DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Emily Stripes

DROPS Meisjestrui met raglanmouwen, strepen en een gehaakt vierkant van "Paris". Maat 5/6 jaar - 13/14 jaar.

DROPS 89-5
Maat:
5/6 jaar- 7/8 jaar- 9/10 jaar-11/12 jaar-13/14 jaar
Vergelijkbaar met: 110/116-122/128-134/140-146/152-158/164 cm.
Materialen: DROPS Paris van Garnstudio
100-100-150-150-150 gr nr. 33, roze
100-100-150-150-150 gr nr. 26, beige
100-100-100-100-150 gr nr. 20, lichtroze
100-100-100-100-100 gr nr. 01, abrikoos
50-100-100-100-100 gr nr. 27, perzik
50- 50- 50- 50- 50 gr nr. 06, cerise

DROPS Rondbreinld 4mm en 5mm.
DROPS Mouwenbreinld 4mm en 5mm.
DROPS Haaknld 5mm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 13.00€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

TRUI:

Steekverhouding: 17 st x 22 nld op breinld 5mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Boordst: * 2 r, 2 av *, herhaal steeds *-*.

Motief: zie de teltekening M.1. De teltekening geeft het motief aan van de goede kant. De teltekening in tricotst breien. NB: Alle strepen worden over 9 nld gebreid.

Ribbelst (heen en weer): Alle naalden recht breien.

Tips voor het minderen (geldt bij de raglanmouwen):
Minder in elke overgang tussen mouw en panden als volgt:
Op de goede kant (begin 2 st voor de merkdraad): Brei de 2 st r samen, (merkdraad), haal 1 st r af de breinld, 1 r, haal de afgeh st daarover.
Op de verkeerde kant (begin 2 st voor de merkdraad): Bei de 2 st verdraait av samen, (merkdraad), 2 st av samen breien.

Tips voor het breien: Let op: Als uw steekverhouding niet klopt in de hoogte, d.w.z. als er meer dan 17 nld op 10 cm zitten, wordt de raglan te kort en het armsgat te klein. U kunt dit compenseren door hier en daar, tussen de nld met minderingen, een extra nld te breien zonder te minderen.

Panden: Zet 124-128-144-152-164 st op met rondbreinld 4mm en beige. Brei 1 nld r in het rond. Brei vervolgens 4 cm Boordst. Plaats dan 1 merkdraad aan de weerskanten. Wissel naar rondbreinld 5mm en brei door in tricotst volgens teltekening M.1 – zie de Beschrijving. Let op de steekverhouding!

Lees a.u.b. het volgende stukje voordat u doorgaat met het breien.
Ruimte voor het gehaakte vierkant: Brei bij een hoogte van 10-13-11-12-10 cm 1 nld r, maar de middelste 28-28-32-32-38 st in het voorpand in av breien. Kant in de volgende nld de middelste 26-26-30-30-36 st in het voorpand af (Hier wordt het vierkant ingezet) = 98-102-114-122-128 st. Brei door in tricotst heen en weer op de breinld met 1 ribbelst aan de weerskanten (= kantst om de vierkant vast aan te naaien). Zet bij een hoogte van 25-28-29-30-31 cm 26-26-30-30-36 nieuwe st op in het midden van het voorpand (boven de afgekante st) = 124-128-144-152-164 st. Brei door in het rond en brei tegelijkertijd de middelste 28-28-32-32-38 st av in de 1e nld (de overige st in tricotst breien). Brei vervolgens door in tricotst over alle st.
Armsgaten: Kant bij een hoogte van 27-30-31-32-33 cm 6 st af aan de weerskanten voor de armsgaten (dwz 3 st aan elke zijde van beide merkdraden) = 56-58-66-70-76 st op het voor- en achterpand. Leg het werk terzijde en brei de mouwen.

