DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Autumn Treat

Gebreide trui voor kinderen, dames en heren in DROPS Karisma met structuurpatroon. Kindermaten 2 - 13/14 jaar. Damesmaten S/M - M/L. Herenmaten S/M - XXL.

DROPS 59-2
DROPS design nr: u-405
Garengroep B
--------------------------------------------------------

MAAT KINDEREN:
2 - 3/4 - 5/6 - 7/8 - (9/10 - 11/12 - 13/14) jaar
De maat komt ongeveer overeen met de hoogte van het kind in cm:
86/92 - 98/104 - 110/116 - 122/128 (134/140 - 146/152 - 158)

MATERIAAL KINDEREN:
DROPS KARISMA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
400-450-450-500 ( 550-600-700) g. Kleurnr. 55, bruin

STEKENVERHOUDING KINDEREN:
22 steken in de breedte en 34 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN KINDEREN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: lengte 60 of 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 2.5 MM: lengte 60 of 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

--------------------------------------------------------


MAAT DAMES EN HEREN:
Getallen tussen ( ) = herenmaten
S/M - M/L (S/M - M/L - XL - XXL)


MATERIAAL DAMES EN HEREN:
DROPS KARISMA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
750-800 (800-900-1000-1100) g. Kleurnr: 55, bruin


NAALDEN DAMES EN HEREN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: lengte 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 2.5 MM: lengte 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 21.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK KINDEREN:

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON KINDEREN:

PATROON:
Zie telpatronen M.1 en M.2.

BOORDSTEEK:
* 2 recht / 2 averecht *. Herhaal van *-*.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht. 1 ribbel = 2 naalden recht.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. * brei 1 naald recht en 1 naald averecht *, herhaal van *-*.

-------------------------------------------------------

Panden: Zet 168-180-192-204 (216-228-240) st op met rondbreinld 2.5 mm; brei in het rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei 2 nld ribbelst, en hierna 4-4-5-5 (5-6-6) cm boordst. Wissel naar rondbreinld 3.5 mm en brei het Patroon, centreer het patroon op het voor- en achterpand. Brei volgens telpatroon M.1 en M.2 als volgt: brei M.1 over alle steken, gevolgd door M.2. Herhaal het patroon tot de gewenste afmetingen. Brei bij een hoogte van 26-26-28-31 (32-33-36) cm de volgende nld als volgt: kant 2 st af voor het armsgat, brei 80-86-92-98 (104-110-116) st voor het voorpand, kant 4 st af voor het armsgat, brei 80-86-92-98 (104-110-116) st voor het achterpand, kant 2 st af voor het armsgat. Brei de rest van het voor- en achterpand afzonderlijk verder.

Voorpand: = 80-86-92-98 (104-110-116) st. Kant af voor de armsgaten in elke 2e nld: 1 x 3 st, 2 x 2 st, 2-2-2-2 (2-2-4) x 1 st = 62-68-74-80 (86-92-94) st. Kant bij een hoogte van 37-41-44-48 (50-52-55) cm de middelste 20-26-26-24 (24-26-26) st af voor de hals. Kant hierna af aan weerskanten van de hals in elke 2e nld: 1 x 3 st, 1-1-1-2 (2-2-2) x 2 s, 2 x 1 st. Kant af bij een hoogte van 41-45-48-53 (55-57-60) cm.

Achterpand: = 80-86-92-98 (104-110-116) st. Kant af voor de armsgaten zoals beschreven voor het voorpand = 62-68-74-80 (86-92-94) st. Kant bij een hoogte van 39-43-46-51 (53-55-58) cm de middelste 32-38-38-40 (40-42-42) st af voor de hals. Kant 1 st af aan weerskanten van de hals in de volgende nld. Kant af bij een hoogte van 41-45-48-53 (55-57-60) cm.

