DROPS Super Sale - Bespaar 30% op 5 merinogarens!
Product image DROPS Soft Tweed yarn
DROPS Soft Tweed
50% Wol, 25% Alpaca, 25% Viscose
vanaf 3.27 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2526

Grey Thistle Sweater

Gebreide trui voor heren in DROPS Soft Tweed. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met diagonale schouders/ Europeaanse schouders, reliëfpatroon en dubbele halsrand. Maat: S - XXXL

Markeer maat:
DROPS 260-2

#greythistlesweater

DROPS design: Patroon st-063
Garengroep B
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS SOFT TWEED van garnstudio (behoort tot garengroep B)
500-550-600-650-700-800 g kleur 20, Zout en Peper

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 mm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 mm.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
19 steken in de breedte en 25 naalden in de hoogte in tricotsteek/ A.1 op naald 5 mm = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Soft Tweed
DROPS Soft Tweed
50% Wol, 25% Alpaca, 25% Viscose
vanaf 3.27 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 32.70€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon


----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatroon A.1.
De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.
Bij het meerderen van steken in patroon breit u de gemeerderde steken in tricotsteek (recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant) tot er ruimte is voor een heel vierkant (= 2 steken) in de breedte.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS - aan de goede kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in de achterste lus van de steek.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - aan de goede kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus van de steek.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS - op de verkeerde kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek averecht in de voorste lus van de steek.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - op de verkeerde kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek averecht in de achterste lus van de steek.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt:
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

TIP VOOR HET BREIEN:
Als u verkorte naalden breit ontstaat er een klein gaatje bij het keren van het werk - dit gaatje kan gesloten worden door de draad aan te trekken of de techniek Duitse Verkorte toeren te gebruiken als volgt:
Haal de eerste steek averecht af. Plaats de draad over de rechter naald en trek goed aan op de achterkant (zodat u twee lussen op de naald heeft). Brei deze lussen samen op de volgende naald.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
In dit patroon worden naalden van verschillende lengte gebruikt, begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig.
Brei eerst het werk heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Begin door steken op te zetten in de achterkant van de hals. Brei dan het achterpand naar beneden terwijl u TEGELIJKERTIJD meerdert aan elke kant van het werk naar het aantal steken totdat de schouderbreedte bereikt is. Het achterpand heeft een ietwat diagonale schouder. Brei dan naar beneden tot de armsgaten. Leg nu het achterpand aan de kant en brei het voorpand. Het voorpand wordt eerst in 2 delen gebreid. Begin door steken op te zetten over een schouder vanaf het achterpand, brei patroon en meerder richting de hals. Herhaal op de andere schouder.
Zet het rechter en linker voorpand samen als de meerderingen voor de hals klaar zijn. Brei dan het voorpand naar beneden tot de armsgaten. Zet nu het voorpand en achterpand samen op dezelfde rondbreinaald en brei het lijf naar beneden in de rondte op de rondbreinaald. Neem steken op voor de mouwen rondom de armsgaten en brei de mouwen naar beneden. Brei eerst heen en weer met verkorte toeren om een mouwkop te maken, brei dan de mouwen naar benden in de rondte op de naald. Eindig door steken op te nemen rondom de hals en brei een halsrand.

ACHTERPAND:
Brei het werk heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Zet 28-32-32-32-32-36 steken op rondbreinaald 5 mm met DROPS Soft Tweed. Brei nu in patroon – zie uitleg hierboven en brei dan als volgt:
NAALD 1 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht.
NAALD 2 (= goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei A.1 tot er 3 steken over zijn (het patroon begint en eindigt hetzelfde aan elke kant), meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 3 (= verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 en brei 3 averecht, meerder 1 steek richting links, brei A.1 tot er 3 steken over zijn (brei de gemeerderde steken zoals uitgelegd in PATROON), meerder 1 steek richting rechts, 3 averecht.
NA 3e NAALD:
Brei de 2e en 3e NAALD 16-17-19-21-23-24 keer in totaal (= 32-34-38-42-46-48 naalden zijn gebreid), na de laatste meerdering zijn er = 92-100-108-116-124-132 steken op de naald.
Voeg 1 markeerder in aan de zijkant. Meet nu het werk vanaf hier!
Brei in patroon zoals hiervoor met 3 steken in tricotsteek aan elke kant - denk om de stekenverhouding - tot het werk 13-12-12-13-13-13 cm meet, gemeten vanaf de markeerder over het armsgat. Meerder nu aan elke kant voor de armsgaten.

