DROPS Super Sale - BESPAAR 30% op 6 garens de hele maand juni!
Product image DROPS Andes yarn
DROPS Andes
65% wol, 35% alpaca
vanaf 3.65 € /100g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

Changing Seasons Cardigan

Gebreid vest in DROPS Andes. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met tricotsteek, Europeaanse/diagonale schouders, V-hals, PUNNIKRAND en zakken. Maten S - XXXL.

Markeer maat:
DROPS 254-42

#changingseasonscardigan

DROPS Design: Patroon an-074
Garengroep E of C + C
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL – XXL - XXXL

GAREN:
DROPS ANDES van garnstudio (behoort tot garengroep E)
800-900-1000-1100-1200-1300 g kleur 6990, marineblauw

KNOPEN:
DROPS KNOPEN NR 536: 4-4-4-4-5-5 stuks.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 8 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 6 MM: Lengte 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 8 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 6 MM.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – u heeft dan alleen een rondbreinaald van 80 cm nodig in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
11 steken in de breedte en 15 naalden in de hoogte, met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Andes
DROPS Andes
65% wol, 35% alpaca
vanaf 3.65 € /100g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:
-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon toont alle naalden in het patroon, aan de goede kant gezien.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – aan de goede kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem draad op vanaf de voorkant en brei recht in de achterste lus.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – aan de goede kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus.

TIP VOOR HET MEERDEREN -2:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – aan de verkeerde kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht in de voorste lus.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – aan de verkeerde kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht in de achterste lus.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt:
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd).

TIP VOOR HET BREIEN:
Als u verkorte toeren breit, ontstaat er een klein gaatje na elke keer dat u het werk keert – deze kan gesloten worden door de draad aan te trekken of de techniek Duitse verkorte toeren te gebruiken als volgt:
Haal de eerste steek averecht af, leg de draad over de rechter naald en trek goed aan vanaf de achterkant. Er zijn nu 2 lussen op de naald, welke samengebreid worden op de volgende naald.

LINKER VOORBIES MET PUNNIKRAND
GOEDE KANT:
Haal 1 steek averecht af met draad aan de voorkant, 1 recht, brei A.1 over de volgende 5 steken.
VERKEERDE KANT:
Brei A.1 over de eerste 5 steken, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht.

RECHTER VOORBIES MET PUNNIKRAND
GOEDE KANT:
Brei A.1 over de eerste 5 steken, haal 1 steek averecht af met draad aan de voorkant, 1 recht.
VERKEERDE KANT:
Haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht, brei A.1 over de volgende 5 steken.

KNOOPSGATEN:
Brei de knoopsgaten aan de goede kant en op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt), als er 5 steken over zijn op de naald als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Maak 1 omslag, 2 recht samen, 1 recht, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei de voorbies zoals hiervoor en brei de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat.
Het eerste knoopsgat wordt 1 cm na de laatste meerdering voor de V-hals gemaakt. Brei dan de andere 3-3-3-3-4-4 knoopsgaten met 10-10½-11-11-8½-9 cm tussen elk. Het onderste knoopsgat wordt gebreid in de overgang tussen de tricotsteek en gerstekorrelrand.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK.
Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig.
Het werk wordt begonnen door steken op te zetten aan de achterkant van de hals en brei het achterpand van boven naar beneden en meerder steken aan elke kant voor de schouders, welke ietwat diagonaal worden. Het achterpand wordt tot de armsgaten gebreid.
De voorpanden worden begonnen door de knoopbiezen te breien welke later aan de halslijn genaaid worden. Dan wordt elk voorpand gebreid door steken op te nemen langs de schouders achter, brei naar beneden en meerder voor de V-hals en brei tot de armsgaten klaar zijn.
De voor- en achterpanden worden samengevoegd op dezelfde rondbreinaald en het lijf wordt verder heen en weer gebreid.
Er worden steken opgenomen rondom de armsgaten voor de mouwen, welke eerst heen en weer worden gebreid waarna de mouwkop verder in de rondte wordt gebreid.
De biezen van elke voorpand worden samen genaaid (naad = midden achter) en dan genaaid tot de halslijn.

