DROPS Super Sale - Bespaar 30% op 5 merinogarens!
Product image DROPS Flora yarn
DROPS Flora
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Product image DROPS Kid-Silk yarn
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 5.05 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 45.24€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2526

Silver Drift Cardigan

Gebreid vest in 1 draad DROPS Flora en 1 draad DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid in tricotsteek met Europeaanse pas en randen in Engelse patentsteek. Maat XS – XXXL.

Markeer maat:
DROPS 264-14

#silverdriftcardigan

DROPS design: Patroon fl-101
Garengroep A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
XS - S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS FLORA van garnstudio (behoort tot garengroep A)
300-300-350-350-400-450-450 g kleur nr. 03, Lichtgrijs
En gebruik:
DROPS KID-SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
150-150-175-175-200-225-225 g kleur 44, Maneschijn

KNOPEN:
DROPS KNOOP NR 629: 6-6-7-7-7-7-8 stuks

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 4 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 2.5 mm: Lengte 40 en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 mm
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2.5 mm
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
19 steken in de breedte en 25 naalden in de hoogte in tricotsteek op naald 4 mm met 1 draad van elke kwaliteit = 10 x 10 cm.
LET OP! De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Flora
DROPS Flora
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Product image DROPS Kid-Silk yarn
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 5.05 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 45.24€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

----------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS - aan de goede kant (= nieuwe steek draait naar links):
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in de achterste lus van de steek.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - aan de goede kant (= nieuwe steek draait naar rechts):
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus van de steek.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS - op de verkeerde kant (= nieuwe steek draait naar links):
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek averecht in de voorste lus van de steek.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - op de verkeerde kant (= nieuwe steek draait naar rechts:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek averecht in de achterste lus van de steek.

RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Recht op alle naalden, dus recht aan de goede kant en recht op de verkeerde kant.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

MOUWTIP:
Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt:
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).


KNOOPSGATEN:
Minder voor 6-6-7-7-7-7-8 knoopsgaten op de rechter voorbies.
1 knoopsgat = brei 2 steken samen, maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslag recht om gaatjes te maken.
Het bovenste knoopsgat wordt ongeveer 8-8½-7½-7½-8-8-7½ cm vanaf de bovenrand gepositioneerd, het onderste knoopsgat ongeveer 2 cm vanaf de onderrand. Plaats de overgebleven 3-3-4-4-4-4-5 knoopsgaten verdeeld met ongeveer 8-8½-7½-7½-8-8-7½ cm tussen elk. Minder voor het laatste knoopsgat als de halsrand wordt gebreid.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
In dit patroon worden naalden van verschillende lengtes gebruikt, begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Het kledingstuk wordt gebreid volgens punt 1 - 5.
1
ACHTERPAND: Zet steken op aan de achterkant van de hals en brei het achterpand heen en weer naar beneden terwijl u tegelijkertijd meerdert aan elke kant van het werk tot het aantal steken voor de schouderbreedte bereikt is. Het achterpand heeft een ietwat diagonale schouder.
2
VOORPANDEN: Begin door steken op te nemen over een schouder vanaf het achterpand, brei het voorpand naar beneden en meerder richting de hals. Herhaal op de andere schouder.
3
PAS: Zet op de volgende naald alle steken op dezelfde rondbreinaald - brei dan als volgt: Brei een voorpand, neem steken op voor de mouw langs de zijkant op het voorpand, brei de steken op het achterpand, neem steken op voor de mouw langs de zijkant op het andere voorpand en brei de steken op het laatste voorpand = brei de pas over alle steken heen en weer gebreid vanaf midden voor.
4
MEERDERINGEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Als u de pas breit, meerder dan steken voor het lijf en de mouwen, meerder eerst voor de mouwen en meerder dan voor het lijf en de mouwen.
5
LIJF EN MOUWEN: Als alle steken gemeerderd zijn en de pas is tot de aangegeven afmeting gebreid, verdeel dan het werk voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf naar beneden heen en weer gebreid op de rondbreinaald terwijl u de mouwen laat wachten. Brei dan de mouwen naar beneden in de rondte op de naald. Eindig door steken op te nemen rondom de hals en brei de halsrand heen en weer gebreid.
Als er een 0 staat in uw maat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende informatie.

ACHTERPAND:
Brei het werk heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Zet 32-32-34-36-38-40-40 steken op rondbreinaald 4 mm met 1 draad DROPS Flora en 1 draad DROPS Kid-Silk (= 2 draden).
NAALD 1 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht.
NAALD 2 (= goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 3 (= verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 en brei 3 averecht, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 averecht.
NA DE 3e NAALD:
Brei de 2e en 3e NAALD 10-10-10-10-10-11-11 keer in totaal (= 20-20-20-20-20-22-22 naalden gebreid), na het meerderen zijn er 72-72-74-76-78-84-84 steken op de naald. Denk om de stekenverhouding! Knip het garen af en zet de steken op een hulpdraad.

