Snow Hive Cardigan#snowhivecardigan |
||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||
Gebreid vest in DROPS Nord en DROPS Kid-Silk of DROPS Alpaca en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van onder naar boven gebreid met honingraatpatroon, kabels en PUNNIKRAND. Maten XS - XXXL.
DROPS 262-31 |
||||||||||||||||||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht, aan zowel de goede als de verkeerde kant. 1 ribbel in de hoogte = brei 2 naalden recht. BIEZEN MET PUNNIKRAND: BEGIN VAN DE NAALD: Brei de voorbies als volgt: Haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht, brei 5 ribbelsteken. EINDE VAN DE NAALD: Brei de voorbies als volgt: Brei tot er 7 steken over zijn op de naald, brei 5 ribbelsteken, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht. Brei zo aan zowel de goede als de verkeerde kant. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.4. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.1 en A.4). De telpatronen tonen het patroon aan de goede kant. Vanwege de kantkabel varieert het aantal steken in A.2 en A.3. Tel altijd de steken zonder de gemeerderde/geminderde steken (dus A.2a is altijd 26 steken en A.2b altijd 5 steken). KNOOPSGATEN: Brei de knoopsgaten op de rechter voorbies aan de goede kant (voorbies = 7 steken): NAALD 1 (goede kant): Brei de 3e en 4e steek vanaf de rand recht samen, maak 1 omslag, brei de rest van het voorpand zoals hiervoor. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei de voorbies zoals hiervoor, brei de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat. Het eerste knoopsgat wordt gebreid als het werk 5-5-5-5-6-6-6 cm meet. Brei de andere knoopsgaten als het werk meet: XS: 13, 22, 31, 40 en 48 cm. S: 13, 22, 31, 40 en 49 cm. M: 14, 23, 32, 41 en 50 cm. L: 15, 24, 33, 42 en 51 cm. XL: 16, 25, 34, 43 en 52 cm. XXL: 14, 22, 30, 38, 46 en 53 cm. XXXL: 14, 22, 30, 38, 46 en 54 cm. (Het laatste knoopsgat wordt gebreid in de overgang tussen het voorpand en de hals). TIP VOOR HET MINDEREN-1: Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt! BEGIN VAN DE NAALD: 2 recht, haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (1 steek geminderd). EINDE VAN DE NAALD: Brei tot er 4 steken over zijn op de naald, 2 recht samen, 2 recht (1 steek geminderd). TIP VOOR HET BREIEN: Als u verkorte toeren breit, ontstaat er een klein gaatje na elke keer dat het werk wordt gekeerd. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad aan te trekken of Duitse Verkorte toeren te gebruiken als volgt: Haal de eerste steek averecht af, breng de draad over de rechter naald en trek goed aan vanaf de achterkant (2 lussen op de naald). Deze lussen worden samen gebreid op de volgende naald. TIP VOOR HET MINDEREN-2: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken) haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK. Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Het werk wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald, van onder naar boven tot de armsgaten, dan verdeeld voor de voor- en achterpanden, welke apart verder worden gebreid. Het patroon wordt gebreid op zowel de voor- als achterpanden. De schoudernaden worden dicht genaaid. Er worden steken opgenomen rondom de armsgaten voor de mouwen, welke eerst heen en weer worden gebreid met verkorte toeren voor de mouwkop, dan verder in de rondte. Er worden steken opgenomen langs de halslijn en de hals wordt op het einde gebreid. LIJF: Zet 203-219-239-255-275-299-319 steken op met rondbreinaald 3.5 mm, 1 draad DROPS Nord en 1 draad DROPS Kid-Silk (2 draden) of 1 draad DROPS Alpaca