DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Morning Star

Gebreide DROPS trui in een vierkant gebreid met blaadjespatroon van ”Paris”. Maat: S - XXXL.

DROPS 167-4
DROPS design: Model nr. w-578
Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS PARIS van Garnstudio
700-750-850-900-1000-1100 gr. kleur nr. 59, licht oudroze

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (60 of 80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 34 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 nld. * brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON: Zie telpatronen A.1 tot en met A.3.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Het lijf wordt in 2 delen gebreid vanuit middenvoor / middenachter in een vierkant. Het werk wordt eerst in de rondte gebreid en dan heen en weer. Zet op en brei in de rondte op breinld zonder knop, ga verder met de rondbreinld indien nodig. Eindig met het breien van de mouwen.

VOORPAND:
Zet 8 st op met Paris en verdeel ze over 4 breinld zonder knop 5 mm (= 2 st op elke breinld). Brei volgens A.1 (= 8 patroonherhalingen van A.1 in de rondte). Als de eerste 21 nld in A.1 zijn gebreid, verschuif dan het begin van de nld 1 st naar links, eerst om de nld en dan elke 4e nld, dus het begin van de nld is altijd voor de omslag die het begin van een “blaadje” vormt in het telpatroon zodat de overgang minder opvalt. Het begin van de nld aan het einde is weer in het midden van eerste herh van A.1. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 176 st op de nld en meet het werk ongeveer 15 cm vanuit het midden, dus ongeveer 30 cm in diameter. Brei de eerste nld van A.2 over alle st – zorg dat de omsl direct boven de omsl van A.1 komen – brei in de volgende nld de omsl gedraaid recht op de eerste, derde, vijfde en zevende herhaling (om gaatjes te voorkomen), en brei de omsl recht in de andere patroonherhalingen (zodat er wel gaatjes ontstaan) = 192 st. Ga dan verder volgens A.3 over de tweede, vierde, zesde en achtste herhaling van A.2 en brei over de 4 andere patroonherhalingen in ribbelst – zie uitleg boven – meerder vanaf nu 8 st om de nld volgens A.3.

Ga verder in ribbelst en meerder als hiervoor in totaal 7-10-12-15-20-25 keer gemeerderd is in A.3 – er staan nu 248-272-288-312-352-392 st op de nld – en eindig na 1 nld av. Brei de volgende nld als volgt: zet de eerste 11-11-12-12-13-13 st op een hulpdraad voor de hals (brei ze eerst), ga verder met meerderen in A.3 en in ribbelst als hiervoor tot er 11-11-12-12-13-13 st over zijn op de nld, zet de laatste 11-11-12-12-13-13 st op een hulpdraad voor de hals (brei ze eerst). Keer, brei nu het werk heen en weer.

Ga verder en meerder in A.3 elke nld aan de goede kant, kant TEGELIJKERTIJD af aan elke kant langs de hals om de nld als volgt: 1 keer 2 st en 2 keer 1 st. Ga zo verder tot er in totaal 17-20-24-27-34-39 keer gemeerderd is in A.3 – er staan nu 298-322-352-376-430-470 st op de nld en het werk meet ongeveer 25-27-29-31-35-38 cm vanuit het midden en 50-54-58-62-70-76 cm in diameter.

Maat S-M-L-XL: kant de eerste 108-117-128-137 st af, zet de volgende 82-88-96-102 st op een hulpdraad en kant de laatste 108-117-128-137 st af. Knip de draad af. Brei 8-6-4-2 cm in ribbelst heen en weer over de 82-88-96 st aan de onderkant. Kant alle st af.

Maat XXL-XXXL: kant af als alle meerderingen gemaakt zijn.

Plaats een markeerder aan elke zijkant, 18-19-20-21-22-23 cm naar beneden vanaf de schouder, om aan te geven waar de mouwen later in de trui worden genaaid.

ACHTERPAND:
Zet op en brei als het voorpand tot er 14-17-21-24-31-36 keer gemeerderd is in A.3 – er staan 304-328-360-384-440-480 st op de nld, eindig met 1 nld av. Het werk meet ongeveer 23-25-27-30-33-36 cm vanuit het midden en 46-50-54-60-66-72 cm in diameter. Brei dan de volgende nld als volgt: kant de eerste 15-15-16-16-17-17 st op de nld af, ga verder in A.3 en meerder als hiervoor tot er 15-15-16-16-17-17 st over zijn op de nld en kant dan deze st af. Knip de draad af.

