DROPS Alpaca Party - 13 alpacagarens heel oktober in de aanbieding!
Product image DROPS Soft Tweed yarn
DROPS Soft Tweed
50% Wol, 25% Alpaca, 25% Viscose
vanaf 3.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Alpaca Party

Grey Thistle Sweater

Gebreide oversizede trui in DROPS Soft Tweed. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met Europeaanse/diagonale schouders, reliëfpatroon en dubbele halsrand. Maten XS - XXXL.

Markeer maat:
DROPS 264-36

#greythistlesweater

DROPS Design: Patroon st-060
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
XS - S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS SOFT TWEED van garnstudio (behoort tot garengroep B)
450-500-500-550-650-700-750 g kleur 20, Zout en Peper

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 MM.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – u heeft dan alleen een rondbreinaald van 80 cm nodig in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
19 steken in de breedte en 25 naalden in de hoogte met tricotsteek op naald 5 mm = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Soft Tweed
DROPS Soft Tweed
50% Wol, 25% Alpaca, 25% Viscose
vanaf 3.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon


-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatroon A.1.
Het telpatroon toont alle naalden van het patroon aan de goede kant gezien.
Bij het meerderen van steken in het patroon, worden de gemeerderde steken gebreid in tricotsteek (recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant) tot er ruimte is voor een vierkant (= 2 steken) in de breedte.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
MEERDER EEN STEEK RICHTING LINKS aan de goede kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei deze recht door de achterste lus.
MEERDER EEN STEEK RICHTING RECHTS aan de goede kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei deze recht door de voorste lus.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
MEERDER EEN STEEK RICHTING LINKS, op de verkeerde kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht door de voorste lus.
MEERDER EEN STEEK RICHTING RECHTS, op de verkeerde kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht door de achterste lus.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt:
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken) haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd).

TIP VOOR HET BREIEN:
Als u verkorte toeren breit, ontstaat er een klein gaatje na elke keer dat het werk gekeerd wordt. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad aan te trekken of de techniek Duitse Verkorte toeren te gebruiken als volgt:
Haal de eerste steek averecht af, breng de draad over de rechter naald en trek goed aan vanaf de achterkant (2 lussen op de naald). Deze lussen worden samen gebreid op de volgende naald.


-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig.
Het werk wordt eerst heen en weer gebreid, zet steken op aan de achterkant van de hals en brei het achterpand van boven naar beneden, en meerder steken aan elke kant voor de schouders, welke ietwat diagonaal worden. Het achterpand wordt tot de armsgaten gebreid.
Het voorpand wordt daarna in 2 delen gebreid, neem steken op over 1 schouder achter, brei in patroon en meerder voor de halslijn. Dit wordt herhaald op de andere schouder. De 2 voorste delen worden samengevoegd als de halslijn klaar is en de voorkant van het werk wordt heen en weer gebreid naar beneden tot de armsgaten.
De voor- en achterpanden worden samengevoegd op dezelfde rondbreinaald en het lijf wordt in de rondte gebreid.
Er worden steken opgenomen rondom de armsgaten voor de mouwen, welke eerst heen en weer worden gebreid met verkorte toeren voor de mouwkop, dan verder in de rondte. Er worden steken opgenomen rondom de halslijn en de hals wordt op het einde in de rondte gebreid.

ACHTERPAND:
Het werk wordt heen en weer gebreid.
Zet 28-32-32-32-32-36-36 steken op met rondbreinaald 5 mm en DROPS Soft Tweed. Brei PATROON – lees uitleg hierboven, als volgt:
NAALD 1 (verkeerde kant): Brei averecht.
NAALD 2 (goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei A.1 tot er 3 steken over zijn op de naald (het patroon begint en eindigt op dezelfde manier aan beide kanten), meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 3 (verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Brei 3 averecht, meerder 1 steek richting links, brei A.1 tot er 3 steken over zijn op de naald (de gemeerderde steken worden gebreid zoals beschreven in PATROON hierboven), meerder 1 steek richting rechts, 3 averecht.
NA NAALD 3:
Brei NAALDEN 2 en 3 in totaal 16-17-19-21-23-24-25 keer (32-34-38-42-46-48-50 naalden gebreid) = 92-100-108-116-124-132-136 steken.
Voeg 1 markeerder in aan de buitenkant van een zijkant. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten!
Ga verder met het patroon met 3 tricotsteken aan elke kant. Denk om de stekenverhouding.
Als het werk 11-10-10-11-11-11-9 cm meet vanaf de markeerder, gemeten naar beneden over het armsgat, meerder dan voor de armsgaten.

