DROPS Vivaldi
DROPS Vivaldi
56% mohair, 30% polyamide, 14% wol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale

Frosty Mist

DROPS Wijde trui met golfjesmotief en grote col en shawl van “Vivaldi”. Maat XS - XXL

DROPS 76-29
TRUI
Maat: XS - S/M - L/XL - XXL
Afmetingen: 90-108-126-144 cm
Materialen: DROPS Vivaldi van Garnstudio,
250-250-250-300 gr nr. 06, naturel.

DROPS Breinld en korte rondbreinld 4.5 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

SHAWL
Zie het patroon bij model 76-13

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Vivaldi
DROPS Vivaldi
56% mohair, 30% polyamide, 14% wol
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Steekverhouding: 19 st x 26 nld = 10 x 10 cm in patroon.
18 st x 36 nld = 10 x 10 cm in ribbelst.

Patroon: Zie de teltekeningen. Het patroon is weergegeven op de goede kant.

Voorpand: Zet losjes 89-106-123-140 st op met 2 draden Vivaldi. Neem 1 draad weg en brei Patroon 1 (nld 1 = goede kant), met 2 kantst aan weerskanten in ribbelst. Herhaal Patroon 1 in totaal 6 keer, en brei vervolgens Patroon 2 tot de vereiste afmetingen. Kant bij een hoogte van 30-31-32-33 cm 1 kantst af aan weerskanten voor de armsgaten = 87-104-121-138 st. Brei verder in patroon, met 1 kantst aan weerskanten in ribbelst. Kant bij een hoogte van 40-42-44-46 cm de middelste 33-32-33-32 st af voor de hals = 27-36-44-53 st resteren voor elke schouder. Brei de st langs de hals in ribbelst.
NB: Brei voor maat XS + L/XL de 8 st langs de hals in tricotst; als volgt:
Maat XS: Brei de schouder st als volgt vanaf de schouder: 1 r (kantst), 17 st Patroon 2, 8 st tricotst, 1 r (hals kantst).
Maat L/XL: Brei de schouder st als volgt vanaf de schouder: 1 r (kantst), 34 st Patroon 2, 8 st tricotst, 1 r (hals kantst).
Kant af bij een hoogte van 48-50-52-54 cm.

Achterpand: Zet op en brei zoals beschreven voor het voorpand. Kant af voor de armsgaten zoals voor het voorpand. Kant bij een hoogte van 46-48-50-52 cm de middelste 33-32-33-32 st af voor de hals = 27-36-44-53 st resteren voor elke schouder. Brei verder zoals beschreven voor het voorpand en kant af bij een hoogte van 48-50-52-54 cm.

Mouw: Zet losjes 55-55-55-55 st op met 2 draden Vivaldi. Neem 1 draad weg en brei Patroon 1 (nld 1 = goede kant), met 2 kantst aan weerskanten in ribbelst. Herhaal Patroon 1 in totaal 6 keer, en herhaal vervolgens Patroon 2 tot de vereiste afmetingen. Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 6-6-7-7 cm 9-11-13-14 x 1 st aan weerskanten op elke 5½-4-3-2½ cm = 73-77-81-83 st – brei de gemeerderde st in tricotst. Kant bij een hoogte van 53-49-46-42 cm af met een dubbele draad.

Afwerking: Sluit de schoudernaden.

Halsboord: Neem ca 90 tot 100 st op langs de hals (begin en eindig op het middenachter) met de korte rondbreinld en 1 draad Vivaldi. Brei ribbelst heen en weer, en meerder gelijkmatig verdeeld naar 106 st in de eerste nld. Meerder bij een boordhoogte van 2 en 4 cm gelijkmatig verdeeld 10 st = 126 st. Brei verder in ribbelst totdat het halsboord een hoogte heeft van ca 30 cm. Kant af met 3 draden Vivaldi. Sluit de naad van het halsboord op het middenachter.
Zet de mouwen in met 1 kantst als naadtoeslag.
Sluit de zij en mouwnaden met 2 kantst als naadtoeslag.

