DROPS 39-29 |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
Gebreide DROPS Trui en handschoenen met structuurpatroon van 2 draden “Camelia”, gebreide DROPS Bodywarmer van “Ull-Flamé” en een gehaakte DROPS Hoed van “Alaska”. Maat S - L.
DROPS 39-29 |
|||||||||||||
TRUI: Steekverhouding: 18 st x 22 nld met 2 draden Camelia op breinld 5 mm volgens het patroon = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje! Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien. Ribbelst (op de rondbreinaald): 1e nld recht, 2e nld averecht. Herhaal steeds de 1e en 2e nld. Gerstekorrel: 1e nld: * 1 r, 1 av *, herhaal steeds *. 2e nld: r boven av en av boven r. Herhaal steeds de 2e nld. Boordsteek: * 2 r, 2 av *. Herhaal steeds * *. Patroon: * 3 st r, 1 st gerstekorrel * Herhaal steeds *-* Strepen: * 12 nld met naturel/grijs (één draad van elke kleur), 2 nld met naturel/naturel (2 draden van dezelfde kleur) . Herhaal steeds *-* Panden: Zet 174 (182) st op met rondbreinld 3,5 mm en 1 draad grijs + 1 draad naturel (= 2 draden) Camelia. Brei rond. Brei 4 nld ribbelst. Wissel naar rondbreinld 5 mm. Brei verder volgens het patroon en brei tegelijkertijd de strepen (zie de beschrijving hierboven). Meerder 22 (30) st gelijkmatig verdeeld in de 1e nld = 196 (212) st. Let op de steekverhouding. Kant bij een hoogte van 47 (49) cm aan weerszijden 4 st af voor het armsgat. Brei het voor- en achterpand apart verder. Voorpand: = 94 (102) st. Kant daarna af voor het armsgat in iedere 2e nld: 1 (2) keer 2 st en 2 (3) keer 1 st = 86 (88) st. Kant bij een hoogte van 66 (68) cm de middelste 8 (10) st af voor de hals. Kant daarna af aan beide halszijden in iedere 2e nld: 2 keer 3 st, 3 keer 2 st en 1 keer 1 st. Kant alle st af bij een totale hoogte van 74 (76) cm. Achterpand: = 94 (102) st. Kant af voor het armsgat zoals bij het voorpand = 86 (88) st. Kant bij een hoogte van 72 (74) cm de middelste 30 (32) st af voor de hals. Kant in de volgende nld aan beide halszijden nog 2 st af. Kant alle st af bij een totale hoogte van 74 (76) cm. Mouwen: Zet 36 (40) st op met breinld zonder knop 3,5 mm en 1 draad grijs + 1 draad naturel (= 2 draden) Camelia. Brei rond. Brei 4 nld ribbelst. Wissel naar breinld zonder knop 5 mm. Brei verder volgens het patroon en brei tegelijkertijd de strepen (zie de beschrijving hierboven). Meerder 6 (2) st gelijkmatig verdeeld in de 1e nld = 42 (42) st. Meerder bovendien vanaf de ribbelst rand 27 (27) keer 2 st midden in de ondermouw in iedere 3e nld = 96 (96) st. Kant, als de mouw een hoogte heeft van 45 (45) cm, midden in de ondermouw 6 st af. Brei het werk verder heen en weer op de breinld. Kant daarna aan weerszijden 5 keer 5 st af voor de mouwkop in iedere 2e nld. Kant de resterende st af. De totale hoogte is nu ca 51 (51) cm. Afwerken: Sluit de schoudernaden. Neem ca 120 st op rond de hals met breinld zonder knop 4 mm en 1 draad grijs + 1 draad naturel (= 2 draden) Camelia. Brei rond. Brei 1 nld av. Brei daarna 6 cm strepen in boordsteek. Wissel naar breinld zonder knop 3,5 mm. Brei nog 6 cm strepen in boordsteek ( = 12 cm halsboord). Kant af met r boven r en av boven av. Naai de mouwen in de trui. BODYWARMER: Steekverhouding: 9 st x 14 nld met Ull- Flamé op breinld 9 mm in tricotsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje! Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien. Patroon rechter voorpand: Brei 5 st av op de volgende plaatsen: Bij een hoogte van 10 (12) cm: brei 5 st av 14 (14) st van middenvoor. Bij een hoogte van 20 (22) cm: Brei 5 st av 7 (7) st van middenvoor. Bij een hoogte van 38 (40) cm: Brei 5 st av 16 (16) st van middenvoor. Bij een hoogte van 51 (53) cm: Brei 5 st av 11 (11) st van het armsgat. Bij een hoogte van 66 (68) cm: Brei 5 st av 4 (4) st van het armsgat. Patroon linker voorpand: Brei 5 st av op de volgende plaatsen: Bij een hoogte van 12 (14) cm: Brei 5 st av 24 (24) st van middenvoor. Bij een hoogte van 30 (32) cm: Brei 5 st av 15 (15) st van middenvoor. Bij een hoogte van 40 (42) cm: Brei 5 st av 8 (8) st van middenvoor. Bij een hoogte van 47 (49) cm: Brei 5 st av 6 (6) st van het armsgat. Bij een hoogte van 56 (58) cm: Brei 5 st av 12 (12) st van het armsgat. Bij een hoogte van 69 (71) cm: Brei 5 st av 5 (5 ) st van het armsgat. Patroon Achterpand: Brei de av st op dezelfde plaatsen zoals bij de voorpanden staat beschreven. Knoopsgaten: Kant af voor de knoopsgaten bij een hoogte van 1 (1), 13 (13), 25 (25), 37 (37) en 49 (49) cm in het rechter voorpand - 1 knoopsgat = kant de 3e st vanaf middenvoor af en zet in de volgende nld een nieuwe st op boven de afgekante st. Rechter Voorpand: Zet 33 (35) st (inclusief 1 kantst) op met breinld 9 mm en naturel. Brei 4 nld ribbelst. Brei daarna verder in tricotsteek volgens het patroon (zie de beschrijving hierboven). Denk aan de knoopsgaten!(Zie de beschrijving hierboven). Brei de 2 buitenste st middenvoor steeds in ribbelst tot de gewenste afmetingen (= voorbies). Brei bij een hoogte van 40 (42) cm 4 nld ribbelst over de buitenste 5 (5) st aan de rechter kant (= armsgat). De hoogte is nu ca 42 (44) cm. Kant aan de rechter kant 3 st af voor het armsgat. Brei de resterende 2 buitenste st steeds in ribbelst tot de gewenste afmetingen. Kant daarna af voor het armsgat binnen de 2 st ribbelst in iedere 2e nld: 3 (4) keer 1 st = 27 (28) st. Kant vanaf een hoogte van 50 (50) cm 11 (12) keer 1 st af voor de hals binnen de voorbies in iedere 3e nld. Kant tegelijkertijd vanaf een hoogte van 69 (71) cm 2 keer 8 st af voor de schouder van het armsgat in de richting van de hals in iedere 2e nld. Alle st zijn nu afgekant. De hoogte is ca 72 (74) cm. Linker Voorpand: Zet op en brei zoals het rechter voorpand, maar in spiegelbeeld en volgens het patroon (zie de beschrijving hierboven). Achterpand: Zet 60 (64) st (inclusief 1 kantst aan weerszijden) op met breinld 9 mm en naturel. Brei 4 nld ribbelst. Brei daarna verder in tricotsteek volgens het patroon (zie de beschrijving hierboven). Brei vanaf een hoogte van 40 (42) cm 4 nld ribbelst over de buitenste 5 (5) st aan weerszijden (= armsgat). De hoogte is nu ca 42 (44) cm. Kant aan de rechter kant 3 st af voor het armsgat. Brei de resterende 2 buitenste st steeds in ribbelst tot de gewenste afmetingen. Kant daarna 3 (4) keer 1 st af voor het armsgat binnen de 2 st ribbelst in iedere 2e nld = 48 (50) st. Brei bij een hoogte van 68 (70) cm 4 nld ribbelst over de middelste 20 (22) st. Minder tegelijkertijd voor de schouder zoals bij het voorpand. Kant bij een hoogte van 70 (72) cm de middelste 16 (18) st af voor de hals, maar brei de 2 ribbelst aan weerszijden steeds in ribbelst tot de gewenste afmetingen. Alle st zijn nu afgekant. De hoogte is ca 72 (74) cm. Afwerken: Sluit de schouder- en zijnaden met de kantsteek als naadtoeslag. Naai de knopen aan. HANDSCHOENEN: Steekverhouding: 24 st x 30 nld met Camelia op breinld 3 mm in boordsteek = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje! Boordsteek: * 2 r, 2 av *. Herhaal steeds *-* Patroon: Zie teltekening M.1 (1 keer de teltekening = 1 rapport). De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant. De Nederlandse verklaring van de symbolen in de teltekening staan onderaan dit patroon, in dezelfde verticale volgorde als de symbolen bij de teltekening. Handschoenen: Zet 83 st op met sokkenbreinld 3 mm en grijs. Brei de hele handschoen volgens dit patroon: 18 st boordsteek – begin de nld met 2 av plaats een markeerring