Céline schreef:
Bonjour est ce qu il faut couper le fil de la premiere oreillette pour la mettre de coté ou bien il faut mettre l oreillette sur un porte maille, j ai un peu de difficulté a comprendre car je suis débutant merci . J aimerais avoir des explications un peu plus claire pour faire les oreillettes et le début du bonnet merci beaucoup je tiens a le réussir
22.10.2012 - 15:23DROPS Design antwoorde:
Bonjour Céline. Vous devez effectivement couper le fil du 1er cache-oreille avant de tricoter le 2ème, puis vous coupez de nouveau le fil et reprenez les mailles comme indiqué. Si vous avez besoin d'aide, je vous invite à prendre contact avec votre magasin Drops ou à vous adresser sur le forum Drops. Bon tricot !
22.10.2012 - 21:05
Drops Design schreef:
Bonjour, Il faut augmenter à 24 m du bord et tricoter les augmentations en côtes 4 m end/4 m env à la suite des 24 m.
27.01.2010 - 11:34
Bossard schreef:
Bonjour .j ai un petit souci pour continuer les devant de la veste.il dise d augmenter a 24mls du bord ,j aimerai savoir s il faut les augmenter apres les cotes, et les augmenter en jersey ou en cotes.merci beaucoup.
27.01.2010 - 10:52
DROPS 79-26 |
|
|
|
DROPS Vest van “Alaska” en “Vienna”. DROPS Muts van “Alaska” en DROPS sjaal van “Snow”.
DROPS 79-26 |
|
VEST: Steekverhouding: 16 st x 20 nld met breinld 5.5 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje! Boordst: * 4 r, 4 av *, herhaal van * - *. Tips voor het meerderen (voor de kraag): meerder 1 st naast de 24 st boordst door 2 st uit 1 st te breien – brei de gemeerderde st gaandeweg mee in boordst (= 4 r, 4 av). Achterpand: Zet 78-86-94-102-110 st op met breinld 5mm en Alaska. Brei de boordst als volgt: Nld 1 (goede kant): Maat S, L en XXL: 1 r (kantst in ribbelst), * 4 r, 4 av *, herhaal van * - *, eindig met 4 r en 1 r (kantst in ribbelst). Maat M en XL: 1 r (kantst in ribbelst), * 4 r, 4 av *, herhaal van * - *, eindig met 4 av en 1 r (kantst in ribbelst). Nld 2 (goede kant): Maat S, L en XXL: 1 r (kantst in ribbelst), * 4 av, 4 r *, herhaal van * - *, eindig met 4 av en 1 r (kantst in ribbelst). Maat M en XL: 1 r (kantst in ribbelst), * 4 r, 4 av *, herhaal van * - *, eindig met 4 av en 1 r (kantst in ribbelst). Wissel bij een hoogte van 6 cm naar breinld 5.5 mm en tricotst. Minder vanaf een hoogte van 11-12-13-14-15 cm 5 x 1 st aan weerskanten op elke 5 cm = 68-76-84-92-100 st. Meerder vanaf een hoogte van 37-38-39-40-41 cm 3 x 1 st aan weerskanten op elke 5 cm = 74-82-90-98-106 st. Kant bij een hoogte van 54-55-56-57-58 cm af voor de armsgaten aan weerskanten in elke 2e nld: 1 x 4 st, 0-0-1-1-2 x 3 st, 1-2-2-3-3 x 2 st en 2-3-4-5-4 x 1 st = 58-60-60-62-66 st. Kant bij een hoogte van 72-74-76-78-80 cm de middelste 14-16-16-16-18 st af voor de hals. Kant in de volgende nld nog 1 st af aan beide halskanten = 21-21-21-22-23 st resteren voor elke schouder. Kant af bij een hoogte van 74-76-78-80-82 cm. Linker voorpand: Zet 57-61-65-69-73 st op met breinld 5mm en Alaska. Brei boordst als volgt (het begin van de nld is de zijkant): Nld 1 (goede kant): Maat