DROPS Alpaca Party - 13 alpacagarens heel oktober in de aanbieding!
Product image DROPS Nepal yarn
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.95 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.35€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Alpaca Party

Winter Bliss Cardigan

Gebreid vest in DROPS Nepal. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan, reliëfpatroon en hoge col. Maat XS – XXXL.

Markeer maat:
DROPS 262-17

#winterblisscardigan

DROPS design: Patroon ne-405
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
XS - S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS NEPAL van garnstudio (behoort tot garengroep C)
650-700-750-850-950-1000-1100 g kleur 0100, Naturel

KNOPEN:
DROPS KNOOP NR 522: 6-6-7-7-7-7-7 stuks

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 mm: Lengte: 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 mm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 mm.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 22 naalden in de hoogte in tricotsteek op naald 5 mm = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.95 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 25.35€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon


----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RAGLAN:
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslagen zoals uitgelegd hieronder:
VOOR DE MARKEERDER:
Brei de omslagen averecht in de achterste lus van de steken om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in patroon.
NA DE MARKEERDER:
Haal de steek van de linker naald en zet hem omgekeerd terug op de naald (voeg de linker naald in aan de achterkant als u hem terugzet op de naald). Brei de omslagen averecht in de voorste lus van de steken om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in patroon.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2.
Lees de telpatronen van rechts naar links als u aan de goede kant breit en van links naar rechts als u aan de verkeerde kant breit.
Het aantal steken in telpatroon A.2 varieert tussen 8 en 9 steken vanwege de meerderingen en minderingen in het patroon – het aantal steken in het patroon is gebaseerd op A.2 met 8 steken.

RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Recht op alle naalden, dus recht aan de goede kant en recht op de verkeerde kant.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

MOUWTIP:
Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Pas aan zodat u mindert op een naald met recht.
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerder als volgt:
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerder, 2 recht samen, 3 recht (de markeerder zit in de middelste steek), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

KNOOPSGATEN:
Minder voor de knoopsgaten op de rechter voorbies aan de goede kant- minder voor 1 knoopsgat als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): 2 recht samen, maak 1 omslag.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei boordsteek zoals hiervoor en brei de omslag reht om een knoopsgat te maken.
Plaats het bovenste knoopsgat ongeveer 3-3-2-3-4-3-2 cm vanaf de halsrand, plaats het onderste knoopsgat ongeveer 8-8-8-9-9-10-10 cm vanaf onderrand. Plaats de overgebleven 4-4-5-5-5-5-5 knoopsgaten verdeeld met ongeveer 9-9½-8½-8½-9-9-9½ cm tussen elk.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
In dit patroon worden naalden van verschillende lengte gebruikt, begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Van boven naar beneden gebreid.
Zet steken op voor de hals en brei heen en weer gebreid op de rondbreinaald – Zet TEGELIJKERTIJD nieuwe steken op aan elke kant van de naald tot het juiste aantal steken en de hals is klaar.
Brei dan de pas heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden.
Als de pas klaar is, verdeel dan het werk voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf naar beneden heen en weer gebreid op de rondbreinaald terwijl u de mouwen laat wachten. Brei dan de mouwen naar beneden in de rondte op de naald. Eindig door steken op te nemen rondom de hals en brei een hoge col heen en weer gebreid.
Als er 0 steken worden aangegeven voor uw maat, sla dan de informatie over en ga verder met de volgende informatie.

HALSLIJN:
Zet 53-55-59-65-69-71-73 steken op rondbreinaald 5 mm met DROPS Nepal. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant.
Voeg 4 markeerders in het werk zonder de steken te breien, voeg de markeerders in een steek, deze steken worden raglansteken genoemd en het meerderen voor de raglan wordt aan elke kant van de raglansteken gedaan. De raglansteken worden in tricotsteek Gebreid.
Tel 1-1-1-1-1-1-1 steek (= linker voorpand), voeg de 1e markeerder in de volgende steek,
tel 11-11-13-15-17-17-17 steken (= mouw), voeg de 2e markeerder in de volgende steek,
tel 25-27-27-29-29-31-33 steken (= achterpand), voeg de 3e markeerder in de volgende steek,
tel 11-11-13-15-17-17-17 steken (= mouw), voeg de 4e markeerder in de volgende steek. Er is 1-1-1-1-1-1-1 steek over op de naald voor het rechter voorpand.

