Gebogen (wit) No. 522
BestelAls u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Hobbydoos.nl website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
Miss Enid / DROPS 117-3
Change language:
Nederlands
-------------------------------------------------------
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger
-------------------------------------------------------
Gebogen (wit) No. 522
BestelAls u op de BESTELbutton klikt wordt u doorgestuurd naar de Hobbydoos.nl website
De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!
Dit patroon is gecorrigeerd. Klik hier om de correcties te bekijken.
= Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant |
|
= Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant |
|
= 2 st recht samen |
|
= 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh. |
|
= 1 omsl tussen 2 st. |
|
= Zet 3 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 3 st recht, 3 st recht van de kabelnld. |
|
= Zet 3 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 3 st recht, 3 st recht van de kabelnld. |
Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.
Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:
Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?
De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.
De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.
De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.
Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet
Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt
Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?
De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.
Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.
LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Wat zijn de garengroepen?
Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.
Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep
Hoe gebruik ik de garenvervanger?
Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).
Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.
Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?
Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.
Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.
De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.
What size should I knit?
Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.
U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.
Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen
Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?
De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.
Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.
Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding
Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding
Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?
Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.
In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.
Hoe brei ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.
Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.
Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?
Hoe haak ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.
Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.
Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.
Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.
Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken
Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer
Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.
De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest
Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?
De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.
Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??
De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.
Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.
Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen
Wat is een herhaling?
Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.
Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?
Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.
Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?
De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.
Waarom meerderen in de afkantrand?
Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.
Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen
Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?
Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.
Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend
Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?
Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.
Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen
Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?
Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?
Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?
Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.
Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!
Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?
Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.
Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.
Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?
Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.
Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:
1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt
2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.
3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.
4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.
Waarom pilt mijn kledingstuk?
Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.
U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.
Miss Enid |
||||||||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||||||||
DROPS korte gilet van ”Alaska” met gehaakte driehoeken aan de zijkanten. Maat XS tot en met XXL.
DROPS 117-3 |
||||||||||||||||||||||
PATROON: Zie telpatroon M.1 tot en met M.4 – de telpatronen bevatten 1 patroonherhaling en geven de goede kant van het werk weer. RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld): brei alle nld recht. TIP VOOR HET MINDEREN (hals): Maak alle minderingen aan de goede kant. Minder als volgt voor de 4 voorbies-st in ribbelst: 2 st recht samen. Minder als volgt na de 4 voorbies-st in ribbelst: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh. -------------------------------------------------------- -------------------------------------------------------- GILET: Haak eerst de 2 driehoeken, brei dan het voorpand en achterpand voordat u alle delen aan elkaar naait. GEHAAKTE DRIEHOEK: Haak 6 l met Alaska op haaknld 4.5 mm en vorm een ring met 1 hv in de eerste l. TOER 1: 3 l (= 1 stk), 11 stk in de ring, eindig met 1 hv in de 3e l van het begin van de toer (= 12 stk). TOER 2: 3 l (= 1 stk), * 5 l, sla 1 stk over, 1 stk in het volgende stk *, herhaal van *-* in totaal 5 keer en eindig met 5 l en 1 hv in de 3e l van het begin van de toer (= 6 l-lussen op toer). TOER 3: Haak als volgt in iedere l-lus: 1 v, 1 l, 1 hstk, 1 l, 1 stk, 1 l, 2 dubbel stk, 1 l, 1 stk, 1 l, 1 hstk, 1 l en 1 v. Eindig met 1 hv in de eerste v van het begin van de toer (= 6 blaadjes). TOER 4: 5 l (= 1 driedubbel stk = hoek), 7 l, 1 v aan de bovenkant van het volgende blaadje (tussen de 2 dubbel stk), 5 l, 1 v aan de bovenkant van het volgende blaadje, 7 l, 1 driedubbel stk tussen de 2 v tussen dit blaadje en het volgende blaadje, * 7 l, 1 v aan de bovenkant van het volgende blaadje, 8 l, 1 v aan de bovenkant van het volgende blaadje, 7 l, 1 driedubbel stk tussen de 2 v tussen dit blaadje en het volgende blaadje *, herhaal van *-* nog 1 keer langs de laatste kant, maar eindig met 1 hv in de 5e l van het begin van de toer (in plaats van 1 driedubbel stk tussen 2 blaadjes) = 9 l-lussen rond de bloem met 1 driedubbel stk in iedere hoek – een kant (=onderkant) is iets korter dan de 2 andere zijkanten. TOER 5: Haak in het driedubbel stk in de hoek als volgt: 3 l (= 1 stk), 2 l, 1 dubbel stk, 2 l en 1 stk. Haak langs de eerste kant als volgt: haak in de eerste l-lus: 1 l, 1 stk, 1 l, 1 stk, 1 l, 1 stk (= in totaal 3 stk), haak in de volgende l-lus: 1 l, 1 stk, 1 l en 1 stk (= in totaal 2 stk), in de laatste l-lus haak: 1 l, 1 stk, 1 l, 1 stk, 1 l, 1 stk, (= in totaal 3 stk), * haak in het driedubbel stk in de hoek: 1 l, 1 stk, 2 l, 1 dubbel stk, 2 l en 1 stk en haak dan als volgt in alle 3 l-lussen: 1 l, 1 stk, 1 l, 1 stk, 1 l, 1 stk (= in totaal 3 stk) *, herhaal van *-* nog een keer langs de laatste kant, eindig met 1 l en 1 hv in de 3e l van het begin van de toer. TOER 6 : 3 l, 1 stk in de eerste l-lus, haak