DROPS Ice
DROPS Ice
55% katoen, 45% acryl
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 90-15
Vest:
Maat: XS - S/M - M/L - L/XL – XXL
Afmetingen:
Bovenwijdte: 82-92-100-108-118 cm
Zoom: 100-108-118-126-136 cm
Materialen: DROPS Ice van Garnstudio
700-750-850-950-1000 gr nr. 01, wit

DROPS rondbreinld 8mm (voor de knoopsgatbiezen) of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.
DROPS haaknld 7mm of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

Poncho:
Maat: S/M (L/XL)
Omtrek aan de bovenkant:
Ca. 52 (56) cm
Omtrek aan de onderkant:
Ca. 120 (148) cm
Materialen: DROPS Ice van Garnstudio
250 (300) gr nr. 01, wit.
DROPS haaknld 7mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Ice
DROPS Ice
55% katoen, 45% acryl
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

VEST:
Steekverhouding: 9 dstk = ca. 10 cm breed, 1 tr dstk = ca. 3 cm hoog. Gebruik eventueel een grotere of kleinere haaknld om de juiste steekverhouding te krijgen. Haak een proeflapje!

Patroon: Zie de teltekeningen. Alle toeren van het patroon zijn weergegeven op de goede kant.

Boordst: * 3 r, 3 av *, herhaal * - *.

Haaktip: Vervang aan het begin van elke tr met dstk het 1e dstk door 4 l . Haak in elke dstk van de vorige tr, en niet er tussen.
Tip voor het minderen: Minder of kant af als volgt: Vervang aan het begin van de tr elk dstk dat geminderd moet worden door 1 hv. Haak aan het eind van de tr terug als het aantal te minderen dstk nog over is op de tr.

Tip voor het meten: leg het werk plat neer om het op te meten.

Achterpand: Haak een ketting van 69-75-81-87-93 l. Haak de 1e tr als volgt: 1 dstk in de 5e l vanaf de haaknld, * sla 1 l over, 1 dstk in de volgende 2 l *, herhaal * - * en eindig met 1 dstk in de laatste l = 45-49-53-57-61 dstk. Haak vervolgens het patroon volgens Teltek.1. Minder tegelijkertijd in de 1e en 3e tr en bij de 2e en 3e herhaling van Teltek.1, aan weerskanten1 dstk = 37-41-45-49-53 dstk – zie de tip voor het minderen hierboven. Kant bij een hoogte van ca. 59-61-63-65-67 cm – Pas het zo aan dat u afkant op een tr met dstk (als u op de 2e tr van Teltek.1 afkant: 1 l = 1 afgekant dstk) 2-4-4-6-8 dstk af aan weerskanten voor de armsgaten = 33-33-37-37-37 dstk. Als u Teltek.1 4 x herhaald heeft (het werk meet ca. 75 cm), herhaalt u de 1e tr van Teltek.1 tot de vereiste afmetingen (d.w.z., haak verder dstk, en zorg ervoor dat het aantal dstk gelijk blijft). Haak bij een hoogte van 75-78-81-84-87 cm de laatste tr alleen over de 10-10-12-12-12 dstk aan weerskanten voor de schouder.
Knip en hecht de draad af, het werk meet ca. 78-81-84-87-90 cm.

Rechter voorpand: Lees het onderstaande eerst goed door voordat u verder gaat: Haak een ketting van 33-39-39-45-51 l. Haak de 1e tr als volgt: 1 dstk in de 5e l vanaf de haaknld, * sla 1 l over, 1 dstk in de volgende 2 l *, herhaal * - * en eindig met 1 dstk in de laatste l = 21-25-25-29-33 dstk. Ga nu verder met het patroon volgens Teltek.1. Minderingen aan de zijkant: Minder in de 1e en de 3e tr en bij de 2e en 3e herhaling van Teltek.1, 1 dstk aan de zijkant zoals beschreven voor het achterpand. Hals: Minder vanaf een hoogte van 20 cm 5-7-5-7-9 x 1 dstk langs de middenvoor op elke tr die gemarkeerd is met een sterretje (*) in Teltek.1 – zie de tip voor het minderen hierboven. Kant bij een hoogte van ca. 59-61-63-65-67 cm – bij gelijke hoogte als het rugpand – af voor het armsgat aan de zijkant zoals beschreven voor het rugpand. Na alle minderingen resteren er 10-10-12-12-12 dstk voor de schouder. Als u 4 herhalingen van Teltek.1 gehaakt heeft (het werk meet ca. 75 cm), herhaalt u de 1e tr van Teltek.1 tot de vereiste afmetingen zoals bij het achterpand. Knip en hecht de draad af bij een hoogte van 78-81-84-87-90 cm.