Mouwen: Zet 36-40-40-44 (44-48-52) st op met sokkenbreinld 2.5 mm; brei in het rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei 2 nld ribbelst, en dan 4-4-5-5 (5-6-6) cm boordst. Wissel naar sokkenbreinld 3.5 en brei het Patroon (centreer het patroon op de mouw), en meerder gelijkmatig verdeeld 6-4-8-8 (8-6-2) st in de eerste nld = 42-44-48-52 (52-54-54) st. Brei volgens telpatroon M.1 en M.2 als volgt: brei M.1 over all steken, gevolgd door M.2. Herhaal het patroon tot de gewenste afmetingen. Meerder na de boord, 12-20-20-22 (25-26-26) x 1 st aan weerskanten van de merkdraad:
Maat 2 jaar: afwisselend in elke 5e en 6e nld
Maat 3/4 + 5/6 jaar: in elke 4e nld
Maat 7/8 + 9/10 + 11/12 jaar: afwisselend in elke 4e en 5e nld
Maat 13/14 jaar: in elke 5e nld
= 66-84-88-96 (102-106-106) st. Brei de gemeerderde st gaandeweg mee in het patroon. Kant bij een hoogte van 25-29-32-36 (40-42-46) cm, 2 st af aan weerskanten van de merkdraad en brei de rest van de mouw heen en weer. Kant af voor de mouwkop aan weerskanten in elke 2e nld: 2-2-2-4 (4-5-4)x 3 st, 7-7-7-3 (3-1-5) x 2 st, 2-2-2-4 (4-5-4) x 3 st en kant af. Het werk heeft een hoogte van ca. 32-36-39-43 (47-49-54) cm.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem ca. 72-96 st op (deelbaar door 4) langs de hals met sokkenbreinld 2.5 mm; brei in het rond en brei 6-6-6-8 (8-10-10) cm boordst en kant af. Vouw de boord om naar de verkeerde kant en zet hem vast. Zet de mouwen in de trui.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK VOOR DAMES EN HEREN:

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON DAMES EN MENHEREN

PATROON:
Zie telpatronen M.1 en M.2.

BOORDSTEEK:
* 2 recht / 2 averecht *. Herhaal van *-*.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht. 1 ribbel = 2 naalden recht.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. * brei 1 naald recht en 1 naald averecht *, herhaal van *-*.

-------------------------------------------------------

Panden: Zet 264-276 (264-276-288-300) st op met rondbreinld 2.5 mm; brei in het rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei 2 nld ribbelst en vervolgens 6 cm boordst. Wissel naar rondbreinld 3.5 mm en brei het Patroon (centreer het patroon op het voor- en achterpand). Brei volgens telpatroon M.1 en M.2 als volgt: brei M.1 over alle steken, gevolgd door M.2. Herhaal het patroon tot de gewenste afmetingen. Brei bij een hoogte van 35-38 (42-43-45-47) cm de volgende nld als volgt: kant 2 st voor het armsgat, brei 128-134-(128-134-140-146) st voor het voorpand, kant 4 st af voor het armsgat, brei 128-134-(128-134-140-146) st voor het achterpand, kant 2 st af voor het armsgat. Brei de rest van het voor- en achterpand afzonderlijk verder.

Voorpand: = 128-134-(128-134-140-146) st. Kant af voor de armsgaten in elke 2e nld: 2-3 (1-2-2-3) x 2 st, 3-3 (3-2-3-3) x 1 st = 114-116 (118-122-126-128) st. Kant bij een hoogte van 54-58 (62-64-66-69) cm de middelste 22-24 (24-26-26-28) st af voor de hals. Kant hierna af aan weerskanten van de hals in elke 2e nld: 1 x 3 st, 2 x 2 st, 3 x 1 st. Kant af bij een hoogte van 60-64 (68-70-72-75) cm.

Achterpand: = 128-134-(128-134-140-146) st. Kant af voor de armsgaten zoals beschreven voor het voorpand = 114-116 (118-122-126-128) st. Kant bij een hoogte van 58-62 (66-68-70-73) cm de middelste 38-40 (40-42-42-44) st af voor de hals. Kant hierna 2 st af aan weerskanten van de hals in de volgende nld. Kant af bij een hoogte van 60-64 (68-70-72-75) cm.

Mouw: Zet 56-56 (56-60-60-64) st op met sokkenbreinld 2.5 mm; brei in het rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei 2 nld ribbelst, en hierna 6 cm boordst. Wissel naar sokkenbreinld 3.5 mm en brei het Patroon (centreer het patroon op de mouw), en meerder, gelijkmatig verdeeld 4-4 (4-2-4-2) st in de eerste nld = 60-60 (60-62-64-66) st. Brei volgens telpatroon M.1 en M.2 als volgt: brei M.1 over alle steken, gevolgd door M.2. Herhaal het patroon tot de gewenste afmetingen. Meerder na de boord 25-27 (27-28-27-29) x 1 st aan weerskanten van de merkdraad:
Maat S/M (S/M + M/L + XXL): in elke 5e nld
Maat M/L: afwisselend in elke 4e en 5e nld
Maat (XL): afwisselend in elke 5e en 6e nld
= 110-114 (114-118-118-124) st. Brei de gemeerderde st gaandeweg mee in het patroon. Kant bij een hoogte van 45-45 (50-51-52-52) cm 2 st af aan weerskanten van de merkdraad en brei de rest van de mouw heen en weer. Kant af voor de mouwkop aan weerskanten in elke 2e nld: 11-13 (9-11-11-13) x 3-3 (4-3-3-3) st, kant af. Het werk heeft een hoogte van ca. 52-53 (56-58-59-60) cm.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem ca. 100-124 st op (deelbaar door 4) langs de hals met sokkenbreinld 2.5 mm en brei 8-8 (8-8-10-10) cm boordst, kant af. Vouw de boord naar binnen om en zet hem vast. Zet de mouwen in de trui.