Brei dan het werk heen en weer tot er in totaal 17-20-24-27-34-39 keer gemeerderd is in A.3 – er zijn nu 298-322-352-376-430-470 st op de nld en het werk meet ongeveer 25-27-29-32-35-38 cm vanuit het midden en 50-54-58-64-70-76 cm in diameter.

Maat S-M-L-XL: kant af de eerste 108-117-128-137 st af, zet de volgende 82-88-96-102 st op een hulpdraad en kant de laatste 108-117-128-137 st af. Knip de draad af. Brei 8-6-4-2 cm in ribbelst heen en weer over de 82-88-96 st aan onderkant. Kant alle st af.

Maat XXL-XXXL: kant af als alle meerderingen gemaakt zijn.

Plaats een markeerder aan elke zijkant, 18-19-20-21-22-23 cm naar beneden vanaf de schouder, om aan te geven waar de mouwen later in de trui worden genaaid.

MOUW:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 32-34-36-38-40-42 st op (incl. 1 kant st aan elke kant) met rondbreinld 5 mm en Paris. Brei 16 ribbels, brei dan in tricotst met 1 kant st in ribbelst aan elke kant. Meerder bij een hoogte van 10 cm 1 st aan elke kant. Herhaal dit meerderen elke 2½-2½-2-2-1½-1½ cm nog 14-14-15-16-16-17 keer = 62-64-68-72-74-78 st. Kant af bij een hoogte van 48-47-46-44-42-40 cm (Minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders).
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de mouwen in de trui, tot de markeerders op het voorpand/achterpand. Naai de onderarmnaden en de zijnaden dicht naast de kant st, stop als er 20 cm over is aan de onderkant van het lijf = splitten.

HALSRAND:
Neem ongeveer 70 tot 86 st op (incl. st op hulpdraad) langs de hals met breinld zonder knop 5 mm. Brei 2 ribbels. Kant alle st af.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 2 r samen
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Morning Star

Nicole, France

A Star is born!

Angela, Germany

Laat een opmerking achter voor DROPS 167-4

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (58)

country flag Gisela wrote:

Hallo liebes Team, vielen Dank für Eure Hilfe. Wenn ich die Antwort richtig verstanden habe, ist A2 8x über alle Maschen mit den Zunahmen zu stricken und es geht dann weiter mit A3 über die ausgewählten Rapporte. Ist das so richtig? Oder ist A2 nur 4x über alle Maschen mit allen Zunahmen zu stricken? Vielen Dank für die Unterstützung.

31.01.2017 - 08:04

DROPS Design answered:

Liebe Gisela, es stimmt so, vergessen Sie nur nicht, in der nächsten Rd die Umschläge im ersten, dritten, fünften und siebten Rapport re verschränkt str (um Löcher zu vermeiden), in den anderen Rappporten die Umschläge re str (sodass sich Löcher ergeben). Viel Spaß beim stricken!

31.01.2017 - 09:30

country flag Gisela wrote:

Hallo liebes DROPS-Team, finde das Modell sehr schön, zumal es ein Pullover ist. Da würde ich mir noch mehr Modelle wünschen. Habe mich auch gleich ans Werk gemacht und das Blattmotiv fertig. Lt. Anleitung soll nun mit A2 weitergestrickt werden. Unklar ist mir dabei, wieviel mal A 2 gestrickt werden soll. Habe ich da evtl. etwas in der Anleitung übersehen? Gibt es weitere Videos wie A2 und A3 zu stricken sind? Vielen Dank für Eure Hilfe.

28.01.2017 - 19:25

DROPS Design answered:

Liebe Gisela, Sie stricken zuerst A.2 über A.1 (= 8 x wie mit A.2), dann stricken Sie A.3 nur über über den zweiten, vierten, sechsten und achten Rapport von A.2, und über die 4 letzten Rapporte von A.2 stricken Sie einfach Krausrechts, dh nur 4 x A.2 stricken dann bekommen Sie einen Quadrat. Viel Spaß beim stricken!

