DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 katoengarens de hele maand juli!
Product image DROPS Baby Merino yarn
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Blue Pebbles Cardigan

Gebreid vest voor baby’s in DROPS BabyMerino. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met zadelschouders. Maten: Prematuur tot 2 jaar.

DROPS Baby 43-3

#bluepebblescardigan

DROPS Design: Patroon bm-122-by
Garengroep A
-------------------------------------------------------

MATEN:
(prematuur) 0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 jaar)
Hoogte van het kind in cm:
(40/44) 48/52 - 56/62 - 68/74 - 80/86 (92)

MATERIAAL:
DROPS BABY MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep A)
(100) 100-150-150-150 (200) g kleur 37, licht lavendel

DROPS KNOPEN NR 627: (4) 5-6-6-6 (6) stuks.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 2.5 MM: Lengte 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 MM.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = 2 naalden recht.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (voor de zadelschouders, de mouwen en de pas aan de goede kant):
VOOR DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek draait richting rechts.
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus.
NA DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek draait richting links.
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in de achterste lus.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zadelschouders aan de verkeerde kant):
VOOR DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek draait naar rechts (aan de goede kant gezien).
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek averecht in de achterste lus.
NA DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek draait richting links (aan de goede kant gezien).
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek averecht in de voorste lus.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Begin 3 steken voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

KNOOPSGATEN:
Brei de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Brei aan de goede kant als er 3 steken over zijn: Maak 1 omslag, 2 recht samen en 1 recht. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat.
Het eerste knoopsgat wordt gebreid als de hals 1½-2 cm meet, de andere (3) 4-5-5-5 (5) knoopsgaten worden gebreid met (5) 5-5-5-5½ (6) cm tussen elk.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK.
De hals en de pas worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald, vanaf midden voor en van boven naar beneden. Er worden steken gemeerderd voor de zadelschouders, de mouwen en de pas. De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder heen en weer gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop.

HALS:
Zet (72) 76-80-84-88 (96) steken op met rondbreinaald 2.5 mm en DROPS Baby Merino.
Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 5 voorbiessteken in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 7 steken over zijn, 2 recht en 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Brei deze boordsteek voor (2) 2-2-3-3 (3) cm – denk om de knoopsgaten op de rechter voorbies – lees beschrijving hierboven.
Als de boordsteek klaar is, brei dan 1 naald recht aan de goede kant terwijl u (10) 14-14-18-18 (18) steken verdeeld meerdert (meerder niet over de biezen) = (82) 90-94-102-106 (114) steken.
Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant (de biezen worden recht gebreid).

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Voeg 1 markeerdraad in na de voorbies; de pas wordt gemeten vanaf deze markeerdraad!
Voeg daarnaast 4 andere markeerdraden in zonder de steken te breien en elke markeerdraad wordt ingevoegd tussen 2 steken; deze markeerdraden worden gebruikt bij het meerderen voor de schouders en moeten een andere kleur hebben dan de markeerdraad op de hals.
Markeerdraad 1: Begin midden voor en tel (18) 20-21-21-22-24 steken (voorpand), voeg de markeerdraad in voor de volgende steek.
Markeerdraad 2: Tel (10) 10-10-14-14 (14) steken vanaf markeerdraad 1 (schouder), voeg de markeerdraad in voor de volgende steek.
Markeerdraad 3: Tel (26) 30-32-32-34 (38) steken vanaf markeerdraad 2 (achterpand), voeg de markeerdraad in voor de volgende steek.
Markeerdraad 4: Tel (10) 10-10-14-14 (14) steken vanaf markeerdraad 3 (schouder), voeg de markeerdraad in voor de volgende steek.
Er zijn (18) 20-21-21-22 (24) steken over na markeerdraad 4 (voorpand).
Neem deze markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte.

MEERDERINGEN VOOR DE ZADELSCHOUDERS:
Lees het volgende deel door voordat u verder gaat – meerder op de eerste naald aan de goede kant, 4 steken voor de zadelschouders als volgt:
Brei tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant.
Meerder VOOR markeerdraden 1 en 3 en NA markeerdraden 2 en 4 – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. U meerdert alleen op de voor- en achterpanden. Het aantal schoudersteken blijft hetzelfde.
Meerder op de volgende naald (verkeerde kant), 4 steken als volgt:
Meerder VOOR markeerdraden 4 en 2 en NA markeerdraden 3 en 1– lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2.
Hiervoor meerdert u op ELKE naald maar verschillend aan de goede en de verkeerde kant zodat de steken mooi liggen
Ga zo verder met meerderen in totaal (10) 10-10-12-12 (12) keer = (122) 130-134-150-154 (162) steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Na de laatste meerdering meet het werk ongeveer (3) 3-3-4-4 (4) cm vanaf de markeerdraad op de hals. Meerder nu voor de mouwen als volgt:

MEERDERINGEN VOOR DE MOUWEN:
Ga verder met tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant.
Meerder TEGELIJKERTIJD, op de volgende naald aan de goede kant 4 steken voor de mouwen als volgt:
Meerder NA markeerdraden 1 en 3 en VOOR markeerdraden 2 en 4 – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
U meerdert alleen op de mouwen en het aantal steken op de voor- en achterpanden blijft hetzelfde. Meerder zo iedere 2e naald (elke naald aan de goede kant) in totaal (10) 12-11-9-9 (10) keer = (162) 178-178-186-190 (202) steken.
Het werk meet ongeveer (9) 11-10-10-10 (10) cm vanaf de markeerdraad op de hals. Meerder nu voor de pas als volgt.

MEERDERINGEN VOOR DE PAS:
MAAT (prematuur):
= (162) steken. Ga verder met tricotsteek maar zonder te meerderen tot het werk 10 cm meet vanaf de markeerdraad op de hals. Ga naar ‘VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN’ hieronder.

MATEN 0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 jaar):
Verplaats de 4 markeerdraden zodat elke markeerdraad in de buitenste steek aan elke kant van de achter- en voorpanden zit, met 34-32-32-32 (34) steken tussen de markeerdraadsteken op de mouwen.
Meerder op de volgende naald aan de goede kant 8 steken door zowel voor en na elke markeerdraadsteek te meerderen – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
U meerdert nu op de voor- en achterpanden evenals op de mouwen.
Meerder zo iedere 2e naald (elke naald aan de goede kant) in totaal 1-3-4-5 (5) keer = 186-202-218-230 (242) steken.
Na de laatste meerdering meet het werk ongeveer 11-12-12-13 (13) cm vanaf de markeerdraad op de hals. Brei verder tot het werk 11-12-12-13 (14) cm meet vanaf de markeerdraad.

VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN:
Brei de eerste (26) 29-32-34-36 (38) steken, plaats de volgende (34) 40-42-46-48 (50) steken op een hulpdraad voor de mouw, zet (4) 4-6-6-8 (8) steken op (in de zijkant onder de mouw), brei (42) 48-54-58-62 (66) steken, plaats de volgende (34) 40-42-46-48 (50) steken op een hulpdraad voor de mouw, zet (4) 4-6-6-8 (8) steken op (in de zijkant onder de mouw), brei de laatste (26) 29-32-34-36 (38) steken.
Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten!

LIJF:
= (102) 114-130-138-150 (158) steken. Ga verder met tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant voor nog een (5) 8-11-12-14 (16) cm.
Brei 1 naald recht aan de goede kant terwijl u (14) 14-18-18-22 (22) steken verdeeld meerdert (meerder niet over de biezen) = (116) 128-148-156-172 (180) steken.
Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm en brei dan als volgt aan de verkeerde kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, * 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* tot er 7 steken over zijn, 2 averecht en 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek voor 3 cm. Kant ietwat losjes af.
Het vest meet ongeveer (20) 24-28-30-33 (36) cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWEN:
Plaats de (34) 40-42-46-48 (50) steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 3 mm en neem 1 steek op in elk van de (4) 4-6-6-8 (8) opgezette steken onder de mouw = (38) 44-48-52-56 (58) steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de (4) 4-6-6-8 (8) steken onder de mouw. Begin op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte voor 1 cm. Minder nu 2 steken onder de mouw (geldt niet voor de maten prematuur en 0/1 maand) – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3e naald in totaal (0) 2-2-3-4 (4) keer = (38) 40-44-46-48 (50) steken. Brei verder tot de mouw (4) 8-10-13-15 (18) cm meet vanaf de scheiding. Er is ongeveer 3 cm tot de gewenste lengte; pas het vest en brei tot de gewenste lengte.
Brei 1 naald recht terwijl u (2) 0-0-2-0 (2) steken verdeeld mindert = (36) 40-44-44-48 (48) steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm en brei boordsteek (2 recht, 2 averecht) voor 3 cm. Kant ietwat losjes af. De mouw meet ongeveer (7) 11-13-16-18 (21) cm vanaf de scheiding.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 01.08.2022
MEERDERINGEN VOOR DE MOUWEN:...Meerder NA markeerdraden 1 en 3 en VOOR markeerdraden 2 en 4 – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
Gewijzigd online: 17.10.2024
Het patroon is aangepast. Correctie tip voor het meerderen voor de pas.

