DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Baby 10-13
Maat: 2 - 3/4 - 5/6 – 7/8 jaar
Maten in cm: 86/92 - 98/104 – 110/116 – 122/128

Materiaal: DROPS Baby Merino van Garnstudio
200-250-250-250 gr. kleur nr. 16, rood
50 - 50 - 50 - 50 gr. kleur nr. 08 fuchsia
50 - 50 - 50 - 50 gr. kleur nr. 30 blauw
50 - 50 - 50 - 50 gr. kleur nr. 36 oranje
50 - 50 - 50 - 50 gr. kleur nr. 04, geel
50 - 50 - 50 - 50 gr. kleur nr. 02, naturel

DROPS rondbreinaalden en naalden zonder knop 2.5 en 3.5 mm
DROPS haaknaald 5 mm (voor de muts)
DROPS Smiley knopen, 6 stuks in verschillende kleuren.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Stekenverhouding: 23 st y 30 nld op naald 3.5 mm in tricotsteek = 10 y 10 cm.

Boordsteek: *1 ST RECHT, 1 ST AV*, herhaal van *-*.

Ribbelsteek (heen en terug): alle nld recht breien.

Patroon: Zie telpatroon M1. Het hele patroon wordt gebreid in tricotsteek en op het telpatroon is de GOEDE KANT weergegeven.

TIP Knoopsgaten: maak 6 knoopsgaten gelijkmatig verdeeld over de bies van het rechter voorpand (het laatste knoopsgat komt op de halsboord). 1 knoopsgat = kant de 5e en 6e st vanaf de rand af en zet twee nieuwe steken op in de teruggaande naald.

Achterpand en voorpand werk: Het vest wordt van middenvoor naar middenvoor heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Zet 203-215-227-239 st op (incl 8 voorbiessteken aan ieder voorpand) op met rondbreinaald 2.5 mm en rood. Brei het boord alsvolgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, *1 ST RECHT. 1 ST AV*, herhaal van *-* en eindig met 1 ST RECHT en een kantsteek in ribbelsteek. Zet bij een totale hoogte van 4 cm de 8 eerste en laatste steken (voorbiessteken) op een hulpdraad = 187-199-211-223 st. Deze steken worden later gebreid en aan het vest genaaid. Ga verder met rondbreinaald 3,5 mm in tricotsteek en minder tegelijkertijd gelijktmatig 19 st in de eerste naald en meerder aan iedere zijkant een steek (dit wordt de kantsteek en deze wordt later gebruikt om de voorbies aan vast te naaien) = 170-182-194-206 st. Hou de stekenverhouding in de gaten. Als het werk een hoogte heeft van 22-23-25-28 cm brei dan het werk alsvolgt: 39-42-45-48 st (= voorpand werk), kant 8 st af voor het armsgat, 76-82-88-94 st (= achterpand werk), kant 8 st af voor het armsgat, 39-42-45-48 st (= voorpand werk). Laat het werk rusten en ga verder met de mouwen.

Mouwen: Zet 48-50-52-54 st op met naalden zonder knop 2.5 mm en rood en brei 4 cm boordsteek. Ga verder met naalden 3,5 mm in tricotsteek en minder tegelijkertijd 8 steken gelijkmatig verdeeld over de eerste naald = 40-42-44-46 st. Meerder vanaf een hoogte van 5 cm 2 st aan de midden onderarm in totaal 15-17-19-21 keer alsvolgt: maat 2 jaar: afwisselend iedere 3e en 4e naald, maat 3/4 jaar + 5/6 + 7/8 jaar: afwisselend iedere 4e en 5e naald = 70-76-82-88 st. Kant 8 steken af in het midden aan de onderarm als het werk een hoogte heeft van 23-30-32-35 cm = 62-68-74-80 st. Laat het werk rusten en brei de andere mouw.

Pas: Zet de mouwen op dezelfde naald als het voor- en achterpand op de plaats van de armsgaten = 278-302-326-350 st. Brei M.1 (begin patroon na 1 kantsteek) en minder volgens het telpatroon, dat wil zeggen minder 23-25-27-29 st per naald = in totaal 184-200-216-232 st minderen. Na de laatste keer minderen zijn 94-102-110-118 st over op de naald. Kant een steek af aan iedere voorpand = 92-100-108-116 st. Laat het werk rusten en brei de voorbiezen
Linker voorpandbies: zet de 8 steken van de hulpdraad op een naald 2.5 mm en brei boordsteek, meerder tegelijkertijd 1 steek aan de kant van het voorpand (deze wordt later gerbuikt om de bies aan het voorpand te naaien; brei ook deze steek in mee in boordsteek). Kant de kantsteek af als de rand – licht uitgerekt – dezelfde hoogte heeft als het voorpand en zet de overige 8 steken op een hulpdraad.

Rechter voorpandbies: Brei als de linkerbies, maar maak hier knoopsgaten in (zie TIP Knoopsgaten).

