DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Oliver Twist

Gebreide spencer / slip-over met V-hals en kabels in DROPS BabyAlpaca Silk. Maat kinderen 3 tot 12 jaar.

DROPS Children 23-18
DROPS design: Model nr. BS-003-bn
Garengroep A
---------------------------------------------------------
Maat: 3/4 - 5/6 - 7/8 - 9/10 - 11/12 jaar
Maat in cm: 98/104 - 110/116 - 122/128 - 134/140 - 146/152
Materiaal:
DROPS BABYALPACA SILK van Garnstudio
150-150-200-200-250 gr. kleur nr. 0100, naturel
50 gr voor alle maten in kleur nr. 6935, marineblauw

DROPS RONDBREINLD (60 cm) 3 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (60 cm) 2.5 mm - voor de boordsteek.
---------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.3. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de hals op het voorpand):
Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt naast alle st in A.2 (= 19 st).
RECHTER VOORPAND: minder als volgt na A.2: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
LINKER VOORPAND: Minder als volgt als 2 st over voor A.2: 2 st recht samen.
---------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld.
Zet 160-175-185-200-215 st op met rondbreinld 2.5 mm en naturel. Brei boordsteek = 3 st recht/2 st av. Brei na 6 nld naturel, 2 nld marineblauw, dan 2 nld naturel, 2 nld marineblauw en 2 nld naturel. Het werk meet ongeveer 4 cm.
Ga verder met rondbreinld 3 mm, eindig het werk met naturel. Brei de eerste nld als volgt: 2-3-0-1-3 st r, plaats een markeerder (= de zijkant), 11-15-18-22-25 st r, * 2 st av, 1 st r, brei 2 st r in de volgende st, 1 st r (dus de 3 st r van de boordsteek worden 4 st r) *, herhaal van *-* in totaal 5 keer, 2 st av, 8 st r (= middenvoor), herhaal van *-* 5 keer, 2 st av, 11-15-18-22-25 st r, plaats een markeerder (= de andere zijkant), brei tot de eerste markeerder aan de zijkant (= 76-83-87-94-103 st) - en minder TEGELIJKERTIJD 4-3-1-0-3 st gelijkmatig.
Er staan nu 166-182-194-210-222 st op de nld - 94-102-108-116-122 st op het voorpand en 72-80-86-94-100 st op het achterpand. Brei dan als volgt: 11-15-18-22-25 st in tricotst, A.1 (= 12 st), A.2 (= 48 st), A.3 (= 12 st), 11-15-18-22-25 st in tricotst (markeerder) en 72-80-86-94-100 st in tricotst (= achterpand). DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Ga zo verder in patroon tot A.2 in totaal 4-4-5-5-5 keer in de hoogte is gebreid (het werk meet ongeveer 24-24-29-29-29 cm). Brei het patroon nog een keer tot de nld gemarkeerd met een pijl. Brei de nld met de pijl volgens het telpatroon maar brei als volgt over de middelste 8 st: Zet 4 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, brei 1 st r van de kabelnld samen met 1 st van de nld, doe dit met alle 4 st op de kabelnld, dus de middelste 8 st worden geminderd naar 4 st. Brei de rest van de nld als hiervoor tot er 3 st over zijn.
Kant nu af voor de armsgaten en de hals als volgt: kant de eerste 6 st af (dus de 3 laatste st en de 3 eerste st op de nld), brei de volgende 39-43-46-50-53 st als hiervoor, kant de volgende 6 st af (= middenvoor), brei de volgende 39-43-46-50-53 st als hiervoor, kant 6 st af (= armsgat), brei de rest van de nld (= 66-74-80-88-94 st). Brei het voorpand en achterpand apart verder.

ACHTERPAND:
= 66-74-80-88-94 st.
Ga verder in tricotst – kant TEGELIJKERTIJD af voor de armsgaten aan het begin van elke nld aan elke kant: 0-1-1-2-2 keer 2 st en 4-4-4-3-3 keer 1 st = 58-62-68-74-80 st over op de nld. Ga verder in tricotst maar brei de buitenste st aan elke kant recht elke nld. Kant bij een hoogte van ongeveer 37-38-44-45-47 cm de middelste 22-22-24-26-28 st af voor de hals en eindig elke schouder apart. Kant dan elke nld af langs de hals: 2 keer 1 st = 16-18-20-22-24 st over voor de schouder. Kant af bij een totale hoogte van ongeveer 39-40-46-47-49 cm.

