DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.15€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS Children 12-21
Trui:

Maat: 3/4-5/6-7/8 (9/10-11/12-13/14) jaar.
Materialen: DROPS Karisma Superwash van Garnstudio,
350-350-400 (450-500-550) gr nr. 01, naturel

DROPS Breinld 3mm en 4mm.
DROPS Breinaalden zonder knop 3mm (voor de hals).

HAT:
Size: 3/5 – 6/9 - 10-14 jaar

Materialen: DROPS Alaska van Garnstudio
Blauw/groene muts:
100-100-100 g kleur nr 37, grijsblauw
50-50-50 g kleur nr 02 naturel
50-50-50 g kleur nr 45, licht olijfgroen
(zonder oorflappen heeft u 50 g grijsblauw nodig voor alle maten)
Rood/blauwe muts:
50-50-100 g kleur nr 37, grijsblauw
50-50-50 g kleur nr 02 naturel
50-50-50 g kleur nr 11, rood
DROPS haaknaald maat 5mm

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.15€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

TRUI:

Steekverhouding: 21 st x 28 nld op breinld 4mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Boordst: * 2 r, 2 av *, herhaal steeds *-*.

Ribbelst (heen en weer op de breinld): Alle naalden rechts breien.

Motief: zie teltekening M.1 t/m M.3. De teltekening geeft het motief aan van de goede kant. De teltekening in tricotst breien.

Voorpand: Zet 74-82-86 (94-98-106) st op (incl. 1 kantst aan de weerskanten) met breinld 3mm en Karisma Superwash. Brei 4-4-4 (5-5-5) cm Boordst met 1 kantst aan de weerskanten. De volgende nld moet op de goede kant zijn. Wissel naar breinld 4mm en brei 2 nld ribbelst en 1 nld tricotst. Meerder tegelijkertijd in de laatste nld gelijkmatig 8-6-8 (10-12-10) st tussen de middelste 24-24-24 (38-38-38) st = 82-88-94 (104-110-116) st. Brei de volgende nld als volgt (op de verkeerde kant): 1 kantst, 14-17-20 (16-19-22) av (= tricotst, dwz r op d goede kant), M.1 (= 10 st), M.2 (= 18 st) x 2-2-2 (3-3-3), M.3 (= 6 st), 14-17-20 (16-19-22) av (=tricotst, dwz r op d goede kant) en 1 kantst. Ga door volgens het motief. Let op de steekverhouding! Kant bij een hoogte van 25-27-30 (32-33-34) cm af voor de armsgaten aan de weerskanten in elke 2e nld: 3 st x 1, 2 st x 0-1-1(2-3-4) en 1 st x 2-2-3 (3-3-3) = 72-74-78 (84-86-88) st. Brei bij een hoogte van 34-37-41 (43-45-47) cm de hals als volgt: Minder 2 st over de 2 middelste kabels = 68-70-74 (80-82-84) st. Kant vervolgens de middelste 12-12-12 (14-14-14) st af voor de hals. Kant daarbij af aan de halszijden in elke 2e nld: 3 st x 1, 2 st x 1 en 1 st x 4 = 19-20-22 (24-25-26) st op elke schouder. Minder bij een hoogte van 40-43-47 (50-52-54) cm 2 st over de kabels op de schouders in de 3 grootste maten = 19-20-22 (22-23-24) st. Kant in de volgende nld alle st af.

Achterpand: Zet 74-82-86 (94-98-106) st op en brei de Boordst als op het voorpand. Wissel naar breinld 4mm en brei 2 nld ribbelst en ga vervolgens door in tricotst. Minder tegelijkertijd gelijkmatig 0-2-0 (2-0-2) st in de 1e nld na de Boordst = 74-80-86 (92-98-104) st. Kant af voor de armsgaten als op het voorpand = 64-66-70 (72-74-76) st. Kant bij een hoogte van 38-41-45 (48-50-52) cm de middelste 24-24-24 (26-26-26) st af voor de hals. Kant daarbij 1 st af aan de halszijden in de volgende nld = 19-20-22 (22-23-24) st op elke schouder. Kant alle st af bij een totale hoogte van 40-43-47 (50-52-54) cm.

