DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Timeless Beauty Cardigan

Gebreid DROPS vest in ribbelst met kantpatroon en ronde pas, wordt van boven naar beneden gebreid van ”BabyAlpaca Silk”. Maat: S - XXXL.

DROPS 160-8
DROPS design: Model nr. bs-082
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio
300-350-400-400-450-500 gr. kleur nr. 1306, poeder

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst of 24 st x 48 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (80 cm) 2,5 mm – voor de randen in ribbelst.
DROPS PARELMOERKNOOP gebogen (wit), NR. 521: 5-5-5-5-6-6 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.9. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 st door 1 omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid recht (dus brei achter in de steek in plaats van voor in de steek) om gaatjes te voorkomen.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies, dus aan de rechterkant van het werk gezien aan de goede kant (dus gezien in de breirichting). 1 knoopsgat = brei de derde en vierde st vanaf de kant samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S: 2, 9, 16, 23 en 30 cm
MAAT M: 2, 9, 16, 23 en 30 cm
MAAT L: 2, 10, 18, 26 en 34 cm
MAAT XL: 2, 10, 18, 26 en 34 cm
MAAT XXL: 2, 9, 16, 23, 30 en 37 cm.
MAAT XXXL: 2, 9, 16, 23, 30 en 37 cm.
----------------------------------------------------------

VEST:
Wordt van boven naar beneden gebreid, heen en weer op de rondbreinld.

PAS:
Zet 133-141-157-161-161-177 st op (incl. 6 voorbies st aan elke kant) met rondbreinld 2,5 mm en BabyAlpaca Silk. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant. Brei 2 ribbels in RIBBELST heen en weer - zie uitleg boven! Denk om de KNOOPSGATEN op de rechtervoorbies - zie uitleg boven. Brei nu PATROON A.1 met 6 voorbies st in ribbelst aan elke kant (brei in de 9e nld de laatste st voor de voorbies recht) en meerder TEGELIJKERTIJD in de 3e nld in het telpatroon 18-20-30-32-32-34 st gelijkmatig - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN en meerder in de 11e nld 15-19-29-29-29-33 st gelijkmatig = 166-180-216-222-222-244 st. DENK OM DE STEKENVERHOUDING.
Als A.1 in de hoogte is gebreid, ga dan verder in ribbelst en plaats 10 markeerders in het werk als volgt: brei de eerste 16-18-18-21-21-23 st, plaats een markeerder en plaats de volgende markeerders steeds met 15-16-20-20-20-22 st ertussen; na de laatste markeerder zijn er 15-18-18-21-21-23 st over. Begin in de volgende nld aan de goede kant met meerderen. Meerder afwisselend links en rechts van de markeerders (= 10 keer meerderen). Meerder om de nld 0-2-0-3-7-7 keer, elke 4e nld 10-10-9-9-8-8 keer en elke 6e nld 5-5-7-7-7-8 keer = 316-350-376-412-442-474 st.
Meerder in de volgende nld aan de goede kant 7-3-9-1-3-9 st gelijkmatig = 323-353-385-413-445-483 st. Het werk meet ongeveer 19-20-21-22-23-24 cm. Brei in de volgende nld (= aan de verkeerde kant) als volgt: brei de eerste 51-55-61-66-72-80 st r (= voorpand), zet de volgende 66-72-76-80-84-88 st op een hulpdraad (= mouw), zet 10-10-10-12-12-12 nieuwe st op onder de mouw, brei de volgende 89-99-111-121-133-147 st (= achterpand), zet de volgende 66-72-76-80-84-88 st op een hulpdraad (= mouw), zet 10-10-10-12-12-12 nieuwe st op onder de mouw, brei de overgebleven 51-55-61-66-72-80 st (= voorpand).