ACHTERPAND:
Het werk wordt heen en weer gebreid. Zet 18-18-20-20-22-22 steken op met rondbreinaald 8 mm en DROPS Andes.
NAALD 1 (= verkeerde kant): Averecht.
NAALD 2 (= goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1, 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 3 (= verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2, 3 averecht, meerder 1 steek richting links, averecht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 averecht.
NA NAALD 3:
Brei NAALDEN 2 en 3 in totaal 9-9-9-10-10-11 keer (= 18-18-18-20-20-22 naalden), na de laatste meerdering zijn er 54-54-56-60-62-66 steken. Denk om de stekenverhouding.
Voeg 1 markeerdraad in, aan de buitenkant op een zijkant; het werk wordt nu vanaf hier gemeten!
Ga verder met tricotsteek tot het werk 10-10-10-11-9-9 cm meet, gemeten aan de buitenkant over het armsgat. Meerder nu voor de armsgaten.

MEERDEREN VOOR ARMSGATEN:
NAALD 1 (= goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1, 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Averecht.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 2-3-4-4-6-6 keer (= 4-6-8-8-12-12 naalden) = 58-60-64-68-74-78 steken.
Brei verder tot het werk 13-14-15-16-17-17 cm meet, gemeten vanaf de markeerdraad aan de buitenkant langs het armsgat, eindig met een naald aan de goede kant. Knip de draad af, plaats de steken op een hulpdraad. Brei de linker voorbies en het voorpand als volgt:

LINKER VOORBIES:
Zet 7 steken op met rondbreinaald 8 mm en DROPS Andes.
Brei de LINKER VOORBIES MET PUNNIKRAND – lees beschrijving hierboven, tot de voorbies 7½-7½-8-8-9-9 cm meet, eindig met een naald aan de verkeerde kant.

LINKER VOORPAND:
Vind de linker schouder op het achterpand als volgt: Leg het werk plat neer met de goede kant naar boven, met de hulpdraad naar u toe; linkerkant van het werk = linker schouder.
Begin aan de goede kant en neem steken op langs de linker schouder achter, vanaf de hals tot de schouder als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor, neem dan 1 steek op in elke naald, aan de binnenkant van de buitenste steek (18-18-18-20-20-22 steken over de schouder) = 25-25-25-27-27-29 steken.
Alle afmetingen voor het werk worden genomen vanaf deze opneemnaald.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor.
NAALD 3 (= goede kant): Brei de 7 voorbiessteken, brei recht tot het EINDE VAN DE NAALD.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei averecht tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken.
Brei NAALDEN 3 en 4 tot het werk 10-11-10-11-10-11 cm meet.

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL:
Meerder nu voor de V-hals en voor het armsgat. De meerderingen voor het armsgat beginnen al voordat de meerderingen voor de V-hals klaar zijn. Lees de volgende 2 delen door voordat u verder gaat.

MEERDEREN VOOR DE V-HALS:
NAALD 1 (= goede kant): Brei de 7 voorbiessteken, 1 recht, meerder 1 steek richting links - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1, brei recht tot het EINDE VAN DE NAALD.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 5-5-6-6-6-6 keer (= 10-10-12-12-12-12 naalden).
Meerder dan als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei de 7 voorbiessteken, 1 recht, meerder 1 steek richting links, recht tot het EINDE VAN DE NAALD.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken.
NAALD 3 (= goede kant): Brei de 7 voorbiessteken, brei recht tot het EINDE VAN DE NAALD.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei averecht tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken.
Brei NAALDEN 1 tot 4 in totaal 4-4-4-4-5-5 keer (= 16-16-16-16-20-20 naalden).
U heeft 9-9-10-10-11-11 keer gemeerderd voor de V-hals. Ga verder met tricotsteek en de voorbiessteken.