Telpatroon

breirichting = breirichting
meerderingen voor de zadelschouders = meerderingen voor de zadelschouders
meerderingen voor de mouwen = meerderingen voor de mouwen
meerderingen voor de pas = meerderingen voor de pas
Diagram for DROPS Baby 43-3
Diagram for DROPS Baby 43-3

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #bluepebblescardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 43-3

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (32)

country flag Nicole schreef:

Bonjour AUGMENTATIONS POUR LES MANCHES: Continuer en jersey avec 5 mailles de bordure devant au point mousse de chaque côté. EN MÊME TEMPS, au rang suivant sur l'endroit, (augmenter 4 mailles pour les manches ainsi: Pourquoi au rang suivant après les augmentation des épaules je suis sur l'endroit ?? par contre j'ai 3,5cm au lieu de 4 cm est ce que je continue a augmenter de 0.5 pour avoir les 4 cm excuser moi pour les message merci de votre aide a suivre

02.07.2025 - 10:53

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Nicole, les mesures sont souvent arrondies à l'unité supérieure, continuez ainsi avec les augmentations de l'empiècement, et, quand ces augmentations sont faites, si vous n'avez pas la hauteur indiquée, tricotez - sans plus augmenter cette fois- jusqu'à la hauteur indiquée pour la taille choisie. Bon tricot!

02.07.2025 - 16:10

country flag Nicole schreef:

TAILLE: (préma) 0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 mois (2 ans) Stature de l'enfant en cm: (40/44) 48/52 - 56/62 - 68/74 - 80/86 (92) Ps))elle est où la 4e taille 6/9 3e por Moi

23.06.2025 - 09:08

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Nicole, le 6/9 mois correspond au 68/74, 4ème taille en comptant la taille préma, 3ème taille après la parenthèse. Dans cette taille, vous allez monter 84 mailles, vous aurez 150 mailles après les augmentations des épaules, 186 après les augmentations des manches et 218 mailles après les augmentations de l'empiècement. Les nombres indiqués précédemment correspondent à la taille 1/3 mois (3ème taille en comptant la taille préma). Bon tricot!

23.06.2025 - 16:21

country flag Nicole schreef:

TAILLE.préma) 0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 mois (2 ans)Stature de 48/52 - 56/62 - 68/74 - 80/86 (92)Bonjour La faut rectifier et préciser car avec habitude de tricoter avec vous jamais je me suis trompé les tailles sont confuses car la quatrième est est 12/18 mois donc les épaules ont combien de mailles et le devant dos ok pour la bordure 5 maille Merci de votre réponse merci de préciser

23.06.2025 - 08:37

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Nicole, la 4ème taille est la taille 6/9 mois: TAILLE: (préma) 0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 mois (2 ans), mais dans le nombre de mailles que vous indiquez, cela correspond à la 3ème taille = 1/3 mois: 1ère taille = préma, 2ème taille: 0/1 mois, 3ème taille: 1/3 mois, 4ème taille: 6/9 mois etc... Notez également que lorsque que les explications indiquent par ex: TAILLE 0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 mois (2 ans):, dans cette partie, la 1ère taille est 0/1 mois, la 2ème 1/3 mois etc... car la taille préma n'est pas concernée par cette partie. Je ne suis donc pas bien sûre de la taille que vous réalisez. Merci pour votre compréhension.

23.06.2025 - 08:44

country flag Nicole schreef:

Je précise ma question pour le 6/9moi les épaules ont 10 mailles le devant+bordure 31 maille dans les commentaires ci dessous vous dites 32 maille pour le devant. donc si je mets mon marqueur entre 2 maille les épaules feront 8 mailles par épaule pour avoir 32 sur le devant est-ce bien celà ?? J'ai bien les 134 mailles après les épaules j'ajoute 4 x 11 milles = 178 mailles Merci de vos précisions merci de votre aide

21.06.2025 - 23:45

country flag Nicole schreef:

Je précise ma question pour le 6/9moi les épaules ont 10 mailles le devant+bordure 31 maille dans les commentaires ci dessous vous dites 32 maille pour le devant. donc si je mets mon marqueur entre 2 maille les épaules feront 8 mailles par épaule pour avoir 32 sur le devant est-ce bien celà ?? J'ai bien les 134 mailles après les épaules j'ajoute 4 x 11 milles = 178 mailles Merci de vos précisions merci de votre aide

21.06.2025 - 23:29

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Nicole, la taille 6/9 mois est en fait la 4ème taille, pas la 3ème, vous devez avoir 150 et non 134 mailles, dans la taille en-dessous soit 1/3 mois, vous aviez 21 mailles pour les devants et vous avez augmenté 10 fois donc vous avez bien 31 m après les augm. des épaules. Vous augmentez ensuite pour les manches 11 fois = 32 m pour les manches; et 178 m au total. Bon tricot!