in het dubbel stk in iedere hoek als volgt: 1 stk, 2 l, 1 dubbel stk, 2 l en 1 stk, haak dan 1 stk in ieder stk en 1 stk in iedere l-lus van de vorige toer. Eindig de toer met 1 hv in de 3e l van het begin van de toer. Langs de korte kant zijn er nu 23 stk en langs de 2 andere zijkanten zijn er 25 stk (dubbel stk in de hoeken niet meegeteld). Knip de draad af. De driehoek meet ongeveer 15 cm langs de korte kant en 18 cm langs de 2 andere zijkanten. Haak nog 1 driehoek op dezelfde manier. LINKER VOORPAND: Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet 17-20-24-27-31-36 st op met Alaska en nld 4.5 mm. Brei 2 nld RIBBELST – zie boven! Ga verder als volgt (aan de goede kant): 2-2-3-4-5-6 ribbelst, 2 st recht in iedere van de volgende 3 st (dus 3 st recht wordt 6 st recht), 2 ribbelst, 6-9-12-14-17-21 tricotst en 4 voorbies st in ribbelst = 20-23-27-30-34-39 st. Brei 1 nld met recht boven recht en av boven av en ribbelst boven ribbelst. Brei de volgende nld als volgt: 2-2-3-4-5-6 ribbelst, M.1 (= 8 st), tricotst tot er 4 voorbies st over zijn, brei deze in ribbelst. Ga zo verder (meerder elke nld aan de goede kant 1 st in M.1 volgens het telpatroon – brei deze st in tricotst). Laat het werk rusten als er in totaal 19 st gemeerderd zijn in M.1 (eindig na 1 nld aan de goede kant). Er zijn nu 39-42-46-49-53-58 st op de nld en het werk meet ongeveer 18 cm. De kabel ‘loopt’ naar rechts op het werk. RECHTER VOORPAND: Als het linker voorpand, maar in spiegelbeeld, dus brei de eerste nld na de ribbelst als volgt: 4 voorbies st in ribbelst, 6-9-12-14-17-21 tricotst, 2 ribbelst, 2 st recht in iedere van de volgende 3 st en 2-2-3-4-5-6 ribbelst. Brei 1 nld met recht boven recht en av boven av en ribbelst boven ribbelst. Brei de volgende nld als volgt: 4 voorbies st in ribbelst, 6-9-12-14-17-21 tricotst, M.2 (= 8 st) en 2-2-3-4-5-6 ribbelst. Ga zo verder en brei het werk als beschreven voor het linker voorpand. De kabel ‘loopt’ nu naar links op het werk. ACHTERPAND: Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet 26-33-40-47-55-64 st op met Alaska en nld 4.5 mm. Brei 2 nld ribbelst. Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: 2-2-3-4-5-6 ribbelst, 2 st recht in iedere van de volgende 3 st (dus 3 st recht worden 6 st recht), 2 ribbelst, 12-19-24-29-35-42 tricotst, 2 ribbelst, 2 st recht in iedere van de volgende 3 st en 2-2-3-4-5-6 ribbelst = 32-39-46-53-61-70 st. Brei 1 nld met recht boven recht en av boven av en ribbelst boven ribbelst. Brei de volgende nld als volgt: 2-2-3-4-5-6 ribbelst, M.1 (= 8 st), 12-19-24-29-35-42 tricotst, M.2 (= 8 st) en 2-2-3-4-5-6 ribbelst. Ga zo verder (meerder elke nld aan de goede kant 1 st in M.1 en M.2 volgens het telpatroon, brei deze st in tricotst). Laat het werk rusten als er in totaal 19 st gemeerderd zijn aan iedere kant (eindig na 1 nld aan de goede kant). Er zijn nu 70-77-84-91-99-108 st op de nld. De kabels aan de zijkanten ‘lopen’ naar buiten toe. Tussen de voorpanden en het achterpand is nu aan beide zijkanten een driehoekige opening ontstaan waar de gehaakte driehoeken tussen genaaid worden. De drie delen worden vanaf hier op de rondbreinld samen verder gebreid. LIJF: Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld zodat alle st makkelijk op de nld passen. Zet de 3 delen op dezelfde rondbreinld 4.5 mm als volgt: rechter voorpand (= 39-42-46-49-53-58 st), achterpand (= 70-77-84-91-99-108 st) en linker voorpand (= 39-42-46-49-53-58 st) = in totaal 148-161-176-189-205-224 st. Brei 1 nld aan de verkeerde kant met recht boven recht en av boven av en ribbelst boven ribbelst. LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT! PATROON: Ga verder als volgt: 4 voorbies st in ribbelst, 23-26-29-31-34-38 tricotst, M.3 (zorg dat u steeds evenveel nld heeft tussen iedere nld waarin u kabelt), 4-4-6-8-10-12 ribbelst, (plaats een markeerdraad in het midden tussen deze st = de zijkant) M.4, 46-53-58-63-69-76 tricotst, M.3, 4-4-6-8-10-12 ribbelst (plaats een markeerdraad in het midden tussen deze st = de zijkant), M.4, 23-26-29-31-34-38 tricotst en 4 voorbies st in ribbelst. HALS: Minder TEGELIJKERTIJD in de volgende nld aan de goede kant 1 st aan iedere kant voor de hals – ZIE TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen om de nld in totaal 8-8-9-9-9-10 keer en dan elke 4e nld in totaal 4-4-4-4-5-5 keer. ARMSGATEN: Brei bij een hoogte van 21-22-23-24-25-26 cm vanaf de opzetnld 2 st recht samen over alle st van alle kabels (dus 3 st minder per kabel). Kant in de volgende nld de 4-4-6-8-10-12 st tussen de kabels af aan de zijkanten (dus 2-2-3-4-5-6 st aan iedere kant van elke markeerdraad) en brei ieder deel apart verder. RECHTER VOORPAND: Ga verder in ribbelst over 5 st langs de armsgaten en kantpatroon over de volgende 2 st als hiervoor. Ga verder met minderen voor de hals, kant TEGELIJKERTIJD af voor de armsgaten aan de zijkant: 1 st om de nld in totaal 3 keer. Ga verder met 2 ribbelst langs de armsgaten en kantpatroon als hiervoor. Als alle minderingen voor de armsgaten en hals gedaan zijn, zijn er 19-22-24-26-28-31 st over voor iedere schouder. Ga verder als hiervoor tot het werk 38-40-42-44-46-48 cm meet, kant alle st af. LINKER VOORPAND: Als het rechter voorpand, maar in spiegelbeeld. ACHTERPAND: = 60-67-72-77-83-90 st. Kant af voor de armsgaten aan iedere kant als beschreven voor het voorpand = 54-61-66-71-77-84 st. Ga verder in tricotst en 2 ribbelst en het kantpatroon aan iedere kant als hiervoor. Brei bij een hoogte van 36-38-40-42-44-46 cm 4 nld ribbelst over de 24-25-26-27-29-30 middelste st (met de overige st als hiervoor). Kant in de volgende nld de middelste 16-17-18-19-21-22 st af voor de hals = 19-22-24-26-28-31 st over voor iedere schouder. Ga verder over de schouder st als hiervoor met 4 ribbelst langs de hals tot het werk 38-40-42-44-46-48 cm meet en kant alle st af. AFWERKING: Naai 1 gehaakte driehoek in de opening aan iedere zijkant, zorg dat de korte kant aan de onderkant komt. Naai met de zijkanten tegen elkaar en zorg dat het een nette naad wordt. Naai de schoudernaden dicht. GEHAAKTE RAND: Haak met Alaska en haaknld 4.5 mm – begin middenachter, ga verder naar beneden langs het linker voorpand, langs de onderkant, omhoog langs het rechter voorpand en eindig middenachter. Haak als volgt: 1 v in de eerste st, * 4 l, 1 stk in de eerste l (= 1 picot), sla ongeveer 1.5 cm over, 1 v in de volgende st *, herhaal van *-*. Haak een gelijke rand rond de armsgaten. Naai de knopen aan het linker voorpand met ongeveer 6 cm tussen iedere knoop - gebruik de picots op het rechter voorpand als knoopsgaten. |
||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 25 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site Heeft u dit patroon gemaakt? |
Met meer dan 40 jaar ervaring in brei- en haakdesign biedt DROPS Design één van de meest uitgebreide collecties van gratis patronen aan op internet vertaald in 309 talen. Tot en met vandaag hebben wij 11639 boeken en 11346 patronen gepubliceerd.
Wij werken hard om u het beste van haken en breien te bieden; patronen, inspiratie, advies en natuurlijk garens van uitstekende kwaliteit voor de allerbeste prijzen! Wilt u onze patronen gebruiken voor meer dan privégebruik? U kunt lezen wat wel en niet is toegestaan is in de Copyright tekst, die u onderaan elk patroon kunt vinden. Veel handwerkplezier!
Opmerkingen / Vragen (138)
Elise schreef:
Bonjour. Vous annoncez après les trois premiers rangs pour les devants (sur l'endroit) : 2point mousse, 2 m end dans chacune des 3 m suivantes DEUX MAILLES MOUSSE, puis jersey puis 4 m de bordure devant au point mousse. Rang envers, ok. Mais le rang d'après, on oublie les deux mousses au milieu du travail, on parle de jersey. Pourquoi ne pas dire simplement "jersey" pour ces mailles là dès le début ?! Merci
25.01.2024 - 18:45DROPS Design antwoorde:
Bonjour Elise, effectivement, après ces 2 rangs, les 2 mailles au point mousse au milieu du rang sont les 2 dernières mailles de M.1, on va tricoter (devant gauche, vu sur l'endroit): 2 m point mousse, puis les 8 mailles du diagramme M.1 (= les 3 mailles augmentées à 6 mailles au 1er rang + les 2 m point mousse), et on continue en jersey en terminant par les 4 m de bordure devant au point mousse. Bon tricot!
26.01.2024 - 07:42Paula schreef:
Moet ik iedere tour herhalen aan de achterkant?\r\nDat houdt dan in 10 NLD voor ik weer kabel!\r\n\r\nPATROON:\r\nZie telpatroon M.1 tot en met M.4 – de telpatronen bevatten 1 patroonherhaling en geven de goede kant van het werk weer.
