Heather schreef:
Adorable,I love this too.
05.11.2008 - 19:20
Kerstin Andersson schreef:
Flickig och fin
24.10.2008 - 14:53
Wiktoria Merete schreef:
Dette settet har det sarte babypreget som jeg foretrekker. Nydelig med de små blomstene og tilhørende lue. Lillejenta får frem nostalgien hos bestemor. Lunt og godt, vakkert og praktisk.
24.10.2008 - 10:24
Jelena schreef:
Denne er meget søt og tidløs!!
22.10.2008 - 22:35
Ingrid schreef:
Eine wunderschöne klassische Ausfahrgarnitur! Da macht das Stricken Spaß!!
22.10.2008 - 14:41
Helene Lundqvist schreef:
Gud så söt! man vill ju bara sätt i gång att sticka på studs!
20.10.2008 - 20:55
Marianne schreef:
Super sød
20.10.2008 - 17:03
Emma schreef:
Fint med blommor och jag älskar när bebisarna är söta och det är den här.
20.10.2008 - 17:00
Krikri schreef:
Super mignon mais que dire de toute la collection tout est beau on a envie de tout faire
19.10.2008 - 20:39
Marianne schreef:
Söt modell, fint med blommorna, ser välarbetad ut
17.10.2008 - 18:07
Easter Finest#easterfinestset |
||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||
De set bevat: Gebreid vest met raglanmouwen, mutsje en sokken met bloemenrand voor baby en kinderen in DROPS Alpaca.
DROPS Baby 17-14 |
||||||||||||||||
PATROON: Zie telpatroon M.1, M.2 en M.3 – De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Patroon M.2 wordt in tricotst gebreid. RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld): Brei alle nld r. TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor het vest): minder 1 st afwisselend aan de linkerkant en de rechterkant van alle markeerders door 2 st r samen te breien. HAKEN VAN DE PICOTRAND: Haak een rand met heidekruid en haaknld 2.5 mm in de oudroze vouwrand als volgt: 1 v in de eerste st, * 3 l, 1 v in de eerste l (= 1 picot), sla 1 st over, 1 v in de volgende st *, herhaal van *-*. ---------------------------------------------------------- VEST: LIJF: Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor. Zet 132-148-164 (176-192) st op (inclusief 1 kantst aan iedere kant middenvoor) met rondbreinld 2.5 mm en oudroze. Brei 1 nld r aan de goede kant, ga verder met naturel en brei 7 nld tricotst (eerste nld = de verkeerde kant). Brei weer met oudroze, brei 1nld r aan de goede kant en brei 1 nld r aan de verkeerde kant (= vouwrand, meet het werk vanaf hier). Ga verder met naturel en brei 7 nld tricotst, knip de draad af (de volgende keer dat naturel wordt gebruikt begint u met breien vanaf de andere kant). Duw de st naar het andere einde van de nld en begin weer aan de goede kant. Brei 2 nld r met oudroze en ga daarna verder met naturel voor M.1. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei bij een hoogte van ongeveer 17-18-21 (24-27) cm – pas aan zodat u een complete herhaling van M.1 heeft gebreid – de volgende nld als volgt aan de goede kant: brei 29-33-37 (40-44) st recht = het rechter voorpand, kant 8 st af voor het armsgat, brei 58-66-74 (80-88) st recht = het achterpand, kant 8 st af voor het armsgat, brei 29-33-37 (40-44) st recht = het linker voorpand. Knip de draad af, laat het werk rusten en brei de mouwen. MOUW: Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop. Zet 36-38-40 (42-44) st op met breinld zonder knop 2.5 mm met oudroze en brei 1 nld av. Ga verder als volgt: brei 7 nld tricotst met naturel, brei 1 nld r met oudroze, brei 1 nld av met oudroze (= de vouwrand, meet het werk vanaf hier), brei 7 nld tricotst met naturel, brei 1 nld r met oudroze, brei 1 nld av met oudroze. Plaats nu een markeerdraad aan het begin van de nld (= midden onderarm). Ga verder met naturel voor M.1. Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 4 cm 1 st aan iedere kant van de markeerdraad en herhaal de meerderingen iedere 6-5-5 (6-6) nld in totaal 6-7-9 (10-12) keer = 48-52-58 (62-68) st. Brei 1 nld r bij een hoogte van ongeveer 15-16-18 (22-26) cm – pas aan zodat u een complete herhaling van M.1 heeft gebreid – kant TEGELIJKERTIJD 8 st af midden onder de arm (= 4 st aan iedere kant van de markeerdraad) = 40-44-50 (54-60) st. Laat het werk rusten en brei de andere mouw. PAS: Zet de st op dezelfde rondbreinld als het lijf daar waar er afgekant is voor de armsgaten = 196-220-248 (268-296) st. Brei met naturel 1 nld recht aan de goede kant, minder TEGELIJKERTIJD 3-3-7 (3-7) st gelijkmatig = 193-217-241 (265-289) st. Ga verder met M.2 met 1 ribbelst aan iedere kant – ZIE BOVEN. Plaats voor de laatste nld in M.2 15 markeerders in het werk aan de goede kant als volgt: de eerste markeerdraad na 13-18-16 (21-19) st en de overgebleven markeerders met steeds 12-13-15 (16-18) st ertussen = 12-17-15 (20-18) st nog over na de laatste markeerdraad. Minder in de volgende nld (= de laatste nld in M.2) 1 st aan de rechterkant van alle markeerders door 2 st r samen te breien. Brei nu M.3, minder TEGELIJKERTIJD – ZIE TIP VOOR HET MINDEREN –iedere 4e nld nog 6-7-8 (9-10) keer = 88-97-106 (115-124) st. Ga verder met M.3 tot het werk een hoogte heeft van ongeveer 28-30-34 (38-42) cm – pas zo aan dat u eindigt na nld 3 van het patroon. Brei 1 nld r aan de goede kant, pas TEGELIJKERTIJD het aantal st aan tot 54-60-66 (72-78) st. Zet de st op een hulpdraad. AFWERKING: Naai de openingen onder de armen dicht. Vouw de vouwranden dubbel naar de verkeerde kant en zet ze vast. LINKER VOORBIES: Wordt heen en weer op de rondbreinld gebreid. Neem ongeveer 65-70-80 (90-100) st op langs het linker voorpand in de kant st met nld 2.5 mm en naturel, brei 1 nld r aan de verkeerde kant en brei daarna 6 nld tricotst met 1 ribbelst aan iedere kant. Ga verder met oudroze en brei 2 nld r (= de vouwrand), ga daarna verder met naturel, brei 7 nld tricotst met 1 ribbelst aan iedere kant en kant af in rechtgebreide st aan de verkeerde kant. Vouw de rand dubbel naar de verkeerde kant en zet deze vast. RECHTER VOORBIES: Wordt als de linker voorbies gebreid maar maak na 2 nld tricotst 5-5-6 (6-6) knoopsgaten gelijkmatig verdeeld over de nld – plaats het bovenste knoopsgat 2 st van de hals en het onderste knoopsgat ongeveer 3 cm van de onderkant. 1 knoopsgat = kant 2 st af en zet 2 nieuwe st op de teruggaande naald. Maak in de 4e nld tricotst na de vouwrand knoopsgaten op dezelfde plaats als voor de vouwrand. HALS: Neem 5 st op van de rechter voorbies met naturel, brei de st van de hulpdraad terug op de nld en neem 5 st op van de linker voorbies = ongeveer 64-70-76 (82-88) st. Brei 1 nld r aan de verkeerde kant , brei 4 nld tricotst met 1 ribbelst aan iedere kant, ga verder met oudroze, brei 2 nld r (= de vouwrand), ga verder met naturel en brei 5 nld tricotst met 1 ribbelst aan iedere kant. Kant recht af aan de verkeerde kant. Vouw de rand dubbel naar de verkeerde kant en zet deze vast. Naai de knopen aan. GEHAAKTE RAND: Haak een picotrand langs de onderrand, rond de mouwranden en rond de hals – ZIE BOVEN. ---------------------------------------------------------- SOKKEN: Worden in de rondte gebreid op breinld zonder knop. Zet 40-40-40 (48-48) st op met breinld zonder knop 2.5 mm en naturel en brei 4 nld tricotst. Ga verder met oudroze, brei 1 nld r, brei 1 nld av (= vouwrand), ga over op naturel en brei 4 nld tricotst. Ga nu verder met M.2 – begin aan de rechterbovenkant van het telpatroon en brei het telpatroon van boven naar beneden. Maak na M.2 het werk af met naturel. Brei 1 nld r, pas TEGELIJKERTIJD het aantal st aan tot 40-44-44 (48-52). Brei hierna 2 cm boordsteek, 1 r/1 av en brei de volgende nld als volgt: * 2 st r samenbreien, 1 omsl *, herhaal van *-* (= tunnel). Brei 1 nld r, minder