Mouw: Zet 32-36-36-40-40 st op met mouwenbreinld 4mm en beige en brei 1 nld r in het rond. Brei vervolgens 4 cm Boordst. Wissel naar mouwenbreinld 5mm en brei door in tricotst en volgens teltekening M.1(M.1 wordt gebreid totdat de mouwen samen met de panden worden gezet). Meerder vanaf een hoogte van 6 cm 2 st in het midden van de ondermouw bij elke 4½ -5-5-5-4½ cm x 7-7-8-8-10 = 46-50-52-56-60 st. Kant bij een hoogte van ca 36-40-44-46-50 cm (zorg ervoor dat de huidige kleur van de streep op de mouw klopt met de kleur van de streep op de panden. Vermijd om een te brede streep in het midden van de mouw te krijgen) 6 st af van het midden van de ondermouw = 40-44-46-50-54 st. Leg het werk terzijde en brei nog 1 mouw.

Pas: Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als de panden boven de afgekante st voor de armsgaten = totaal 192-204-224-240-260 st. Plaats 1 merkdraad in elke overgang tussen de mouwen en de panden (= 4 merkdraden).

Lees a.u.b. het volgende stukje voordat u doorgaat met het breien.
Raglanmouwen: Lees Tips voor het breien! Minder 1 st aan elke kant van alle merkdraden (= 8 x minderen per nld). Minder in elke 2e nld – zie Tips voor het minderen: x 15-15-16-16-16 en vervolgens in elke nld: x 0-2-2-4-6.
Hals: Plaats tegelijkertijd bij een hoogte van 37-39-41-43-45 cm de middelste 12-14-14-16-16 st van het voorpand op 1 draad (of extra breinld) voor de hals. Kant daarbij af aan de halszijden in elke 2e nld: 2 st x 2-0-0-0-0 en 1 st x 2-6-6-6-6.
Als de minderingen voor de raglan en de hals zijn afgerond, staan er totaal 48-42-54-52-56 st op de breinld.

Hals: Neem ca 24 tot 30 st op (incl. de st van de draad) van de hals voorin met roze en plaats alle st op een mouwenbreinld 4mm = ca 66 tot 86 st. Brei 1 nld tricotst en pas tegelijkertijd het aantal st aan naar totaal 65-72-72-78-80 st. Brei 5 nld tricotst en kant vervolgens losjes af. NB: Omdat deze rand niet te strak mag zijn, maak dan tegelijkertijd met het afkanten 1 omsl na ca elke 4e st (kant ook de omsl af).

Afwerken: Sluit de naden in de oksels.




GEHAAKT VIERKANT:

Steekverhouding: 1 gehaakt vierkant met 6 tr gehaakt met haaknld 5mm = ca 18 x 18 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Info haken: Het eerste stk van elke tr met 3 l vervangen.

Kleurvolgorde: 1e tr = perzik, 2e tr = abrikoos, 3e tr = beige, 4e tr = lichtroze, 5e tr = roze en de 6e tr = cerise. Als nodig, begin opnieuw met de kleuren in dezelfde volgorde.

NB: Neem het draadeinde mee bij elke wisseling van kleur. Dan hoeft u bij het afwerken niet veel draden te hechten.

Gehaakte vierkant: Lees Info haken!
Haak 4 l met haaknld 5mm en perzik. Sluit deze tot 1 ring met 1 hv. Haak door als volgt: (Zie de kleurvolgorde hierboven)
1e tr: * 3 stk om de ring, 2 l *, herhaal steeds *-* x 4 en eindig met 1 hv in de 3e l van het begin van de tr. Wissel van kleur.
2e tr: 4 l, * 3 stk om het volgende l-boogje, 2 l, 3 stk om hetzelfde l-boogje, 1 l * herhaal steeds *-* x 3. Eindig met 3 stk om het laatste l-boogje, 2 l en 2 stk om hetzelfde l-boogje en 1 hv om de 3e l van het begin van de tr. Wissel van kleur.
3e tr: * 3 stk om het volgende l-boogje, 1 l, 3 stk om het volgende l-boogje, 2 l, 3 stk om hetzelfde l-boogje, 1 l *, herhaal steeds *-* x 3. Eindig met 3 stk om het volgende l-boogje, 1 l, 3 stk om het volgende l-boogje, 2 l, 3 stk om hetzelfde l-boogje, 1 l en 1 hv in de 3e l van het begin van de tr. Knip de draad af.
Haak door op deze manier met 2 stk-groepen in elke hoek en 2 l tussen deze stk-groepen. 1 stk-groep in de overige l-boogjes met 1 l ertussen.
Eindig het vierkant een breedte x hoogte van: 15x15-15x15-18x18-18x18-21x21 cm heeft. Hecht alle draden stevig af. Naai het vierkant vast voor de opening in de trui. Naai met kleine matrasst rand aan rand, zodat de naad mooi en strak wordt.

