Winter Bliss Sweater#winterblisssweater |
|||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||
Gebreide trui in DROPS Nepal. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan, reliëfpatroon en hoge col. Maat XS – XXXL.
DROPS 262-18 |
|||||||||||||||||||
---------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- RAGLAN (heen en weer gebreid): Meerder 1 steek door 1 omslag te maken aan de goede kant. Brei op de volgende naald de omslagen zoals uitgelegd hieronder: VOOR DE MARKEERDER: Brei de omslagen averecht in de achterste lus van de steken om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in patroon. NA DE MARKEERDER: Haal de steek van de linker naald en zet hem omgekeerd terug op de linker naald (voeg de linker in naald in vanaf de achterkant als u hem terugzet op de naald). Brei de omslagen averecht in de voorste lus van de steken om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in patroon. RAGLAN (in de rondte gebreid): Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslagen zoals uitgelegd hieronder: VOOR DE MARKEERDER: Haal de steek van de linker naald en zet hem omgekeerd terug op de linker naald (voeg de linker naald in vanaf de achterkant als u hem terugzet op de naald). Brei de omslagen in de voorste lus van de steken om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in patroon. NA DE MARKEERDER: Brei de omslagen recht in de achterste lus van de steken om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in patroon. PATROON: Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. Het aantal steken in telpatroon A.2 varieert tussen 8 en 9 steken vanwege de meerderingen en minderingen in het patroon – het aantal steken in het patroon is gebaseerd op A.2 met 8 steken. MOUWTIP: Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw. TIP VOOR HET MINDEREN: Pas aan zodat u mindert op een naald met recht. Minder 1 steek aan elke kant van de markeerder als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerder, 2 recht samen, 3 recht (de markeerder zit in de middelste steek), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: In dit patroon worden naalden van verschillende lengte gebruikt, begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid. Zet steken op voor de halslijn en brei heen en weer gebreid op de rondbreinaald – zet TEGELIJKERTIJD nieuwe steken op aan elke kant van de naald tot het juiste aantal steken en de hals is klaar. Brei dan de pas in de rondte op de rondbreinaald van boven naar beneden. Als de pas klaar is, verdeel dan het werk voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf naar beneden in de rondte op de rondbreinaald terwijl u de mouwen laat wachten. Brei dan de mouwen naar beneden in de rondte op de naald. Eindig door steken op te nemen rondom de hals en brei een hoge col in de rondte. Als er 0 steken worden aangegeven voor uw maat, sla dan de informatie over en ga gelijk verde met de volgende informatie. HALSLIJN: Zet 53-55-59-65-69-71-73 steken op rondbreinaald 5 mm met DROPS Nepal. Brei 1 naald averecht op de verkeerde kant. Voeg 4 markeerders in het werk zonder de steken te breien, voeg de markeerders in een steek, deze steken worden raglansteken genoemd en het meerderen voor de raglan wordt aan elke kant van de raglansteken gedaan. De raglansteken worden in tricotsteek gebreid. Tel 1-1-1-1-1-1-1 steek (= linkerkant van het voorpand), voeg de 1e markeerder in de volgende steek, tel 11-11-13-15-17-17-17 steken (= mouw), voeg de 2e markeerder in de volgende steek, tel 25-27-27-29-29-31-33 steken (= achterpand), voeg de 3e markeerder in de volgende steek, tel 11-11-13-15-17-17-17 steken (= mouw), voeg de 4e markeerder in de volgende steek. Er is 1-1-1-1-1-1-1 steek over op de naald voor de rechterkant van het voorpand. INFORMATIE VOORDAT U VERDER GAAT: Brei heen en weer gebreid – zet TEGELIJKERTIJD nieuwe steken op voor de hals, meerder voor de RAGLAN en brei in PATROON - lees uitleg hierboven, dus brei eerst in tricotsteek tot er een aantal cm zijn gebreid nadat de hals klaar is, brei dan in patroon. Denk om de stekenverhouding! BREI EN MEERDER ALS VOLGT: NAALD 1 (= goede kant): Brei recht, meerder voor raglan aan elke kant van de raglansteken, zet dan 1 nieuwe steek op voor de hals op de EINDE VAN DE NAALD (= 9 steken gemeerderd) = 62-64-68-74-78-80-82 steken. NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht (denk erom dat u de omslagen gedraaid breit aan beide kanten zoals uitgelegd onder RAGLAN), zet dan 1 nieuwe steek op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 1 steek gemeerderd) = 63-65-69-75-79-81-83 steken. NAALD 3 (= goede kant): Brei recht en meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken, zet dan 1 nieuwe steek op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 