DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.12 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 27.56€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

Moon Phase Cardigan

Gebreid vest in DROPS Karisma. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan, tweekleurig streeppatroon, rolranden en PUNNIKRAND. Maten S - XXXL.

Markeer maat:
DROPS 252-25

#moonphasecardigan

DROPS Design: Patroon u-980
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS KARISMA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
550-600-650-700-800-850 g kleur 44, lichtgrijs
100-100-100-100-100-100 g kleur 01, naturel

KNOPEN:
DROPS KNOPEN NR 629: 6 stuks in alle maten.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – u heeft dan alleen een rondbreinaald van 80 cm nodig in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte, met tricotsteek op naald 4 mm = 10 x 10 cm.
23 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte, met tricotsteek op naald 3 mm = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.12 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 27.56€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon


-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.3. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.2).
De telpatronen tonen het patroon aan de goede kant.

STREPEN MET PATROON:
* Brei het patroon volgens telpatroons A.2/A.3 (= 6 naalden), dan 14 naalden tricotsteek met lichtgrijs *, brei van *-* in totaal 5 keer, brei het patroon volgens telpatroons A.2/A.3 zoals hiervoor, eindig dan het werk met tricotsteek, biezen en lichtgrijs.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 steek de steek door de steek op te nemen die om de buitenste steek op de linker naald zit, brei deze steek recht.

RAGLAN:
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken welke als volgt wordt gebreid op de volgende naald:
VOOR DE MARKEERDRAAD:
Brei recht door de achterste lus om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.
NA DE MARKEERDRAAD:
Haal de omslag van de linker naald af en zet deze gedraaid terug (voeg de linker naald in aan de achterkant als u hem terug zet). Brei de steek recht in de voorste lus om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraadsteek als volgt:
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraadsteek, 2 recht samen, 1 recht (markeerdraadsteek), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd).

BIEZEN MET PUNNIKRAND:
BEGIN VAN DE NAALD:
Brei de voorbies als volgt: Haal 1 steek averecht af, met de draad aan de voorkant, 1 recht, brei A.1 (6 steken).
EINDE VAN DE NAALD:
Brei de voorbies als volgt: Brei tot er 8 steken over zijn op de naald, brei A.1 (6 steken), haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht.
Brei op deze manier aan zowel de goede als de verkeerde kant.

KNOOPSGATEN:
Brei de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het werk wordt gedragen), brei aan de goede kant als er 5 steken over zijn als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Maak 1 omslag, 2 recht samen, brei 1 steek in A.1, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei de voorbies zoals hiervoor, brei de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat.
Het eerste knoopsgat wordt op de eerste naald aan de goede kant gebreid nadat de hals klaar is. Brei dan de andere 5 knoopsgaten met 8½-8½-8½-9-9-9 cm tussen elk.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK.
Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig.
De hals en de pas worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald, vanaf midden voor en van boven naar beneden. Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder heen en weer gebreid met de rondbreinaald, terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden in de rondte gebreid, van boven naar beneden.
Als er een «0» in uw maat staat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende instructie.

HALS:
Zet 127-131-135-143-147-155 steken op met rondbreinaald 4 mm en lichtgrijs DROPS Karisma. Ga verder met naald 3 mm (opzetten met een grotere naald maakt de opzetrand elastisch).
Brei dan als volgt:
NAALD 1 (verkeerde kant): Brei 8 steken volgens BIEZEN MET PUNNIKRAND – lees beschrijving hierboven, brei averecht tot er 8 steken over zijn, brei 8 steken volgens biezen met PUNNIKRAND – zoals beschreven hierboven.
NAALD 2 (goede kant): Brei de voorbies zoals hiervoor, brei recht tot er 8 steken over zijn, brei de voorbies zoals hiervoor.
NAALD 3 (verkeerde kant): Brei de voorbies zoals hiervoor, brei averecht tot er 8 steken over zijn, brei de voorbies zoals hiervoor.
NAALD 4 (goede kant): Brei de voorbies zoals hiervoor, brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) tot er 9 steken over zijn, 1 recht, brei de voorbies zoals hiervoor.
NAALD 5 (verkeerde kant): Brei de voorbies zoals hiervoor, boordsteek (1 averecht, 1 recht) tot er 9 steken over zijn, 1 averecht en voorbies zoals hiervoor.
NA NAALD 5:
Ga verder met tricotsteek en biezen tot de hals 6-6-6-7-7-7 cm meet vanaf de opzetrand, meerder tegelijkertijd 0-12-8-16-20-36 steken verdeeld op de laatste naald aan de goede kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN (meerder niet over de biezen) = 127-143-143-159-167-191 steken – eindig na een naald aan de verkeerde kant.
Voeg een markeerdraad in na de eerste voorbies (midden voor), het werk wordt nu vanaf hier gemeten.