Telpatroon

symbols = beige
symbols = abricoos
symbols = cerise
symbols = roze
symbols = lichtroze
symbols = perzik
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 89-5

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (6)

country flag Pia wrote:

Hur vet man hur många varv man stickar av varje färg? Står ju bara att sticka enl M1

24.03.2024 - 08:24

DROPS Design answered:

Hej Pia - Mönster: Se diagram M.1 - Obs: varje rand stickas över 9 v.

03.04.2024 - 15:00

country flag Pia Lüders wrote:

Wie ist die Farbreihenfolge im Vorderteil-Rückenteil.?Vielen Dank

17.03.2024 - 18:03

DROPS Design answered:

Liebe Frau Lüders, das finden Sie mit Diagram M.1 - siehe rechts von der Maßskizze. Viel Spaß beim Stricken!

18.03.2024 - 09:30

country flag Float wrote:

Gibt es ein Video oder genauer erklärte Anleitung wie man den Halsausschnitt strickt?

07.10.2018 - 20:12

DROPS Design answered:

Liebe Frau Float, die mittleren Maschen für den Halsausschnitt legen Sie still, und dann weiter hin und zurück stricken - Begin/Ende der Reihen ist jetzt am Hals - gleichzeitig ketten Sie weitere Maschen für den Neck am Anfang jeder Reihe auf beiden Seiten (Hin sowie Rückreihen). Viel Spaß beim stricken!

08.10.2018 - 09:16

country flag Julia Glas wrote:

Wenn ich die Länge stricke, die angegeben ist, ende ich mit unterschiedlichen Farben. Habe Größe 5/6 Jahre gestrickt ( vielleicht passt es bei den anderen Größen). Wenn ich die Ärmel fertig habe und alles auf eine Nadel nehme, muss es farblich passen. Das tut es aber nicht. Entweder müssen die Ärmel kürzer gestrickt werden, oder der Körper länger. Habe mich dann logischerweise für den längeren Körper entschieden. Aber wäre super wenn man dass nochmal genau nachprüfen und korrigieren könnte.

05.10.2015 - 09:18

DROPS Design answered:

Wie gesagt, wenn Sie sich den Pulli anschauen, sehen Sie, dass die Ärmel vor der Passe nicht mit der gleichen Farbe enden wie das Rumpfteil. Wichtig ist, dass Sie bei Ärmel und Rumpf jeweils einen Farbstreifen zu Ende gestrickt haben (in dieser Hinsicht müssen Sie die Länge tatsächlich anpassen), dann stricken Sie mit der nächsten Farbe weiter, am Rumpfteil folgt diese neue gemeinsame Farbe dann auf eine andere Farbe als an den Ärmeln.

07.10.2015 - 10:26

country flag Julia Glas wrote:

Leider passen die Streifen der Ärmel und des Pulloverunterteils nicht überein. Bitte einmal überprüfen.

27.09.2015 - 18:39

DROPS Design answered:

Wenn Sie beim Foto genau hinschauen, sehen Sie, dass Unterteil und Ärmel unten beginnend noch gleich sind. Die Ärmel sind aber länger als das Pulloverunterteil, darum sind dort mehr Streifen zu sehen.

03.10.2015 - 10:50

country flag Julia Glas wrote:

Leider passen die Streifen der Ärmel und des Pulloverunterteils nicht überein. Bitte einmal überprüfen.

27.09.2015 - 10:38