Tornade#tornadesweater |
||||||||||
|
||||||||||
Gebreide trui met ribbelsteek en ronde pas, van boven naar beneden gebreid. Maten S - XXXL. Het werk wordt gebreid in DROPS Brushed Alpaca Silk.
DROPS 188-1 |
||||||||||
INFORMATIE VOOR HET PATROON: RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht. PATROON: Zie telpatroon A.1. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (voor de ronde pas): Meerder steken afwisselend voor en na de de laatst gebreide steek in A.1 - zie pijl in het telpatroon, d.w.z. de eerste meerdering is na de laatst gebreide steeek en de tweede wordt gemeerderd voor de laastst gebreide steek. Meerder als volgt: Maak 1 omslag tussen 2 steken, de omslag wordt gedraaid gebreid op de volgende naald. Dan wordt de gemeerderde steek in ribbelsteek gebreid. Met andere woorden voor elke gemeerderde steek, is er nog 1 steek meer in ribbelsteek in de A.1 waarin u meerdert. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de meerderingen in de zijkanten van het lijf en de mouwen): Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 steken recht (de markeerdraad zit in het midden van deze steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Meerder zo op elke markeerdraad. De omslagen worden gedraaid gebreid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen): Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek, 2 steken recht (de markeerdraad zit in het midden van deze steken), brei de volgende 2 steken recht samen (= 2 steken geminderd). ---------------------------------------------------------- TRUI: Het werk wordt in de rondte gebreid, van boven naar beneden. De pas wordt in de rondte gebreid, dan wordt het werk verdeeld en worden de mouwen en het lijf apart verder gebreid in de rondte. PAS: Zet 84-88-94-98-102-104 steken op met rondbreinaald 4 mm. Brei 2 RIBBELS – zie uitleg hierboven. De naald begint midden achter. Brei de volgende naald als volgt: 16-17-18-19-20-21 steken recht en meerder 3-4-3-4-3-5 steken verdeeld over deze steken (= helft van het achterpand), * 1 recht, 1 omslag *, brei van *-* over de volgende 10 steken (= mouw = 10 steken gemeerderd), 32-34-37-39-41-42 steken recht en meerder 6-9-6-8-6-10 steken verdeeld over deze steken (= voorpand), * 1 recht, 1 omslag *, brei van *-* over de volgende 10 steken (= mouw = 10 steken gemeerderd), 16-17-19-20-21-21 steken recht en meerder 4-5-3-5-4-5 steken verdeeld over deze steken (= helft van het achterpand) = 117-126-126-135-135-144 steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei dan A.1 (= 3 steken) over alle steken (= 39-42-42-45-45-48 keer in de breedte), brei de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Meerder tegelijkertijd als volgt: RONDE PAS: Meerder afwisselend in iedere 3e herhaling van A.1 in de breedte in iedere 4e naald, dus als volgt: 1e MEERDERING: * Meerder 1 steek – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1, in de eerste A.1, brei dan 2 herhalingen van A.1 in de breedte zoals hiervoor *, brei van *-* tot het einde van de naald = 13-14-14-15-15-16 steken gemeerderd. Brei 3 naalden van het patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! 2e MEERDERING: * Brei 1 herhaling van A.1 zoals hiervoor, meerder 1 steek in de volgende A.1, brei de volgende herhaling van A.1 zoals hiervoor *, brei van *-* tot het einde van de naald = 13-14-14-15-15-16 steken gemeerderd. Brei 3 naalden van het patroon. 