MEERDEREN VOOR HET ARMSGAT:
Als het werk 22-22-22-23-21-23 cm meet, meerder dan richting de zijkant als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei 7 voorbiessteken, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht tot er 7 steken over zijn, brei 7 voorbiessteken.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 2-3-4-4-6-6 keer (= 4-6-8-8-12-12 naalden).
Brei verder tot het werk 25-26-27-28-29-31 cm meet, gemeten vanaf de opneemnaald: eindig met een naald aan de goede kant.
Knip de draad af, plaats de steken op een hulpdraad. Brei de rechter voorbies en het voorpand als volgt:

RECHTER VOORBIES:
Zet 7 steken op met rondbreinaald 8 mm en DROPS Andes.
Brei de RECHTER VOORBIES MET PUNNIKRAND – lees beschrijving hierboven, tot de voorbies 7½-7½-8-8-9-9 cm meet, eindig met een naald aan de verkeerde kant.
Knip de draad af en plaats de steken op een hulpdraad – de voorbies wordt verder gebreid als er steken opgenomen worden voor het rechter voorpand.

RECHTER VOORPAND:
Begin aan de goede kant en neem steken op langs de rechter schouder achter, vanaf het armsgat tot de hals als volgt:
Neem 1 steek op in elke naald, aan de binnenkant van de buitenste steek (18-18-18-20-20-22 steken over de schouder) en brei de 7 voorbiessteken = 25-25-25-27-27-29 steken.
Alle afmetingen voor het werk worden genomen vanaf deze opneemnaald.
NAALD 1 (= verkeerde kant): Brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor, brei averecht tot het EINDE VAN DE NAALD.
NAALD 2 (= goede kant): Brei recht tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor.
Brei NAALDEN 1 en 2 tot het werk 10-11-10-11-10-11 cm meet.

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL:
Meerder nu voor de V-hals en voor het armsgat. De meerderingen voor het armsgat beginnen al voordat de meerderingen voor de V-hals klaar zijn. Lees de volgende 2 delen door voordat u verder gaat.

MEERDEREN VOOR DE V-HALS:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 8 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1, 1 recht en 7 voorbiessteken.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei 7 voorbiessteken, brei averecht tot het EINDE VAN DE NAALD.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 5-5-6-6-6-6 keer (= 10-10-12-12-12-12 naalden).
Meerder dan als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei averecht tot er 8 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 1 recht, brei de 7 voorbiessteken
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei de 7 voorbiessteken, brei averecht tot het EINDE VAN DE NAALD.
NAALD 3 (= goede kant): Brei recht tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei de 7 voorbiessteken, brei averecht tot het EINDE VAN DE NAALD.
Brei NAALDEN 1 tot 4 in totaal 4-4-4-4-5-5 keer (= 16-16-16-16-20-20 naalden).
U heeft 9-9-10-10-11-11 keer gemeerderd voor de V-hals. Ga verder met tricotsteek en de voorbiessteken.

MEERDEREN VOOR HET ARMSGAT:
Als het werk 22-22-22-23-21-23 cm meet, meerder dan richting de zijkant als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 7 steken over zijn, brei 7 voorbiessteken.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei 7 voorbiessteken, brei averecht tot het EINDE VAN DE NAALD.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 2-3-4-4-6-6 keer (= 4-6-8-8-12-12 naalden).
Brei verder tot het werk 25-26-27-28-29-31 cm meet, gemeten vanaf de opneemnaald: Eindig met een naald aan de goede kant.
De voor- en achterpanden worden samengevoegd voor het lijf. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten!