Telpatroon

symbols = rechte aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = volwassene
symbols = kind
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 59-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (7)

country flag Rhianne wrote:

For the front, it says to bind off for armholes every other row. Shouldn't that be every row? Because if I were to actually bind off 2 stitches 2 times every other row that would mean I bind off 2 stitches at the beginning of a row, knit a row normally, then bind off 2 stitches at the beginning of a row. That must be wrong because it would put all the bind offs on only one side, right?

15.03.2024 - 13:43

DROPS Design answered:

Dear Rhianne, you cast off on each side on every other row or at the beginning of each row on each side - to bind off 2 sts 2 times on each side on every 2nd row you will cast off 2 sts at the beg of next 4 rows = 2 sts, 2 times, on each side.Happy knitting!

15.03.2024 - 15:55

country flag Ana wrote:

I read the lesson on centering the pattern and I’m still unsure, Like Avril asked do I start in the centre of the pattern or just at the beginning, (I’m making 7-8 years)

01.03.2024 - 18:19

DROPS Design answered:

Dear Ana, as explained in the lesson, centered =the mid front/mid back is the central stitch of one chart repeat. In size 7/8 you should have 17 repeats of the pattern in the round. You have 102 stitches for the front piece and 102 for the back piece. Stitch 51 is the mid front and stitch 153 the mid back. Since these stitches have to be the central stitch (stitch 6) of the chart, you need to calculate where you start the first repeat of the chart to get this result. In this case, before the central stitch you should have 3 full repeats of the chart and 9 stitches. So start the chart in the 4th stitch in the first repeat. Happy knitting!

03.03.2024 - 18:32

country flag Avril wrote:

Hello. After the rib, the pattern says « centring the pattern across the front and back… » I don’t understand what this means. Do I start the pattern in the centre front or just at the beginning of the new round. Thank you

11.08.2023 - 18:47

DROPS Design answered:

Dear Avril, in this lesson we explain how to center a pattern, this should help you. Happy knitting!

14.08.2023 - 08:33

country flag Claire Fournier wrote:

Pour la version enfant est ce qu'on doit faire la grille M1 et ensuite la grille M2 en hauteur?

28.04.2021 - 22:08

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Fournier, tout à fait, les explications vont être ajustées, merci: vous tricotez d'abord M.1 puis vous tricotez M.2, même en taille enfant. Bon tricot!

29.04.2021 - 08:03

country flag María wrote:

Hola, he llegado a las sisas del jersey y no sé cómo seguir. No entiendo cómo se teje con aguja circular y a la vez se hacen por separado el delantero y el trasero. ¿Debo cambiar a agujas rectas? Pero entonces el dibujo no se vería igual. ¿Podéis ayudarme por favor? Gracias, un saludo

19.06.2020 - 09:51

DROPS Design answered:

Hola María, a partir de la sisa, el delantero y la espalda se trabajan por separado. Puedes trabajar con una aguja circular o agujas rectas. Se deja en espera una parte en otras agujas o en un gancho auxiliar y se trabaja la otra parte (por ejemplo la espalda). Esto no afecta al dibujo, ya que seguimos trabajando según el diagrama, quitando los puntos que hemos disminuido para las sisas.

21.11.2020 - 23:27

country flag María wrote:

Hola, he llegado a las sisas del jersey y no sé cómo seguir. No entiendo cómo se teje con aguja circular y a la vez se hacen por separado el delantero y el trasero. ¿Debo cambiar a agujas rectas? Pero entonces el dibujo no se vería igual. ¿Podéis ayudarme por favor? Gracias, un saludo

07.06.2020 - 00:31

DROPS Design answered:

Hola María, con la aguja circular se puede trabajar tanto en redondo como de ida y vuelta. Al trabajar de ida y vuelta es igual que con agujas rectas, pero cuando hay un número elevado de puntos es más cómodo trabajar con la circular. Efectivamente, de ida y vuelta se trabaja por filas por lo que los símbolos del diagrama representarían diferentes puntos según el lado por el que trabajes: cuadrado en blanco = derecho por el lado derecho, pero revés por el lado revés; mientras el cuadrado con la cruz = revés por el lado derecho y derecho por el lado revés.

17.08.2020 - 13:01

country flag Marianne Frydenlund wrote:

Skal den være så bred i armene-er det feil i oppskriften?

29.11.2019 - 18:30

DROPS Design answered:

Hei Marianne! Det er ikke feil i oppskriften, ermene skal være brede. Det er mulig å se genserens forskjellige mål på målskissen. Lykke til!

02.12.2019 - 13:43