9 steken gemeerderd) = 72-74-78-84-88-90-92 steken. NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei averecht (brei de omslagen gedraaid aan elke kant), zet dan 1 nieuwe steek op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 1 steek gemeerderd) = 73-75-79-85-89-91-93 steken. NAALD 5 (= goede kant): Brei recht, meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken, zet dan 2 nieuwe steken op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 10 steken gemeerderd) = 83-85-89-95-99-101-103 steken. NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei averecht (brei de omslagen gedraaid aan elke kant), zet dan 2 nieuwe steken op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 2 steken gemeerderd) = 85-87-91-97-101-103-105 steken. NAALD 7 (= goede kant): Brei recht, meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken, zet dan 2 nieuwe steken op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 10 steken gemeerderd) = 95-97-101-107-111-113-115 steken. NAALD 8 (= verkeerde kant): Brei averecht (brei de omslagen gedraaid aan elke kant), zet dan 2 nieuwe steken op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 2 steken gemeerderd) = 97-99-103-109-113-115-117 steken. NAALD 9 (= goede kant): Brei recht, meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken, zet dan 11-13-13-15-15-17-19 nieuwe steken op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD (= 19-21-21-23-23-25-27 steken gemeerderd) = 116-120-124-132-136-140-144 steken. Als de halslijn klaar is en er zijn 5 meerderingen voor de raglan gemaakt aan elke kant van de 4 raglansteken, dan zijn er 37-39-39-41-41-43-45 steken op het voorpand/achterpand (inclusief de raglansteken) en 21-21-23-25-27-27-27 steken op de mouwen (aan de binnenkant van de raglansteken). Knip het garen af. Brei dan in de rondte op de rondbreinaald vanaf de rechterschouder achter, dus verplaats de steken van de linker naald op de rechter naald tot de 3e markeerder (= rechterschouder achter) - LET OP! Brei de steken niet maar verplaats ze. Dit wordt gedaan zodat het patroon aansluit als het begin van de naald verplaatst wordt. PAS: NAALD 1: Brei recht en meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken (= 8 steken gemeerderd) LET OP! Meerder NA de markeerder op het begin van de naald en VOOR DE MARKEERDER aan het einde van de naald. NAALD 2: Brei recht (denk erom dat u de omslagen gedraaid breit aan elke kant zoals uitgelegd onder RAGLAN als u in de rondte breit). Brei de 1e en 2e NAALD tot het werk 3-4-4-5-3-4-2 cm meet vanaf waar de halslijn klaar was. Brei nu in patroon terwijl u verder gaat met de meerderingen zoals hiervoor, brei dan als volgt: NAALD 1: Meerder voor de raglan na de raglansteek, brei A.1 tot de volgende markeerder, meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteek (brei de raglansteken in tricotsteek), brei A.1 tot de volgende markeerder (begin A.1 met dezelfde steek (recht of averecht) zoals A.1 eindigde voor de raglansteek - dit geldt voor iedere keer dat gerstekorrel wordt gebreid na de raglansteek), meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteek, brei A.1 tot de volgende markeerder, meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteek, brei A.1 tot de volgende markeerder, meerder voor de raglan vóór deraglansteek (= 8 steken gemeerderd). NAALD 2: Brei A.1 zoals hiervoor (denk erom dat u de raglansteken recht breit en dat u de omslagen gedraaid breit aan elke kant). NA NAALD 2: Brei de 1e en 2e NAALD tot er 10-13-14-16-20-14-18 meerderingen voor de raglan zijn gemaakt in totaal, inclusief de meerderingen in de halslijn (= 20-26-28-32-40-28-36 naalden gebreid). Er zijn 47-55-57-63-71-61-71 steken op het voorpand/achterpand (inclusief de raglansteken) en 31-37-41-47-57-45-53 steken op de mouwen (aan de binnenkant van de raglansteken) = 156-184-196-220-256-212-248 steken. Brei dan en meerder als volgt (ga verder in patroon zoals hiervoor): NAALD 1: Brei A.1 zoals hiervoor en meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken (= 8 steken gemeerderd). NAALD 2: Brei A.1 zoals hiervoor (denk om de raglansteken en brei de omslagen gedraaid). NAALD 3: Brei A.1 zoals hiervoor en meerder voor de raglan NA de 1e en 3e markeerder op de naald en VOOR de 2e en 4e markeerder (meerder alleen op het voorpand/achterpand - niet op de mouwen = 4 steken gemeerderd). NAALD 4: Brei A.1 zoals hiervoor (brei de raglansteken recht en brei de omslagen gedraaid aan elke kant). NA NAALD 4: Brei de 1e tot 4e NAALD 7-6-6-6-4-9-8 keer in totaal (= 28-24-24-24-16-36-32 naalden gebreid), er zijn 7-6-6-6-4-9-8 meerderingen op de mouwen gemaakt en 14-12-12-12-8-18-16 meerderingen op het voorpand/achterpand) = 240-256-268-292-304-320-344 steken op de naald. Alle meerderingen zijn nu klaar, er zijn 24-25-26-28-28-32-34 meerderingen in totaal gemaakt voor het voorpand/achterpand en 17-19-20-22-24-23-26 meerderingen op de mouwen = 75-79-81-87-87-97-103 steken op het voorpand/achterpand en 45-49-53-59-65-63-69 steken op de mouwen. Het werk meet ongeveer 18-19-20-21-21-25-27 cm gemeten midden voor (het werk meet ongeveer 25-26-28-29-30-34-36 cm vanaf de schouder als het kledingstuk gevouwen wordt op de schouder). Als het werk korter is dan dit, brei dan verder zonder meerderingen tot de juiste afmetingen (ga verder in patroon zoals hiervoor). Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Als het werk verdeeld wordt voor het lijf en de mouwen zitten de raglansteken ietwat naar het voorpand/achterpand, dus TEGELIJKERTIJD als de volgende naald wordt gebreid, verdeelt u de pas voor het lijf en de mouwen als volgt: Brei de eerste 1-2-3-3-5-4-6 steken zoals hiervoor (deze steken horen bij het achterpand), zet de volgende 45-47-49-55-57-57-59 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 9-11-13-15-17-21-23 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw), brei 75-81-85-91-95-103-113 steken zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende 45-47-49-55-57-57-59 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 9-11-13-15-17-21-23 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw), en brei de laatste 74-79-82-88-90-99-107 steken zoals hiervoor (= voorpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder. LIJF: = 168-184-196-212-224-248-272 steken. Voeg 1 markeerder in aan een kant van het werk (in het midden van de 9-11-13-15-17-21-23 steken die opgezet zijn onder de mouw). Brei tot de markeerder, de naald begint hier en brei in de rondte. Ga verder in patroon zoals hiervoor tot het werk ongeveer 39-41-42-42-43-44-46 cm meet, gemeten vanaf de hals midden voor – het werk meet ongeveer 46-48-50-51-53-54-56 cm vanaf schouder – pas aan zodat u minstens 5 cm in tricotsteek breit na de laatste streep met reliëfpatroon. Op de volgende naald begint de boordsteek terwijl u TEGELIJKERTIJD 56-64-68-68-80-88-96 steken verdeeld meerdert op de 1e naald = 224-248-264-280-304-336-368 steken, brei dan als volgt: Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm en brei A.2 28-31-33-35-38-42-46 keer in totaal in de rondte op het lijf - denk om het meerderen. Ga zo verder in patroon tot het werk ongeveer 8-8-8-9-9-10-10 cm meet - eindig na de 3e of 4e naald in telpatroon. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht. De trui meet ongeveer 47-49-50-51-52-54-56 cm vanaf de hals midden voor en ongeveer 54-56-58-60-62-64-66 cm vanaf de bovenkant van de schouder. MOUWEN: Zet de 45-47-49-55-57-57-59 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 5 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 9-11-13-15-17-21-23 opgezette steken onder de mouw - lees MOUWTIP = 54-58-62-70-74-78-82 steken. Voeg 1 markeerder in, in het midden van de 9-11-13-15-17-21-23 nieuwe steken onder de mouw – de naald begint op de markeerder. Brei A.1 in de rondte - ga verder in patroon vanaf de pas. TEGELIJKERTIJD als de mouw 1-1-1-1-1-1-1 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN en minder als volgt: Minder 2-2-2-2-2-3-3 keer 2 steken in iedere tweede naald, minder dan 2 steken iedere 2-2-2-2-2-2-2 cm 0-0-2-4-4-4-4 keer in totaal = 50-54-54-58-62-64-68 steken op de naald. Ga verder tot de mouw 34-33-33-32-33-28-26 cm meet vanaf de scheiding – pas zo aan zodat er minstens 5 cm in tricotsteek zijn gebreid na de laatste streep met reliëfpatroon. Begin op de volgende naald met boordsteek terwijl u TEGELIJKERTIJD 22-18-26-22-26-24-28 steken verdeeld meerdert op de 1e naald = 72-72-80-80-88-88-96 steken, brei dan als volgt: Brei verder met naalden zonder knop maat 3.5 mm en brei A.2 9-9-10-10-11-11-12 keer in totaal in de rondte op de mouw - denk om het meerderen. Ga zo verder in patroon tot de boordsteek 12-12-12-13-13-14-14 cm meet - eindig na de 3e of 4e naald in het telpatroon. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht. De mouw meet ongeveer 46-45-45-45-46-42-40 cm vanaf de scheiding. HOGE COL: Gebruik rondbreinaald 3.5 mm, begin aan de goede kant en neem ongeveer 76-80-84-92-96-100-104 steken op rondom de hals aan de binnenkant van 1 steek. Brei 1 naald recht en meerder verdeeld naar 98-104-108-120-124-130-134 – Het aantal steken moet deelbaar zijn door 2. Brei boordsteek in de rondte (= 1 recht/1 averecht) voor 9-10-11-12-12-13-13 cm. Kant ietwat losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. |
|||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #winterblisssweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 31 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 262-18
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.