Queen of Ruffles |
|||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||
DROPS omslag vest van ”Alpaca” met ruches langs de voorpanden en korte pofmouwen. Maat: S tot en met XXXL. DROPS design: Model nr. Z-496.
DROPS 119-23 |
|||||||||||||||||||
-------------------------------------------------------- RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld): brei alle nld recht. PATROON: Zie telpatronen M.1 tot en met M.3 - De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de omslag op de voorpanden): Maak alle minderingen aan de goede kant naast M.1 in een nld die wordt gebreid over alle st. Minder als volgt VOOR M.1: 2 st recht samen. Minder als volgt NA M.1: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh. VERKORTE TOEREN: Brei extra nld over de ruche langs de omslagkant op de voorpanden zodat de ruche mooi valt. Doe dit als volgt: * Brei 4 nld over alle st op het voorpand, brei 2 nld alleen over M.1, brei 6 nld over alle st, brei 2 nld alleen over M.1 *, herhaal van *-*. -------------------------------------------------------- -------------------------------------------------------- ACHTERPAND: Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet LOSJES 104-116-128-140-152-164 st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met nld 2.5 mm en Alpaca. Brei 8 nld RIBBELST – zie boven! Ga verder met nld 3 mm. Ga verder in M.2 met 1 kant st aan iedere kant in ribbelst (eerste nld = goede kant). Minder bij een hoogte van 4-5-6-7-8-9 cm 1 st aan iedere kant en herhaal dit minderen iedere 2.5 cm in totaal 6 keer (brei de st die niet in M.2 passen in tricotst) = 92-104-116-128-140-152 st. Meerder bij een hoogte van 21-22-23-24-25-26 cm 1 st aan iedere kant en herhaal dit meerderen elke 3 cm in totaal 6 keer (verwerk de nieuwe st gaandeweg in M.2) = 104-116-128-140-152-164 st. Kant bij een hoogte van 42-43-44-45-46-47 cm af voor de armsgaten aan iedere kant aan het begin van iedere nld: 1-1-1-1-2-2 x 4 st, 0-1-2-3-3-4 x 3 st, 2-3-4-5-5-6 x 2 st en 4-4-4-4-5-5 x 1 st = 80-82-84-86-88-90 st over op de nld. Ga verder in M.2 – brei de st die niet in M.2 passen in tricotst. Brei bij een hoogte van 58-60-62-64-66-68 cm 2 nld ribbelst over de middelste 22-22-24-24-26-26 st (brei de overige st als hiervoor), en kant dan de middelste 20-20-22-22-24-24 st af voor de hals en brei iedere schouder (= 30-31-31-32-32-33 st) apart verder. Ga verder in M.2 met 1 ribbelst langs de hals tot het werk 60-62-64-66-68-70 cm meet, kant alle st af. LINKER VOORPAND: Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet LOSJES 64-70-76-82-88-94 st op (inclusief 1 kant st aan de zijkant) met nld 2.5 mm en Alpaca. Brei 8 nld ribbelst. Ga verder met nld 3 mm als volgt vanaf de zijkant (eerste nld = goede kant): 1 kant st in ribbelst, M.2 over 54-60-66-72-78-84 st en 9 ribbelst middenvoor. LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT! MINDER AAN DE ZIJKANT: Minder bij een hoogte van 4-5-6-7-8-9 cm 6 x 1 st aan de zijkant als beschreven voor het achterpand. PATROON: Ga bij een hoogte van 20-21-22-23-24-25 cm verder als volgt (aan de goede kant): 1 kant st in ribbelst, M.2 tot er 9 st over zijn en brei M1.a over deze st – begin TEGELIJKERTIJD in nld 2 met VERKORTE TOEREN – zie boven! MINDEREN VOOR DE OMSLAG: minder TEGELIJKERTIJD als u begint met M.1a over de 9 st