LINKER VOORPAND:
= 39-43-46-50-53 st.
Ga verder in patroon als hiervoor maar ga alleen over A.2 verder met de laatste 4 nld in het telpatroon – de buitenste st middenvoor worden alle nld r gebreid. Kant TEGELIJKERTIJD af voor het armsgat en minder voor de hals als op het achterpand – ZIE TIP VOOR HET MINDEREN! Herhaal het minderen voor de hals elke nld aan de goede kant tot er 22-24-26-28-30 st over zijn op de nld. Brei als volgt (gezien aan de goede kant): 1 st r alle nld, 2-4-6-8-10 st in tricotst en A.2 als hiervoor. Minder bij een hoogte van ongeveer 39-40-46-47-49 cm (pas aan het achterpand aan) alle 4 st r in A.2 naar 2 st r (dus brei de st 2 aan 2 r samen) = 16-18-20-22-24 st. Kant in de volgende nld (= verkeerde kant) alle st af met recht boven recht en averecht boven averecht.

RECHTER VOORPAND:
Brei als het linker voorpand maar in spiegelbeeld.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen.

HALSRAND:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld 2.5 mm vanaf middenvoor. Neem st op aan de linkerkant van de 6 afgekante st middenvoor - neem op met naturel naast 1 st: ongeveer 30-40 st tot de schouder, dan ongeveer 26-32 st langs de hals op het achterpand en 30-40 st naar beneden langs de andere kant van de hals (neem geen st op over de 6 afgekante st middenvoor) = ongeveer 86-112 st. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant. Brei dan 1 nld recht aan de goede kant en meerder TEGELIJKERTIJD gelijkmatig naar 105-110-115-120-125 st. Brei de volgende nld als volgt aan de verkeerde kant: 1 st r op alle nld, * 3 st av, 2 st r *, herhaal van *-* tot er 4 st over zijn, 3 st av en 1 st r op alle nld. Brei aan de goede kant als volgt: 1 st r, * 3 st recht, 2 st av *, herhaal van *-*, eindig met 3 st recht en 1 st r. Brei in totaal 4 nld in boordsteek, ga dan verder met marineblauw, brei 1 nld boordsteek (aan de verkeerde kant), kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht. De halsrand meet ongeveer 2.5 cm in de breedte.
Leg het linker deel van de halsrand over het rechter deel en zet vast richting de 6 afgekante st aan de onderkant van de hals.

RANDEN LANGS DE ARMSGATEN:
Neem ongeveer 65-90 st op langs een armsgat met breinld zonder knop 2.5 mm en naturel. Brei 1 nld av, brei dan 1 nld recht en pas TEGELIJKERTIJD het aantal st aan naar 75-80-85-90-100 st. Ga 4 nld verder in boordsteek = 3 st recht/2 st av. Ga verder met marineblauw, brei 1 nld in boordsteek en kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht. Brei op dezelfde manier langs het andere armsgat.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 05.02.2014
Nieuw telpatroon (A.2)

Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = Zet 2 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 st r, 2 st r van de kabelnld
symbols = Zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 st r, 2 st r van de kabelnld
symbols = Zet 4 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 4 st r, 4 st r van de kabelnld
symbols = Zet 4 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 4 st r, 4 st r van de kabelnld
symbols = Zet 4 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 4 st r, 2 st r en 2 st av van de kabelnld
symbols = Zet 4 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 st av, 2 st r, 4 st r van de kabelnld
symbols = Zet 4 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 4 st r, 2 st av en 2 st r van de kabelnld
symbols = Zet 4 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 st r, 2 st av, 4 st r van de kabelnld
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 23-18

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (10)

country flag Françoise Vignes wrote:

Pour drops 23-18 que veut dire : tricoter comme avant le tour juqu'a ce qu il reste 3 m

19.02.2016 - 21:07

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Vignes, après avoir diminué les 8 m centrales à 4 m, vous continuez le tour comme avant mais vous arrêtez quand il reste 3 m avant la fin du tour, on va rabattre pour l'emmanchure les 6 m suivantes (= les 3 dernières m du tour + les 3 premières m du tour suivant). Bon tricot!

