DROPS Children 49 · Veel nieuwe ontwerpen voor kinderen!
Product image DROPS Baby Merino yarn
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425
DROPS Baby 21-1

#buttercupset

DROPS design: Model nr. BM-038-by
Garengroep A
----------------------------------------------------------
VEST:
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Maat in cm: 56/62 - 68/74 - 80/86 (92 - 98/104)
Materiaal: DROPS BABY MERINO van Garnstudio
150-150-200 (250-250) gr. kleur nr. 03, lichtgeel
50 gr voor alle maten in kleur nr. 04, geel

DROPS RONDBREINLD 3 mm (60 cm) - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RECHTE BREINLD 2.5 mm - voor de rand in ribbelst
DROPS HAAKNLD 3 mm - voor de gehaakte rand
DROPS LICHT HOUTEN KNOPEN, NR. 503: 4 stuks

SLOFJES:
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2) jaar
Materiaal: DROPS BABY MERINO van Garnstudio
50 gr voor alle maten in kleur nr. 04, geel
50 gr voor alle maten in kleur nr. 03, lichtgeel

DROPS RECHTE BREINLD 2.5 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 26 st x 52 nld in ribbelst en 26 keer 34 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS HAAKNLD 2 mm - voor de gehaakte rand
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 19.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

VERKORTE TOEREN:
* Brei 2 nld in ribbelst over de 24-24-26 (28-28) voorbies st, brei 2 nld in ribbelst alleen over de buitenste 12-12-13 (14-14) st. LET OP: haal als u keert midden in het werk de eerste st af. Trek de draad goed aan en ga verder als hiervoor. Zo voorkomt u gaatjes in de overgangen *.

KNOOPSGATEN:
Het vest heeft een dubbele knopenrij. Maak 4 knoopsgaten op de rechter voorbies.
1e KNOOPSGAT = brei de 4e en 5e st vanaf de kant af en maak 1 omsl. Maak in dezelfde nld nog een knoopsgat als volgt: brei ook de 4 en 5 NA LAATSTE st op de voorbies samen en maak 1 omsl.
Maak 2 knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT 1/3 MAANDEN: 14 en 19 cm
MAAT 6/9 MAANDEN: 16 en 21 cm
MAAT 12/18 MAANDEN: 18 en 24 cm
MAAT 2 JAAR: 20 en 27 cm
MAAT 3/4 JAAR: 22 en 30 cm

----------------------------------------------------------
VEST:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Begin met het linker voorpand, zet st op voor de mouw en brei tot de schouder. Brei het andere voorpand, plaats beide voorpand delen samen op de rondbreinaald en brei het achterpand naar beneden.

LINKER VOORPAND:
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Zet 43-47-51 (56-59) st op (incl 1 kant st aan de kant en 24-24-26 (28-28) voorbies st middenvoor) met nld 2.5 mm en Baby Merino. Brei 6 nld in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met rondbreinld 3 mm en brei in tricotst maar ga verder en brei de 24-24-26 (28-28) voorbies st middenvoor in Ribbelst. Brei bij een hoogte van 4 cm VERKORTE TOEREN - zie uitleg boven (1e nld = aan de verkeerde kant). Herhaal van *-* 1 keer iedere 4 cm tot het werk 19-21-24 (27-30) cm meet, herhaal dan van *-* 1 keer iedere 2 cm tot het werk klaar is.
Zet TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 16-17-20 (23-25) cm nieuwe st op aan het einde van iedere nld aan de verkeerde kant (aan de kant van de mouw): 2-2-3 (3-3) keer 6 st, 1-1-1 (2-3) keer 8 st en 1 keer 21-22-22 (25-26) st = 84-89-99 (115-127) st voor de schouder/mouw. Brei de gemeerderde st in tricotst.

