Sweet Heather#sweetheathersweater |
|||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||||||||
Gebreide trui met raglan in DROPS Merino Extra Fine. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met kantpatroon. Maten S - XXXL.
DROPS 201-18 |
|||||||||||||||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.4. Kies het telpatronen voor uw maat (geldt voor A.1 en A.2). RAGLAN: Meerder 1 steek aan elke kant van A.2 (= 8 steken gemeerderd op de naald). Meerder 1 steek door 1 omslag te maken; brei op de volgende naald de omslagen recht zodat er gaatjes ontstaan. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. NAALD VAN GAATJES: De meerderingen voor de raglan op de voor- en achterpanden zijn eerder klaar dan de meerderingen op de mouwen. Om ervoor te zorgen dat de naald met gaatjes, die door de meerderingen aan de binnenkant van A.2 ontstaan, doorlopen, breit u een kantpatroon op het lijf (A.3/A.4) aan de binnenkant van A.2 als volgt: Brei A.3 als er 2 steken over zijn voor A.2 en de mouw op het achterpand en als er 2 steken over zijn voor de laatste herhaling van A.2 op het voorpand. Brei A.4 na de eerste herhaling van A.2 op het voorpand en na de mouw en A.2 op het achterpand. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (voor het lijf): Meerder 1 steek aan de binnenkant van A.2 op het achter- en voorpand (= 4 steken gemeerderd op de naald). Brei op de volgende naald de omslagen recht zodat er gaatjes ontstaan. Elk keer dat u meerdert, neemt het aantal tricotsteken tussen de 2 herhalingen van A.2 op de achter- en voorpanden toe. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 206 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 30) = 6.9. In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer elke 7e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MINDEREN-1 (voor de zijkanten van het lijf): Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. Herhaal aan andere kant (= 4 steken geminderd op de naald). TIP VOOR HET MINDEREN-2 (voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het werk wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden. De mouwen worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop. HALS: Zet 138-138-146-146-154-154 steken op met rondbreinaald 3 mm en Merino Extra Fine. Brei 1 naald recht en brei dan boordsteek als volgt: 1 recht, A.1 (kies het telpatroon voor uw maat) over de eerste 28-28-30-30-32-32 steken, 1 recht, (2 averecht /2 recht) over de volgende 8 steken, 2 averecht, 1 recht, A.1 over de volgende 28-28-30-30-32-32 steken, 1 recht, A.1 over de volgende 28-28-30-30-32-32 steken, 1 recht, (2 averecht /2 recht) over de volgende 8 steken, 2 averecht, 1 recht, A.1 over de volgende 28-28-30-30-32-32 steken. Ga zo verder in de rondte tot A.1 klaar is in de hoogte = 134-134-142-142-150-150 steken. PAS: Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei patroon als volgt: 1 recht (= midsteek op het achterpand), 1 omslag, A.2 (kies het telpatroon voor uw maat) over de volgende 27-27-29-29-31-31 steken (= helft van het achterpand), 1 omslag, 12 recht, 1 omslag (= mouw), A.2 over de volgende 27-27-29-29-31-31 steken, 1 omslag, 1 recht (= midsteek op het voorpand), 1 omslag, A.2 over de volgende 27-27-29-29-31-31 steken (= voorpand), 1 omslag, 12 recht , 1 omslag (= mouw), A.2 over de volgende 27-27-29-29-31-31 steken, 1 omslag, (= helft van het achterpand). U heeft nu 8 steken gemeerderd voor de raglan – lees beschrijving hierboven. Ga verder met dit patroon in de rondte en meerder voor de raglan iedere 2e naald in totaal 20-24-26-30-35-38 keer = 294-326-350-382-430-454 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga verder met de meerderingen voor de raglan op de mouwen 4-4-5-3-0-1 keer (= een totaal van 24-28-31-33-35-39 meerderingen op de mouwen). Brei op de voor- en achterpanden patronen A.3 en A.4 zodat u verder gaat met de NAALD VAN GAATJES – lees beschrijving hierboven, iedere 2e naald zoals hiervoor zonder te meerderen. De andere steken worden in patroon gebreid zoals hiervoor. Als alle meerderingen klaar zijn, zijn er 310-342-370-394-430-458 steken op de naald. Het werk meet ongeveer 21-23-25-27-29-31 