30.01.2017 - 11:31

country flag Claudine Bucaille wrote:

Désolée, j'ai trouver réponse à ma question , il se trouve que l'aiguille circulaire que j'utilise est trop petite (pas assez longue)

15.12.2016 - 01:22

country flag Claudine Bucaille wrote:

Je voudrais savoir comment procéder car après la rosace , rien ne va plus , ça ressemble à tout ce qu'on veut, sauf l'ébauche d'un pull , pourtant suis pas une débutante !! et je trouve pas de vidéo montrant comment procéder après la rosace !!!

14.12.2016 - 22:54

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bucaille, quand A.1 est terminé, on tricote ensuite A.2 puis A.3 au-dessus du 2ème, 4ème, 6ème et 8ème motif de A.2 seulement on augmente maintenant 8 m tous les 2 tours avec A.3 pour augmenter le carré. Une fois que le carré est fait, on va mettre les mailles de l'encolure en attente et continuer en aller-retour en formant l'encolure de chaque côté, puis en fonction de la taille, on continue un peu sur les mailles du bas ou bien on rabat toutes les mailles. Bon tricot!

15.12.2016 - 09:30

country flag Barbara Warnecke wrote:

Zu meinem Kommentar vom 03.08.2016 möchte ich noch folgende Frage hinzu fügen: Was mache ich falsch, wie bekomme ich das Motiv wie in der Abbildung zu sehen richtig schön hin, welche Stricknadelgröße, oder?

06.08.2016 - 10:59

DROPS Design answered:

Liebe Barbara, passen Sie die Nadelstärke so lange nach unten an, bis die Maschenprobe erreicht ist.

08.08.2016 - 09:16

country flag Barbara Warnecke wrote:

Wunderschönes Modell, allerdings bekomme ich das Motiv nicht hin. Habe mit Nadeln Nr. 5 versucht, das Blatt zu Stricken, bekomme nur große Löcher. Mit Nadeln 4 1/2 oder sogar 3 1/2 sind die Maschen genau so weit, so dass es nicht gut aussieht und kein Blatt zu erkennen ist.

03.08.2016 - 10:01

DROPS Design answered:

Liebe Barbara, Sie müssen die Nadelgrösse so lange anpassen, bis Sie die angegebene Maschenprobe erhalten.

08.08.2016 - 09:15

country flag Simona wrote:

Buongiorno, per cortesia, dove posso trovare le tabelle per le taglie dei vostri modelli? grazie Simona

21.07.2016 - 11:56

DROPS Design answered:

Buongiorno Simona. Nel diagramma in basso, alla fine delle spiegazioni del modello, trova le misure del capo espresse in cm. Confrontando queste misure con quelle di un indumento analogo e di cui è soddisfatta, dovrebbe riuscire ad individuare la taglia corretta da seguire. Buon lavoro!

21.07.2016 - 12:07

country flag Suzie wrote:

Hi, I'm loving this pattern so far, but I'm a little confused with the stitch count on the back, as for the smallest size it states that there are 304 sts after 14 increases in A.3, but I have 274 sts, which seems correct according the the increases and also seems correct as for the front there are 298 sts after 17 incs of A.3. Have missed something in the pattern or are the stitch counts quoted incorrectly? Many thanks, Suzie

08.07.2016 - 19:58

DROPS Design answered:

Dear Suzie, work back piece as on front until you have inc 7 times in A.3: 248 sts on needle - but now continue inc in A.3 (and do not dec for neckline on back piece) until a total of 14 inc in A.3 has been made, ie 7 more inc than on front piece: 7 inc x 8 sts inc on every inc row = 56 sts + 248 = 304 sts. When there were 298 sts on front piece, sts for neckline were already cast off, so that you don't have same amount of sts in the round. Happy knitting!

11.07.2016 - 08:41

country flag Suzie wrote:

Many thanks that all makes sense now!!

06.06.2016 - 16:30

country flag Suzie wrote:

Hi, I love this pattern it's so beautiful, but after row 21 is that the first row with a yarn over at the edge of the petal? So when I displace the start of the round I should do a stocking stitch over what was previously in the garter stitch section? Many thanks, Suzie

05.06.2016 - 11:00

DROPS Design answered:

Dear Suzie, you can slip the first st to keep K/P rounds as it should be. Happy knitting!

06.06.2016 - 09:44