INFORMATIE VOORDAT U VERDER GAAT:
Brei heen en weer gebreid – zet TEGELIJKERTIJD nieuwe steken op voor de hals en meerder voor de RAGLAN, brei dan ook in PATROON - lees uitleg hierboven over hoe u moet meerderen en hoe u het patroon breit, dus brei eerst in tricotsteek tot er een aantal cm is gebreid nadat de hals klaar is, brei dan in patroon. Brei zoals uitgelegd hieronder. Denk om de stekenverhouding!

BREI EN MEERDER ALS VOLGT:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht en meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken, zet dan 1 nieuwe steek op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 9 steken gemeerderd) = 62-64-68-74-78-80-82 steken.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht (denk erom dat u de omslagen gedraaid breit aan elke kant zoals uitgelegd onder RAGLAN), zet dan 1 nieuwe steek op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 1 steek gemeerderd) = 63-65-69-75-79-81-83 steken.
NAALD 3 (= goede kant): Brei recht en meerder voor raglan aan elke kant van de raglansteken, zet dan 1 nieuwe steek op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 9 steken gemeerderd) = 72-74-78-84-88-90-92 steken.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei averecht (brei de omslagen gedraaid aan elke kant), zet dan 1 nieuwe steek op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 1 steek gemeerderd) = 73-75-79-85-89-91-93 steken.
NAALD 5 (= goede kant): Brei recht, meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken, zet dan 2 nieuwe steken op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 10 steken gemeerderd) = 83-85-89-95-99-101-103 steken.
NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei averecht (brei de omslagen gedraaid aan elke kant), zet dan 2 nieuwe steken op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 2 steken gemeerderd) = 85-87-91-97-101-103-105 steken.
NAALD 7 (= goede kant): Brei recht en meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken, zet dan 2 nieuwe steken op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 10 steken gemeerderd) = 95-97-101-107-111-113-115 steken.
NAALD 8 (= verkeerde kant): Brei averecht (brei de omslagen gedraaid aan elke kant), zet dan 2 nieuwe steken op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 2 steken gemeerderd) = 97-99-103-109-113-115-117 steken.
NAALD 9 (= goede kant): Brei recht en meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken, zet dan 6-6-8-8-8-9-9 nieuwe steken op voor de hals aan het EINDE VAN DE NAALD (= 14-14-16-16-16-17-17 steken gemeerderd) = 111-113-119-125-129-132-134 steken.
NAALD 10 (= verkeerde kant): Brei 1 steek in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven, brei de rest van de naald averecht (brei de omslagen gedraaid aan elke kant), zet dan 6-6-8-8-8-9-9 nieuwe steken op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 6-6-8-8-8-9-9 steek gemeerderd) = 117-119-127-133-137-141-143 steken.
De halslijn is klaar en er zijn 5 meerderingen voor de raglan gemaakt aan elke kant van de 4 raglansteken, er zijn 19-19-21-21-21-22-22 steken op het voorpand (inclusief de raglansteek), 37-39-39-41-41-43-45 steken op het achterpand (inclusief de raglansteken) en 21-21-23-25-27-27-27 steken op de mouwen (aan de binnenkant van de raglansteken). Brei dan de pas zoals uitgelegd hieronder.

PAS:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht en meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken (= 8 steken gemeerderd).
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant (brei de omslagen gedraaid aan elke kant).
Brei de 1e en 2e NAALD tot het werk 3-4-4-5-3-4-2 cm meet vanaf waar de halslijn klaar was.

Brei nu in patroon terwijl u verder gaat met de meerderingen zoals hiervoor, brei dan als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei 1 steek in ribbelsteek, brei A.1 tot de eerste markeerder, meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteek (brei de raglansteken altijd in tricotsteek), brei A.1 tot de volgende markeerder (begin A.1 met dezelfde steek (recht of averecht) als A.1 eindigde voor de raglansteek - dit geldt voor iedere keer dat er gerstekorrel wordt gebreid na de raglansteek), meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteek, brei A.1 tot de volgende markeerder, meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteek, brei A.1 tot de volgende steek, meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteek, brei A.1 tot er 1 steek over is, eindig met 1 steek in ribbelsteek (= 8 steken gemeerderd).
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei A.1 met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant zoals hiervoor (denk erom dat u de raglansteken averecht breit aan de verkeerde kant en de omslagen gedraaid aan elke kant).
NA 2e NAALD:
Brei de 1e en 2e NAALD tot er 10-13-14-16-20-14-18 meerderingen voor de raglan zijn gemaakt in totaal, inclusief de meerderingen in de halslijn (= 20-26-28-32-40-28-36 naalden gebreid). Er zijn 24-27-30-32-36-31-35 steken op de voorpanden, 47-55-57-63-71-61-71 steken op het achterpand en 31-37-41-47-57-45-53 steken op de mouwen = 157-183-199-221-257-213-247 steken.