LIJF:
Er zijn nu 211-229-253-277-301-331 st voor het lijf.
Ga nu verder met rondbreinld 3 mm. Brei dan als volgt: 6 voorbies st in ribbelst, A.2, herhaal A.3 tot er 12 st over zijn, A.4, 6 voorbies st in ribbelst. LET OP: brei de 6 voorbies st aan elke kant tot het werk klaar is. Als A.2-A.4 in de hoogte is gebreid, ga dan verder met A.5 (brei in de 7e nld de laatste st voor de voorbies recht). Brei dan A.6 en meerder 6-0-0-0-0-6 st gelijkmatig in de 1e nld (brei de laatste st voor de voorbies recht) = 217-229-253-277-301-337 st. Als A.6 in de hoogte is gebreid, ga dan verder met A.7 1 keer in de hoogte (brei in de 5e nld de laatste st voor de voorbies recht). Brei dan A.8 en meerder 4-8-8-8-8-4 st gelijkmatig in de 1e nld (brei de laatste st voor de voorbies recht) = 221-237-261-285-309-341 st.
Als A.X een keer in de hoogte is gebreid, herhaal dan A.X nog 0-0-0-0-1-1 keer en ga dan verder met de rest van het telpatroon. Ga nu verder met A.7 (brei de laatste st voor de voorbies recht). Brei dan als volgt: A.2, A.3 tot er 6 st over zijn voor de voorbies en meerder TEGELIJKERTIJD 2-4-4-4-4-2 st gelijkmatig in de 1e nld van A.3, A.4 = 223-241-265-289-313-343 st. Eindig met A.7 0-0-1-1-0-0 keer in de hoogte (brei in de 5e nld de laatste st voor de voorbies recht). Als het hele telpatroon in de hoogte is gebreid, brei dan 2 nld in tricotst naast de voorbies st en meerder TEGELIJKERTIJD in de nld aan de goede kant 17-20-23-25-27-27 st gelijkmatig = 240-261-288-314-340-370 st. Ga verder met rondbreinld 2,5 mm en brei 2 cm in ribbelst heen en weer. Kant af, afwisselend met 1 r en 1 av. Het werk meet ongeveer 54-55-58-59-65-66 cm.

MOUW:
Brei de mouw in RIBBELST heen en weer - zie uitleg boven – op de rondbreinld. Er zijn 66-72-76-80-84-88 st voor elke mouw. MEET NU DE WERK VAN HIER. Zet de st van de hulpdraad terug op de rondbreinld 2,5 mm en zet 6-6-6-7-7-7 nieuwe st op aan het einde van de volgende 2 nld = 78-84-88-94-98-102 st.
Minder als de mouw 4 cm meet 1 st naast de kant st aan elke kant van het werk door 2 r samen te breien. Herhaal dit minderen elke 1½-2-2½-3-3½-3½ cm nog 7-6-5-4-3-3 keer = 62-70-76-84-90-94 st. Brei bij een hoogte van 19 cm in alle maten als volgt: 1 kant st in ribbelst, A.9 tot er 1 st overblijft, 1 kant st in ribbelst. Als A.9 in de hoogte is gebreid, brei dan 1 ribbel. Kant losjes alle st af.
Brei nog een mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai onderarmnaden dicht in de buitenste lusjes van de kant st. Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de knopen aan op de linkervoorbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl, 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh, 1 omsl
symbols = 2 r samen, 1 omsl
symbols = 1 omsl, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = nld met meerderingen: meerder st gelijkmatig – zie uitleg in patroon.
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Timeless Beauty Cardigan

LaceKat, Hungary

Timeless Beauty Cardigan

Guilaine, France

Laat een opmerking achter voor DROPS 160-8

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (50)

country flag LOREDANA wrote:

Buon pomeriggio! ho letto la vostra risposta ma non mi trovo col numero di maglie.Sto realizzando una L,quindi ho sui ferri 253maglie,ne aumento 4 nel corso del primo ferro diagrammi A2-A3-A4,quindi siamo a 257 maglie alle quali tolgo le 12 del bordo e 7 A2 + 6 A4,restano 232 maglie che pero' non sono divisibili per 6 A3.Potete aiutarmi? Grazie ancora Loredana

16.07.2015 - 15:08

DROPS Design answered:

Buongiorno Loredana. Dopo aver lavorato i diag. A.2-A.4 la prima volta, lavora il diag. A.6, poi il diag. A.7, poi il diag. A.8 e qui aumenta 8 m (261 m in tutto); lavora poi il diag. A.x come indicato, poi il diag. A.7. Dopo A.7 lavora di nuovo i diag. A.2-A.4 e qui aumenta 4 m = 265 m. Toglie le 12 m dei bordi e le 13 m di A.2 e A.4 e rimangono 240 m, divisibile per 6. Ci riscriva se non è chiaro. Buon lavoro!

16.07.2015 - 15:22

country flag LOREDANA wrote:

Buongiorno!Sto iniziando a lavorare i vari diagrammi. Nei diagrammi A2-A3-A4 nel corso del primo ferro c'e' il simbolo che prevede aumenti,solo che nelle spiegazioni non sono indicate il numero di maglie da aumentare. Grazie per la vostra risposta Loredana

16.07.2015 - 13:26

DROPS Design answered:

Buongiorno Loredana. Aumenta nel diagramma A.3, quando questo viene lavorato dopo il diagramma A.7 e aumenta 2-4-4-4-4-2 m a intervalli regolari nel 1° ferro. Buon lavoro!