S, L en XXL: 1 r (kantst in ribbelst), * 4 av, 4 r *, herhaal van * - *, eindig met 4 av en 4 st ribbelst. Maat M en XL: 1 r (kantst in ribbelst), * 4 r, 4 av *, herhaal van * - *, eindig met 4 st ribbelst. Nld 2 (goede kant): Maat S, L en XXL: 4 st ribbelst, 4 r, * 4 av, 4 r *, eindig met 1 r (kantst in ribbelst) Maat M en XL: 4 st ribbelst, * 4 r, 4 av*, eindig met 1 r (kantst in ribbelst) Brei 6 cm boordst, en wissel dan naar breinld 5.5. mm en tricotst maar blijf de 24 st op de middenvoor in boordst en ribbelst breien. Minder in de 1e nld gelijkmatig verdeeld 2-3-3-3-4 st boven de st in tricotst = 55-58-62-66-69 st. Minder vanaf een hoogte van 11-12-13-14-15 cm aan de zijkant zoals beschreven voor het rugpand en meerder vanaf een hoogt van 37-38-39-40-41 cm aan de zijkant zoals beschreven voor het rugpand = 53-56-60-64-67 st. Lees het onderstaande eerst goed door voordat u verder gaat: Kraag: Meerder vanaf een hoogte van 50-52-54-55-56 cm 16 x 1 st naast de 24 st van de middenvoor voor de kraag – zie de tip voor het meerderen- afwisselend in elke 2e en 4e nld. Armsgat: Kant bij een hoogte van 54-55-56-57-58 cm af voor het armsgat zoals beschreven voor het rugpand. Hals: Kant bij een hoogte van 74-76-78-80-82 cm de buitenste 21-21-21-22-23 st af voor de schouder en zet de resterende 40 st voor de kraag op een hulpdraad. Rechter voorpand: Zet op en brei zoals het linker voorpand, maar in spiegelbeeld. Mouwen: Zet 42-42-50-50-50 st op met breinld 5mm en Vienna. Brei 2 nld ribbelst, wissel naar Alaska. Brei boordst als volgt: Nld 1 (goede kant): 1 r (kantst in ribbelst), 2 av, * 4 r, 4 av *, herhaal van * - *, eindig met 4 r, 2 av, 1 r (kantst in ribbelst). Nld 2 (goede kant): 1 r (kantst in ribbelst), 2 r, * 4 av, 4 r *, herhaal van * - *, eindig met 4 av, 2 r, 1 r (kantst in ribbelst). Brei bij een hoogte van 10 cm 2 nld ribbelst met Vienna. Wissel hierna naar breinld 5.5 mm en Alaska en ga verder met de boordst als volgt – op de goede kant: 1 r (kantst), 2 r, * 4 av, 4 r *, herhaal van * - *, eindig met 4 av, 2 r, 1 r (kantst). Meerder vanaf een hoogte van 12 cm 8-10-8-10-12 x 1 st aan weerskant op elke 5-3½-4½-3-2½ cm – brei de gemeerderde st in tricotst = 58-62-66-70-74 st. Kant bij een hoogte van 49-48-46-44-43 cm af voor de mouwkop aan weerskanten in elke 2e nld: 1 x 4 st, 3-2-2-2-2 x 2 st en 1-5-6-8-9 x 1 st, en kant hierna aan weerskanten steeds 2 st af tot een hoogte van 57 cm, kant vervolgens nog 1 x 3 st af aan weerskanten. Kant de resterende st af, het werk heeft een hoogte van ca. 58 cm. Afwerking: Sluit de schoudernaden. Kraag: Neem st op van de goede kant als volgt: zet de st van de linkerkraag op breinld 5.5mm, neem 20-22-22-22-24 st op langs de achterhals en zet de st van de rechterkraag op de breinld = 100-102-102-102-104 st. Brei 2 nld ribbelst over alle st, en meerder in de 1e nld gelijkmatig verdeeld 16-14-14-14-12 st boven de 20-22-22-22-24 st die opgenomen werden langs de achterhals = 116 st. Brei vervolgens 4 cm boordst over alle st (maar brei 4 st aan weerskanten van de voorkanten in