MEERDEREN VOOR DE ARMSGATEN:
NAALD 1 (goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, ga verder met het patroon tot er 3 steken over zijn op de naald, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 2 (verkeerde kant): Ga verder met het patroon met 3 averechte steken aan elke kant.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 2-4-4-4-4-4-8 keer (4-8-8-8-8-8-16 naalden gebreid) = 96-108-116-124-132-140-152 steken.
Brei verder tot het werk 13-13-13-14-14-14-15 cm meet vanaf de markeerder gemeten naar beneden over het armsgat, eindig met een naald aan de verkeerde kant. Knip de draad af en plaats de steken op een hulpdraad. Brei het linker voorpand over de linker schouder achter als volgt.

LINKER VOORPAND:
Vind de linker schouder achter als volgt: Leg het achterpand plat neer met de goede kant naar boven, met de hulpdraad naar u toe; de linkerkant van het werk = linkerschouder.
Begin aan de goede kant bij de hals op de linker schouder achter en neem 1 steek op in elke gebreide naald, aan de binnenkant van de buitenste steek tot het armsgat = 32-34-38-42-46-48-50 steken.
Alle lengte-afmetingen op het voorpand worden vanaf deze opneemnaald genomen.
Ga verder met het patroon als volgt, met de eerste naald aan de verkeerde kant:
NAALD 1 (verkeerde kant): Brei 3 averecht, brei A.1 tot er 3 steken over zijn, 3 averecht.
NAALD 2 (goede kant): Brei 3 recht, brei A.1 tot er 3 steken over zijn, 3 recht.
Ga verder met dit patroon tot het werk 5-5-6-6-7-7-7 cm meet.
Meerder nu voor de halslijn als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei patroon zoals hiervoor tot het EINDE VAN DE NAALD.
NAALD 2 (verkeerde kant): Ga verder het patroon met 3 averechte steken aan elke kant.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 8 keer (16 naalden gebreid) = 40-42-46-50-54-56-58 steken (met de volgende naald aan de goede kant).
Knip de draad af en plaats de steken op een hulpdraad. Brei het rechter voorpand over de rechter schouder achter als volgt.

RECHTER VOORPAND:
Begin aan de goede kant bij het armsgat op de rechter schouder achter en neem 1 steek op in elke naald gebreid, aan de binnenkant van de buitenste steek tot de hals = 32-34-38-42-46-48-50 steken.
Alle lengte-afmetingen op het voorpand worden vanaf deze opneemnaald genomen.
Ga verder met het patroon als volgt, met de eerste naald aan de verkeerde kant:
NAALD 1 (verkeerde kant): Brei 3 averecht, brei A.1 tot er 3 steken over zijn – LET OP: Begin A.1 vanaf de hals op dezelfde manier als A.1 geëindigd was bij de hals op het linker voorpand, A.1 eindigt dan bij het armsgat op dezelfde manier als A.1 begon bij het armsgat op het linker voorpand, dus, het patroon is omgekeerd, 3 averecht.
NAALD 2 (goede kant): Brei 3 recht, brei A.1 tot er 3 steken over zijn, 3 recht.
Ga verder met dit patroon tot het werk 5-5-6-6-7-7-7 cm meet.
Meerder nu voor de halslijn als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei 3 recht, brei A.1 tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
NAALD 2 (verkeerde kant): Ga verder met het patroon met 3 averechte steken aan elke kant.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 8 keer (16 naalden gebreid) = 40-42-46-50-54-56-58 steken (met de volgende naald aan de goede kant).
Voeg nu de 2 voorpanden samen als volgt:

VOORPAND:
Brei dan als volgt aan de goede kant. Ga verder met het patroon over het rechter voorpand, zet 12-16-16-16-16-20-20 steken op voor de halslijn, ga verder met het patroon over het linker voorpand = 92-100-108-116-124-132-136 steken.
Brei de volgende naald als volgt aan de verkeerde kant:
3 averecht, ga verder met het patroon tot er 3 steken over zijn, 3 averecht.
Brei tot het werk 23-24-26-27-29-31-29 cm meet vanaf de opneemnaald.
Meerder nu voor de armsgaten.

MEERDEREN VOOR DE ARMSGATEN:
NAALD 1 (goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei in patroon tot er 3 steken over zijn op de naald, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 2 (verkeerde kant): Ga verder met het patroon met 3 averechte steken aan elke kant.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 2-4-4-4-4-4-8 keer (4-8-8-8-8-8-16 naalden gebreid) = 96-108-116-124-132-140-152 steken.
Brei verder tot het werk 25-27-29-30-32-34-35 cm meet, eindig op dezelfde naald in het telpatroon als op het achterpand, dus A.1 begint en eindigt op het voorpand op dezelfde manier als op het achterpand (op een naald aan de verkeerde kant).
De voor- en achterpanden worden nu samengevoegd voor het lijf als volgt en het werk wordt nu vanaf hier gemeten.