Linker voorpand: Haak gelijk aan het rechter in spiegelbeeld.

Mouwen: Haak een ketting van 33-39-39-45-51 l. Haak de 1e tr als volgt: 1 dstk de 5e l vanaf de haaknld, * sla 1 l over, 1 dstk in de volgende 2 l *, herhaal * - * en eindig met 1 dstk in de laatste l = 21-25-25-29-33 dstk. Haak 2 herhalingen van Teltek.1, en haak de rest van het werk volgens Teltek.2. Meerder tegelijkertijd na de 1e herhaling van Teltek.1 (het werk heeft een hoogte van ca. 21 cm) 5-4-4-4-4 x 1 dstk aan weerskanten in elke tr die gemarkeerd is met een sterretje (*) in de teltekening = 31-33-33-37-41 dstk. Plaats bij een hoogte van ca. 54-54-54-51-48 cm een merkdraad aan weerskanten (de merkdraden markeren de plek waar de mouwen aan de panden moeten worden gezet). Haak nog 1-1-1-2-3 tr, knip en hecht de draad af, het werk heeft een hoogte van ca. 57 cm.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Sluit de zijnaden. Sluit de mouwnaden tot aan de merkdraden en zet de mouwen in de panden – de merkdraden van de mouwen moeten samenvallen met de zijnaden van de panden. Zorg dat de naden niet te strak worden.

Knoopsgatbies: Neem ca. 195-219 st op (deelbaar door 6 + 3) langs het rechter voorpand, de achterhals en het linker voorpand. Brei 2 nld r (1e nld = verkeerde kant). Ga vervolgens verder met boordst, met 3 st ribbelst aan beide uiteinden, en begin de boordst met 3 r (op de goede kant). Meerder bij een hoogte van ca. 7 cm alle 3 r naar 4 r (op de goede kant) boven de middelste 21 st van de achterhals. Kant bij een hoogte van 12 cm, alle st losjes af in patroon – meerder tijdens het afkanten alle 3 av naar 4 av (op de goede kant) boven de middelste 21 st van de achterhals.




KLEINE GEHAAKTE PONCHO VAN ICE:

Steekverhouding: 7 stk in de breedte en 4 tr in de hoogte = 10 x 10 cm.

Haaktips: Als er in de werkbeschrijving staat «haak voor een st» betekent dat u in het gaatje voor het volgende st moet haken .

Poncho: Haak een ketting van 72 (78) l en sluit deze tot een ring met 1 hv.

1e tr: 3 l (= 1 stk), * sla 1 l over, 1 stk in de volgende l *, herhaal * - * en eindig met 1 hv in de 3 l aan het begin van de tr = 36 (39) stk.
2e tr: 4 l (= 1 stk + l 1), 1 stk voor het 1e stk, * 3 l, sla 3 stk over, 1 stk voor het volgende stk, 1 l, 1 stk *, herhaal * - * en eindig met 3 l en 1 hv in de 3 l aan het begin van de tr = 12 (13) stk-groepjes.
3e tr: 4 l (= 1 dstk), 2 dstk in de 1e l, * 4 l, sla 3 l over, 3 dstk in de volgende l (= l van het stk-groepje van de vorige tr) *, herhaal * - * en eindig met 4 l en 1 hv in de 4 l van het begin van de tr = 12 (13) stk-groepjes elk bestaande uit 3 dstk.
4e tr: 4 l (= 1 dstk), 1 dstk voor het 2e stk van het stk-groepje, 2 dstk het volgende stk van het stk-groepje, * 4 l, sla 4 l over en 1 dstk, 2 dstk voor het volgende stk van de stk-groep, 2 dstk voor het laatste stk van de stk-groep *, herhaal * - * en eindig met 4 l en 1 hv in de 4 l van het begin van de tr = 12 (13) stk-groepjes met 4 dstk in elk groepje.
5e tr: 4 l (= 1 dstk), 1 dstk voor het 2e stk van het stk-groepje, 1 dstk voor het volgende stk in het stk-groepje, 2 dstk voor het laatste stk in het stk-groepje, * 5 l, sla 4 l over en 1 dstk, 2 dstk voor het volgende stk van het stk-groepje, 1 dstk voor het volgende stk van het stk-groepje en 2 dstk voor het laatste stk van het stk-groepje *, herhaal * - * en eindig met 5 l en 1 hv in de 4 l van het begin van de tr = 12 (13) stk-groepjes bestaande uit 5 dstk.
6e tr: 1 hv tussen de 2 eerste stk van het stk-groepje, 4 l (= 1 dstk), haak vervolgens 1 dstk tussen elk stk van de stk-groepjes (er zitten dan 4 dstk in elk stk-groepje) en 3 (4) dstk in elk l-boogje van de tr, eindig met 1 hv in de 4 l van het begin van de tr = 84 (104) dstk.
7e tr: 4 l (= 1 dstk), haak 1 dstk tussen elk stk van de vorige tr en eindig met 1 hv in de 4 l van het begin van de tr = 84 (104) dstk.