LIJF:
Brei dan als volgt aan de verkeerde kant, beginnend met het rechter voorpand:
Brei het rechter voorpand, zet 2-4-4-6-6-8 steken op (= in de zijkant midden onder de mouw), brei de 58-60-64-68-74-78 achterpandsteken, zet 2-4-4-6-6-8 steken op (= in de zijkant midden onder de mouw), brei de linker voorpandsteken.
Brei heen en weer gebreid, met tricotsteek en de biezen zoals hiervoor, ga verder met het meerderen voor de V-hals.
Als de meerderingen voor de V-hals klaar zijn, zijn er 134-142-150-162-174-186 steken.
Ga verder met tricotsteek en de biezen zoals hiervoor – denk om de knoopsgaten – lees beschrijving hierboven.
Brei tot het lijf 15-16-17-18-19-19 cm meet vanaf het armsgat – met de volgende naald aan de goede kant.
Brei nu de zakopeningen als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei 7 voorbiessteken, 10-10-10-11-12-13 recht, plaats de volgende 17-17-19-19-21-21 steken op een hulpdraad voor de zak, zet 17-17-19-19-21-21 steken op, brei 66-74-78-88-94-104 recht, plaats de volgende 17-17-19-19-21-21 steken op een hulpdraad voor de zak, zet 17-17-19-19-21-21 steken op, 1 0-10-10-11-12-13 recht en 7 voorbiessteken = 134-142-150-162-174-186 steken.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei 7 voorbiessteken, 10-10-10-11-12-13 averecht, brei A.1 over de volgende 17-17-19-19-21-21 steken, 66-74-78-88-94-104 averecht, brei A.1 over de volgende 17-17-19-19-21-21 steken, 10-10-10-11-12-13 averecht en 7 voorbiessteken.
NAALD 3 (= goede kant): Brei 7 voorbiessteken, 10-10-10-11-12-13 recht, brei A.1 over de volgende 17-17-19-19-21-21 steken, brei 66-74-78-88-94-104 recht, A.1 over de volgende 17-17-19-19-21-21 steken, 10-10-10-11-12-13 recht en 7 voorbiessteken.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei 7 voorbiessteken, 10-10-10-11-12-13 averecht, brei A.1 over de volgende 17-17-19-19-21-21 steken, 66-74-78-88-94-104 averecht, A.1 over de volgende 17-17-19-19-21-21 steken, 10-10-10-11-12-13 averecht en 7 voorbiessteken.
Ga na naald 4 verder met tricotsteek en de voorbiessteken zoals hiervoor.
Als het werk 34-35-36-36-37-37 cm meet vanaf het armsgat, met de volgende naald aan de verkeerde kant, brei dan de zakken zoals beschreven hieronder.

ZAKKEN:
Plaats de 17-17-19-19-21-21 steken van een hulpdraad op naald 8 mm. Brei tricotsteek heen en weer gebreid voor 19-19-19-18-18-18 cm, dus de zak komt tegen de onderste steken op het lijf, plaats de zaksteken op een hulpdraad. Brei de andere zak op dezelfde manier. De steken van de zakken worden nu samengebreid met de steken van het lijf aan de goede kant als volgt:
Brei de 7 voorbiessteken, 10-10-10-11-12-13 recht, brei de volgende 17-17-19-19-21-21 steken vanaf het lijf recht samen met de 17-17-19-19-21-21 steken van de zak (elke steek van de zak wordt samengebreid met 1 steek van het lijf), brei 66-74-78-88-94-104 recht, brei de volgende 17-17-19-19-21-21 steken van het lijf recht samen met de 17-17-19-19-21-21 steken van de zak, 10-10-10-11-12-13 recht en 7 voorbiessteken = 134-142-150-162-174-186 steken. Brei nu een rand op de onderkant van het lijf.

RAND:
Brei op de volgende naald aan de verkeerde kant, een rand als volgt: Ga verder met rondbreinaald 6 mm, brei de voorbiessteken zoals hiervoor, brei A.1 tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor.
Als de rand 6-6-6-7-7-7 cm meet, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht.
Het voorpand meet 65-67-69-71-73-75 cm vanaf de opneemnaald. Het voorpand is ongeveer 3 cm langer dan het achterpand omdat de opneemnaald niet op de bovenkant van de schouder zit maar ietwat naar beneden op het achterpand. Het vest meet ongeveer 62-64-66-68-70-72 cm.