LIJF:
Brei A.1 over alle 96-108-116-124-132-140-152 steken op het voorpand (inclusief de 3 tricotsteken aan elke kant, zorg ervoor dat het patroon netjes doorloopt vanaf de pas), zet 4-4-4-4-4-8-8 steken op (= midden onder de mouw), ga verder met A.1 over de 96-108-116-124-132-140-152 steken op het achterpand, zet 4-4-4-4-4-8-8 steken op (= midden onder de mouw) = 200-224-240-256-272-296-320 steken.
Ga verder met dit patroon in de rondte tot het werk 25-25-25-25-25-24-25 cm meet vanaf de scheiding, eindig na een rechte naald in het patroon.
Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm en brei de volgende naald als volgt: Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht), meerder 25-28-30-32-34-37-40 steken verdeeld door 1 steek te meerderen over ieder 2e averechte deel in het patroon = 225-252-270-288-306-333-360 steken. Ga verder met de nieuwe boordsteek (2 recht, 2 averecht, 2 recht, 3 averecht) in de rondte voor 4-4-4-5-5-6-6 cm. Kant ietwat losjes af met recht.
De trui meet ongeveer 54-56-58-60-62-64-66 cm, vanaf de hals en naar beneden.

MOUWEN:
De mouw wordt van boven naar beneden gebreid.
Leg het werk plat neer en voeg 1 markeerder in op de bovenkant van het armsgat. (LET OP! Dit is niet dezelfde plaats als de opneemnaald op het voorpand, maar ongeveer 6-10 cm naar beneden op het voorpand).
Gebruik rondbreinaald 5 mm. Neem de steken strak op (of gebruik een kleinere naald) als volgt: Begin in het midden van de opgezette steken onder de mouw en neem 68-72-76-84-88-96-100 steken op rondom het armsgat, met een gelijk aantal steken aan beide kanten van de markeerder.
MOUWKOP:
Voor een betere pasvorm breit u A.1 met verkorte toeren, beginnend midden onder de mouw als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot er 9-11-13-15-17-11-11 steken over zijn voor de schoudermarkeerder, brei A.1 over de volgende 18-22-26-30-34-22-22 steken, keer het werk – lees TIP VOOR HET BREIEN.
NAALD 2 (verkeerde kant): Ga verder met A.1 over de eerste 20-24-28-32-36-26-26 steken, brei de steken in A.1, keer het werk.
NAALD 3 (goede kant): Brei A.1 tot 2-2-2-2-2-4-4 steken voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, keer het werk.
NAALD 4 (verkeerde kant): Brei A.1 tot 2-2-2-2-2-4-4 steken voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, keer het werk.
Herhaal NAALDEN 3 en 4 tot u 18-18-18-18-18-18-20 keer heeft gekeerd (9-9-9-9-9-9-10 keer aan elke kant, met de laatste naald aan de verkeerde kant).

NA DE LAATSTE KEER KEREN:
Na de laatste keer keren, brei naald 4, keer het werk en brei terug tot het begin van de naald aan de goede kant (= midden onder de mouw).
Voeg hier 1 markeerdraad in, deze wordt gebruikt voor het minderen onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte.
REST VAN DE MOUW:
Ga verder met A.1 in de rondte over alle steken. TEGELIJKERTIJD, als de mouw 2 cm meet vanaf het samenvoegen, minder dan 2 steken midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2-2-2-2-2-1½-1½ cm in totaal 4-4-4-8-8-8-8 keer = 60-64-68-68-72-80-84 steken.
Brei verder tot de mouw 47-46-45-43-42-40-39 cm meet vanaf midden boven van de schouder, eindig na een rechte naald.
Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht). Meerder tegelijkertijd 7-8-8-8-9-10-10 steken door 1 steek te meerderen over ieder 2e averechte deel in het patroon = 67-72-76-76-81-90-94 steken. Brei de nieuwe boordsteek (2 recht, 2 averecht, 2 recht, 3 averecht) tot er 4-0-4-4-0-0-4 steken over zijn op de naald, eindig met 2 recht, 2 averecht in de maten XS, M, L en XXXL (in de maten S, XL en XXL past de boordsteek op de naald).
Als de boordsteek 4-4-4-5-5-6-6 cm meet, kant dan ietwat losjes af met recht.
De mouw meet ongeveer 51-50-49-48-47-46-45 cm, vanaf de bovenkant van de schouder.

DUBBELE HALSRAND:
Gebruik rondbreinaald 3.5 mm. Begin aan de goede kant op een schouderlijn en neem ongeveer 84-92-92-96-96-104-108 steken op aan de binnenkant van 1 steek rondom de halslijn. Brei 1 naald recht en pas, indien nodig, het aantal steken aan – het moet deelbaar zijn door 4.
Brei boordsteek in de rondte (2 recht, 2 averecht), beginnend met de boordsteek zodat het overeenkomt met de opgezette steken midden voor van de halslijn, welke verder worden gebreid met recht boven recht en averecht boven averecht.
Als de boordsteek 9-9-9-10-10-11-11 cm meet, ga dan verder met rondbreinaald 5 mm en kant ietwat losjes af.
Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en naai naar beneden vast. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is.

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
Diagram for DROPS 264-36
Diagram for DROPS 264-36

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #greythistlesweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 264-36

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.