ribbelst), brei 1 nld r op de goede kant, brei nog 1 nld r en kant af. Zet de mouwen in het vest. Sluit de zij- en mouwnaden met de kantst als naadtoeslag. Franje: Bevestig franjekwasten langs de kraag en langs de voorbiezen tot 20 cm vanaf de onderkant van het vest aan beide voorkanten, met een tussenruimte van 5 cm. 1 franjekwast = knip 2 draden Vienna en 4 draden Alaska met een lengte van 35 cm, voeg ze samen, vouw ze dubbel en haal de lus door de buitenst st en trek de uiteinden erdoor. Ceintuur: Zet 16 st op met breinld 5.5 mm en Alaska. Brei alle nld als volgt (zowel op de goede kant als op de verkeerde kant): 1 st afh, 1 r, * 2 av, 2 r *, herhaal van * - *, eindig met 2 av. Kant af in patroon bij een lengte van ca. 120-130 cm. MUTS: Steekverhouding: 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm Oorklep: Zet 5-5 st op en brei ribbelst. Meerder na 1 nld 4-4 x 1 st aan weerskanten in elke 2e nld en dan 4-5 x 1 st in elke 4e nld = 21-23 st – maak de meerderingen door 1 omsl te maken naast de 2 buitenste st aan weerskanten, en brei deze omsl in de volgende nld verdraait. De oorklep meet ca. 8-9 cm. Leg het werk terzijde en brei nog een oorklep. Muts: Zet oorklep op de nld, zet 18-19 nieuwe st op (= achterkant) en zet de andere oorklep op dezelfde nld = 60-65 st. Brei 4 nld ribbelst heen en weer over alle st, en meerder 2 x 1 st aan weerskanten in elke 2e nld. Zet in de volgende nld 26-27 st op tussen de oorkleppen voor de voorkant en ga verder in het rond breien = 90-96 st. Zet de muts op de sokkenbreinld en brei rond vanaf het middenachter – meet het werk verder vanaf hier. Brei 6 nld ribbelst over alle st, en wissel dan naar tricotst. Brei bij een hoogte van 9 cm 1 nld av, 3 nld r en 1 nld av en brei verder in tricotst tot de vereiste afmetingen. Zet na de laatste av nld (het werk heeft een hoogte van ca. 11 cm) 6 merkdraden in het werk met een tussenruimte van 15-16 st tussen elke merkdraad. Minder vervolgens op de goede kant 11-12 x 1 st bij elke merkdraad door 2 st r samen te br in elke 2e nld en dan in elke 4e nld: 3-3 x 1 st = 6 st resteren. Brei nog 2 nld, knip het garen af en rijg de draad door de overgebleven st, trek stevig aan en hecht af. De muts heeft aan de voorkant een hoogte van ca. 27-28 cm. Vlechten: Bevestig 1 vlecht aan de onderkant van elke oorklep en 1 aan de bovenkant van de muts. 1 vlecht = knip 12 draden met een lengte van 70 cm. Vouw de draden dubbel en haal de lus door de 2 nld aan de onderkant van de oorklep, haal de uiteinden door de lus. Verdeel de draden in 3 strengen van 8 draden en maak losjes een vlecht en leg een knoop in het uiteinde. Herhaal dit bij de andere oorklep en aan de bovenkant van de muts – trek aan de bovenkant de lus door de bovenste nld. SJAAL: Steekverhouding: 9 st x 18 nld ribbelst = 10 x 10 cm. Sjaal: Zet losjes 14 st op. Brei ribbelst tot een lengte van 110 cm, kant af. |
|
![]() |
|
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 23 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 79-26
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.