Telpatroon

symbols = r op de goede kant, av op de verkeerde kant
symbols = av op de goede kant, r op de verkeerde kant
symbols = 1 omsl
symbols = op de goede kant: 2 st r samen
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 76-29

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (6)

country flag Marie-Thérèse Dulio wrote:

Et coucou,\r\nJe tricotte le modèle 76-29 Frosty Mist. Dos et devant impeccable ! Mais les manches posent un gros problème pour mon cerveau. Je monte les 55 m puis 6 fois M1=102 m, et est-ce que les m lis. Soient incorporées dans M1 ou à part ? Je ne comprends pas comment placer mes augmentations au fur et à mesure de manière à ce ques points soient bien en correspondance.\r\nMerci d\'avance et passez une très bonne journée !

17.11.2018 - 15:07

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Dulio, vous tricotez M.1 ainsi: 2 m lisière, 3 x M.1 en largeur, 2 m lisière = 55 m. Quand M.1 a été tricoté 6 fois en hauteur, répétez M.2. Les augmentations se tricotent en jersey, mais pour la continuité, vous pouvez les tricoter à l'endroit sur l'envers dans M.1 (= comme les mailles de M1). Bon tricot!

19.11.2018 - 09:40

country flag DULIO wrote:

Bonjour, je vous remercie infiniment de vos explications, je vais essayer de suivre votre réponse et je froise les doigt ! 😄🙅 très bonne journée

19.09.2018 - 10:45

country flag Marie-Thérèse Dulio wrote:

Bonjour, pour ce modèle je tricotte la manche en rond et je n'est pas de mailles lisière. J'en suis à la 1ère aug. Et je dois les faire côte à côte pour ne pas décaler le point fantaisie. Est-ce la bonne façon ? Et avec ces aug. je n'aurais donc pas de points fantaisie à leur emplacement ? J'avoue que je suis un peu perdue. Merci de m'éclairer un peu sur cette situation. Cordialement, Mme Dulio

18.09.2018 - 21:10

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Dulio, pour augmenter en rond, vous pouvez augmenter 1 m avant la fin du tour, tricotez 2 m (votre marqueur de début de tour est entre ces 2 m), et augmenter 1 m après ces 2 m. Pensez juste à bien ajuster le point fantaisie pour bien conserver le bon nombre de mailles (augmentez par ex sur un rang en mailles endroit ou en mailles envers = pas un rang avec les jetés et les diminutions). Tricotez les augmentations en jersey (endroit ou envers en fonction des diagrammes). Bon tricot!

19.09.2018 - 09:52

country flag Simone R. wrote:

Oooohhh! Vielen, vielen Dank! In den Heften habe ich nicht gesucht. Ich freue mich sehr. Sofort ausgedruckt, damit ich sie nicht mehr verliere ;) Ich werde heute noch damit beginnen! Herzlichen Dank. LG, Simone R.

09.01.2014 - 22:31

country flag Simone R. wrote:

Vielen Dank für die schnelle Antwort, liebes Team. Den Hinweis unter der Pulloveranleitung hatte ich gesehen. Leider ist es nicht möglich, die Anleitung für den Schal aufzurufen...nicht mit der Suche auf der Startseite und auch nicht über die Garnempfehlung. Kann es sein, dass die Anleitung 76-13 verloren ging? LG, Simone R.

09.01.2014 - 00:52

DROPS Design answered:

Liebe Simone, es ist Heft 76 Anleitung 13, Sie finden es über die Suchmaschine, aber ich sende Ihnen hier den direkten Link: https://www.garnstudio.com/lang/de/visoppskrift.php?d_nr=76&d_id=13&lang=de

09.01.2014 - 18:09

country flag Simone R. wrote:

Liebes DROPS-Team, zuerst ein großes Dankeschön für die vielen, vielen schönen Modelle. Pulli und Schal- ein *Sommertraum* gefallen mir ausserordentlich gut. Leider finde ich die Anleitung für den Schal nicht unter der empfohlenen Modell-Nr. Es wäre nett, wenn Sie mir weiterhelfen würden. LG, Simone R.

07.01.2014 - 21:59

DROPS Design answered:

Liebe Simone, Sie finden den Schal unter 76-13.

07.01.2014 - 22:47