Afwerking: Naai de voorbiezen aan de randen van de voorpanden en gebruik hiervoor de kantsteken. Naai de naadjes bij de armsgaten dicht.
Halslijn: Zet de steken van de voorpandbiezen op dezelfde naald als het vest. = 108-116-124-132 st. Ga verder met naald 2.5 mm en brei boordsteek, minder tegelijktertijd 18-20-26-30 st gelijkmatig in de eerste naald = 90-96-98-102 st. Maak na 2 nld een knoopsgat op gelijke afstand van de andere knoopsgaten in de bies aan het rechter voorpand. Kant het boord af bij een hoogte van 2.5 cm. Naai de knopen aan.

MUTS:
Maat: 2/3 – 4/5 – 6/8 jaar
Voor hoofdomvang: 46-48-50 cm

Stekenverhouding: 23 st bij 30 nld op naald 3.5 mm in tricotsteek = 10 bij 10 cm.

Boordsteek: *1 ST RECHT, 1 ST AV*, herhaal van *-*.

Patroon: Zie telpatroon M2. Het hele patroon wordt gebreid in tricotsteek en op het telpatroon is de GOEDE KANT weergegeven.

Zet op 96-104-112 st op met naalden zonder knop 2.5 mm en rood. Brei 2 naalden boordsteek, ga verder met roze en brei 1 naald boordsteek, ga verder met naturel en brei 1 naald boordsteek. Ga weer verder met rood in boordsteek tot het werk een hoogte heeft van 2.5 cm. Ga verder met naalden 3.5 mm en brei M.2. Eindig na M.2 de muts in rood en kant af als het werk een hoogte heeft van 13-14-15 cm.

Bovenkant van de muts: haak een vierkantje dat aan de bovenkant van de muts wordt genaaid. Gebruik haaknaald 5 en 2 draden roze + 1 draad rood (= 3 draden) en haak alsvolgt: 6 l en vorm een ring met een sluit st.
toer 1: 8 v in ring
toer 2: 1 v, *3 v in volgende v (= hoek), 1 v in volgende v*, herhaal van *-* in totaal 3 keer en eindig met 3 v in de laatste v en 1 sluit st in l van begin van de toer
toer 3: en volgende toeren: 1 v in iedere v, maar haak 3 v in v op de hoeken, dus meerder 8 v per naald.
Ga verder tot het vierkant 12-13-14 cm met van hoek tot hoek.

Afwerking: naai het vierkant aan de bovenkant van de muts met 1 cm naad romdom. Haak een rand aan de rand van de bovenkant alsvolgt: gebruik haaknaald 5 en 2 draden roze + 1 draad rood (= 3 draden) en haak een rand alsvolgt: haak v van rechts naar links, dat wil zeggen in de tegenovergestelde richting als je normaal zou haken.

Haak 2 draden van l met een lengte van 25 cm. Maak 2 kleine pompons met rood en bevestig deze aan het einde van de gehaakte koordjes. Bevestig de andere kant van de gehaakte koortjes aan de bovenkant van de muts.

Telpatroon

symbols = rood
symbols = oranje
symbols = blauw
symbols = geel
symbols = naturel
symbols = fuchsia
symbols = 2 st r samen
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 10-13

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (4)

country flag Sharon Rowa wrote:

I have not been successful in decreasing a stitch without leaving a small hole in my work. Do you have any tips? Thank you.

27.02.2021 - 02:41

DROPS Design answered:

Dear Mrs Rowa, make sure to work the decrease not too loose - maybe this video can help you - your Yarn store might have more Tipps for you, do not hesitate to contact them even per mail or telephone. Happy knitting!

01.03.2021 - 08:02

country flag Gisele wrote:

Question 1: the pattern states to cast off 8 sts for armholes and put the piece aside. That would leave the piece to start the next row on the WS. So do I start adding the sleeves starting on the WS? Question 2: I started adding the sleeves as shown in the video but there is no way all those sleeve sts would fit as easy as the tutorial shows it. Please help

15.05.2020 - 22:06

DROPS Design answered:

Dear Gisele, you can cast off for sleeve from RS or then work 1 row from WS over all stitches and start diagram on next row from RS. When you add sleeves over armholes, the first rows might be somewhat tricky, you can keep the sleeve sts on the double pointed needles or use another circular needle for the first few rows, then it will work fine. Happy knitting!

18.05.2020 - 07:07

country flag Gisele wrote:

My question is about the sleeve measurement for size 3/4. The pattern states that when sleeve measures 30 cm to start decreasing. Is 30 cm the right number or there is something wrong? It just seems 30 cm is too long. Thank you for your help

14.05.2020 - 05:24

DROPS Design answered:

Dear Gisele, this is the right measurement - see also measurement chart. You can adjust if necessary comparing all measurements in chart with one similar jacket the child has. Happy knitting!

14.05.2020 - 08:03

country flag Margit Frank wrote:

Ist in dem Diagramm (M1) für die Jacke hin ind Rückreihe gezeichnet?

08.07.2019 - 19:33

DROPS Design answered:

Liebe Frau Frank, ja genau alle Reihen sind im Diagram (M.1 sowie M.2 gezeigt. Mehr über Diagramme lesen Sie hier. Viel Spaß beim stricken!

09.07.2019 - 08:33