Ga als alle st opgezet zijn verder in tricotst en ribbelst als hiervoor en brei TEGELIJKERTIJD ook de buitenste 10 st op de mouw in ribbelst. Plaats bij een hoogte van 27-29-33 (37-40) cm een markeerder = midden bovenkant van de schouder. Zet nu de 24-24-26 (28-28) voorbies st middenvoor op een hulpdraad. Zet dan 2 nieuwe st op aan het einde van de nld aan de goede kant (langs de hals), Herhaal dit meerderen in de volgende nld langs de hals aan de goede kant = 64-69-77 (91-103) st op de nld. Brei 1 nld aan de verkeerde kant. Zet alle st op een hulpdraad.

RECHTER VOORPAND:
Zet op en brei als het linker voorpand maar in spiegelbeeld. Maak ook knoopsgaten op de voorbies - zie uitleg boven. LET OP! Zet de st op een hulpdraad na de laatste nld met meerderingen voor de hals (dus laatste nld = aan de verkeerde kant).

ACHTERPAND:
Brei het linker voorpand op de rondbreinld, zet 16-16-18 (20-20) nieuwe st op (= hals op het achterpand) en brei het rechter voorpand op de rondbreinld = 144-154-172 (202-226) st.
MEET NU HET WERK VANAF DE MARKEERDERS OP DE SCHOUDERS.
Ga verder in tricotst met Ribbelst aan het einde van elke mouw en brei heen en weer op de nld.
Begin bij een hoogte van 8½-9½-10 (10-11) cm met het afkanten van de mouw st. Kant af aan het begin van iedere nld aan iedere kant als volgt: 1 keer 21-22-22 (25-26) st, 1-1-1 (2-3) keer 8 st en 2-2-3 (3-3) keer 6 st = 62-70-76 (84-90) st op de nld. Ga verder in tricotst met 1 kant st aan iedere kant. Vouw bij een hoogte van ongeveer 26-28-32 (36-39) cm het werk dubbel bij de markeerders op de schouders en zorg dat het achterpand even lang is als het voorpand tot de nld in ribbelst, ga nu verder met nld 2.5 mm en brei 6 nld in ribbelst, kant dan alle st af.

AFWERKING:
Naai de mouw- en zijnaden samen naast de kant st. Naai de knopen aan.

CAPUCHON:
Neem ongeveer 102-106-112 (118-122) st op (incl de st van de hulpdraden op de voorpanden – LET OP: als u meer of minder st heeft opgenomen, minder/meerder dan gelijkmatig in de 1e nld naar het juiste aantal st. Ga verder in ribbelst over alle st en brei TEGELIJKERTIJD verkorte toeren aan iedere kant om de 2 cm – ZIE UITLEG BOVEN. Kant af als de capuchon ongeveer 21-23-25 (27-28) cm meet. Naai de bovenkant van de capuchon netjes samen - naai in de buitenste lusjes van de buitenste st om een dikke naad te voorkomen.

GEHAAKTE RAND:
Haak een rand langs het hele vest.
Begin aan de onderkant op het rechter voorpand en haak met 2 draden geel Baby Merino en haaknld 3 mm als volgt: Haak 1 v, * 3 l, 1 st in de eerste l, sla ongeveer ½ cm over, 1 v in de volgende st *, herhaal van *-*. Haak op dezelfde manier langs de onderrand van de mouwen.

SLOFJE:
Het slofje wordt heen en weer gebreid van middenachter naar middenachter.
Zet 48-52-56 (56) st op met nld 2.5 mm en 2 draden geel Baby Merino. Knip 1 draad af en brei verder met 1 draad, brei 5-6-6 (7) cm boordsteek (= 2 st r/2 st av) – pas zo aan dat de volgende nld aan de verkeerde kant wordt gebreid. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant en minder TEGELIJKERTIJD 14-14-18 (14) st gelijkmatig = 34-38-38 (42) st. Brei in de volgende nld een gaatjesrand als volgt aan de goede kant: 1 st r, *2 st recht samen, 1 omsl *, herhaal van *-* en eindig met 1 st r. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant. Zet nu de buitenste 12-13-13 (15) st aan iedere kant op een hulpdraad. Brei 4 - 4½ - 5½ (6½) cm in tricotst over de middelste 10-12-12 (12) st. Zet de st van de hulpdraden terug op de nld en neem 10-11-13 (16) st op aan iedere kant van het midden van het werk = 54-60-64 (74) st op de nld. Brei 3-4-5 (5) cm Ribbelst over alle st en minder TEGELIJKERTIJD na 1½ - 2 - 2½ (3) cm om de nld als volgt tot het werk klaar is: minder 1 st aan het begin en het einde van de nld en brei 2 st recht samen aan iedere kant van de 2 middelste st. Kant af en naai samen midden onder de voet en naai verder omhoog middenachter in de buitenste lusjes van de buitenste st om een dikke naad te voorkomen.
Brei nog een slofje op dezelfde manier.