TEGELIJKERTIJD gelijkmatig 6 st = 34-38-38 (42-46) st. Zet de eerste 12-14-14 (15-17) st op een hulpdraad, houdt de volgende 10-10-10 (12-12) st op de nld en zet de laatste 12-14-14 (15-17) st op een hulpdraad. Brei 3.5-4-4.5 (6-7) cm (= bovenkant voet) van M.3 heen en weer over de st op de nld. Neem 9-10-12 (15-19) st op aan iedere kant van de bovenkant voet en zet de st van de hulpdraden terug op de nld = 52-58-62 (72-84) st. Ga verder in ribbelst – ZIE BOVEN – heen en weer gebreid op de nld vanaf middenachter en minder TEGELIJKERTIJD na 1.5-2.5-3 (3-4) cm als volgt: 2 st r samenbreien aan het begin en aan het einde van de nld en 2 st r samenbreien aan iedere kant van de middelste 2 st. Herhaal de minderingen om de nld tot het werk een hoogte heeft van 3-4-5 (5-6) cm. Kant af en naai de sok midden onder de voet samen en ga verder tot de tunnel middenachter – naai de sok in de buitenste lusjes van de st vast om een dikke naad te voorkomen. Vouw de rand aan de bovenkant van de sok om naar de verkeerde kant en zet deze vast. Haak een picotrand aan de bovenkant – ZIE BOVEN. STRIKBANDJE: Haak een koord van lossen met haaknld 2.5 mm en oudroze van ongeveer 50 cm. Haal het koord door de tunnel. ---------------------------------------------------------- MUTSJE: Wordt heen en weer op de rondbreinld gebreid. Zet 81-89-97 (105-105) st LOSJES op met rondbreinld 2.5 mm en naturel. Brei 6 nld tricotst (eerste nld = de goede kant), ga verder met oudroze, brei 1 nld r aan de goede kant en brei 1 nld r aan de verkeerde kant (= de vouwrand, meet het werk vanaf hier). Ga verder met naturel en brei 6 nld tricotst. Ga nu verder met M.2 met 1 ribbelst aan iedere kant – begin aan de rechterbovenkant van het telpatroon en brei het telpatroon van boven naar beneden, minder TEGELIJKERTIJD in het midden van de laatste nld 1 st door 2 st r samen te breien = 80-88-96 (104-104) st. Ga verder met M.1 – begin met nld 5 van het telpatroon om ervoor te zorgen dat u 2 nld tricotst in naturel heeft voor de av nld. Kant 4-5-6 (4-4) st af aan iedere kant bij een hoogte van 12-13-14 (15-16) cm = 72-78-84 (96-96) st. Plaats nu 6 markeerders in het werk als volgt: de eerste markeerer na 1 st, de volgende 5 markeerders met steeds 12-13-14 (16-16) st ertussen = 11-12-13 (15-15) st over na de laatste markeerdraad. Ga verder in ribbelst – ZIE BOVEN – en minder TEGELIJKERTIJD 1 st na iedere markeerder in de volgende nld aan de goede kant. Ga door met minderen in iedere nld aan de goede kant tot er nog 12 st over zijn op de nld. Brei 2 st r samen op de nld, knip de draad lang af, haal de draad door de overgebleven st heen en gebruik het laatste stuk van de draad om het mutsje middenachter vast te naaien – naai in de buitenste lusjes van de st en naai ook de 4-5-6 (4-4) afgekante st aan iedere kant samen. AFWERKING: Vouw de randen dubbel naar de verkeerde kant en zet deze vast.. TUNNEL: Neem ongeveer 66 tot 80 st op in de kant st met rondbreinld 2.5 mm en met naturel langs de onderkant van het mutsje. Brei 1 nld r aan de verkeerde kant en brei dan 4 nld tricotst. Ga verder met oudroze, brei 1 nld r aan de goede kant en brei 1 nld r aan de verkeerde kant (= de vouwrand) en brei dan 5 nld tricotst met naturel, kant r af aan de verkeerde kant. Vouw de tunnel dubbel naar de verkeerde kant en zet deze vast. Haak een picotrand rond de opening aan de voorkant van het mutsje – ZIE BOVEN. STRIKBANDJE: Haak een koord van lossen met haaknld 2.5 mm en 2 draden oudroze van ongeveer 70 cm lang. Haal het koord door de tunnel. |
||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #easterfinestset of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 19 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 17-14
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.