MEERDEREN VOOR DE ARMSGATEN:
NAALD 1 (= goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei patroon zoals hiervoor tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei in patroon zoals hiervoor met 3 averechte steken aan elke kant.
Brei de 1e en 2e NAALD 2-4-4-4-4-4 keer in totaal (= 4-8-8-8-8-8 naalden zijn gebreid) = 96-108-116-124-132-140 steken op de naald.
Brei tot het werk 15-15-15-16-16-16 cm meet, gemeten vanaf de markeerder over het armsgat, eindig met een naald op de verkeerde kant. Knip het garen af, zet de steken op een hulpdraad, brei nu het linker voorpand over de linkerschouder zoals uitgelegd hieronder.

LINKER VOORPAND:
Vind de linkerschouder op het achterpand als volgt: Leg het achterpand plat neer met de goede kant naar boven, plaats het achterpand zodat de steken op de hulpdraad naar u toe liggen, de linkerkant van het werk = linkerschouder.
Neem nu steken op over de linker diagonale schouder op het achterpand - begin aan de goede kant op de hals en neem steken op naar buiten richting het armsgat als volgt:
Neem 1 steek op in iedere gebreid naald aan de binnenkant van de buitenste steek = 32-34-38-42-46-48 steken.
Alle lengte afmetingen op het voorpand worden vanaf de opneemrand gedaan.
Brei in patroon als volgt (brei de eerste naald op de verkeerde kant, dus vanaf de zijkant richting het armsgat):
NAALD 1 (= verkeerde kant): Brei 3 averecht, brei A.1 tot er 3 steken over zijn (denk erom dat u het telpatroon van links naar rechts leest als u aan de verkeerde kant breit), 3 averecht.
NAALD 2 (= goede kant): 3 recht, ga verder met A.1 tot er 3 steken over zijn, 3 recht.
Ga zo verder in patroon heen en weer gebreid.
Meerder bij een hoogte van 5-5-5-6-6-6 cm, steken richting de hals als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei patroon zoals hiervoor over de rest van de naald.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei patroon zoals hiervoor met 3 averechte steken aan elke kant.
Brei de 1e en 2e NAALD 8 keer in totaal (= 16 naalden gebreid - brei de gemeerderde steken zoals uitgelegd in PATROON) = 40-42-46-50-54-56 steken, de volgende naald wordt aan de goede kant gebreid.
Knip het garen af, zet de steken op een hulpdraad, brei nu het rechter voorpand over de schouder – lees uitleg hieronder.

RECHTER VOORPAND:
Neem nu steken op over de linker diagonale schouder op het achterpand - begin aan de goede kant op de schouder en neem steken op naar buiten richting de hals als volgt:
Neem 1 steek op in iedere gebreide naald aan de binnenkant van de buitenste steek = 32-34-38-42-46-48 steken.
Alle lengte afmetingen op het voorpand worden vanaf de opneemrand gedaan.
Brei patroon als volgt (brei de eerste naald op de verkeerde kant, dus vanaf de hals):
NAALD 1 (= verkeerde kant): 3 averecht, brei A.1 tot er 3 steken over zijn richting het armsgat - LET OP! Begin A.1 vanaf de hals op dezelfde manier als A.1 eindigde richting de hals op het linker voorpand, A.1 eindigt dan richting het armsgat op dezelfde manier als A.1 begon op het armsgat op het linker voorpand), 3 averecht.
NAALD 2 (= goede kant): 3 recht, ga verder met A.1 tot er 3 steken over zijn, 3 recht.
Ga zo verder in patroon heen en weer gebreid.
Meerder bij een hoogte van 5-5-5-6-6-6 cm, steken richting de hals als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei in patroon zoals hiervoor tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei patroon zoals hiervoor met 3 averechte steken aan elke kant.
Brei de 1e en 2e NAALD 8 keer in totaal (= 16 naalden gebreid - brei de gemeerderde steken zoals uitgelegd in PATROON) = 40-42-46-50-54-56 steken, de volgende naald wordt gebreid aan de goede kant.
Plaat dan de voorpanden samen zoals uitgelegd hieronder.