Brei dan en meerder als volgt (ga verder in patroon zoals hiervoor):
NAALD 1 (= goede kant): Brei A.1 zoals hiervoor met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant en meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken (= 8 steken gemeerderd).
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei A.1 met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant zoals hiervoor (denk erom dat u de raglansteken averecht breit aan de verkeerde kant en brei de omslagen gedraaid aan elke kant).
NAALD 3 (= goede kant): Brei A.1 met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant zoals hiervoor en meerder voor de raglan VOOR de 1e en 3e markeerder en NA de 2e en 4e markeerder (meerder alleen op de voorpanden/ het achterpand - niet op de mouwen = 4 steken gemeerderd).
NAALD 4 (= verkeerde kant): A.1 met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant zoals hiervoor (brei de omslagen gedraaid aan elke kant).
NA 4e NAALD:
Brei de 1e tot 4e NAALD 7-6-6-6-4-9-8 keer in totaal (= 28-24-24-24-16-36-32 naalden gebreid), er zijn 7-6-6-6-4-9-8 meerderingen op de mouwen gemaakt en 14-12-12-12-8-18-16 meerderingen het voorpand/achterpand) = 241-255-271-293-305-321-343 steken op de naald.

Alle meerderingen zijn klaar, er zijn 24-25-26-28-28-32-34 meerderingen gemaakt in totaal voor de voorpanden/het achterpand en 17-19-20-22-24-23-26 meerderingen in totaal op de mouwen = 38-39-42-44-44-49-51 steken op de voorpanden (inclusief de raglansteek), 75-79-81-87-87-97-103 steken op het achterpand (inclusief de raglansteken) en 45-49-53-59-65-63-69 steken op de mouwen (aan de binnenkant van de raglansteken).
Brei zonder te meerderen tot het werk 25-26-28-29-30-34-36 cm meet vanaf de schouder als het kledingstuk gevouwen wordt op de schouder (ga verder in patroon zoals hiervoor). Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen.

VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN:
Als u het werk verdeelt voor het lijf en de mouwen zitten de raglansteken ietwat op het voorpand/achterpand, dus TEGELIJKERTIJD als de volgende naald wordt gebreid verdeelt u de pas voor het lijf en de mouwen als volgt: Brei 38-40-44-46-48-52-56 steken zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende 45-47-49-55-57-57-59 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 9-11-13-15-17-21-23 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw), brei 75-81-85-91-95-103-113 steken zoals hiervoor (= achterpand), zet de volgende 45-47-49-55-57-57-59 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 9-11-13-15-17-21-23 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw) en brei de laatste 38-40-44-46-48-52-56 steken zoals hiervoor (= voorpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder.

LIJF:
= 169-183-199-213-225-249-271 steken. Ga verder in patroon zoals hiervoor met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant tot het werk ongeveer 38-40-42-42-43-44-46 cm meet, gemeten vanaf de hals midden voor – het werk meet ongeveer 46-48-50-51-53-54-56 cm vanaf de schouder – pas aan zodat u minstens 5 cm in tricotsteek breit na de laatste streep met reliëfpatroon.
Begin op de volgende naald aan de goede kant met boordsteek terwijl u TEGELIJKERTIJD 58-68-68-78-82-90-92 steken verdeeld meerdert op de 1e naald = 227-251-267-291-307-339-363 steken, brei dan als volgt:
Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm, brei 1 steek in ribbelsteek, brei A.2 28-31-33-36-38-42-45 keer in totaal - denk om het meerderen, brei 1 steek in tricotsteek en 1 steek in ribbelsteek. Ga zo verder in patroon tot het werk ongeveer 8-8-8-9-9-10-10 cm meet - eindig na de 3e of 4e naald in het telpatroon. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.
De top meet ongeveer 46-48-50-51-52-54-56 cm vanaf de hals midden voor en ongeveer 54-56-58-60-62-64-66 cm vanaf de bovenkant van de schouder.

