DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 161-17
DROPS design: Model nr. ks-102
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS KID-SILK van Garnstudio
100-125-125-150-150-175 kleur nr. 08, grijsblauw

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3,5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 23 st x 30 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS PARELMOERKNOOP: rond (blauw), NR. 621: 5 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 18.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.4. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies. 1 knoopsgat = brei de derde en vierde st vanaf de kant samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S: 6, 13, 20, 27 en 34 cm
MAAT M: 7, 14, 21, 28 en 36 cm
MAAT L: 8, 16, 23, 31 en 38 cm
MAAT XL: 9, 16, 24, 31 en 39 cm
MAAT XXL: 9, 17, 25, 33 en 41 cm
MAAT XXXL: 9, 18, 26, 35 en 43 cm
----------------------------------------------------------

VEST:
Wordt heen en weer gebreid in delen en later in elkaar genaaid.

ACHTERPAND:
Zet 163-195-195-227-227-259 st op met Kid-Silk (incl. 1 kant st in ribbelst aan elke kant) en rondbreinld 3,5 mm. Brei 2 ribbels in RIBBELST heen en weer - zie uitleg boven! Brei nu in PATROON als volgt aan de goede kant: 1 kant st in ribbelst, A.1 (= 16 st in de 1e nld) 10-12-12-14-14-16 keer in de breedte, 1 st in tricotst, 1 kant st in ribbelst. Als A.1 in de hoogte klaar is, zijn er 103-123-123-143-143-163 st over.
Ga verder in patroon maar brei nu A.2 boven A.1. DENK OM DE STEKENVERHOUDING. Zet bij een hoogte van 26-27-28-29-30-31 cm vanaf de opzetrand – pas zo aan dat het na een hele patroonherhaling in de hoogte is – nieuwe st op voor de mouwen aan het einde van elke nld aan elke kant als volgt: 2 keer 2 st, 1 keer 4 st, 3 keer 6 st en 1 keer 28-18-23-13-18-8 st = 211-211-221-221-231-231 st. Brei de nieuw opgezette st in tricotst tot er genoeg st zijn voor een nieuwe herhaling van A.2 in de breedte. Ga nu verder in patroon als volgt aan de goede kant: 5 st in ribbelst, A.3 0-0-1-1-0-0 keer in breedte, A.2 20-20-20-20-22-22 keer in de breedte, A.4 0-0-1-1-0-0 keer in breedte, 1-1-0-0-1-1 st in tricotst, 5 st in ribbelst. Brei tot een hoogte van 45-47-49-51-53-55 cm – pas zo aan dat het na een hele patroonherhaling in de hoogte is – en kant dan af voor de hals en brei TEGELIJKERTIJD de schuining voor de schouder:

LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Brei de eerste 88-88-93-93-98-98 st, kant de volgende 35 st af voor de hals en brei de overgebleven 88-88-93-93-98-98 st. Brei dan de linkerschouder als volgt: ga verder in patroon als hiervoor met 1 kant st in ribbelst langs de de hals. LET OP: brei de st die niet meer in het patroon passen in tricotst. Minder in de volgende nld langs de hals 1 st door 2 r samen te breien = 87-87-92-92-97-97 st. Brei TEGELIJKERTIJD over de st tot er 1 patroonherhaling over is voor de 5 st in ribbelst aan de zijkant van de mouw, keer en brei de teruggaande nld. Ga zo verder en brei 1 patroonherhaling minder richting de mouw elke nld aan de goede kant. Brei bij een hoogte van 48-50-52-54-56-58 cm in totaal – pas zo aan dat het een hele patroonherhaling in de hoogte is - 1 ribbel over alle st. Kant losjes alle st af. Brei de andere schouder op dezelfde manier maar in spiegelbeeld.