VOORPAND (rechter en linker deel samen):
Brei de eerste naald als volgt aan de goede kant:
Brei het gecreëerde patroon zoals hiervoor over alle steken op het rechter voorpand, zet 12-16-16-16-16-20 steken op voor de hals aan het einde van deze naald, brei het gecreëerde patroon zoals hiervoor over alle steken op het linker voorpand = 92-100-108-116-124-132 steken op de naald.
Brei de volgende naald als volgt op de verkeerde kant:
3 averecht, brei patroon zoals hiervoor tot er 3 steken over zijn, 3 averecht.
Brei tot het werk 25-26-28-29-31-33 cm meet vanaf de opneemrand. Meerder nu aan elke kant voor de armsgaten.

MEERDEREN VOOR DE ARMSGATEN:
NAALD 1 (= goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei patroon zoals hiervoor tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei patroon zoals hiervoor met 3 averechte steken aan elke kant.
Brei de 1e en 2e NAALD 2-4-4-4-4-4 keer in totaal (= 4-8-8-8-8-8 naalden zijn gebreid) = 96-108-116-124-132-140 steken op de naald.
Brei tot het werk ongeveer 27-29-31-32-34-36 cm meet, gemeten vanaf de opneemrand – pas aan zodat het patroon op dezelfde naald eindigt in telpatroon zoals op het achterpand, dus A.1 op het voorpand zou moeten beginnen en eindigen op dezelfde manier als A.1 op het achterpand aan de binnenkant van 3 steken in tricotsteek aan elke kant - eindig met een naald op de verkeerde kant.
Zet nu het voorpand en achterpand samen voor het lijf zoals uitgelegd hieronder. Meet nu het werk vanaf hier.

LIJF:
Brei A.1 over alle de 96-108-116-124-132-140 steken van voorpand (ook over de 3 steken in tricotsteek aan elke kant, zorg ervoor dat het patroon verder loopt vanaf de pas), zet 4-4-4-4-4-8 nieuwe steken op aan het einde van deze naald (= in de zijkant midden onder de mouw), brei A.1 over alle de 96-108-116-124-132-140 steken vanaf het achterpand en zet 4-4-4-4-4-8 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw) = 200-224-240-256-272-296 steken.
Ga verder met het gecreëerde patroon in de rondte over alle steken op de naald.
Brei tot het werk 60-62-63-65-66-68 cm meet, gemeten het verst richting de hals, na een naald recht in patroon.
Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm, brei de eerste naald als volgt: Brei boordsteek (= 2 recht/2 averecht) terwijl u tegelijkertijd 25-28-30-32-34-37 steken verdeeld meerdert door 1 steek te meerderen over iedere ander averecht deel vanaf A.1 = 225-252-270-288-306-333 steken. Brei dan boordsteek als volgt: * 2 recht, 2 averecht, 2 recht, 3 averecht *, herhaal van *-* over de hele naald.
Als de boordsteek 4-4-5-5-6-6 cm meet, kant dan ietwat losjes af met recht.
De trui meet ongeveer 64-66-68-70-72-74 cm, gemeten het verst vanaf de hals.