STRIKBANDEN:
Knip 3 draden lichtgeel af van ongeveer 1 meter lang, draai ze samen tot ze beginnen te krullen, vouw ze dubbel en laat ze om elkaar heen krullen, leg dan een knoopje in ieder uiteinde. Rijg een strikbandje door de gaatjesrij op elk slofje.

GEHAAKTE RAND:
Haak een rand langs de bovenkant van het slofje met haaknld 2 mm en lichtgeel als volgt: 1 v in de eerste st, * 3 l, 1 stk in de 1e l, sla ongeveer ½ cm over, 1 v de volgende st *, herhaal van *-* en eindig met 1 hv in de v van het begin van de toer.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 12.03.2012
VEST:...GEHAAKTE RAND: Haak een rand langs het hele vest.
Begin aan de onderkant op het rechter voorpand en haak met 2 draden geel Baby Merino en haaknld 3 mm als volgt: Haak 1 v, * 1 l, sla ongeveer ½ cm over, 1 v in de volgende st *, herhaal van *-*. Haak op dezelfde manier langs de onderrand van de mouwen. SLOFJE:... GEHAAKTE RAND:
Haak een rand langs de bovenkant van het slofje met haaknld 2.5 mm en lichtgeel als volgt: 1 v in de eerste st, * 3 l, 1 stk in de 1e l, sla ongeveer ½ cm over, 1 v de volgende st op het slofje *, herhaal van *-* en eindig met 1 hv in de v van het begin van de toer.
Gewijzigd online: 03.07.2014
Nieuw hoeveelheid garen op maat 6/9 mnd, 2 en 3/4 jaar. Materiaal: DROPS BABY MERINO van Garnstudio
150-150-200 (250-250) gr. kleur nr. 03, lichtgeel

Telpatroon

Diagram measurements for DROPS Baby 21-1
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 21-1

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (282)

country flag Em schreef:

I really appreciate all the lovely free patterns, but I’m really struggling to understand this one. The pattern says “ Cast on 43-47-51 (56-59) sts (incl 1 edge st in the side and 24-24-26 (28-28) band sts ”. As I am knitting the second size, would I cast on 47 sts total or do I cast on 47+1+24 for a total of 72 sts? I began by simply casting on 47 sts but after knitting for a bit, the resulting piece of knitting looks much too small (although my gauge matches the pattern). Thank you!

25.02.2025 - 13:58

DROPS Design antwoorde:

Dear Em, you should cast on 47 stitches only, the 24 sts for the front band stiches are already included in the number of stitches, so that you will work the bottom ridges: 23 sts stocking stitch and 24 stitches garter stitch, seen from RS. Make sure to keep same tension as swatch. Happy knitting!

26.02.2025 - 10:37

country flag Mindy schreef:

Also, is the edge stitch a garter stitch? I don't see it explained anywhere in the pattern. Thanks!

17.12.2024 - 18:05

DROPS Design antwoorde:

Dear Mindy, you can work the edge stitch on the side(s) in garter stitch if you want; but there is no extra edge stitch, the edge stitches are included in the number of stitches to cast on. Happy knitting!