RECHTERVOORPAND:
Zet 87-103-103-119-119-135 st op (incl. 1 kant st aan de zijkant en 5 voorbies st middenvoor) met rondbreinld 3,5 mm en Kid-Silk. Brei 2 ribbels heen en weer. Brei in de volgende nld als volgt: 5 voorbies st in ribbelst, herhaal A.1 tot er 2 st over zijn, 1 st in tricotst en 1 kant st in ribbelst. Ga zo verder heen en weer. DENK OM DE KNOOPSGATEN! Als A.1 in de hoogte is gebreid, staan er 57-67-67-77-77-87 st op de nld. Ga nu verder in patroon op dezelfde manier maar brei nu A.2 boven A.1.Zet bij een hoogte van 26-27-28-29-30-31 cm (pas zo aan dat het na een hele patroonherhaling is en pas aan het achterpand aan) nieuwe st op voor de mouw als volgt: 2 keer 2 st, 1 keer 4 st, 3 keer 6 st en 1 keer 28-18-23-13-18-8 st = 111-111-116-116-121-121 st - LET OP - Brei de nieuw opgezette st in tricotst tot er genoeg st zijn voor een nieuwe herhaling van A.2 in de breedte.
Brei nu in patroon als volgt: 5 voorbies st in ribbelst, A.2 10-10-10-10-11-11 keer in de breedte, 1-1-0-0-1-1 st in tricotst, A.4 0-0-1-1-0-0 keer in de breedte, 5 st in ribbelst. Brei bij een hoogte van 35-37-39-40-42-44 cm de eerste 20 st voor alle maten en zet ze dan op een hulpdraad voor de hals. Ga verder in patroon als hiervoor maar brei de st langs de hals in ribbelst, en kant TEGELIJKERTIJD af elke nld langs de hals als volgt: 2 keer 2 st = 87-87-92-92-97-97 st. Brei bij een hoogte van 45-47-49-51-53-55 cm – pas zo aan dat het na een hele herhaling in de hoogte is en pas aan het achterpand aan – 1 patroonherhaling minder elke nld richting de mouw op dezelfde manier als op het achterpand. Brei tot een hoogte van 48-50-52-54-56-58 cm in totaal – pas zo aan dat het na een hele patroonherhaling is en pas aan het achterpand aan – en brei dan 1 ribbel over alle st. Kant losjes alle st af.

LINKERVOORPAND:
Zet op en brei als het rechtervoorpand maar in spiegelbeeld. Dus brei de 1e nld in patroon als volgt: 1 kant st in ribbelst, herhaal A.1 tot er 6 st over zijn, 1 st in tricotst en 5 voorbies st in ribbelst. Als A.1 in de hoogte is gebreid, ga dan verder met A.2 boven A.1.
Zet nu nieuwe st op voor de mouw aan het einde van de nld aan de verkeerde kant = 111-111-116-116-121-121 st. Ga verder in patroon als volgt aan de goede kant: 5 st in ribbelst, A.3 0-0-1-1-0-0 keer, A.2 tot er 6 st over zijn, 1 st in tricotst, 5 voorbies st in ribbelst. Ga verder als op het rechtervoorpand en brei een ribbel over alle st bij een hoogte van 48-50-52-54-56-58 cm. Kant alle st af.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de onderarm- en de zijnaden samen naast de kant st.

HALSRAND:
Neem aan de goede kant ongeveer 120-130 st op (incl. de st op de hulpdraden) met rondbreinld 3,5 mm. Brei 2 ribbels heen en weer op de nld, kant dan losjes alle st af.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 161-17

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (13)

country flag Jan Steele wrote:

When your materials state the amounts below eg 100-125-... does that mean yards or metres, many thanks Materials: DROPS KID-SILK from Garnstudio 100-125-125-150-150-175 color no 08, gray blue

05.09.2021 - 12:57

DROPS Design answered:

Dear Jan, we always state the amount of each yarn for each size in gr. This is also approximate, since we take into account full balls of yarns (for example, from 100 to 125, which would be 1 more ball of 25gr, but you may not need to use the full ball),

05.09.2021 - 16:27

country flag Linda Briere wrote:

Je veux faire ce modèle mais je ne comprends pas combien de balle de kid silk il me faut pour la grandeur xxxl merci de m'aider!

04.03.2021 - 22:39

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Briere, en taille XXXL, il faut 175 g DROPS Kid-Silk /25 g la pelote = 7 pelotes DROPS Kid-Silk. Bon tricot!

05.03.2021 - 07:40

country flag Caro wrote:

Graag uitleg bij het achterpand bij deze zin: “ Brei TEGELIJKERTIJD over de st tot er 1 patroonherhaling over is voor de 5 st in ribbelst aan de zijkant van de mouw, keer en brei de teruggaande nld.” Wat wordt bedoeld met “tot er 1 patroonherhaling over is”? Als ik keer dan blijven er 15 st over op de naald (incl 5 st ribbelsteek?). Hoeveel steken moet ik in totaal overhouden aan de schouder?

23.02.2021 - 15:27

country flag Lisa Mortensen wrote:

Skal de masker før jeg vender, blive ved med at blive på den anden pind, så arbejdet er delt og først til sidst når arbejdet måler den færdige højde, strikkes alle masker over hele pinden?