Mouwen: Lees a.u.b. het hele mouwpatroon voordat u gaat breien!
Zet 46-46-50 (50-54-54) st op (incl. 1 kantst aan de weerskanten) met breinld 3mm en Karisma Superwash. Brei 5-5-5 (6-6-6) cm Boordst met 1 kantst aan de weerskanten. Wissel naar breinld 4mm, brei 2 nld ribbelst en ga vervolgens door in tricotst. Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 7 cm 1 st x 8-9-10 (12-12-14) aan de weerskanten voor elke 3 cm (afwisselend in ca de 8e en 9e nld) = 62-64-70 (74-78-82) st. Kant vanaf een hoogte van 31-35-39 (42-45-48) cm af voor de mouwkop in elke 2e nld: 4 st x 1 en 3 st x 1. Kant vervolgens 2 st af aan de weerskanten tot een hoogte van 35-40-44 (48-52-56) cm en kant dan 3 st x 1 af aan de weerskanten. Kant de overige st af. De mouw heeft een totale hoogte van ca 36-41-45 (49-53-57) cm.

Afwerken: Sluit de schoudernaden.

Hals: Neem ca 80 tot 92 st op (het aantal st moet deelbaar met 4 zijn) rondom de hals met mouwenbreinld 3mm en Karisma Superwash. Brei 1 nld av en 1 nld r. Brei door in Boordst. Kant als de hals een hoogte van 5-6-7 (7-8-9) cm heeft af in Boordst.
Naai de mouwen in de trui. Sluit de mouw- en zijnaden in één vlak langs de 1 kantst.




MUTS (Zie ook patroon S12-22)

MUTS:

Steekverhouding: 16 stk x 8 toeren = 10 x 10 cm met haaknaald 5mm. Gebruik eventueel een grotere of kleinere haaknld om de juiste steekverhouding te krijgen. Haak een proeflapje!

Haak info: Vervang het 1e stk van de toer door 3 l. Eindig elke toer met 1 hv in de 3e l van de vorige toer.
Patroon: Zie teltekening. Het hele patroon wordt gehaakt met stk. Haak A.1 voor de grijs/blauwe variant en A.2 voor de rood/blauwe variant.

Muts met of zonder oorklepjes: Lees de haak info!
Haak 5 l met haaknaald 5mm en blauw/grijs en sluit deze tot een ring met 1 hv.
1e toer: 12 stk in de ring
2e toer: 2 stk in elk stk = 24 stk
3e toer: *1 stk in het 1e stk, 2 stk in het volgende stk*, herhaal van*-* = 36 stk
4e toer: *1 stk in elk van de 1e 2 stk, 2 stk in het volgende stk*, herhaal van*-* = 48 stk
5e toer: *1 stk in elk van de 1e 3 stk, 2 stk in het volgende stk*, herhaal van*-* = 60 stk
NB: hier is het meerderen voor maat 3/5 jaar voltooid.
6e toer: Haak stk en meerder gelijkmatig verdeeld naar 65 stk (meerder door 2 stk in 1 stk te haken)
NB: hier is het meerderen voor 6/9 jaar voltooid.
7e toer: Haak stk en meerder gelijkmatig verdeeld naar 70 stk
NB: hier is met meerderen voor maat 10/14 jaar voltooid.
Lees het onderstaande eerst goed door voordat u verder haakt!
Na de laatste meerdering zijn er 60-65-70 stk op de toer. Ga verder volgens het patroon – volg de instructies hierboven en let op het pijltje voor de juiste maat. Hecht de muts zonder oorklepjes af na A.1/A.2, de muts heeft een hoogte van ca 18-19-20 cm.

Muts met oorklepjes:
Plaats na de laatste toer van het patroon 2 merkdraden als volgt: De eerste merkdraad na 6 stk ( begin van het 1e oorklepje), de tweede merkdraad na 40-43-46 (incl. de eerste 6 stk) stk (begin van het 2e oorklepje).