20.02.2016 - 12:34

Linda Gagnon wrote:

Je viens d'aller voir les questions et réponse et ma réponse était là. Vous dites que la légende du symbole a été corrigé mais le 01-02-2014 il n'est toujours pas corrigé. Merci !

01.02.2014 - 21:33

Linda Gagnon wrote:

Dans le diagramme A-2, le diagramme en partant du haut no. 7 et 8 pourraient-ils avoir une erreur. 7 = Glisser 4 m sur l'aig. aux. derrière l'ouvrage, 4 m end, 2 m end et reprendre les 2 m en attente et les tricoter à l'endroit. Ça devrait être reprendre les 4 m en attente et les tricoter à l'endroit. Le 8 semble correcte.

01.02.2014 - 21:26

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gagnon, au 7ème symbole, il fallait lire : glisser 4 m sur l'aiguille auxiliaire derrière l'ouvrage, tricoter 4 m end, reprendre les 4 m en attente et tricoter 2 m end, 2 m env. La correction a été faite. Bon tricot!

03.02.2014 - 09:42

country flag Anna wrote:

To clarify: By omitting I mean making stockinette stitches instead of purl stiches...

30.01.2014 - 09:27

DROPS Design answered:

Dear Anna, a new diagram has been published. Thank you. Happy knitting!

05.02.2014 - 11:11

country flag Anna wrote:

I too believe there must be a mistake in the pattern diagram when making the large "outbreaking" cable. Purl stitches appear on the cable where there should be stockinette stitches. Omitting the innermost purls on each side on row 6 and the next innermost purls on row 8 in the pattern seems to do the trick.

30.01.2014 - 09:25

Idunn wrote:

Det virker som om der er en fejl i opskriften, når man strikker den store snoning, kommer der vrangmasker på retsiden hvor der ellers skulle være glatstrik (når man strikker 4 r, 2 vr, 4 ret fra hjælpep dvs i diagrammets 9. linie )

20.11.2013 - 23:19

DROPS Design answered:

Hei Idunn. Mönstret stemmer. Der skal ogsaa vaere 2 vr masker paa retten som löber igennem kablet (og mönstret)

21.11.2013 - 14:03

country flag DROPS Design NL wrote:

Dat is inderdaad vreemd, we hebben de vraag doorgestuurd naar de designafdeling en hopen binnenkort een antwoord te kunnen geven.

22.10.2013 - 21:07

country flag Verwijnen wrote:

Volgens mij zit er een fout in het telpatroon 2. De dikkere kabel in het midden gaat over de averechte banen. Volgens het patroon blijf je die averecht breien aan de goede kant. Maar je moet ze recht breien als de dikkere kabel eroverheen naar buiten loopt. ( hoop dat hef duidelijk is)

22.10.2013 - 10:35

DROPS Design answered:

Hoi Verwijnen. Het heeft even geduurd, maar het telpatroon is aangepast. Bedankt voor het melden.

05.02.2014 - 12:30

country flag Nat wrote:

Merci. Vous êtes formidable ! Vos modèles et votre laine mon conquis.

27.03.2013 - 15:20

country flag Nat wrote:

Bonjour ce modèle me pose un problème au niveau du diagramme à hauteur de la 6ème ligne car si je prends 4 mailles sur l'aiguille circulaire en arrière, 4 maille end, 2 maille end et reprendre 2 mailles sur l'aiguile circulaire alors que je suis censée avor mis 4 maille sur l'aigule circulaire cela ne correspond plus. Merci de bien vouloir m'expliquer comment je dois faire. cordialement

22.03.2013 - 14:42

DROPS Design answered:

Bonjour Nat, la légende du symbole a été corrigée, il fallait lire : glisser 4 m sur l'aiguille auxiliaire derrière l'ouvrage, 4 m end, reprendre les 4 m en attente et tricoter 2 m env, 2 m end . Bon tricot !

25.03.2013 - 11:19