MOUWEN:
Zet de 45-47-49-55-57-57-59 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 5 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 9-11-13-15-17-21-23 opgezette steken onder de mouw - lees MOUWTIP = 54-58-62-70-74-78-82 steken.
Voeg 1 markeerder in, in het midden van de 9-11-13-15-17-21-23 nieuwe steken onder de mouw – de naald begint bij de markeerder.
Brei A.1 in de rondte - ga verder in patroon vanaf de pas.
TEGELIJKERTIJD als de mouw 1-1-1-1-1-1-1 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN en minder als volgt: Minder 2 steken 2-2-2-2-2-3-3 keer in iedere tweede naald, minder dan 2 steken iedere 2-2-2-2-2-2-2 cm 0-0-2-4-4-4-4 keer in totaal = 50-54-54-58-62-64-68 steken op de naald.
Brei tot de mouw 34-33-33-32-33-28-26 cm meet vanaf de scheiding.
Begin op de volgende naald met boordsteek terwijl u TEGELIJKERTIJD 22-18-26-22-26-24-28 steken verdeeld meerdert op de 1e naald = 72-72-80-80-88-88-96 steken, brei dan als volgt: Brei verder met naalden zonder knop maat 3.5 mm en brei A.2 9-9-10-10-11-11-12 keer in totaal in de rondte op de mouw - denk om het meerderen.
Ga zo verder in patroon tot de boordsteek 12-12-12-13-13-14-14 cm meet - eindig na de 3e of 4e naald in het telpatroon. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.
De mouw meet ongeveer 46-45-45-45-46-42-40 cm vanaf de scheiding.

HOGE COL:
Gebruik rondbreinaald 3.5 mm, begin aan de goede kant midden voor en neem ongeveer 77-79-87-89-97-101-103 steken op rondom de hals aan de binnenkant van 1 steek. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant met 1 steek in ribbelsteek aan elke kant terwijl u TEGELIJKERTIJD verdeeld meerdert naar 99-101-113-115-125-131-133 steken - Het aantal steken moet deelbaar zijn door 2 + 1.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 steek in ribbelsteek, brei boordsteek (= 1 recht/1 averecht), tot er 2 steken over zijn, 1 recht en 1 steek in ribbelsteek.
Ga zo verder in boordsteek heen en weer gebreid voor 9-10-11-12-12-13-13 cm. Kant ietwat losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht.

LINKER VOORBIES:
Neem steken op aan de goede kant over het linker voorpand en de hals op rondbreinaald 3.5 mm, neem steken op aan de binnenkant van 1 steek in ribbelsteek als volgt:
Neem ongeveer 113-117-123-127-129-135-139 steken op (dit komt ongeveer overeen met 20 steken per 10 cm over de rand – het aantal steken moet deelbaar zijn door 2 + 1).
Brei de eerste naald als volgt op de verkeerde kant: 1 steek in ribbelsteek, brei boordsteek (= 1 averecht/ 1 recht) tot er 2 steken over zijn op de naald, 1 averecht en 1 steek in ribbelsteek.
Ga verder tot de halsrand ongeveer 3 cm meet. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.

RECHTER VOORBIES:
Neem op dezelfde manier steken op over het rechter voorpand en brei zoals de linker voorbies, maar als de voorbies ongeveer 1 tot 1½ cm meet, minder dan voor 6-6-7-7-7-7-7 KNOOPSGATEN verdeeld – lees uitleg onder KNOOPSGATEN hierboven. Ga na de knoopsgaten verder met de voorbies tot dezelfde afmetingen als de linker voorbies. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.

AFWERKING:
Naai de knopen aan de linker voorbies.

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
brei 5-5-5-5-6-6-7 cm in tricotsteek = brei 5-5-5-5-6-6-7 cm in tricotsteek
dit is geen steek omdat de steek eerder was geminderd, ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon = dit is geen steek omdat de steek eerder was geminderd, ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon
maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald zoals te zien is in het telpatroon – zodat er een gaatje ontstaat = maak 1 omslag tussen 2 steken, brei op de volgende naald zoals te zien is in het telpatroon – zodat er een gaatje ontstaat
haal 1 steek recht af, 2 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd) = haal 1 steek recht af, 2 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd)
Diagram for DROPS 262-17
Diagram for DROPS 262-17

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #winterblisscardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 262-17

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.