DROPS Vienna
DROPS Vienna
91% mohair, 9% polyester
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.00 € /50g
DROPS SS24

DROPS 91-25

DROPS Losgebreide jurk van “Vienna” met franjes en knopen van “Snow”. Maat S t/m XXL. Met een gehaakte DROPS muts met pompons van “Snow”.

DROPS 91-25
JURK
Maat: S - M - L - XL - XXL
De maten op de schematekening lijken misschien een beetje klein maar de jurk wordt heel elastisch. Dus brei de maat die u normaal ook zou breien.
Materialen: DROPS Vienna van Garnstudio
150-150-150-200-200 gr nr. 42, bruin
En gebruik: DROPS Snow van Garnstudio
100-100-100-100-150 gr nr. 32 donkerpaars mix

DROPS Breinld 20 mm - of de breinld, die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

DROPS Haaknld 6 mm – voor de knoophoesjes.

MUTS
Maat: One-size
Materialen: DROPS Snow van Garnstudio
50 gr. nr. 23, donkerbeige
50 gr. nr. 32, donkerpaars mix
50 gr. nr. 33, rood mix
50 gr. nr. 34, roest mix

DROPS haaknld 7 mm of de haaknld, die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Vienna
DROPS Vienna
91% mohair, 9% polyester
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.00 € /50g

Instructies voor het patroon

JURK:

Steekverhouding: 5 st x 6 nld met breinld 20 mm in tricotst = 10 x 10 cm. Brei altijd een proeflapje!

Ribbelst (heen en weer): Alle naalden recht breien.
Tip Minderen (voor de panden en de mouwen):
Alle minderingen komen op de goede kant. Minder naast de 2 kantst aan weerskanten.
Minder na de 2 kantst als volgt: haal 1 st r van de breinld af, 1 r, en haal de afgeh st daarover.
Minder voor de 2 ribbelst als volgt: 2 st r samen breien.

Tip Meerderen (voor de hals): Brei 2 st in 1 st.

Tips Meten: Gezien het gewicht van het breiwerk, moeten alle metingen worden verricht terwijl u het werk ophoudt, of de jurk wordt te lang in het dragen!
Voorpand: Zet 19-21-23-27-29 st op over 2 breinld 20 mm met Vienna (Om de opzetnld elastisch te maken). Trek de ene breinld uit en brei tricotst met 2 ribbelst aan weerskanten. Let op de steekverhouding! Plaats bij een hoogte van ca 20 cm de franjes langs de rand van het werk. Op deze manier krijgt het werk het juiste gewicht bij het meten.

Franjes: 1 franje = 2 draden Vienna + 3 draden Snow (= 5 draden), met een lengte van 60 cm. Sla de draden dubbel, rijg het lusje door de eerste st aan de ene kant van de opslagnld, en haal de uiteinden door de lus. Plaats nog 1 franje aan de andere kant en verdeel vervolgens de overige franjes langs de opslagnld met een tussenruimte van ca 6 cm.

Minder bij een hoogte van 40 cm – lees Tip Meten – 1 st aan weerskanten – lees Tip Minderen = 17-19-21-25-27 st. Meerder bij een hoogte van 60 cm 1 st aan weerskanten naast de ribbelst al volgt: haal 1 st op van de vorige nld, en brei deze in tricotst = 19-21-23-27-29 st. Kant bij een hoogte van 69-71-73-75-77 cm de eerste 1-1-2-3-4 st aan weerskanten af voor de armsgaten = 17-19-19-21-21 st. Plaats bij een hoogte van 86-89-92-95-98 cm de eerste 5-6-6-6-6 st aan weerskanten op 1 hulpnld voor de schouder = 7-7-7-9-9 st over op de nld (= hals).