cm vanaf de opzetrand en naar beneden midden achter. Brei de volgende naald als volgt: Brei de eerste 48-52-56-60-67-70 steken (= helft van het achterpand), plaats de volgende 60-68-74-78-82-90 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 8-8-10-10-12-14 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw), brei de volgende 95-103-111-119-133-139 steken (= voorpand), plaats de volgende 60-68-74-78-82-90 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 8-8-10-10-12-14 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 47-51-55-59-66-69 steken op de naald (= helft van het achterpand). HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! LIJF: = 206-222-242-258-290-306 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken onder elke mouw (= 4-4-5-5-6-7 nieuwe steken aan elke kant van de markeerdraad). Neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte. Ga verder met het patroon in de rondte zoals hiervoor; dus brei dan als volgt: Tricotsteek tot A.2, 1 omslag, brei A.2 over de volgende 27-27-29-29-31-31 steken, tricotsteek over de volgende 8-8-10-10-12-14 steken en minder tegelijkertijd 1 steek aan elke kant van de markeerdraad in de zijkant – lees TIP VOOR HET MINDEREN-1, brei A.2 over de volgende 27-27-29-29-31-31 steken, 1 omslag, tricotsteek tot de volgende herhaling van A.2, 1 omslag, brei A.2 over de volgende 27-27-29-29-31-31 steken, tricotsteek over de volgende 8-8-10-10-12-14 steken en minder tegelijkertijd 1 steek aan elke kant van de markeerdraad - denk om TIP VOOR HET MINDEREN-1, A.2 over de volgende 27-27-29-29-31-31 steken, 1 omslag en tricotsteek over de overgebleven steken op de naald. U heeft nu 1 steek aan de binnenkant van A.2 gemeerderd op de voor- en achterpanden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (= 4 steken gemeerderd) en 1 steek geminderd aan elke kant van beide markeerdraden in de kanten (= 4 steken geminderd); dus het aantal steken dat over is, is hetzelfde. Ga zo verder met meerderen en minderen iedere 2e naald in totaal 31-31-34-34-37-38 keer tot het hele patroon verdwenen is in de zijkanten. Omdat de steken in het patroon minderen breit u zoveel steken in het patroon als ruimte voor is; dus als er geen ruimte is om de mindering en de omslag in de kantpatroon te breien in A.2 brei dan tricotsteek over deze steken. Als het hele patroon verdwenen is, meet het werk ongeveer 22-22-24-24-26-27 cm vanaf de scheiding. Brei nu in tricotsteek in de rondte tot het werk 28 cm meet vanaf de scheiding (= ongeveer 6-6-4-4-2-1 cm tricotsteek na het patroon in de zijkanten). Meerder nu 30-34-38-38-42-46 steken verdeeld = 236-256-280-296-332-352 steken. Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei 4 cm boordsteek (= 2 recht/ 2 averecht). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak wordt; u kunt, indien nodig, een naald in een maat groter gebruiken bij het afkanten. De trui meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUW: Plaats de 60-68-74-78-82-90 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-8-10-10-12-14 nieuw opgezette steken onder de mouw = 68-76-84-88-94-104 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-12-14 nieuwe steken (= 4-4-5-5-6-7 nieuwe steken aan elke kant van de markeerdraad). Brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 4-4-4-3-3-2 cm meet, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo iedere 0-4-2-1½-1-1 cm in totaal 1-4-7-7-9-12 keer (slechts 1 mindering in maat S) = 66-68-70-74-76-80 steken. Als de mouw 29-28-26-25-23-22 cm meet, meerder dan 6-8-6-6-8-8 steken verdeeld = 72-76-76-80-84-88 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm en brei 3 cm boordsteek (= 2 recht/ 2 averecht). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak wordt; u kunt, indien nodig, een naald in een maat groter gebruiken bij het afkanten. De mouw meet ongeveer 32-31-29-28-26-25 cm. Brei de andere mouw op dezelfde manier. |
|||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #sweetheathersweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 24 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 201-18
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.