07.03.2016 - 20:40

DROPS Design answered:

Hej Lisa, Ja du strikker de vendinger som der står i opskriften (lader de andre masker sidde på pinden) og når du er klar med vendingerne strikker du over alle masker igen. Bare følg opskriften. Se også gerne vor video med vendepinde, så du kan se effekten af vendepindene. God fornøjelse!

08.03.2016 - 08:57

country flag Lisa Mortensen wrote:

Det kan godt være jeg er lidt tungnem. Hihi. Jeg forstår det stadigvæk væk ikke 😢😢 De masker der ikke er strikket før vendingen, hvad skal der ske med dem på næste pind ? fra retsiden.?Hvornår og hvordan skal de strikkes? Og flytter det sig, så der på næste pind skal vendes når der mangler 2 rapporter og de 5 kantmasker?

07.03.2016 - 20:34

DROPS Design answered:

Se her hvordan det ser ud når du strikker vendepinde:

DROPS Knitting Tutorial: How to work short rows basic from Garnstudio Drops design on Vimeo.

08.03.2016 - 08:59

country flag Lisa Mortensen wrote:

Hej igen. Jeg har et spørgsmål mere. Når jeg har vendt og strikket vrangsiden, skal jeg så ikke strikke hele næste retpind helt ud til kanten ? Eller skal jeg vende igen når der mangler 1 rapport (6 masker) + de 5 ret masker ? Hvis det sidste, bliver det så ikke helt skævt?

06.03.2016 - 22:04

DROPS Design answered:

Hej, nej det er kun mod ærmet du hopper over en rapport, du gør det for at skulderen skal blive skrå. God fornøjelse!

07.03.2016 - 14:59

country flag Lisa Mortensen wrote:

Hej. Afsnit før du strikker videre. Hvad menes der med : strik til en rapport tilbage før de 5 m. Vend og strik? Skal jeg vende når der er de 5 masker tilbage? Og hvad menes der med : Fortsæt således og strik 1 rapport mindre mod ærmet på hver p fra retsiden? Mvh Lisa

01.03.2016 - 22:03

DROPS Design answered:

Hej Lisa, Ja du vender og strikker tilbage før de yderste 5 m retstrik, næste gang du kommer til den side, vender du før sidste rapport af diagrammet (vendepinde) og fortsætter således. Se også vor video over vendepinde.

02.03.2016 - 14:07

country flag Camilla wrote:

I've completed the A1 diagram for the back. What does it mean to "Continue pattern but now work A.2 over A.1."? Thank you.

15.08.2015 - 23:47

DROPS Design answered:

Dear Camilla, when you have worked A.1 one time in height, you have 10 sts in each repetition, now work the 10 sts in A.2 accross, ie over A.1: 1 edge st, 10-16 times (see size) A.2 in width, 1 st in st st, 1 edge st. Happy knitting!

17.08.2015 - 09:32

country flag Karin Swahn wrote:

Hur stickar man bakstycket vid halsringen? Sticka över m tills? står det i mönstret

12.02.2015 - 15:39

DROPS Design answered:

Hej Karin, Du stickar fram tills det återstår.... osv. Lycka till!

26.05.2015 - 15:53

country flag ADEL wrote:

Bonjour ou bonsoir, Voilà je suis une personne qui aime tricoter, vos modéles me plaisent énormément mais il y a un probléme, à notre niveau on n'a pas les aiguilles circulaires alors j'aurai aimé avoir si c'est possible les explications pour le tricotage aux aiguilles normales pour les ouvrages DOPS 160-18 modéle n° r-672 et DOPS 161-17 modéle n°ks-102 et merci.

27.01.2015 - 14:06

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Adel, certains modèles (celui-ci par ex) se tricote en allers et retours sur aig. circulaire pour avoir suffisamment de place pour y loger toutes les mailles, vous pouvez ainsi utiliser des aig. droites, vos mailles seront juste plus serrées, pensez bien à vérifier et conserver la bonne tension. Pour tricoter en allers et retours un modèle prévu en rond, répartissez le nbe de m pour chaque pièce, ajoutez les m lis et adaptez les explications si nécessaire. Vous trouverez également sous l'onglet "vidéo" à droite de la photo comment utiliser les aig. circulaires (plus simple), essayez, beaucoup les ont finalement adoptées après essai. Bon tricot!

27.01.2015 - 15:18