Julia schreef:
Bonjour, j'ai un petit problème pour réaliser les épaules, vous dites de mettre en attendre deux mailles chaque côté en attente, jusque là, pas de soucis. Mais vous inscrivez qu'il reste 7 mailles pour le col, hors 19m-4m, ca m'en fait 15, je rabats 4m de chaque côté ? Merci de votre reponse
17.11.2019 - 06:49DROPS Design antwoorde:
Bonjour Julia, les explications ont été corrigées, on doit mettre en attente pour les épaules les 5-6-6-6-6 m de chaque côté, vous aviez 17 m (après 1 m rabattu pour les emmanchures de chaque côté) - 5 m de chaque côté en attente = il reste 7 m. Bon tricot!
18.11.2019 - 10:10
Gurli Lis Pedersen schreef:
Hvilken garn vil du anbefale mig at strikke, drops 91-25 i, som ikke fælder? Vh. Gurli Lis Pedersen.
10.07.2018 - 16:08DROPS Design antwoorde:
Hei Gurli. Vienna tilhører garngruppe D. Det gjør også Melody, men om du vil ha et garn som ikke er «hårete» kan du strikke med 2 tråder av garn fra garngruppe B. For eksempel kan du strikke med 2 tråder Sky, eller 2 tråder eskimo. Du kan lese mer om alternative garn her. God fornøyelse
13.07.2018 - 10:48
KERRY NANCE schreef:
See comment below
05.11.2014 - 15:17
KERRY NANCE schreef:
Hi, I would like to knit Drops 91-25, dress, page 5 but the pattern suggests 20mm needles! Is this correct as I can't find any store that sells them this big? This would be something like a UK 00000! Also would the recommended 150g of Vienna yarn be enough? I look forward to hearing from you. Many thanks Kerry
05.11.2014 - 15:16DROPS Design antwoorde:
Dear Mrs Nance, this dress is worked loosely with larger needle to get the lace effect, ie with needle size 20 mm and based on a tension of 5 sts x 6 rows in stocking st = 10x10 cm. You will find these needles at your DROPS store in UK. Happy knitting!
05.11.2014 - 17:46
DROPS 91-25 |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
DROPS Losgebreide jurk van “Vienna” met franjes en knopen van “Snow”. Maat S t/m XXL. Met een gehaakte DROPS muts met pompons van “Snow”.
DROPS 91-25 |
|||||||||||||
JURK: Steekverhouding: 5 st x 6 nld met breinld 20 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Brei altijd een proeflapje! Ribbelst (heen en weer): Alle naalden recht breien. Tip Minderen (voor de panden en de mouwen): Alle minderingen komen op de goede kant. Minder naast de 2 kantst aan weerskanten. Minder na de 2 kantst als volgt: haal 1 st r van de breinld af, 1 r, en haal de afgeh st daarover. Minder voor de 2 ribbelst als volgt: 2 st r samen breien. Tip Meerderen (voor de hals): Brei 2 st in 1 st. Tips Meten: Gezien het gewicht van het breiwerk, moeten alle metingen worden verricht terwijl u het werk ophoudt, of de jurk wordt te lang in het dragen! Voorpand: Zet 19-21-23-27-29 st op over 2 breinld 20 mm met Vienna (Om de opzetnld elastisch te maken). Trek de ene breinld uit en brei tricotst met 2 ribbelst aan weerskanten. Let op de steekverhouding! Plaats bij een hoogte van ca 20 cm de franjes langs de rand van het werk. Op deze manier krijgt het werk het juiste gewicht bij het meten. Franjes: 1 franje = 2 draden Vienna + 3 draden Snow (= 5 draden), met een lengte van 60 cm. Sla de draden dubbel, rijg het lusje door de eerste st aan de ene kant van de opslagnld, en haal de uiteinden door de lus. Plaats nog 1 franje aan de andere kant en verdeel vervolgens de overige franjes langs de opslagnld met een tussenruimte van ca 6 cm. Minder bij een hoogte van 40 cm – lees Tip Meten – 1 st aan weerskanten – lees Tip Minderen = 17-19-21-25-27 st. Meerder bij een hoogte van 60 cm 1 st aan weerskanten naast de ribbelst al volgt: haal 1 st op van de vorige nld, en brei deze in tricotst = 19-21-23-27-29 st. Kant bij een hoogte van 69-71-73-75-77 cm de eerste 1-1-2-3-4 st aan weerskanten af voor de armsgaten = 17-19-19-21-21 st. Plaats bij een hoogte van 86-89-92-95-98 cm de eerste 5-6-6-6-6 st aan weerskanten op 1 hulpnld voor de schouder = 7-7-7-9-9 st over op de nld (= hals). Hals: Brei de hals in tricotst met 2 ribbelst aan weerskanten. Meerder tegelijkertijd gelijkmatig 3-3-4-4-4 st in de 1e nld – lees Tip Meerderen. NB: Meerder niet in de 2 ribbelst aan weerskanten. Meerder vervolgens op dezelfde manier 1 x 4-4-4-4-5 st 1 x 3 st in elke 2e nld = 17-17-18-20-21 st op de nld. Brei door tot de hals 30-32-32-34-34 cm hoog is. Brei dan 1 nld recht op de verkeerde kant vervolgens de st losjes af – omdat de rand niet te