middenvoor, 1 st in de volgende nld aan de goede kant – ZIE TIP VOOR HET MINDEREN, en herhaal dit minderen om de nld in totaal 4-4-4-4-5-5 keer, dan elke 4e nld 4-4-5-5-5-5 keer en dan elke 6e nld 5-5-5-5-5-5 keer. MEERDEREN AAN DE ZIJKANT: Meerder bij een hoogte van 21-22-23-24-25-26 cm aan de zijkant als beschreven voor het achterpand. ARMSGATEN: Kant bij een hoogte van 42-43-44-45-46-47 cm af voor de armsgaten aan de zijkant als beschreven voor het achterpand. Als alle minderingen en meerderingen gedaan zijn, staan er op de nld: 1 kant st en 29-30-30-31-31-32 st van M.2 en de st van M.1a (varieërt van 9 tot 21 st) op de nld. Kant bij een hoogte van 60-62-64-66-68-70 cm 30-31-31-32-32-33 st af voor de schouder = st in M.1a zijn over op de nld voor de kraag. Ga verder over de st van M1.a als volgt om te zorgen dat de kraag netjes valt op het achterpand als volgt (eerste nld = goede kant): 1 nld over alle st, * 2 nld over alle st behalve de 3 eerste st (dus richting de schouder), 2 nld over alle st *, herhaal van *-* tot de kraag ongeveer 5-5-5.5-5.5-6-6 cm meet langs de korte kant (pas zo aan dat het na een volledige patroonherhaling is), zet de st op een hulpdraad. STRIKBAND: Neem 8 st op met nld 2.5 mm langs de ribbelst op het voorpand net voor het minderen voor de omslag begint. Brei ongeveer 75-80-85-90-95-100 cm ribbelst en kant dan alle st af. RECHTER VOORPAND: Als het linker voorpand, maar in spiegelbeeld, dus ga bij een hoogte van 20-21-22-23-24-25 cm verder als volgt (aan de goede kant): M.1b over de eerste 9 st, M.2 over 54-60-66-72-78-84 st en 1 kant st in ribbelst. LET OP: Begin met het breien van verkorte toeren in dezelfde nld als het begin van M.1b. Eerste nld op de kraag = verkeerde kant. Brei ongeveer 35-40-40-45-50-50 cm ribbelst over de strikband. MOUW: Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet LOSJES 68-72-76-80-84-88 st op (inclusief 1 kant st aan iedere kant) met nld 2.5 mm en Alpaca. Brei 12 nld ribbelst en brei dan M.3 (eerste nld = goede kant). Ga na M.3 verder met nld 3 mm en brei de volgende nld als volgt (aan de goede kant): 1 st recht, 1 omsl, * 2 st recht, 1 omsl *, herhaal van *-*, eindig met 1 st recht = 102-108-114-120-126-132 st. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant, brei de omsl av achter in de st om een gaatje te voorkomen. Ga verder in tricotst. Kant bij een hoogte van 8 cm (voor alle maten) af voor de mouwkop aan iedere kant aan het begin van iedere nld: 1 x 4 st en 1 x 2 st, dan 1 st aan iedere kant tot het werk 18-19-20-21-22-23 cm meet. Brei in de volgende nld aan de goede kant alle st per 3 recht samen over de nld en kant af in av st aan de verkeerde kant. AFWERKING: Naai de schoudernaden dicht. Naai de kraag samen middenachter, met de zijkanten tegen elkaar en naai de kraag aan de hals op het achterpand – naai met de zijkanten tegen elkaar om een dikke naad te voorkomen. Naai de mouwen in het lijf en naai de mouw- en zijnaden in de kant st – laat een stukje open in de zijnaad aan de rechterkant ongeveer 18-19-20-21-22-23 cm vanaf de onderkant en 2 cm vanaf de bovenkant en gebruik dit gaatje om de strikband doorheen te halen. |
|||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 19 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 119-23
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.