en 1 draad DROPS Kid-Silk (2 draden). Brei de eerste naald aan de goede kant als volgt: Brei VOORBIES MET PUNNIKRAND – lees uitleg hierboven, dan boordsteek (1 recht, 1 averecht) tot er 8 steken over zijn, 1 recht en brei voorbies met PUNNIKRAND. Brei deze boordsteek heen en weer gebreid voor 5-5-5-5-6-6-6 cm, met de laatste naald aan de goede kant. Brei nu en meerder 43-39-39-35-47-43-43 steken op de volgende naald aan de verkeerde kant als volgt: Brei de voorbies zoals hiervoor, 40-41-41-42-47-48-48 averecht en meerder 11-10-10-9-12-11-11 steken verdeeld over deze steken (= 51-51-51-51-59-59-59 steken), 14-20-30-36-36-46-56 averecht, 81-83-83-85-95-97-97 averecht en meerder 21-19-19-17-23-21-21 steken verdeeld over deze steken (= 102-102-102-102-118-118-118 steken), 14-20-30-36-36-46-56 averecht, 40-41-41-42-47-48-48 averecht en meerder 11-10-10-9-12-11-11 steken verdeeld over deze steken (= 51-51-51-51-59-59-59 steken), brei de voorbies zoals hiervoor = 246-258-278-290-322-342-362 steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei nu in patroon – lees uitleg hierboven, als volgt: Brei de voorbies zoals hiervoor, * A.1 (= 20-20-20-20-28-28-28 steken), A.2 (= 31 steken), brei 14-20-30-36-36-46-56 tricotsteken, A.3 (= 31 steken), A.4 (= 20-20-20-20-28-28-28 steken) *, brei van *-* 1 keer en brei de voorbies zoals hiervoor. Aan de verkeerde kant, breit u de patronen in omgekeerde volgorde met recht boven recht en averecht boven averecht. Denk om de knoopsgaten op de rechter voorbies – lees uitleg hierboven! Denk om de stekenverhouding. Als het werk 34-35-36-37-38-39-40 cm meet, verdeel dan het werk voor de armsgaten als volgt (eindig na naald-2, naald-6 of naald-10 in A.2 en A.3. VERDELEN VOOR DE ARMSGATEN: Op de volgende naald aan de goede kant, brei dan als volgt: Brei 63-65-69-72-79-84-87 steken zoals hiervoor (= voorbies + voorpand), kant 4-6-8-8-10-10-14 steken af, brei 112-116-124-130-144-154-160 steken zoals hiervoor (= achterpand), kant 4-6-8-8-10-10-14 steken af, brei de laatste 63-65-69-72-79-84-87 steken zoals hiervoor (= voorpand + voorbies). De voor- en achterpanden worden apart verder gebreid. ACHTERPAND: = 112-116-124-130-144-154-160 steken. Aan de verkeerde kant: Ga verder met het patroon heen en weer gebreid, minder 1 steek aan elke kant - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1, iedere 2e naald 2-3-5-6-8-12-13 keer = 108-110-114-118-128-130-134 steken. Als het werk 51-53-55-57-59-61-63 cm meet, kant dan de middelste 40-40-40-40-56-56-56 steken af voor de halslijn (kant af aan de goede kant op naald-3, naald-7 of naald-11 in A.2 en A.3). Eindig elke schouder apart. SCHOUDER: Aan de verkeerde kant. Ga verder met patronen A.2a/A.3a (= 26 steken), maar over patronen A.2.b/A.3b (= 5 steken) breit u alleen recht boven recht en averecht boven averecht. Kant TEGELIJKERTIJD af op elke naald vanaf de halslijn als volgt: 2 keer 2 steken, dan 1 keer 1 steek (= 5 steken afgekant) = 29-30-30-32-31-32-34 schoudersteken. Kant af als het werk 54-56-58-60-62-64-66 cm meet. LINKER VOORPAND: = 63-65-69-72-79-84-87 steken. Aan de verkeerde kant. Ga verder met het patroon en de biezen zoals hiervoor Minder tegelijkertijd 1 steek voor het armsgat - denk om TIP VOOR HET MINDEREN-1, iedere 2e naald 2-3-5-6-8-12-13 keer = 61-62-64-66-71-72-74 steken. Als het werk 48-49-50-51-52-53-54 cm meet, plaats dan de eerste 27-27-27-27-35-35-35 steken op een hulpdraad voor de halslijn, of op een naald-3, naald-4, naald-7, naald-8, naald-11 of naald-12 in A.2 en A.3 (dus, als de kabel alleen 5 steken heeft). Ga verder met patronen