tussen deze 2 st av, M.1 (= handrug), 52 st boordsteek (brei de boordsteeken dat deze aan weerszijden van M.1 gelijk is, begin en eindig met 2 av). Minder bij een hoogte van 24 cm 24 st gelijkmatig verdeeld in de nld. Minder niet in M.1 = 59 st. Brei opnieuw boordsteek 2 r - 2 av aan weerszijden van M.1, begin de nld met 2 av. Meet steeds vanaf dit punt het werk. Meerder vanaf een hoogte van 2 cm voor de duimspie als volgt: Meerder 1 st aan weerszijden van de markeerring, deze 2 st = duimspie. Meerder daarna voor de duimspie aan weerszijden van deze 2 st 6 keer 1 st in iedere 2e nld = 14 st in de duimspie (brei de gemeerderde st mee in boordsteek). Zet deze 14 st + 1 st aan weerszijden = 16 st op een hulpnld. Zet 2 nieuwe st op achter de spie = 59 st. Meerder bij een hoogte van 11 cm 1 st boven M.1 = 60 st. Brei M.1 vanaf dit punt verder in boordsteek. Brei de volgende nld nld als volgt: 2 st boven de duimspie, 21 st, zet 13 st op een hulpnld voor de pink, zet 1 nieuwe st op, brei de resterende 24 st. Brei 4 nld over deze 48 st. Zet daarna de nieuwe st en 16 st aan weerszijden van deze st op een hulpnld. Wijsvinger: Brei 15 st. Meerder 1 st = 16 st. Brei 4 cm over deze 16 st. Kant alle st af. Middelvinger: Brei 8 st van de handpalm, zet 1 nieuwe st op, brei 8 st van de handrug, meerder 3 st aan de kant van de wijsvinger = 20 st. Brei 4 cm over deze 20 st. Kant alle st af. Ringvinger: Brei 17 st, meerder 3 st aan de kant van de middelvinger = 20 st. Brei 4 cm over deze 20 st. Kant alle st af. Pink: Brei 13 st van de hulpnld, meerder 3 st aan de kant van de ringvinger = 16 st. Brei 4 cm over deze 16 st. Kant alle st af. Duim: Brei 16 st van de hulpnld, meerder 4 st in de st achter de spie = 20 st. Brei 5 nld. Kant alle st af. Brei de andere handschoen in spiegelbeeld. Meerder voor de duimspie aan het einde van de 2e nld. Brei de nld voor de pink als volgt: Brei 24 st, zet 13 st op een hulpnld, zet 1 nieuwe st op, brei daarna 21 st + de 2 st boven de duimspie. GEHAAKTE HOED: Steekverhouding haken: 12 v x 12 toeren = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig een dikkere of dunnere haaknaald. Haak altijd een proeflapje! Haak de hoed met haaknaald 5 mm en naturel. Haak 4 l. Sluit deze tot een ring met 1 hv in de 1e l. Begin alle toeren met 1 l. Deze vervangt de eerste v. Sluit alle toeren met 1 hv. Haak 6 v in de ring. Haak in de volgende toer 2 v in iedere v = 12 v. Haak de volgende toer als volgt: * 2 v in de 1e v, 1 v in de volgende v , herhaal steeds * - * = 6 meerderingen = 18 v. Haak de volgende toer als volgt: * 2 v in de 1e v, 2 v *, herhaal steeds * - *. Meerder zo in iedere toer, maar laat steeds 1 v meer tussen de meerderingen van 2 v in 1 v. Meerder tot een hoogte van 6 (8) cm vanaf het midden. Meerder daarna in iedere 2e toer tot een hoogte van 9 (11) cm vanaf het midden. Haak verder zonder te meerderen tot een hoogte van 17 (19) cm vanaf het midden. Minder in de volgende toer gelijkmatig verdeeld 10 v, door steeds 1 v over te slaan. Haak nog 2 toeren. Haak daarna de rand als volgt: * 2 v, 2 v in de volgende v *. Herhaal steeds * - *. Haak 3 toeren zonder te meerderen. Haak de volgende toer als volgt: Meerder 1 v in iedere 3e v. Haak daarna 8 toren zonder te meerderen. Eindig met 1 hv. Knip de draad af en maak de draad vast. VERKLARING SYMBOLEN TELTEKENING: = recht = averecht = zet 2 st op een hulpnld achter het werk, brei 2 st recht, brei de 2 st van de hulpnld averecht = zet 2 st op een hulpnld voor het werk, brei 2 st recht, brei de 2 st van de hulpnld recht |
|||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 37 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 39-29
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.