Herhaal deze 7 toeren nog 4 (5) keer, het werk heeft een hoogte van ca. 26 (29) cm (of haak door tot de gewenste afmeting).
Haak hierna de laatste tr als volgt: (haak nu in elk stk en niet ertussen): 1 v in het 1e stk, * 3 l, 1 stk in de 2e van de 3 l, 2 l, sla 3 dstk over, 1 v in het volgende stk *, herhaal * - * en eindig met 3 l, 1 stk in de 2e van de 3 l, 2 L en 1 hv in de eerste v van het begin van de tr, het werk heeft een hoogte van ca. 28 (31) cm.
Haak vervolgens 1 tr l-boogjes op de overgang van de 5e en de 6e tr (vouw het werk dubbel met de verkeerde kanten op elkaar) en haak in het rond als volgt: * 1 v aan het begin van het l-boogje, 3 l, 1 stk in de 2e van de 3 l, 2 l, 1 v aan het eind van het l-boogje, sla 4 stk over *, herhaal * - * en eindig met 1 hv in de 1e v van het begin van de tr.

Telpatroon

symbols = 1 dstk (dubbel stokje)
symbols = 1 l (losse)
symbols = 1 v (vaste)
symbols = 1 hv (halve vaste)
symbols = meerder in deze toer
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 90-15

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (26)

country flag Ettina wrote:

Een klein gehaakte poncho van ice wordt hier ook uitgelegd, volgens mij hoort deze er niet bij, klopt dat?Bij de uitleg telpatroon staat meerder in deze tour. Volgens mij gaat dat over de poncho en niet over het vest, klopt dat? Kan het zijn dat ik de vijfde tour begin met 3 halve vaste?

24.07.2023 - 10:14

country flag Eri Q wrote:

Hej, eftersom garnet i beskrivningen utgått och ni tipsar om tre olika ersättare så undrar jag jag kan läsa mönstret rakt av? Jag behöver inte räkna om antal maskor och så?

26.07.2022 - 16:13

DROPS Design answered:

Hej, Om du håller virkfastheten på 9 dbl-st = 10 cm (enligt beskrivningen), så är det bara att virka enligt mönstret för att få måttet enligt måttskissen :)

04.08.2022 - 08:23

country flag Diana wrote:

Has anyone out there actually written this design out? I cannot get it right. I keep getting more stitches than I should. The sl st at the beginning of rows 5 & 6 do not look right. The on row 7, how do you to the starting point? It doesn’t show slip stitches, just to start on the 2nd stitch. How do you get there? Can anyone help me? I’ve frogged the whole back two times and am stuck again! Thanks for any help you can give.

02.10.2020 - 06:25

DROPS Design answered:

Dear Diana, at the end of row 4 and 5 you crochet 1 sc in the last ch-space, turn and at the beg of row 5 and 6 you crochet slip stitches so that the row starts somewhat higher than in the bottom of chain-space, ie crochet 3 sl st (= 1 sl st in first 3 ch) and continue chain-spaces as before starting with 1 sc in the ch-space. At the beg of last row, crochet 4 chains (see on the right side) to replace first treble. Happy crocheting!

02.10.2020 - 08:40

country flag Diana wrote:

You chart is very hard to read

27.09.2020 - 06:27

DROPS Design answered:

Dear Diana, you will find how to read crochet diagrams here to help you. Happy crocheting!