A.2a/A.3a (= 26 steken), maar over patronen A.2.b/A.3b (= 5 steken) alleen recht boven recht en averecht boven averecht. Kant TEGELIJKERTIJD af op elke naald vanaf de halslijn als volgt: 1 keer 2 steken, 3 keer 1 steek = 29-30-30-32-31-32-34 schoudersteken. Kant af als het werk 54-56-58-60-62-64-66 cm meet. RECHTER VOORPAND: Brei op dezelfde manier als het linker voorpand, denk om de knoopsgaten. AFWERKING: Naai de schoudernaden samen. MOUWEN: Brei vanaf het armsgat naar beneden. Gebruik rondbreinaald 3.5 mm en 1 draad van elke kwaliteit (2 draden). Voeg 1 markeerder in, in de schoudernaad. Begin in het midden van de afgekante steken onder de mouw en neem 68-74-80-84-90-94-102 steken op, met een gelijk aantal steken op beide kanten van de schoudermarkeerder. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei tricotsteek met verkorte toeren heen en weer gebreid voor de mouwkop (om de mouwkop een betere pasvorm te geven), beginnend midden onder de mouw als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot 6 steken voorbij de schoudermarkeerder, keer het werk – lees TIP VOOR HET BREIEN. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht tot 6 steken voorbij de markeerder, keer het werk. NAALD 3 (goede kant): Brei recht tot 4-4-4-3-3-3-3 steken voorbij de vorige keer dat u het werk keerde. NAALD 4 (verkeerde kant): Brei averecht tot 4-4-4-3-3-3-3 steken voorbij de vorige keer dat u het werk keerde. Herhaal NAALDEN 3 en 4 tot u in totaal 12-14-16-18-20-24-26 keer heeft gekeerd (= 6-7-8-9-10-12-13 keer aan elke kant, met de laatste naald aan de verkeerde kant). NA DE LAATSTE KEER KEREN: Nadat u naald-4 voor de laatste keer heeft gebreid, keer het werk en brei terug tot midden onder de mouw. Voeg hier 1 markeerdraad in, welke gebruikt wordt voor het minderen voor de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte. Brei in tricotsteek in de rondte. TEGELIJKERTIJD, als de mouw 1 cm meet vanaf het samenvoegen, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN-2 als volgt: Minder 2 steken iedere 5-4-3-2½-2-2-1½ cm in totaal 8-10-12-14-16-17-20 keer = 52-54-56-56-58-60-62 steken. Brei verder tot de mouw 45-45-45-45-45-45-45 cm meet vanaf de schouder. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht). Meerder tegelijkertijd 16-16-16-16-16-18-18 steken verdeeld op de eerste naald = 68-70-72-72-74-78-80 steken. Als de boordsteek 8-8-8-8-9-9-9 cm meet, kant dan af met boordsteek. De mouw meet ongeveer 53-53-53-53-54-54-54 cm vanaf de schouder. HALS: Gebruik rondbreinaald 3.5 mm en 1 draad van elke kwaliteit (2 draden). Begin aan de goede kant midden voor en neem 131 tot 177 steken op langs de halslijn, aan de binnenkant van 1 steek (inclusief de 27-27-27-27-35-35-35 steken op de hulpdraden). Brei 1 naald recht aan de verkeerde kant met 7 voorbiessteken aan elke kant zoals hiervoor. Brei 1 naald recht aan de goede kant (biezen zoals hiervoor) en pas het aantal steken aan naar 95-97-99-101-117-119-121 steken (moet deelbaar zijn door 2 + 1). Aan de verkeerde kant: Brei de voorbies zoals hiervoor, boordsteek (1 averecht, 1 recht) tot er 8 steken over zijn, 1 recht en de voorbies zoals hiervoor. Ga verder met deze boordsteek heen en weer gebreid voor 4-4-4-4-5-5-5 cm. Kant af met recht boven recht en averecht hierboven averecht. AFWERKING-2: Naai de knopen op de linker voorbies. |
||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #snowhivecardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 35 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 262-31
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.