28.11.2021 - 20:19Paula schreef:
PATROON: Zie telpatroon M.1 tot en met M.4 – de telpatronen bevatten 1 patroonherhaling en geven de goede kant van het werk weer.
28.11.2021 - 20:16DROPS Design antwoorde:
Dag Paula,
Kun je aangeven wat je vraag precies is?
01.12.2021 - 12:04Alice schreef:
Kan man få opskriften på hollandsk?
07.02.2021 - 13:33DROPS Design antwoorde:
Hei Alice. Ja, du velger språk i nedtrekksmenyen under bildet. mvh DROPS design
12.02.2021 - 14:43Bärbel schreef:
Hallo liebes Drops-Team, ich habe eben die Anleitung ausgedruckt. Leider ist das Diagramm und die Zeichnung mit den Maßen nicht dabei, auch nicht in der Druckvorschau. Da werden auch nur 2 Seiten angezeigt. Wie könnt Ihr mir helfen? LG, Bärbel
10.03.2018 - 10:48DROPS Design antwoorde:
Liebe Bärbel, passen Sie mal auf, daß Sie alle Seiten ausdrücken damit die ganze Anleitung ausgedrückt wird. Viel Spaß beim stricken!
12.03.2018 - 08:32Birgit schreef:
Hallo, Ich benötige zur besseren Übersicht eine Häkelschrift für die Dreiecke! Nur geschrieben ist es für mich viel zu unübersichtlich und unverständlich! Vielen Dank im Voraus! LG Birgit
06.12.2017 - 18:40DROPS Design antwoorde:
Liebe Birgit, leider gibt es zu der Dreiecke nur schriftliche Anleitung, die große Mehrheit unserer Kunden lesen lieber schriftlichen Erklärungen als Häkelschrift. Viel Spaß beim stricken!
07.12.2017 - 08:56Karen schreef:
Ugh, I have tried everything. I am very experienced with computers. If you want screen shots of the problem, I can certainly send plenty of them. This is so frustrating, you have nice patterns but if I can't use them, I just wanted to know how you pre-defined your page layout, what pre-formatted code did you set for paper, margins, defaults. Do you have a tech support who can send me email? Thank you.
02.10.2016 - 18:11DROPS Design antwoorde:
Dear Karen, for any further personnal assistance, please contact your DROPS store, they will be able to help you. Happy knitting!
03.10.2016 - 10:45Karen schreef:
No I am using safari on mac, have also tried with i pad and i phone and also tried saving as a pdf with preview application. Still can't print without cutting off graphics on US letter size paper.
29.09.2016 - 14:10DROPS Design antwoorde:
Dear Karen, just made a test on Iphone and it worked perfectly, maybe check the settings to get the diagrams on the same page without being cut. Happy knitting!
30.09.2016 - 11:57Karen schreef:
I can't print your patterns without them cutting off lines and parts of the diagrams. Also, for some strange reason, it's imbedding "(x-apple-data-detectors://20)" in multiple locations throughout the instructions. What is going on? I format for US Letter size, what is your page format? Thank You.
27.09.2016 - 19:15DROPS Design antwoorde:
Dear Karen, if you are printing from chrome, you have to try printing from another browser, because there is an error in the last update of chrome that we cannot fix, chrome has to. Happy knitting!
28.09.2016 - 08:39Lana MacDonald schreef:
The gauge called for 4.5 mm needles on the pattern, but 5 mm on the yarn itself. I wondered why my gauge was tight as I usually knit true to pattern.
24.11.2015 - 14:44DROPS Design antwoorde:
Dear Mrs MacDonald, remember you have to get the tension, ie 17 sts x 22 rows in stocking st = 10 x 10 cm - adjust the needle size, you may require smaller or larger needle. Happy knitting!
24.11.2015 - 15:18