20.12.2024 - 08:16

country flag Mindy schreef:

Hello! I love your patterns and am excited to start this one! Question: You don't state whether the odd or even rows are right side or wrong side, at the start. So how do I know, after knitting the 6 garter stitch rows, whether the next row is a RS or WS to start the stockinette section? Thanks for your help!

17.12.2024 - 17:47

DROPS Design antwoorde:

Hi Mindy, The first row after the ridges in garter stitch is from the right side. So all the odd rows onwards are from the right side. Happy Christmas!

18.12.2024 - 07:05

country flag Ann schreef:

In the Drops Buttercup baby jacket, what does 'after every other cm mean? Is that every alternate cm or is it after every following cm ? This instruction is in the jacket front and in the hat where it will make a definite difference whether it's after every cm or after two cms. Thank you in advance. Your answer to my question on 28.10 was very clear and helpful. Thank for your answer.

28.11.2024 - 18:26

DROPS Design antwoorde:

Dear Ann, it means you will alternate. So you work the short rows, then work 1cm normally, work short rows again, now work 2cm normally, work short rows, then work 1cm normally, e.t.c. Happy knitting!

07.12.2024 - 19:09

country flag Ann Stevens schreef:

Drops buttercup baby jacket; a further question. When piece measures 19---30 cm, then repeat short rows every other cm. until finished measurements. Does every other cm mean alternate centimetres, so after two cm do two short rows? Or do you mean after each cm do the short rows? Thank you. Ann Stevens

15.11.2024 - 07:15

country flag Ann Stevens schreef:

Drops Buttercup baby jacket. Still confused. Left front; ready to start short rows. Wrong side facing, knit band garter stitches, then turn and knit back to front edge. Second row is knit all the way across to side edge. Is that the two rows in garter stitch? Then continue in pattern for another 4cm and repeat short rows etc. etc. please help.

28.10.2024 - 19:36

DROPS Design antwoorde:

Dear Mrs Stevens, starting from WS knit the first 24-28 (see size) stitches (front band); turn (leaving the remaining stitches unworked) and work these stitches from RS ; turn and work now the first 12-14 sts only, turn (leaving the remaining sts unworked), and work these stitches from RS, turn and work now all stitches as before. You have worked 4 rows for short rows; repeat on every 4th cm (and then on every 2nd cm). Happy knitting!

29.10.2024 - 08:59

country flag Carol schreef:

Buttercup sweater. Short rows. Very confusing for me. Do you garter st the band, then turn, then knit row back? Then is work 2 garter rows only over outermost 12 sets part of the short row? I know how to do short rows but can’t figure this out the way it’s written. HELP!

05.06.2024 - 01:49

DROPS Design antwoorde:

Dear Carol, yes, when you knit the short rows, you knit the band stitches, turn, knit back, turn at the edge, and then knit the whole row. HERE is a video that might help you. Happy Knitting!

05.06.2024 - 02:03

country flag Reta Warren schreef:

Can you knittering in wool

12.04.2024 - 05:51

country flag Mariagrazia schreef:

Ho realizzato il cardigan e le scarpine per una bimba di pochi mesi, seguendo le istruzioni, e il risultato è veramente bello. Per quanto abbia tenuto ben stretto il filo, purtroppo i buchi ai giri di ritorno con i ferri accorciati sono molto visibili, e un po' rovinano l'estetica del cardigan. Apprezzo comunque la morbidezza che il capo ha acquistato proprio con la tecnica dei ferri accorciati,darebbe bello trovare una soluzione all'inconveniente. Grazie

15.10.2023 - 20:37

country flag Tineke Kalis schreef:

VERKORTE TOEREN:\r\n* Brei 2 nld in ribbelst over de 24-24-26 (28-28) voorbies st, brei 2 nld in ribbelst alleen over de buitenste 12-12-13 (14-14\"\r\n\r\nOver welke buitenste hebben ze het?????!

09.10.2023 - 20:29

DROPS Design antwoorde:

Dag Tineke,

Je breit dan alleen de eerste 12-12-13 (14-14) steken van de voorbies, dus aan de kant midden voor.

11.10.2023 - 18:55