AB schreef:
Vedr. Buksemønsteret: kan dere forklare mere hvordan jeg skal øke og felle når beina skal strikkes sammen. Hva menes med 1 m x 8 på hver 4.omg?
19.09.2014 - 12:54DROPS Design antwoorde:
Hej, når du har sat begge ben ind på samme rundpind og strikker rundt om ryg og mave, tager du ud på hver side af de 2 midterste masker bagpå og du tager ind på hver side af de 2 midterste masker foran (ifølge opskriften)! God fornøjelse!
23.09.2014 - 14:19
DROPS Design schreef:
Start out by knitting the leg in the round. Divide the leg on the inside when it measures 22-26-29-31 (39-45-50-56) cm – divide the piece between the 2 P sts (the separation = split to make it easier to put the sts on the circular needle afterwards) and finish the piece back and forth on needle. At the same time inc 1 st each side towards for seam
21.11.2008 - 16:40
SANDRA HAGLER schreef:
I AM HAVING TROUBLE WITH JOINING THE LEGS, SHOULD THIS PART BE DONE IN ROUNDS OR BACK AND FORTH
21.11.2008 - 16:36
Fall Firecracker#fallfirecrackerjacket |
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
Trui met capuchon en zakken van Big Bouclè. Broek en Tas van Camelia.
DROPS Children 9-6 |
||||||||||||||||
Stekenverhouding: 11 st x 18 nld op naalden 5 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm. Ribbelsteek, heen en weer gebreid: alle naalden recht. 1 knoopsgat = kant 2 st af en zet 2 nieuwe st op boven de afgekant st in de volgende naald. De 4 kleinste maten: 5 knoopsgaten in totaal, kant af bij een hoogte van 6-6-6-7 cm, 11-11-12-14 cm, 16-17-19-22 cm, 21-22-25-29 cm en 26-28-31-36 cm. De 4 grootste maten: 6 knoopsgaten in totaal, kant af bij een hoogte van 7-7-8-8 cm, 13-14-16-16 cm, 20-21-23-24 cm, 26-28-31-33 cm, 33-35-39-41 cm en 40-42-47-49 cm. TRUI: Linkervoorpand: zet losjes 22-23-25-27 (29-30-32-33) st op (incl 4 voorbies st middenvoor en 1 kant st aan de zijkant) met naalden 5 mm en Big Bouclè. Brei 2 nld ribbelsteek, ga verder in tricotsteek maar brei de voorbies en de kant st in ribbelsteek. Denk om de stekenverhouding! Kant bij een hoogte van 20-21-24-27 (31-33-37-38) cm af voor de armsgaten om de naald: 2-2-2-2 (2-2-3-3) keer 2 st en 2-2-2-2 (2-2-2-2) keer 1 st = 16-17-19-21 (23-24-24-25) st. Zet bij een hoogte van 27-29-32-37 (41-43-48-50) cm de 4 ribbel st van de voorbies op een hulpdraad voor de hals – kant tegelijkertijd de volgende 2-3-3-4 (4-4-5-5) st af. Kant dan af voor de hals om de naald: 1-1-1-1 (1-1-1-1) keer 2 st en 2-2-2-2 (3-3-3-3) keer 1 st = 6-6-8-9 (10-11-10-11) st over voor iedere schouder. Kant bij een hoogte van 30-32-36-41 (45-48-53-55) cm de overgebleven st af. Rechtervoorpand: Brei als het linkervoorpand maar in spiegelbeeld - denk om de knoopsgaten in de voorbies – zie uitleg boven. Achterpand: Zet losjes 36-38-42-46 (50-52-56-58) st op (incl 1 kant st aan iedere kant) met naalden 5 mm en Big-Bouclè. Brei 2 nld ribbelsteek, ga verder in tricotsteek maar brei de kant st in ribbelsteek. Kant bij een hoogte van 20-21-24-27 (31-33-37-38) cm af voor de armsgaten als beschreven bij het voorpand = 24-26-30-34 (38-40-40-42) st. Ga verder tot een totale hoogte van 28-30-34-39 (43-46-51-53) cm. Kant nu de middelste 10-12-12-14 (16-16-18-18) st af voor de hals en minder 1 st voor de halslijn in de volgende naald = 6-6-8-9 (10-11-10-11) st over voor iedere schouder. Kant af bij een hoogte van 30-32-36-41 (45-48-53-55) cm. Mouw: Heeft een boord van 4 cm. Zet losjes 20-22-23-24 (24-26-26-28) st op (incl 1 kant st aan iedere kant) met naalden 5 mm en Big Bouclè . Brei 2 nld ribbelsteek en ga verder in tricotsteek. Plaats bij een hoogte van 4 cm een markeerdraad – het werk wordt verder gemeten vanaf hier. Ga verder in tricotsteek als volgt: De 2 kleinste maten: Meerder bij een hoogte van 7-9 cm 1 st aan iedere kant = 22-24 st. De 6 grootste maten: Meerder bij een hoogte van 4 cm 1 st aan iedere kant: 2-3 (3-3-4-5) keer op iedere 7-6 (7.5 -9 -7 -6) cm = 27-30 (30-32-34-38) st. Alle maten: kant bij een hoogte van 14-17-19-22 (25-29-32-36) cm af voor de mouwkop aan iedere kant om de naald: 1-1-1-2 (2-2-2-2) keer 2 st, 5-4-4-2 (2-2-5-4) keer 1 st, en dan 2 st aan iedere kant tot de mouw 21-24-26-29 (32-36-41-45) cm hoog is. Kant alle st af. Zakken (brei er twee): Zet losjes 9-10-10-11 (12-13-13-14) st op met naalden 5 mm en Big-Bouclè. Brei 7-8-8-9 (10-11-11-12) cm tricotsteek, brei 2 nld ribbelsteek, kant losjes af. Afwerking: gebruik een restje van een ander rood garen als het te lastig is om te naaien met het Big-Bouclè garen. Naai de schoudernaden dicht. Capuchon: Neem ongeveer 40-60 st op langs de hals (incl de voorbies st van de hulpdraden aan het voorpand) met naalden 5 mm en Big Bouclè. Brei tricotsteek maar brei de voorbies st in ribbelsteek. Kant af als de capuchon 23-24-26-28 (28-29-30-31) cm hoog is. Naai de capuchon dicht aan de bovenkant. Naai de zakken op het vest, de ribbelsteken zijn de bovenkant. Plaats de zakken 5-5-5-5 (6-6-6-6) cm van de onderkant en 6-6-7-7 (8-8-9-9) cm van het middenvoorpand. Naai de mouwen in de trui, naai de mouw- en zijkanten in de kantsteken samen. Naai de knopen aan. BROEK in Camelia: Maat: 1/3-6/9-12/18 maanden Maat: 2 (3/4- 5/6- 7/8- 9/10) jaar Maten in cm: hele lengte: 38-42-47-52 (58-64-69-76) cm + 5 cm omslag aan de pijp. Pijplengte: 18-22-25-27 (35-41-46-52) cm + 5 cm omslag. Materiaal: DROPS Camelia van Garnstudio Kleur 39 donker grijsblauw 100-100-100-100 (100-100-100-150) gram. Kleur 35 grijsblauw 50- 50- 50- 50 (50- 100-100-100) gram. Kleur 21 rood 50-50-50-50 (100-100-100-100) gram. Kleur 08 naturel 50-50-50-50 (50-50-50-50) gram Elastiek voor de taille. DROPS rondbreinaald en breinaalden zonder knop 2.5 mm. Stekenverhouding: 25 st x 34 nld op naalden 2.5 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm. Boordsteek: * 2 recht, 2 averecht*. Herhaal van * - *. Streeppatroon: Zie telpatroon, het hele patroon (de strepen) wordt gebreid in Boordsteek. Linkerpijp: Zet 60-60-64-68 (72-76-80-84) st op met breinaalden zonder knop 2.5 mm in donker grijsblauw en brei in de rondte; plaats een markeerdraad waar de eerste en de laatste steek samenkomen. Brei het streeppatroon in Boordsteek. Meerder