Oorklepje: Haak met grijs/blauw. Begin bij de eerste merkdraad en haak 14-16-18 stk, keer het werk, 1 hv in het eerste stk, 12-14-16 stk, *keer het werk, 1 hv in het eerste stk, haak tot er nog 1 stk over is op de toer * herhaal van*-* nog 3-3-4 keer = 4-6-6 stk over op de toer. Het klepje heeft nu een hoogte van 6-6-7 7.5-7.5-9 cm. Knip en hecht de draad af. Herhaal dit aan de andere kant van de muts door te beginnen bij de 2e merkdraad. Er moeten 20-21-22 stk tussen de oorklepjes zitten op het middenvoor en 12 stk op het middenachter.

Gehaakte rand: Haak lange losse v met gebroken wit langs de onderkant en langs de oorklepjes als volgt: *1 v in de eerste st van de een na laatste toer (trek de lus zo aan dat hij een beetje lang is), sla 1 st over, 1 v in de volgende st in op dezelfde manier*, herhaal van*-* op de gehele toer en eindig met 1 hv in de 1e v van het begin van de toer.

Koordjes: Knip 4 draden (= 2 draden blauw/grijs en 2 draden gebroken wit) van elk 130 cm en haal ze door de toer v aan de onderkant van het oorklepje. Maak knopen met 4 draden in elke knoop tot er nog ca 6 cm over is. Leg vervolgens een knoop in het koordje met alle draden. Herhaal dit bij het andere oorklepje.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 30.04.2018
Telpatronen en tekening bijgewerkt. Instructie voor de muts toegevoegd en de telpatronen voor de muts zijn hernoemd van M naar A.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = zet 3 steken op een kabelnaald achter het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
symbols = zet 3 steken op een kabelnaald vor het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
symbols = grijsblawu
symbols = naturel
symbols = licht olijfgroen
symbols = rood
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 12-21

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (6)

country flag Heike wrote:

Bei der Anleitung zum Ärmel heißt es "gegen die Schulter arbeiten". Bedeutet das, dass man die Abnahme nur einseitig macht und damit der linke und der rechte Ärmel unterschiedlich (entsprechend der Seiten) ist? Und ist diese Seite dann vorne oder hinten?

10.10.2022 - 05:37

DROPS Design answered:

Liebe Heike, bei den Ärmeln ketten Sie am Anfang jeder Reihe ab, dh bei den Hin- sowie bein den Rückreihen damit beide Seiten symmetrisch sind. Viel Spaß beim stricken!

10.10.2022 - 10:05

country flag Freydier Chantal wrote:

Bonjour, J' ai tricoté ce pull Drop Children 12-21 , je ne vois pas comment coudre les manches au tricot. pourriez-vous me renseigner ? merci de votre réponse

15.10.2017 - 09:28

DROPS Design answered:

Chere Chantal, cliquez sur le video ci-apres Comment coudre les manches à un pull tricoté en jersey . Bon travail!

16.10.2017 - 09:37

country flag Gunhild Nilsson wrote:

Vad menas med oliven och burgunder ?

23.10.2015 - 14:16

DROPS Design answered:

Hej. De diagramsymbolerna var inte översatta från norska men det är rättat nu. Ljus oliv är färg nr 45 och vinröd är färg nr 11. (De diagrammen används till mössan). Lycka till!

29.10.2015 - 12:16

country flag Stephan Best wrote:

In der deutschsprachigen Anleitung fehlt das zweite Diagramm: Es müsste "/drops/mag/s12/21/21-diag2.jpg" statt "/drops/mag/s12/21/21-d2.jpg" heißen.

06.08.2015 - 13:10

country flag Wilma wrote:

Bij het motief staat geen nederlandse vertaling kan ik die ergens anders vinden

30.01.2014 - 11:47

DROPS Design answered:

Hoi Wilma. Kijk nu - het is aangepast.

30.01.2014 - 12:36

country flag Shirley wrote:

This pattern speaks of a hat but there is no pattern. is there a pattern for the hat? thank you

16.01.2014 - 07:44

DROPS Design answered:

Dear Shirley, you will find the pattern for the hat here. Happy crocheting!

16.01.2014 - 09:46