23.06.2025 - 07:13

country flag Nicole schreef:

Bonjour gilet 6/9 mois .j'ai bien les 134 mailles . 6 bordure,26 devant ,10 épaule,52 dos,10 épaule,26 devant, 5 devant. je ne comprend pas ou je dois augmenter manche pouvez vous m'écrire précisément la formule je vous remercie pour votre aide et votre temp Nicole

20.06.2025 - 17:52

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Nicole, vous augmentez maintenant pour la manche gauche après le 1er marqueur et avant le 2ème marqueur et pour la manche droite après le 3ème marqueur et avant le 4ème marqueur, le nombre de mailles des manches va augmenter de 2 mailles à chaque rang sur l'endroit, mais le nombre de mailles des devants et du dos va rester le même. Vous augmentez ainsi 11 x tous les 2 rangs = vous aurez 32 m pour chaque manche. Bon tricot!

23.06.2025 - 06:51

country flag Nicole schreef:

Bonjour j'ai bien compris les augmentations pour l'empiècement du gilet avant le marqueur et après le marquer pour les epaule juste une petite question est ce que les augmentations se font toute sur le rang endroit où 1 et 3 sur le rang endroit et 2 et 4 sûr le rang envers merci pour votre aide et merci

17.06.2025 - 20:12

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Nicole, vous augmentez sur l'endroit avant le marqueur -1 (devant gauche), après le marqueur -2 (début du dos) et avant le marqueur -3 (fin du dos) et après le marqueur -4 (devant droit), et sur l'envers, vous augmentez avant le marqueur -4 (devant droit), après le marqueur -3 (début du dos) et avant le marqueur -2 (fin du dos) et après le marqueur -1 (devant gauche). Bon tricot!

18.06.2025 - 07:31

country flag Nadyne schreef:

Bonjour A l arrivée pour l augmentation de l empiècement en 6/9 mois j ai 186 m , ça c est ok. Vs dites d augmenter 8 mailles x 5 fois à chaque marqueur . Je devrais avoir à la fin 186+40 =226 Vs annoncez 230 mailles , D ou viennent vos 4 mailles qui manquent ? Merci beaucoup

13.04.2025 - 15:55

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Nadyne, notez que dans ce paragraphe, la taille 6/9 mois est la 3ème taille, vous allez donc augmenter 4 fois seulement, soit 186 + (4x8 mailles) = 218 m - vous tricotez jusqu'à 12 cm. Au paragraphe suivant (division), la taille 6/9 mois est de nouveau la 4ème taille (la 3ème après la parenthèse). Bon tricot!

22.04.2025 - 08:36

country flag Perdoux schreef:

Bonjour, Je suis arrivée à la fin des augmentations des manches avec 186 m pour le 6/9 mois . Mais , je n ai pas 10 cm à partir du marqueur J ai 8,5 cm . Dois je continuer pour avoir 10 cm ? Merci beaucoup

13.04.2025 - 15:13

DROPS Design antwoorde:

Bonjour Mme Perdoux, vous pouvez effectivement continuer à tricoter mais n'augmentez plus, sinon l'ouvrage serait trop grand. Bon tricot!

22.04.2025 - 08:32

country flag Birgit Riedel schreef:

Hallo, ich habe diesen Satz bestimmt 20mal gelesen, verstehe ihn aber nicht. Würden sie mir das bitte erklären? "GRÖSSE 0/1 - 1/3 - 6/9 - 12/18 MONATE (2 JAHRE): Die 4 Markierer der Ärmelzunahmen so versetzen, dass jeder dieser Markierer in der äußersten Masche an beiden Seiten von Vorderteil und Rückenteil sitzt. Es sind 34-32-32-32 (34) Maschen pro Ärmel zwischen den markierten Maschen vorhanden." LG Birgit

05.03.2025 - 09:18

DROPS Design antwoorde:

Liebe Frau Riedel, am Anfang sind die Markierer zwischen Maschen eingesetzt, wenn die Zunahmen für die Ärmel fertig sind, wird man die Markierung jeweils in einer Masche (und nicht mehr zwischen Maschen) einsetzen, dh die 1. Markierung in die letzte Masche vom linken Vorderteil, die 2. Markierung in die 1. Masche vom Rückenteil, die 3. Markierung in die letzte Masche vom Rückenteil und die 4. Markierung in die erste Masche vom rechten Vorderteil. Zwischen 1.-2 und zwischen 3.-4. Markierugen sind es jetzt 32 /34 Maschen (Siehe Größe). Viel Spaß beim Stricken!

05.03.2025 - 13:42