MOUWEN:
De mouwen worden in de rondte gebreid, van boven naar beneden.
Leg het werk plat neer en voeg 1 markeerdraad in op de bovenkant van het armsgat = midden boven van de schouder (LET OP! Het midden boven van de schouder is niet dezelfde plaats als de opneemnaald voor het voorpand maar ongeveer 6-6-6-6-6-7 cm naar beneden over het voorpand).
Gebruik rondbreinaald 8 mm en begin in het midden van de opgenomen steken onder de mouw, neem 40-46-48-52-54-60 steken op rondom het armsgat, zorg ervoor dat u een even aantal steken opneemt aan elke kant van de markeerdraad.
Brei tricotsteek heen en weer gebreid, met verkorte toeren over de mouwkop voor een betere pasvorm, beginnend midden onder de mouw:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot 4-5-4-5-4-4 steken voorbij de markeerdraad op de bovenkant van de schouder, keer het werk – lees TIP VOOR HET BREIEN.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht tot 4-5-4-5-4-4 steken voorbij de markeerdraad, keer het werk.
NAALD 3 (= goede kant): Brei recht tot 4-3-3-3-3-3 steken voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, keer het werk.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei averecht tot 4-3-3-3-3-3 steken voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, keer het werk.
Herhaal NAALDEN 3 en 4 tot u 8-10-12-12-14-14 keer heeft gekeerd (= 4-5-6-6-7-7 keer aan elke kant en de laatste naald is aan de verkeerde kant).

NA DE LAATSTE KEER KEREN:
Op de laatste herhaling van naald 4, keer het werk en brei terug aan de goede kant tot het begin van de naald (midden onder de mouw).
Voeg 1 markeerdraad in midden onder de mouw, welke gebruikt wordt bij het minderen. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte.
Brei in tricotsteek in de rondte, minder TEGELIJKERTIJD als volgt - lees TIP VOOR HET MINDEREN:
Als de mouw 1-1-1-1-1-1 cm meet, gemeten onder de mouw, minder dan 2-2-2-3-3-5 keer 2 steken, iedere 2e naald, minder dan 2-5-5-6-6-7 keer 2 steken iedere 8-6-6-4½-4-3 cm = 32-32-34-34-36-36 steken.
Brei verder tot de mouw 45-46-46-44-44-43 cm meet vanaf midden boven van de schouder.
Ga verder met breinaalden zonder knop maat 6 mm en brei A.1 over alle steken voor 6-6-6-7-7-7 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.
De mouw meet ongeveer 51-52-52-51-51-50 cm vanaf midden boven van de schouder.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies. Naai de biezen samen midden achter van de hals en naai ze aan de halslijn.
Naai de zijnaden op de zakken, aan de verkeerde kant – zorg ervoor dat de naad niet te strak is.

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
Diagram for DROPS 254-42

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #changingseasonscardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 254-42

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (4)

country flag Annemieke schreef:

Bij MEERDEREN VOOR ARMSGATEN staat: eindig met een naald aan de goede kant. Wordt er dan bedoeld dat je de naald aan de goede kant breit of moet je juist stoppen voor je de naald aan de goede kant gaat breien?

14.11.2024 - 16:05

DROPS Design antwoorde:

Dag Annemieke,

Je breit de laatste naald aan de goede kant.

16.11.2024 - 18:05

country flag Sonja schreef:

Hej! Jag hittar mönstret men det finns ingen information om hur många maskor man skall lägga upp eller hur den ska stickas. Kan ni bifoga det? Tack!

18.09.2024 - 08:25

DROPS Design antwoorde:

Hej Sonja. Nu ska hela mönstret finnas tillgängligt här även på svenska. Mvh DROPS Design

25.09.2024 - 15:01

country flag Sonja schreef:

Hej! Jag skulle gärna sticka denna kofta men var finns beskrivningen?

11.09.2024 - 09:03

DROPS Design antwoorde:

Hej, du hittar beskrivningen genom att klikka på länken Höst & Vinter 2024/25 under GRATIS MÖNSTER.

11.09.2024 - 18:52

country flag Elisabeth Bäcklin schreef:

Det finns ingen beskrivning på den här modellen.

30.08.2024 - 23:18