28.09.2020 - 11:12

country flag Teresa wrote:

Neck shaping- what does center front mean? Am I technically deceasing 2 dec at the begging of each repeat of Diag 1 on the 2nd and 3rd repeat than continue 3 more times at the row with the *? I am sorry I keep reaching out to you but the shop I ordered my yarn from site has been down and i can't reach them :(

24.01.2018 - 16:22

DROPS Design answered:

Dear Teresa, center front is the side towards front band (opposite to side towards back piece). You will decrease for neck in row 1 and 2 at the beg from RS on right front piece a total of 5-7-9 times (see size) every time you work the row with a star in Diag. 1. Happy crocheting!

25.01.2018 - 07:32

country flag Teresa Rey wrote:

I've gotten to row 5 finished the chains now I need to begin row 6 from left to right of pattern. No indication to slip stitch as on row 7 so am I to chain 2 sc than begin next row of chain 9"s?

22.01.2018 - 01:46

DROPS Design answered:

Dear Mrs Rey, at the beginning of row 6 crochet 3 sl st (see symbol "v" in diagram and under key) then 1 sc in ch-space, then chain 6, 1 sc in next ch-space, ..; happy crocheting!

22.01.2018 - 10:33

Teresa Rey wrote:

I too love this pattern but not good at reading and understanding the diagram I do better with written instruction Is it possible to get a written pattern? once i get going than the diagram starts to make sense

27.12.2017 - 23:02

DROPS Design answered:

Dear Teresa, the diagram is not available in a form that is written out in more detail than it already is, however, you can always can get in person help in teh store you bought your DROPS yarn from. Happy crafting!

29.12.2017 - 10:05

country flag Mariette wrote:

Ik snap het voorpand niet helemaal. Minder je aan beide kanten? En het stukje waar staat minder vanaf een hoogt van 20 cm 5-7-5-7-9 x 1 dstk. Wat wordt daar mee bedoeld? Ik begin met 39 ls en daarna 25 dstk. Bij de gewone minderingen en de mouwen zit ik al op nog maar 15 Stokjes.

03.04.2016 - 22:43

DROPS Design answered:

Hoi Mariette. Je mindert aan de zijkant zoals je deed op het achterpand (dus dit alleen voor de zijkant) en daarbij moet je ook minderen voor de hals (= middenvoor) vanaf 20 cm. Je mindert 5-7-5-7-9 keer 1 dstk (het aantal keer afhankelijk van welke maat je maakt) op de toer gemarkeerd met een sterretje op het telpatroon.

05.04.2016 - 13:20

country flag PETIT wrote:

Bonjour, pour la bordure, à 7 cm du bord, il y a augmentation de 1 maille dans les sections de mailles envers. Ces augmentations doivent elles être faites sur toute la bordure ou uniquement sur la partie correspondant aux 21 MAILLES CENTRALES de l'encolure dos ? D'avance je vous remercie pour votre réponse. Cordialement Isabelle

29.11.2015 - 20:35

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Petit, les augmentations se font au niveau des 21 m centrales, on va augmenter 2 m env de chaque côté du milieu dos. On va ainsi avoir 4 fois des côtes 3 m end/4 m env (vu sur l'endroit) au niveau du milieu dos (à l'encolure) et des côtes 3 m end/3 m env (vu sur l'endroit) avant/après, comme avant. Bon tricot!

30.11.2015 - 11:01

country flag Murphy wrote:

"When you have repeated Diagr.1 a total of 4 times (the piece measures approx. 75 cm), repeat the first row in Diagr.1 to finished measurements (that is, continue in tc, be sure the number of tc stays the same). When the piece measures 75-78-81-84-87 cm crochet the last row with only 10-10-12-12-12 tc at each side for shoulder. Cut yarn and fasten, the piece measures approx. 78-81-84-87-90 cm." Can someone give me a easier explanation within the quotes

20.08.2015 - 01:19

DROPS Design answered:

Dear Mrs Murphy, after you have worked Diag. 1 a total of 4 times in height (you should get 75 cm in heith), continue in tc (as in row 1 in Diag A) make sure you keep correct number of sts. At the same time, when piece measures 75-87 cm (see your size), work 1 row over the outermost 10-12 tc in each side for the shoulders (= leave the middle tc unworked for neckline). Happy crocheting!

20.08.2015 - 13:58