3e MEERDERING: * Brei 2 herhalingen van A.1 zoals hiervoor, meerder 1 steek in de volgende A.1 *, brei van *-* tot het einde van de naald = 13-14-14-15-15-16 steken gemeerderd. Brei 3 naalden van het patroon. Herhaal de1e tot 3e meerdering in totaal 3-3-3-3-4-4 keer (= in totaal 9-9-9-9-12-12 meerdernaalden), herhaal dan de 1e meerdering, 0-1-1-1-1-1 keer (= in totaal 9-10-10-10-13-13 meerdernaalden), herhaal dan de 2e meerdering, 0-0-1-1-0-1 keer (= in totaal 9-10-11-11-13-14 meerdernaalden) = 234-266-280-300-330-368 steken. Ga verder in patroon tot het werk 21-23-24-26-28-30 cm meet, vanaf de opzetrand. Brei de volgende naald als volgt: 31-36-38-42-47-55 steken recht (= helft van het achterpand), plaats de volgende 54-60-64-66-70-74 steken op 1 hulpdraad (= mouw), zet 8-8-10-10-12-12 nieuwe steken op de naald, voeg 1 markeerdraad in, in het midden van deze steken (= in zijkant onder de mouw), brei de volgende 63-73-76-84-95-110 steken recht (= voorpand), plaats de volgende 54-60-64-66-70-74 steken op 1 hulpdraad (= mouw), zet 8-8-10-10-12-12 nieuwe steken op de naald, voeg 1 markeerdraad in, in het midden van deze steken (= in zijkant onder de mouw), 32-37-38-42-48-55 steken recht (= helft van het achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! LIJF: = 142-162-172-188-214-244 steken. Brei verder in tricotsteek. Als het werk 3 cm meet vanaf waar de mouwen op hulpdraden zijn geplaatst, meerdert u 1 steek aan elke kant van de markeerdraden (= 4 steken gemeerderd) – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2! Meerder zo iedere 2½-3-3-2½-3-5 cm in totaal 10-9-9-10-9-6 keer = 182-198-208-228-250-268 steken. Als het werk 31-31-32-32-32-32 cm meet vanaf waar de mouwen op hulpdraden zijn gezet, breit u 1 naald zoals hiervoor terwijl u 2-2-0-0-2-0 steken verdeeld op de naald meerdert = 184-200-208-228-252-268 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei dan 5 cm boordsteek (2 averecht / 2 recht). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak wordt; u kunt afkanten met een naald 1 maat groter indien nodig. Het werk meet ongeveer 36-36-37-37-37-37 cm vanaf waar de mouwen en lijf zijn gescheiden en in totaal 60-62-64-66-68-70 cm vanaf de schouder. MOUW: Het werk wordt in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald. Plaats de 54-60-64-66-70-74 steken van de hulpdraad op de ene kant van het werk op naalden zonder knop 5 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-8-10-10-12-12 opgezette steken onder de mouw, voeg 1 markeerdraad in, in het midden van deze steken = 62-68-74-76-82-86 steken. Brei tricotsteek. Als het werk 3 cm meet vanaf waar de mouw van het lijf is gescheiden, mindert u 1 steek op elke kant van de markeerdraad (= 2 steken geminderd) – lees TIP VOOR HET MINDEREN! Ga verder met de korte rondbreinaald indien nodig. Minder zo iedere 3 cm in totaal 4-4-5-5-6-6 keer = 54-60-64-66-70-74 steken. Meerder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad (= 2 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 3-3-3-3-2-2 cm in totaal 7-6-6-7-7-7 keer = 68-72-76-80-84-88 steken. Als het werk 37-37-36-36-34-33 cm meet vanaf waar de mouw is gescheiden van het lijf, ga dan verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en brei 1 naald terwijl alle steken 2 aan 2 worden samengebreid = 34-36-38-40-42-44 steken. Brei dan boordsteek (= 2 averecht / 2 recht) terwijl u TEGELIJKERTIJD 2-0-2-0-2-0 steken verdeeld meerdert op de eerste naald = 36-36-40-40-44-44 steken. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht bij een hoogte van 42-42-41-41-39-38 cm vanaf waar de mouw van het lijf is gescheiden in totaal 63-65-65-67-67-68 cm vanaf de halsrand. Brei de andere mouw op dezelfde manier. |
||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||
|
||||||||||
![]() |
||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #tornadesweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 26 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 188-1
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.