec épaules européennes est effectivement particulière et pour vous permettre de bien comprendre comment on doit faire, nous avons réalisé plusieurs vidéos et leçons que vous retrouverez dans les onglets Vidéos/Leçons (à droite de l'onglet Explications) en haut de page. Vous pouvez également retrouver tous nos gilets et vestes tricotés de bas en haut ici. Bon tricot!

14.10.2024 - 08:32