Hals: Brei de hals in tricotst met 2 ribbelst aan weerskanten. Meerder tegelijkertijd gelijkmatig 3-3-4-4-4 st in de 1e nld – lees Tip Meerderen. NB: Meerder niet in de 2 ribbelst aan weerskanten. Meerder vervolgens op dezelfde manier 1 x 4-4-4-4-5 st 1 x 3 st in elke 2e nld = 17-17-18-20-21 st op de nld. Brei door tot de hals 30-32-32-34-34 cm hoog is. Brei dan 1 nld recht op de verkeerde kant vervolgens de st losjes af – omdat de rand niet te strak mag zijn, maak dan tegelijkertijd met het afkanten 1 omsl na elke 3e st (kant ook de omsl af).

Achterpand: Brei zoals het voorpand (vergeet niet de franjes!). Maar minder 1 st aan weerskanten bij een hoogte van 30 cm en meerder 1 st aan weerskanten bij een hoogte van 50 cm. Kant af voor de armsgaten zoals voor het voorpand, en brei de rest van het achterpand zoals het voorpand.

Afwerken: Sluit de schoudernaden met kleine matrassteken – zie figuur 1.

Mouwen: Neem st op rondom het armsgat, en brei vervolgens de mouw van boven naar beneden.
Neem 17-18-19-20-21 st losjes op met breinld 20 mm en Vienna – zie figuur 2 (neem geen st op boven de 1-1-2-3-4 afgekante st van de panden). Brei tricotst. Plaats bij een hoogte van ca 2-2-4-6-8 cm 1 merkdraad aan weerskanten (deze draden markeren waar de mouw op de panden genaaid wordt) – vanaf hier het werk verder meten! Brei door in tricotst met 2 ribbelst aan weerskanten. Minder tegelijkertijd bij een hoogte 2-2-2-5-3 cm 1 st aan de ene kant van de mouw – lees Tip Minderen. Minder bij een hoogte van 9-9-8½-9-7 cm 1 st aan de andere kant van de mouw. Herhaal de minderingen op dezelfde manier 2-2-2-3-3 keer aan weerskanten op elke 7-7-6½-4-4 cm (dwz, 14-14-13-8-8 cm tussen de minderingen aan elke kant van de mouw) = 11-12-13-12-13 st. Brei door tot de mouw en totale lengte van 54-54-53-51-49 cm vanaf de merkdraden heeft. Kant vervolgens losjes af – omdat de rand niet te strak mag zijn, maak dan tegelijkertijd met het afkanten 1 omsl na elke 3e st (kant ook de omsl af).

Afwerken – deel 2: Sluit de halsnaden in de eerste deel van de eerste steken. Maar laat de bovenste 8 cm open staan voor de split aan de ene kant van de hals. Sluit de zijnaden in de eerste st, maar laat de onderste 10 cm aan weerskanten open staan (= split) – zorg ervoor dat de naad niet te strak wordt. Sluit de mouwnaden tot aan de merkdraden – sluit hier ook in de eerste st. Sluit de naden onder de mouwen. Het is steeds heel belangrijk dat de naad niet te strak is!

Knoopshoesjes: Haak met haaknld 6 mm en Snow als volgt: 2 l, en haak vervolgens 5 v in de eerste l. Eindig met 1 hv in de eerste v (= 1e tr).
2e tr: 1 l, 2 v in elke v en eindig met 1 hv in de eerste v van het begin van de tr (=10 v).
3e tr: 1 l, 1 v in elke v en eindig met 1 hv in de eerste v van het begin van de tr (=10 v).
4e tr: 1 l, 1 v in elke 2e v en eindig met 1 hv in de eerste v van het begin van de tr (= 5 v).
Rijg de draad door de resterende st en trek stevig aan. Dit hoesje is bedoeld als decoratie, doe dus geen knoop in het hoesje of het wordt te zwaar. Maak nog een hoesje op dezelfde manier, en zet beide hoesje vast op de hals – zie foto.




MUTS:

Steekverhouding: 9,5 stk x 6 tr met haaknld 7mm = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Haak een proeflapje!

Info haken: Vervang de 1e stk van elke toer met 3 l. Eindig elke toer met 1 hv in de 3e l van het begin van de toer.