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Voeg 4 markeerdraden in het werk als volgt, zonder de steken te breien en elke markeerdraad wordt in een steek ingevoegd (raglansteek) welke vervolgens altijd in tricotsteek gebreid wordt met lichtgrijs.
Tel 24-28-28-30-32-38 steken (= linker voorpand), voeg 1 markeerdraad in, in de volgende steek, tel 21-21-21-25-25-25 steken (= mouw), voeg 1 markeerdraad in, in de volgende steek, tel 33-41-41-45-49-61 steken (= achterpand), voeg 1 markeerdraad in, in de volgende steek, tel 21-21-21-25-25-25 steken (= mouw), voeg 1 markeerdraad in, in de volgende steek. Er zijn 24-28-28-30-32-38 steken over op de naald (= rechter voorpand).
U meerdert nu voor de RAGLAN en brei STREPEN MET PATROON – lees de uitleg hierboven en beide volgende 2 delen door voordat u verder gaat; denk om de knoopsgaten op de rechter voorbies – lees beschrijving hierboven.

RAGLAN:
NAALD 1 (goede kant): Brei tricotsteek en biezen, meerder voor de raglan door 1 omslag te maken voor en na elke raglan - steek (8 gemeerderde steken).
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei tricotsteek en biezen, de nieuwe steken worden verder in tricotsteek gebreid (denk om het draaien van de omslagen zoals beschreven onder RAGLAN).
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 4-8-12-8-8-12 keer (8-16-24-16-16-24 gebreide naalden) = 159-207-239-223-231-287 steken. Denk om de stekenverhouding.

Ga nu verder met tricotsteek/patroon en biezen, meerder voor de raglan als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Meerder door 1 omslag te maken voor en na elke raglansteek (8 gemeerderde steken).
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei zoals hiervoor met de nieuwe steken in tricotsteek/ in patroon.
NAALD 3 (goede kant): Meerder door 1 omslag te maken voor raglansteek 1, na raglansteek 2, voor raglansteek 3 en na raglansteek 4, dus, meerder alleen op de voor- en achterpanden, niet op de mouwen (4 gemeerderde steken).
NAALD 4 (verkeerde kant): Brei zoals hiervoor, met de nieuwe steken in tricotsteek / in patroon.
Brei NAALDEN 1 tot 4 in totaal 14-12-12-14-16-14 keer (56-48-48-56-64-56 naalden gebreid).
Alle meerderingen voor de raglan zijn nu klaar (in totaal 32-32-36-36-40-40 keer op de voor- en achterpanden en 18-20-24-22-24-26 keer op de mouwen) = 327-351-383-391-423-455 steken. De pas meet ongeveer 23-23-26-26-29-29 cm vanaf de markeerdraad midden voor. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen.

STREPEN MET PATROON:
Als u 16 naalden met lichtgrijs heeft gebreid na de hals en de volgende naald is aan de goede kant, brei dan STREPEN MET PATROON zoals beschreven hierboven. Brei dan als volgt aan de goede kant elke keer dat A.2/A.3 wordt gebreid:
Brei de voorbies zoals hiervoor, A.2 tot raglansteek 1, meerder voor/na de raglansteek (welke met lichtgrijs wordt gebreid), brei A.3 tot raglansteek 2 (A.3 begint op dezelfde manier als A.2 geëindigd is voor de raglansteek), meerder voor/na de raglansteek (welke met lichtgrijs wordt gebreid), brei A.3 tot raglansteek 3 (A.3 begint op dezelfde manier als A.3 geëindigd is voor de raglansteek), meerder voor/na de raglansteek (welke met lichtgrijs wordt gebreid), brei A.3 tot raglansteek 4 (A.3 begint op dezelfde manier als A.3 geëindigd is voor de raglansteek), meerder voor/na de raglansteek (welke met lichtgrijs wordt gebreid), brei A.3 tot de voorbies (A.3 eindigt bij de voorbies op dezelfde manier als A.2 begon na de eerste voorbies), brei de voorbies zoals hiervoor.

VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN:
Brei 56-60-64-66-72-78 steken zoals hiervoor (= voorpand), plaats de volgende 59-63-71-71-75-79 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 7-7-7-15-15-15 steken op (in de zijkant midden onder de mouw), brei 97-105-113-117-129-141 steken zoals hiervoor (= achterpand), plaats de volgende 59-63-71-71-75-79 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 7-7-7-15-15-15 steken op (in de zijkant midden onder de mouw), brei de laatste 56-60-64-66-72-78 steken zoals hiervoor (= voorpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid.

LIJF:
= 223-239-255-279-303-327 steken. Ga verder met tricotsteek, strepen en biezen tot het werk 46-48-50-50-52-54 cm meet vanaf de markeerdraad midden voor (na de laatste streep met A.2/A.3, ga verder met tricotsteek, biezen en lichtgrijs).
Begin op de volgende naald aan de goede kant met de boordsteek. Meerder tegelijkertijd 40-46-50-56-58-64 steken verdeeld op deze naald (meerder niet over de biezen) = 263-285-305-335-361-391 steken, als volgt:
Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei de voorbies zoals hiervoor, boordsteek (1 recht, 1 averecht – denk om de meerderingen) tot er 9 steken over zijn, 1 recht en 8 voorbiessteken zoals hiervoor.
Als de boordsteek 5-5-5-6-6-6 cm meet, kant dan af.
De top meet ongeveer 51-53-55-56-58-60 cm vanaf de markeerdraad midden voor en 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder.

MOUWEN:
Plaats de 59-63-71-71-75-79 mouwsteken van 1 draad op rondbreinaald 4 mm. Neem 1 steek op in elk van de 7-7-7-15-15-15 opgezette steken onder de mouw = 66-70-78-86-90-94 steken.
Voeg 1 markeerdraad in, in de middelste steek onder de mouw. De markeerdraad wordt gebruikt voor het minderen onder de mouw.
Minder nu en brei in patroon – lees de volgende 2 delen door voordat u verder gaat.

MINDEREN:
Als de mouw 2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2-2-1½-1-1-1 cm in totaal 5-6-9-12-12-13 keer = 56-58-60-62-66-68 steken.

PATROON:
Denk om het minderen. Begin op de markeerdraadsteek onder de mouw en ga verder met het patroon vanaf de pas - A.3 past niet onder de mouw.

Brei tot de mouw 43-43-41-42-40-40 cm meet vanaf de scheiding (na de laatste streep, ga verder met tricotsteek en lichtgrijs).
Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei 2 naalden boordsteek (1 recht, 1 averecht), dan 3 naalden tricotsteek (= rolrand). Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm. Kant af met recht.
De mouw meet ongeveer 45-45-43-44-42-42 cm vanaf de scheiding.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant met lichtgrijs
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant met lichtgrijs
symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant met naturel
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 252-25

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (3)

country flag Deborah schreef:

What does “I cord” mean ?

22.12.2024 - 21:18

DROPS Design antwoorde:

Dear Deborah, it's a type of edge, you can see how it's worked in the pattern instructions in the BANDS WITH I-CORD section. You can also watch this video: https://www.garnstudio.com/video.php?id=1805&lang=en. Happy knitting!

22.12.2024 - 22:47

country flag Beata schreef:

Wydaje mi się, że coś nie zgadza się w objaśnieniach do schematów A2 i A3. Z opisu wychodzi mi ścieg fantazyjny dżersejem. Sweterek na modelce ma paski zrobione inaczej (ścieg francuski?). Jak mam zrobić paski takie jak w swetrze na zdjęciu?

07.11.2024 - 23:36

DROPS Design antwoorde:

Witaj Beato, paski są wykonane dżersejem, 2 kolorami, za to 2 rzędy przed wprowadzeniem koloru do żakardu, mamy sekwencję 1 oczko lewe, 3 oczka prawe i tak dalej przez całe okrążenie, taki mały wizualny akcent. Pozdrawiamy!

12.11.2024 - 09:49

country flag Carina H schreef:

I stycket som handlar om raglanökningarna står slutligen står det ..det har ökats 32-32 -36- etc gånger på framstyckena etc och 18-20-24-etc gånger på ärmarna. Det vore tydligare om det istället för gånger stod maskor. Jag tolkade det först som att det ökats 32x8 maskor på framstyckena osv. Fick då inte maskantalet att stämma alls.

02.11.2024 - 11:32