strak mag zijn, maak dan tegelijkertijd met het afkanten 1 omsl na elke 3e st (kant ook de omsl af). Achterpand: Brei zoals het voorpand (vergeet niet de franjes!). Maar minder 1 st aan weerskanten bij een hoogte van 30 cm en meerder 1 st aan weerskanten bij een hoogte van 50 cm. Kant af voor de armsgaten zoals voor het voorpand, en brei de rest van het achterpand zoals het voorpand. Afwerken: Sluit de schoudernaden met kleine matrassteken – zie figuur 1. Mouwen: Neem st op rondom het armsgat, en brei vervolgens de mouw van boven naar beneden. Neem 17-18-19-20-21 st losjes op met breinld 20 mm en Vienna – zie figuur 2 (neem geen st op boven de 1-1-2-3-4 afgekante st van de panden). Brei tricotst. Plaats bij een hoogte van ca 2-2-4-6-8 cm 1 merkdraad aan weerskanten (deze draden markeren waar de mouw op de panden genaaid wordt) – vanaf hier het werk verder meten! Brei door in tricotst met 2 ribbelst aan weerskanten. Minder tegelijkertijd bij een hoogte 2-2-2-5-3 cm 1 st aan de ene kant van de mouw – lees Tip Minderen. Minder bij een hoogte van 9-9-8½-9-7 cm 1 st aan de andere kant van de mouw. Herhaal de minderingen op dezelfde manier 2-2-2-3-3 keer aan weerskanten op elke 7-7-6½-4-4 cm (dwz, 14-14-13-8-8 cm tussen de minderingen aan elke kant van de mouw) = 11-12-13-12-13 st. Brei door tot de mouw en totale lengte van 54-54-53-51-49 cm vanaf de merkdraden heeft. Kant vervolgens losjes af – omdat de rand niet te strak mag zijn, maak dan tegelijkertijd met het afkanten 1 omsl na elke 3e st (kant ook de omsl af). Afwerken – deel 2: Sluit de halsnaden in de eerste deel van de eerste steken. Maar laat de bovenste 8 cm open staan voor de split aan de ene kant van de hals. Sluit de zijnaden in de eerste st, maar laat de onderste 10 cm aan weerskanten open staan (= split) – zorg ervoor dat de naad niet te strak wordt. Sluit de mouwnaden tot aan de merkdraden – sluit hier ook in de eerste st. Sluit de naden onder de mouwen. Het is steeds heel belangrijk dat de naad niet te strak is! Knoopshoesjes: Haak met haaknld 6 mm en Snow als volgt: 2 l, en haak vervolgens 5 v in de eerste l. Eindig met 1 hv in de eerste v (= 1e tr). 2e tr: 1 l, 2 v in elke v en eindig met 1 hv in de eerste v van het begin van de tr (=10 v). 3e tr: 1 l, 1 v in elke v en eindig met 1 hv in de eerste v van het begin van de tr (=10 v). 4e tr: 1 l, 1 v in elke 2e v en eindig met 1 hv in de eerste v van het begin van de tr (= 5 v). Rijg de draad door de resterende st en trek stevig aan. Dit hoesje is bedoeld als decoratie, doe dus geen knoop in het hoesje of het wordt te zwaar. Maak nog een hoesje op dezelfde manier, en zet beide hoesje vast op de hals – zie foto. MUTS: Steekverhouding: 9,5 stk x 6 tr met haaknld 7mm = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Haak een proeflapje! Info haken: Vervang de 1e stk van elke toer met 3 l. Eindig elke toer met 1 hv in de 3e l van het begin van de toer. Strepen: Zie de teltekening M. 1. 1 rij in het diagram is vergelijkbaar met 1 toer op de muts. Muts: haak 3 l met haaknld 7mm en Snow donkerbeige en sluit deze tot een ring met 1 hv. Haak door als hieronder wordt beschreven en haak tegelijkertijd de streepjes volgens M.1: 1e tr: Haak 8 stk om de ring (Lees Info haken). 2e tr: *Haak 1 stk in het 1e stk en 2 stk in het volgende stk *, herhaal steeds *-* op de tr = 12 stk. 3e tr: * Haak 1 stk in het 1e stk en 2 stk in het volgende stk *, herhaal steeds *-* op de hele tr = 18 stk. 4e tr: * Haak 1 stk in de eerste 2 stk en 2 stk in het volgende stk *, herhaal steeds *-* op de hele tr = 24 stk. 5e tr: * Haak 1 stk in de eerste 3 stk en 2 stk in het volgende stk *, herhaal steeds *-* op de hele tr = 30 stk. 6e tr: * Haak 1 stk in de eerste 2 stk en 2 stk in het volgende stk *, herhaal steeds *-* op de hele tr = 40 stk. 7e tr: * Haak 1 stk in de eerste 4 stk en 2 stk in het volgende stk *, herhaal steeds *-* op de hele tr = 48 stk. Haak vervolgens door met 1 stk in elke st totdat de teltekening M.1. is voltooid. De muts heeft nu een hoogte van ca 24 cm. Pompoenen: maak 2 grote pompoenen van donkerpaars mix, roestrood mix en rood mix. De pompoenen moeten een doorsnede van ca 8 tot 9 cm hebben. Naai de pompoenen aan de rand van de muts bij elke oor. |
|||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 26 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 91-25
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.