Strepen: Zie de teltekening M. 1. 1 rij in het diagram is vergelijkbaar met 1 toer op de muts.

Muts: haak 3 l met haaknld 7mm en Snow donkerbeige en sluit deze tot een ring met 1 hv. Haak door als hieronder wordt beschreven en haak tegelijkertijd de streepjes volgens M.1:
1e tr: Haak 8 stk om de ring (Lees Info haken).
2e tr: *Haak 1 stk in het 1e stk en 2 stk in het volgende stk *, herhaal steeds *-* op de tr = 12 stk.
3e tr: * Haak 1 stk in het 1e stk en 2 stk in het volgende stk *, herhaal steeds *-* op de hele tr = 18 stk.
4e tr: * Haak 1 stk in de eerste 2 stk en 2 stk in het volgende stk *, herhaal steeds *-* op de hele tr = 24 stk.
5e tr: * Haak 1 stk in de eerste 3 stk en 2 stk in het volgende stk *, herhaal steeds *-* op de hele tr = 30 stk.
6e tr: * Haak 1 stk in de eerste 2 stk en 2 stk in het volgende stk *, herhaal steeds *-* op de hele tr = 40 stk.
7e tr: * Haak 1 stk in de eerste 4 stk en 2 stk in het volgende stk *, herhaal steeds *-* op de hele tr = 48 stk.
Haak vervolgens door met 1 stk in elke st totdat de teltekening M.1. is voltooid. De muts heeft nu een hoogte van ca 24 cm.

Pompoenen: maak 2 grote pompoenen van donkerpaars mix, roestrood mix en rood mix. De pompoenen moeten een doorsnede van ca 8 tot 9 cm hebben.

Naai de pompoenen aan de rand van de muts bij elke oor.

Telpatroon

symbols = donkerbeige
symbols = donkerpaars mx
symbols = roest mix
symbols = rood mix
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 91-25

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (4)

country flag Julia wrote:

Bonjour, j'ai un petit problème pour réaliser les épaules, vous dites de mettre en attendre deux mailles chaque côté en attente, jusque là, pas de soucis. Mais vous inscrivez qu'il reste 7 mailles pour le col, hors 19m-4m, ca m'en fait 15, je rabats 4m de chaque côté ? Merci de votre reponse

17.11.2019 - 06:49

DROPS Design answered:

Bonjour Julia, les explications ont été corrigées, on doit mettre en attente pour les épaules les 5-6-6-6-6 m de chaque côté, vous aviez 17 m (après 1 m rabattu pour les emmanchures de chaque côté) - 5 m de chaque côté en attente = il reste 7 m. Bon tricot!

18.11.2019 - 10:10

country flag Gurli Lis Pedersen wrote:

Hvilken garn vil du anbefale mig at strikke, drops 91-25 i, som ikke fælder? Vh. Gurli Lis Pedersen.

10.07.2018 - 16:08

DROPS Design answered:

Hei Gurli. Vienna tilhører garngruppe D. Det gjør også Melody, men om du vil ha et garn som ikke er «hårete» kan du strikke med 2 tråder av garn fra garngruppe B. For eksempel kan du strikke med 2 tråder Sky, eller 2 tråder eskimo. Du kan lese mer om alternative garn her. God fornøyelse

13.07.2018 - 10:48

country flag KERRY NANCE wrote:

See comment below

05.11.2014 - 15:17

country flag KERRY NANCE wrote:

Hi, I would like to knit Drops 91-25, dress, page 5 but the pattern suggests 20mm needles! Is this correct as I can't find any store that sells them this big? This would be something like a UK 00000! Also would the recommended 150g of Vienna yarn be enough? I look forward to hearing from you. Many thanks Kerry

05.11.2014 - 15:16

DROPS Design answered:

Dear Mrs Nance, this dress is worked loosely with larger needle to get the lace effect, ie with needle size 20 mm and based on a tension of 5 sts x 6 rows in stocking st = 10x10 cm. You will find these needles at your DROPS store in UK. Happy knitting!

05.11.2014 - 17:46