Kristi schreef:
Is the main part of body really made with no 3 and arms with no 4? Or should I change after neck from no 3 to no 4 needles?
17.09.2021 - 22:43DROPS Design antwoorde:
Dear Kristi, thanks for noticing, pattern has been now edited, you switch to larger needles when starting yoke. Happy knitting!
23.09.2021 - 08:14
Diane L Schmelz schreef:
Can’t wait to make this!
17.08.2021 - 16:42
Bee Season Jumper#beeseasonjumper |
|||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||||||||
Gebreide trui voor kinderen in DROPS Soft Tweed. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan en geborduurde bloemen en een bij. Maten 3-14 jaar.
DROPS Children 40-1 |
|||||||||||||||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatronen A.1 en A.2. TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 76 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 16) = 4.75. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer elke 5e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. RAGLAN: Meerder 1 steek aan elke kant van de 4 markeerdraden als volgt (= 8 steken gemeerderd op de naald): Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. TIP VOOR HET AFKANTEN: Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak 1 omslag na elke 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: De hals en de pas worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/rondbreinaald, van boven naar beneden. De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden gebreid met breinaalden zonder knop. Op het einde worden twee bloemen en een bij geborduurd op het voorpand. HALS: Zet 104-104-104-112-112-112 steken op met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald 3 mm en DROPS Soft Tweed. Brei 1 naald recht, brei dan A.1 (13-13-13-14-14-14 herhalingen van 8 steken) op de naald. Op de laatste naald in A.1, meerdert u 0-3-3-0-3-3 steken verdeeld = 78-81-81-84-87-87 steken. Brei nu A.2. Als het werk 4 cm meet voeg dan 1 markeerdraad in op het begin van de naald. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten! PAS: Ga verder net rondbreinaald 4 mm. Brei 1 naald recht terwijl u 14-15-15-16-17-17 steken verdeeld meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 92-96-96-100-104-104 steken. Voeg 4 nieuwe markeerdraden in zoals beschreven hieronder, zonder de steken te breien en elke markeerdraad wordt ingevoegd tussen 2 steken. Deze markeerdraden worden gebruikt bij het meerderen voor de raglan. Begin van de naald = midden achter. Tel 17-18-18-19-20-20 steken (tussen het achterpand en de mouw), voeg hier markeerdraad 1 in. Tel 12 steken en voeg markeerdraad 2 in (= mouw). Tel 34-36-36-38-40-40 steken en voeg markeerdraad 3 in (= voorpand). Tel 12 steken en voeg markeerdraad 4 in (= mouw). Er zijn 17-18-18-19-20-20 steken over op de naald (= helft van het achterpand). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei in tricotsteek in de rondte, begin TEGELIJKERTIJD op de eerste naald met meerderen voor de RAGLAN – lees beschrijving hierboven. Meerder zo iedere 2e naald in totaal 16-17-19-19-20-22 keer = 220-232-248-252-264-280 steken. Brei verder tot het werk 14-15-16-17-18-19 cm meet vanaf de markeerdraad op de hals. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen; brei tot markeerdraad 1 (= helft van het achterpand), plaats de volgende 44-46-50-50-52-56 steken op een hulpdraad voor de mouw (zonder ze te breien), zet 6-6-6-8-8-8 steken op onder de mouw, brei de volgende 66-70-74-76-80-84 steken (= voorpand), plaats de volgende 44-46-50-50-52-56 steken op een hulpdraad voor de mouw (zonder ze te breien), zet 6-6-6-8-8-8 steken op onder de mouw, brei tot het einde van de naald. Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. Verwijder de markeerdraden. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! LIJF: = 144-152-160-168-176-184 steken. Ga verder met tricotsteek tot het werk 19-22-25-28-30-32 cm meet vanaf de scheiding. Er is ongeveer 4 cm over tot de gewenste lengte; pas de trui en brei tot de gewenste lengte. Om te voorkomen dat boord straks te strak wordt, breit u 1 naald recht terwijl u 27-28-32-33-37-35 steken verdeeld meerdert = 171-180-192-201-213-219 steken. Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei A.2 voor 4 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN. De trui meet ongeveer 40-44-48-52-55-58 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUWEN: Plaats de 44-46-50-50-52-56 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-6-6-8-8-8 opgezette steken onder de mouw = 50-52-56-58-60-64 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 6-6-6-8-8-8 steken onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt voor het minderen onder de mouw. Begin op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 3 cm meet, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 4-5-5-6-7-6½ cm in totaal 4-4-5-5-5-6 keer = 42-44-46-48-50-52 steken. Brei verder zonder verdere minderingen tot de mouw 21-25-29-33-37-41 cm meet vanaf de scheiding. Er is ongeveer 4 cm over tot de gewenste lengte; pas de trui en brei tot de gewenste lengte. Brei 1 naald recht terwijl u 9-10-8-9-10-8 steken verdeeld meerdert = 51-54-54-57-60-60 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei A.2 voor 4 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. De mouw meet ongeveer 25-29-33-37-41-45 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde manier. BLOEMEN EN BIJ: 1 bij en 2 bloemen worden geborduurd op het voorpand – zie foto. De bij wordt geborduurd met een enkele draad, platsteek en in strepen; de 2 vleugels op de bovenkant worden geborduurd met kettingsteek. 2 verschillende bloemen worden geborduurd. BIJ – LIJF MET ANTRACIET: Begin met 1 draad antraciet - zie telpatroon C en telpatroon uitleg. Begin 4-5 cm hieronder de hals en 8-10 cm vanaf de linker raglanlijn op het voorpand. Borduur 2 platsteken diagonaal naar boven naar rechts en dicht bij elkaar, elke steek 0,5 cm lang. Ga 0.5 cm diagonaal naar boven en links en borduur weer 4 platsteken dicht tegen elkaar aan, parallel aan de eerste 2 steken en elk 1 cm lang (= midden van de bij), nog 0.5 cm verderop borduurt u weer 2 platsteken dicht bij elkaar en parallel aan de middelste steken, elk 0.5 cm lang. Borduur nu pootjes onder de 4 middelste steken, brei 2 platsteken, elk 0.5 cm lang. BIJ – LIJF MET MOSTERDGEEL: Ga verder met 1 draad mosterdgeel. Borduur platsteken tussen het midden en de voorkant van de bij - 4 platsteken, dezelfde lengte als de antraciet-steken waar ze tegenaan komen. Doe dan hetzelfde tussen het midden en de achterkant van de bij. BIJ - VLEUGELS: Gebruik 1 draad wit; de vleugels bestaan uit 2 kettingsteken, beide beginnend vanuit hetzelfde gaatje. Brei dan als volgt: STEEK 1: Borduur 1 kettingsteek van 1-1.5 cm lengte, ietwat naar achteren wijzend - zie telpatroon B en telpatroon uitleg. STEEK 2: Borduur 1 kettingsteek van 1-1.5 cm lengte, ietwat naar voren wijzend. BLOEM-1 (7 blaadjes): Begin met een knoop in stiksteek met de kleur rose - zie telpatroon A en telpatroon uitleg – de knoop wordt geborduurd tot ongeveer 1 cm in diameter en 3 cm vanaf de bij, diagonaal naar beneden naar rechts. Dit is het midden van de bloem. Brei lossen om de knoop met wit - zie telpatroon B en telpatroon uitleg; brei 7 steken om de knoop, elk 1.5 cm lang. Knip en hecht de draad af. BLOEM-2 (5 blaadjes): Begin met een stiksteekknoop met de kleur rose - zie telpatroon A en telpatroon uitleg – de knoop wordt geborduurd tot ongeveer 1 cm in diameter en 5 cm vanaf het midden van bloem-1, diagonaal naar beneden naar links. Dit is het midden van de bloem. Brei kettingsteken om de knoop met wit - zie telpatroon B en telpatroon uitleg; brei 5 steken om de knoop, elk 1 cm lang. Knip en hecht de draad af. |
|||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #beeseasonjumper of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 29 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS Children 40-1
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.