MOUWEN:
De mouw wordt gebreid vanaf het armsgat en naar beneden.
Leg het werk plat neer en voeg 1 markeerder in op de bovenkant van het armsgat = midden op de bovenkant van de schouder (LET OP! Het midden op de bovenkant van de schouder is niet dezelfde plaats als waar steken opgenomen zijn voor het voorpand maar ongeveer 6-10 cm naar beneden op het voorpand).
Neem steken op rondom het armsgat, gebruik rondbreinaald 3.5 mm, begin in het midden van de nieuwe steken die opgezet zijn onder de mouw - neem 76-80-84-88-92-104 steken op - pas aan zodat u hetzelfde aantal steken opneemt aan elke kant van de markeerder over het armsgat. Ga verder met rondbreinaald 5 mm.
Brei nu A.1 heen en weer gebreid met verkorte toeren over de mouwkop om een betere pasvorm op de mouw te krijgen, begin de naald midden onder de mouw en brei dan als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht vanaf midden onder de mouw tot er 15-15-17-17-19-19 steken over zijn voor de markeerder op de bovenkant van de schouder, brei A.1 over de volgende 30-30-34-34-38-38 steken, keer het werk – lees TIP VOOR HET BREIEN.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei A.1 over de eerste 32-32-36-36-40-40 steken, brei de steken in A.1, keer het werk.
NAALD 3 (= goede kant): Brei A.1 tot er 2-2-2-2-2-2 steken zijn gebreid voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, keer het werk.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei A.1 tot er 2-2-2-2-2-2 steken zijn gebreid voorbij de vorige dat u het werk keerde, keer het werk.
Herhaal NAALDEN 3 en 4.
Brei tot er 18-18-18-18-18-18 keer is gekeerd in totaal (= 9-9-9-9-9-9 keer aan elke kant en de laatste naald wordt op de verkeerde kant gebreid).

NA DE LAATSTE KEER KEREN:
De laatste keer dat de 4e naald wordt gebreid eindigt u de naald door het werk te keren, brei dan aan de goede kant tot het begin van de naald (midden onder de mouw).
Voeg 1 markeerdraad in midden onder de mouw, deze wordt gebruikt voor het minderen van steken onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte.
Ga verder met A.1 in de rondte over alle steken terwijl u tegelijkertijd mindert onder de mouw, lees TIP VOOR HET MINDEREN en minder als volgt:
Als de mouw 4-4-4-3-3-2 cm meet midden onder de mouw, minder dan 2 steken iedere 5½-5-5-3-3-2 cm 8-8-8-12-12-16 keer in totaal = 60-64-68-64-68-72 steken op de naald.
Brei tot de mouw 52-51-49-48-46-45 cm meet vanaf midden op de bovenkant van de schouder - eindig na een naald recht over alle steken.
Brei verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en brei boordsteek (= 2 recht/2 averecht) terwijl u tegelijkertijd 7-8-8-8-8-9 steken verdeeld meerdert door 1 steek te meerderen over iedere ander averecht deel van A.1, zover mogelijk rondom de mouw = 67-72-76-72-76-81 steken. Brei dan boordsteek als volgt: * 2 recht, 2 averecht, 2 recht, 3 averecht *, brei van *-* tot er 4-0-4-0-4-0 steken over zijn, eindig met 2 recht, 2 averecht in maat S, L en XXL (in maat M, XL en XXXL past de boordsteek met 9 steken).
Als de boordsteek 4-4-5-5-6-6 cm meet kant dan ietwat losjes af met recht.
De mouw meet ongeveer 56-55-54-53-52-51 cm, gemeten vanaf midden op de bovenkant van de schouder.

DUBBELE HALSRAND:
Gebruik rondbreinaald 3.5 mm. Begin aan de goede kant op een schouderlijn en neem ongeveer 88-92-96-98-100-104 steken op rondom de hals aan de binnenkant van de buitenste steek, brei 1 naald recht terwijl u het aantal steken aanpast - het aantal steken moet deelbaar zijn door 4. Brei boordsteek in de rondte (= 2 recht/2 averecht) - pas het begin van de boordsteek aan zodat de boordsteek midden voor mooi doorloopt over steken de steken die opgezet zijn in de hals - brei de middelste steken met averecht over recht en recht over averecht vanaf patroon.
Brei tot de boordsteek 9-9-10-10-11-11 cm meet. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en kant dan losjes af. Vouw de boordsteek naar beneden naar de binnenkant van het kledingstuk. Hecht de boordsteek vast om een dubbele halsrand te maken. Om te voorkomen dat de halsrand te strak wordt en naar buiten krult, is het belangrijk dat de naad elastisch is.

Telpatroon

recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
Diagram for DROPS 260-2
Diagram for DROPS 260-2

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #greythistlesweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 260-2

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.