16.07.2015 - 13:42

country flag Maria Vallée wrote:

J'en suis à tricoter dos et devants : A2 répéter A3 jusqu'à ce qu'il reste 12 mailles or la grille de A3 est à cheval sur A2 et A4 comment procéder au 5e rang et 9e rang??

04.07.2015 - 10:10

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Vallée, A.2, A.3 et A.4 se tricotent comme dans la vidéo ci-dessous (dans la vidéo les diag. s'appellent A.1, A.2 et A.3 et on tricote 2 fois A.2). Bon tricot!

06.07.2015 - 09:48

country flag Silvia Gruesser Eppler wrote:

Muss man beim Beginn des Rumpfmusters nach den 7 Maschen Diagramm A2 dann nur noch A3 stricken od abwechslungswiese A2 und A3? Danke im Voraus fuer die Hilfe.

26.06.2015 - 03:39

DROPS Design answered:

Sie stricken nach A.2 nur A.3 und dann am Ende der R A.4 (+ die Blenden-M). Die Kommata in der Beschreibung trennen immer die einzelnen Musterabschnitte.

28.06.2015 - 19:26

country flag Loredana wrote:

Perfetto!!!! Grazie mille per la tempestività' nella risposta. Loredana

24.06.2015 - 19:12

country flag Loredana wrote:

Buonasera! Aumentare alternativamente a destra e a sinistra di ogni segno (= 10 aumenti). Aumentare ogni 4 ferri 9 volte e ogni 6 ferri 7 volte( L ) Questo significa che se al primo segno aumento a destra e al secondo a sinistra ecc..devo per tutte le 9 volte ed in seguito per le altre 7 volte aumentare al primo segno a destra,al secondo segno a sinistra,al terzo a destra ecc? Grazie per vostra risposta. Loredana

24.06.2015 - 16:58

DROPS Design answered:

Buonasera Loredana. Deve aumentare: la prima volta alla destra di ognuno dei 10 segni; la seconda volta alla sinistra di ognuno dei 10 segni; la terza a destra, la quarta a sinistra e così via. Buon lavoro!

24.06.2015 - 17:21

country flag Jane Black wrote:

Hej Vil gerne lave denne jakke. Men har læst og gransket opskriften, kan ikke finde ud af hvor og hvordan jeg laver de 3 hul rk pinde?

23.05.2015 - 06:41

DROPS Design answered:

Hej Jane, jeg er ikke helt sikker på hvilke 3 hul rk pinde du mener.... Men alt står i opskriften, så begynd der hvor der står BÆRESTK og følg opskriften som strikkes ovenfra og ned. God fornøjelse!

25.05.2015 - 09:59

country flag Angelika Moebius wrote:

Vielen Dank für Ihre nette Hilfe

27.04.2015 - 23:08

country flag Angelika Moebius wrote:

Danke für die Antwort, ich stricke Groesse S

25.04.2015 - 14:41

DROPS Design answered:

In der Hin-R nach dem Setzen der Markierer nehmen Sie an jedem Markierer 1 M zu, und zwar an der rechten Seite jedes Markierers (= 10 M zugenommen). Dann stricken Sie in der nächsten 4. R die Zunahmen diesmal an der linken Seite jedes Markierers (= 10 M zugenommen). Beim nächsten Mal wieder in der nächsten 4. R an der rechten Seite jedes Markierers (= 10 M zugenommen), usw. abwechselnd rechts und links in jeder 4. R, bis Sie insgesamt in 10 R zugenommen haben (immer in jeder 4. R, = 100 M zugenommen). Dann arbeiten Sie die Zunahmen so weiter, nur nun in jeder 6. R, bis Sie in 5 R zugenommen haben (= weitere 50 M zugenommen). Damit kommen Sie auf 316 M (166 M + 150 M).

26.04.2015 - 20:47

country flag Angelika Möbius wrote:

Ich verstehe nicht , wieviel mal und wieviele Reihen an den 10 Markierern zugenommen werden muß und wie man auf die zuletzt angegebene Maschenzahl kommt beim Stricken der Passe.

21.04.2015 - 19:32

DROPS Design answered:

Liebe Frau Möbius, welche Größe stricken Sie denn? Das wäre hilfreich zu wissen, um Ihnen besser erklären zu können, wie oft Sie in welchen R zunehmen müssen.

23.04.2015 - 23:04