bij een hoogte van 10-10-11-11 (12-12-13-13) cm 1 st aan iedere kant 4 keer iedere 2 cm (meerder aan iedere kant van 2 av st aan de binnenkant van de pijp) = 68-68-72-76 (80-84-88-92) st – verwerk de gemeerderde st gaandeweg in de Boordsteek. Deel de pijp aan de binnenkant bij een hoogte van 22-26-29-31 (39-45-50-56) cm – verdeel tussen de 2 av st (deze verdeling = split om het makkelijker te maken later de st op de rondbreinaald te zetten) en brei de pijp verder heen en weer op de naalden. Meerder tegelijkertijd 1 st aan iedere kant voor de zoom = 70-70-74-78 (82-86-90-94) st. Kant bij een hoogte van 23-27-30-32 (40-46-51-57) cm 3 st af aan iedere kant van de split = 64-64-68-72 (76-80-84-88) st. Laat het werk rusten. Rechterpijp: Brei als de linkerpijp. De broek: Zet de rechter- en de linkerpijp op dezelfde rondbreinaald = 128-128-136-144 (152-160-168-176) st – Brei vanaf hier 2 st ribbelsteek middenvoor en middenachter. Meerder nu 1 st aan iedere kant van de 2 ribbelsteek middenachter en minder tegelijkertijd 1 st aan iedere kant van de 2 ribbelsteken middenvoor als volgt: Meerder als volgt: 4 keer iedere 4 naalden, brei de eerste en de tweede st r, brei de derde en de vierde gemeerderde st av. Minder als volgt: 8 keer iedere 4 naalden = 120-120-128-136 (144-152-160-168) st. Brei bij een hoogte van 43-47-52-57 (63-69-74-81) cm 1 naald av (= vouwrand), brei dan 2 cm Boordsteek en kant af in Boordsteek. Afwerking: Naai de split samen aan de binnenkant van de pijp tot de kant af st, naai de zoom in het kruis samen van middenvoor naar middenachter. Vouw de bovenkant dubbel naar de VERKEERDE KANT en naai vast maar laat een klein stukje open. Haal het elastiek door de opening in de tunnel. Borduur ongeveer 4-6 bloemen gelijkmatig verdeeld met een dubbele draad naturel op de rechter pijp – zie het telpatroon voor instructies. De onderste 5 cm van de pijp = omslag. TAS in Camelia: Afmeting: 16 x 12 cm. Materiaal: DROPS Camelia van Garnstudio Gebruik restjes garen van de broek. DROPS Haaknaalden 4 mm. Stekenverhouding: 17 stk met dubbele draad op haaknaalden 4 mm = 10 cm in de breedte. Tas: Haak met haaknaald 4 mm en een dubbele draad rood. Haak losjes 30 l. Keer het werk. 1e toer: sla 3 l over en haak 27 stk, eindig met 3 l en keer het werk. 2e toer: Haak 27 stk, eindig met 3 l en keer het werk. Haak verder volgens de 2e toer tot een hoogte van 24 cm. Vouw de tas dubbele en haak de zijkanten samen met v. Schouderband: Knip 4 draden rood, 4 draden donker grijsblauw en 4 draden grijsblauw, alle delen ongeveer 100 - 140 cm lang. Vlecht ze samen, laat 5 cm los aan iedere kant = franje. Afwerking: Naai de vlechten langs de zijkanten van de tas zodat de franjes aan de onderkant van de tas hangen. Borduur 3 bloemen aan iedere kant van de tas – zie het telpatroon voor instructies. |
||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #fallfirecrackerjacket of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 28 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS Children 9-6
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.