Forest Pocket Cardigan#forestpocketcardigan |
|
![]() |
![]() |
Gebreid vest in DROPS Brushed Alpaca Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met tricotsteek, raglan, rolranden, PUNNIKRAND en zakken. Maten XS - XXXL.
DROPS 262-25 |
|
|
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht, aan zowel de goede als de verkeerde kant. 1 ribbel in de hoogte = brei 2 naalden. BIEZEN MET PUNNIKRAND BEGIN VAN DE NAALD: Haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht, brei 5 ribbelsteken. EINDE VAN DE NAALD: Brei tot er 7 steken over zijn op de naald, brei 5 ribbelsteken, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht. Brei op dezelfde manier aan zowel de goede als de verkeerde kant. KNOOPSGATEN: Brei de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt) aan de goede kant, als er 5 steken over zijn op de naald als volgt: NAALD 1 (goede kant): Maak 1 omslag, 2 recht samen, 1 recht, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei de voorbies zoals hiervoor, brei de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat. Het eerste knoopsgat wordt op de eerste naald aan de goede kant gebreid nadat de hals klaar is. Brei dan de andere 7 knoopsgaten met 6-6½-6½-7-7-7-7½ cm tussen elk. Pas aan zodat het onderste knoopsgat in de overgang tussen de tricotsteek en boordsteek wordt gebreid. RAGLAN: Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, welke als volgt wordt gebreid op de volgende naald: VOOR DE MARKEERDRAAD: Brei averecht door de achterste lus om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steek in tricotsteek. NA DE MARKEERDRAAD: Haal de omslag van de linker naald en zet hem omgekeerd terug op de linker naald (voeg de linker naald in aan de achterkant als u hem terugzet). Brei averecht door de voorste lus om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steek in tricotsteek. TIP VOOR HET MEERDEREN: Meerder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad. Brei tot er 4 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 8 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 8 steken), maak 1 omslag (2 gemeerderde steken). Brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. MOUWTIP: Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK. Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig. De hals en de pas worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald, vanaf midden voor en van boven naar beneden. Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder heen en weer gebreid, terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden in de rondte gebreid, van boven naar beneden. HALS: Zet 109-115-117-121-121-125-133 steken op met rondbreinaald 3.5 mm en DROPS Brushed Alpaca Silk. Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm (opzetten met een grotere naald maakt de opzetrand elastisch). Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant, dan 1 naald recht aan de goede kant en 1 naald averecht aan de verkeerde kant (= rolrand). Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 7 steken volgens BIEZEN MET PUNNIKRAND – lees uitleg hierboven, brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) tot er 8 steken over zijn op de naald, 1 recht en 7 steken volgens biezen met PUNNIKRAND. Ga verder met deze boordsteek heen en weer gebreid voor 3-3-3-4-4-5-5 cm. Voeg 1 markeerdraad in aan de binnenkant van een voorbies; het werk wordt nu vanaf hier gemeten. PAS: Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Voeg 4 markeerdraden in, zonder de steken te breien, voeg de markeerdraden in een steek (raglansteek). U meerdert voor de raglan aan elke kant van de raglansteken. Tel 19-21-21-21-21-21-23 steken (= linker voorpand), voeg markeerdraad-1 in de volgende steek, tel 21-21-21-23-23-25-25 steken (= mouw), voeg markeerdraad-2 in de volgende steek, tel 25-27-29-29-29-29-33 steken (= achterpand), voeg markeerdraad-3 in de volgende steek, tel 21-21-21-23-23-25-25 steken (= mouw), voeg markeerdraad-4 in de volgende steek. Er zijn 19-21-21-21-21-21-23 steken over voor het rechter voorpand. Meerder nu voor de RAGLAN aan elke kant van de raglansteken – lees uitleg hierboven, als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei recht en brei de biezen zoals hiervoor, meerder voor de raglan aan elke kant van alle raglansteken (= 8 steken gemeerderd). NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht en brei de biezen zoals hiervoor (denk om de omslagen zoals beschreven onder RAGLAN). Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 5-8-5-15-20-18-13 keer (10-16-10-30-40-36-26 naalden gebreid) = 149-179-157-241-281-269-237 steken. Denk om de stekenverhouding. Meerder nu als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei recht en brei de biezen zoals hiervoor, meerder voor de raglan aan elke kant van alle de raglansteken (= 8 steken gemeerderd). NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht en brei de biezen zoals hiervoor (denk om de omslagen zoals beschreven onder de RAGLAN). NAALD 3 (goede kant): Brei recht en brei de biezen zoals hiervoor, meerder voor de raglan op de voor- en achterpanden, dus meerder voor markeerdraden 1 en 3 en na markeerdraden 2 en 4 – meerder niet op de mouwen (= 4 steken gemeerderd). NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei averecht en brei de biezen zoals hiervoor. Brei NAALDEN 1 tot 4 in totaal 11-10-13-8-7-10-14 keer (44-40-52-32-28-40-56 naalden gebreid = 11-10-13-8-7-10-14 meerderingen in de hoogte op de mouwen en 22-20-26-16-14-20-28 meerderingen in de hoogte op de voor- en achterpanden) = 281-299-313-337-365-389-405 steken. Alle meerderingen voor de raglan zijn klaar. Er zijn in totaal 16-18-18-23-27-28-27 meerderingen in de hoogte op de mouwen en 27-28-31-31-34-38-41 meerderingen in de hoogte op de voor- en achterpanden. Ga verder met tricotsteek en de biezen zoals hiervoor, zonder verdere meerderingen en tot de pas 20-21-23-23-25-28-30 cm meet vanaf de markeerdraad midden voor. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Bij het verdelen van het werk komen de raglansteken ietwat aan de binnenkant van de voor- en achterpanden in maten S, L, XL, XXL en XXXL (in maten XS en M de pas wordt verdeeld op de raglansteken). Brei 47-51-53-56-60-65-69 steken zoals hiervoor (= voorpand), plaats de volgende 53-55-57-63-69-71-71 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 10-12-14-16-18-20-24 steken op (midden onder de mouw), brei 81-87-93-99-107-117-125 tricotsteken (= achterpand), plaats de volgende 53-55-57-63-69-71-71 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 10-12-14-16-18-20-24 steken op (midden onder de mouw), brei de laatste 47-51-53-56-60-65-69 steken zoals hiervoor (= voorpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 195-213-227-243-263-287-311 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 10-12-14-16-18-20-24 opgezette steken onder elke mouw; neem deze markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte, ze worden gebruikt voor het meerderen van steken aan elke kant. Brei heen en weer gebreid met tricotsteek en de biezen zoals hiervoor. Als het lijf 4 cm meet vanaf de scheiding, meerder 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 gemeerderde steken). Meerder zo iedere 6 cm in totaal 3 keer = 207-225-239-255-275-299-323 steken. Brei tot het werk 44-46-48-48-50-51-53 cm meet vanaf de markeerdraad midden voor. Begin op de volgende naald aan de goede kant met de boordsteek, meerder tegelijkertijd 18-22-22-24-26-28-30 steken verdeeld op de eerste naald = 225-247-261-279-301-327-353 steken, brei als volgt: Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm. Brei de voorbies zoals hiervoor, boordsteek (1 recht, 1 averecht – denk om de meerderingen) tot er 8 steken over zijn, 1 recht en brei de voorbies zoals hiervoor. Als de boordsteek 3-3-3-4-4-5-5 cm meet, kant dan af met Italiaans afkanten of ietwat losjes met boordsteek. De top meet ongeveer 47-49-51-52-54-56-58 cm vanaf de markeerdraad midden voor en 52-54-56-58-60-62-64 cm vanaf de schouder. MOUWEN: Plaats de 53-55-57-63-69-71-71 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 3.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 10-12-14-16-18-20-24 opgezette steken onder de mouw – lees MOUWTIP = 63-67-71-79-87-91-95 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 10-12-14-16-18-20-24 steken onder de mouw- de naald begint bij de markeerdraad. Brei in tricotsteek in de rondte. TEGELIJKERTIJD, als de mouw 2-2-2-1-1-1-1 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN als volgt: Minder 2 steken iedere 2-2-2-1½-1½-1-1 cm in totaal 5-6-7-10-13-14-15 keer = 53-55-57-59-61-63-65 steken. Brei verder tot de mouw 45-44-43-43-42-39-37 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht). Meerder tegelijkertijd 5-5-5-5-5-5-5 steken verdeeld op de eerste naald = 58-60-62-64-66-68-70 steken. Als de boordsteek 3-3-3-4-4-5-5 cm meet, kant dan af met Italiaans afkanten of ietwat losjes met boordsteek. De mouw meet ongeveer 48-47-46-47-46-44-42 cm vanaf de scheiding. ZAKKEN: Zet 33-35-37-39-41-43-45 steken op met rondbreinaald 3.5 mm en DROPS Brushed Alpaca Silk. Brei tricotsteek heen en weer gebreid voor 14-15-16-17-18-19-20 cm – met de volgende naald aan de goede kant. Brei 3 naalden boordsteek (1 recht, 1 averecht) met 1 ribbelsteek aan elke kant. Brei dan 3 naalden tricotsteek (averecht op de verkeerde kant, recht aan de goede kant = rolrand). Kant ietwat losjes af met recht aan de goede kant. AFWERKING: Naai de knopen op de linker voorbies. Plaats 1 zak op elk voorpand, in de overgang tussen de tricotsteek en de boordsteek op de onderkant en ongeveer 5-5-6-6-7-8-9 cm vanaf elke voorbies. Naai de zakken op met maassteken. |
|
|
|
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #forestpocketcardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 35 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
|
Laat een opmerking achter voor DROPS 262-25
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.