RECHTER VOORPAND:
Vind de rechterschouder op het achterpand als volgt: Leg het achterpand plat neer met de goede kant naar boven, plaats het achterpand zo dat de steken op de hulpdraad naar u toe liggen. De rechter kant van het werk = rechterschouder.
Neem nu steken op langs de rechter diagonale schouder op het achterpand - begin aan de goede kant op het armsgat en neem steken op richting de hals als volgt:
Neem 1 steek op in iedere gebreide naald aan de binnenkant van de buitenste steek = 20-20-20-20-20-22-22 steken.
Voeg 1 markeerder in het werk richting de hals. Alle lengte afmetingen worden vanaf deze markeerder gedaan, gemeten in de steekrichting.
Brei in tricotsteek (brei de eerste naald op de verkeerde kant).
Meerder bij een hoogte van 6-6-7-7-7-8-9 cm, steken richting de hals als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht.
Brei de 1e en 2e NAALD 6-6-6-6-6-6-6 keer (= 12-12-12-12-12-12-12 naalden zijn gebreid) = 26-26-26-26-26-28-28 steken.
Zet op de volgende naald aan de goede kant 11-11-12-13-14-15-15 nieuwe steken op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD = 37-37-38-39-40-43-43 steken. Brei 1 naald op de verkeerde kant, de eerste steek is een kantsteek en wordt gebreid in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven. De meerderingen voor de hals zijn nu klaar. Het werk meet nu ongeveer 11-11-12-12-12-13-14 cm vanaf de markeerder. Een deel van de halsdiepte komt op het achterpand. De halsdiepte aan de voorkant = 9-9-9-9-9-10-11 cm. De halsdiepte aan de achterkant = 2-2-3-3-3-3-3 cm.
Brei dan in tricotsteek met 1 steek in ribbelsteek midden voor tot het voorpand 11-12-13-13-14-14-15 cm meet vanaf de markeerder - eindig met een naald op de verkeerde kant.
Knip het garen af, zet de steken op een hulpdraad, brei nu de linkerschouder over de linker diagonale schouder op het achterpand zoals uitgelegd hieronder.

LINKER VOORPAND:
Neem steken op over de linker diagonale schouder op het achterpand - begin aan de goede kant op de hals en neem steken op naar buiten toe richting het armsgat als volgt:
Neem 1 steek op in iedere gebreide naald aan de binnenkant van de buitenste steek = 20-20-20-20-20-22-22 steken.
Voeg 1 markeerder in het werk richting de hals. Alle lengte afmetingen worden vanaf deze markeerder gedaan, gemeten in de steekrichting.
Brei in tricotsteek (brei de eerste naald op de verkeerde kant).
Meerder bij een hoogte van 6-6-7-7-7-8-9 cm, steken richting de hals als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei de rest van de naald.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht.
Brei de 1e en 2e NAALD 6-6-6-6-6-6-6 6 keer in totaal (= 12-12-12-12-12-12-12 naalden gebreid) = 26-26-26-26-26-28-28 steken.
Zet op de volgende naald op de verkeerde kant, 11-11-12-13-14-15-15 nieuwe steken op aan het EINDE VAN DE NAALD = 37-37-38-39-40-43-43 steken. De meerderingen voor de hals zijn nu klaar. Het werk meet 11-11-12-12-12-13-14 cm vanaf de markeerder. Een deel van de halsdiepte zit op het achterpand. De halsdiepte op het voorpand = 9-9-9-9-9-10-11 cm. De halsdiepte op het achterpand = 2-2-3-3-3-3-3 cm. Brei dan in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek midden voor tot het voorpand 11-12-13-13-14-14-15 cm meet vanaf de markeerder - eindig met een naald op de verkeerde kant, knip het garen niet af.
Zet dan de voorpanden en het achterpand samen op de naald en neem steken op voor de mouw zoals uitgelegd hieronder.

NAALD 1 (= goede kant): Begin aan de goede kant met de steken van het linker voorpand: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, brei recht tot er 2 steken over zijn op de naald, haal 1 steek af, 1 recht, haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd), voeg hier 1 markeerder in, neem 22-22-24-24-26-26-28 steken op langs de zijkant op het linker voorpand (= steken voor de mouw - neem steken op aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in, brei de eerste 2 steken van het achterpand recht samen (= 1 steek geminderd), brei tot er 2 steken over zijn op het achterpand, 1 steek afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd), voeg 1 markeerder in, neem 22-22-24-24-26-26-28 steken op langs de zijkant op het rechter deel (= steken voor de mouw - neem steken op aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in, brei de steken van het rechter voorpand terug op de linker naald, brei de eerste 2 steken recht samen (= 1 steek geminderd), brei recht over de steken van het rechter voorpand (de laatste steek is een kantsteek en wordt altijd in ribbelsteek gebreid) = 186-186-194-198-206-218-222 steken.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei 1 kantsteek zoals hiervoor, brei averecht tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steken richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei averecht tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei de rest van de naald zoals hiervoor = 190-190-198-202-210-222-226 steken.
NAALD 3 (= goede kant): Brei 1 kantsteek zoals hiervoor, brei tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei recht tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei de rest van de naald zoals hiervoor = 194-194-202-206-214-226-230 steken.
NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei 1 kantsteek en brei averecht tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei averecht tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei de rest van de naald zoals hiervoor: 198-198-206-210-218-230-234 steken.
NAALD 5 (= goede kant): Brei zoals hiervoor tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei de rest van de naald zoals hiervoor = 202-202-210-214-222-234-238 steken.
NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei averecht met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant zonder te meerderen.
NA DE 6e NAALD:
Brei de 5e en 6e naald 7-5-5-6-3-2-0 keer (= 14-10-10-12-6-4-0 naalden gebreid). Er zijn in totaal 11-9-9-10-7-6-4 meerderingen gemaakt voor de mouwen = 44-40-42-44-40-38-36 steken op elke mouw, 36-36-37-38-39-42-42 steken op elk voorpand en 70-70-72-74-76-82-82 steken op het achterpand = 230-222-230-238-234-242-238 steken.
Meerder dan op zowel de mouwen als het lijf, meerder op het lijf 2 steken aan de binnenkant van de markeerder zodat er 2 steken tussen het meerderen voor het lijf en het meerderen voor de mouw zijn - brei de volgende naald als volgt:
NAALD 1 (= goede kant):
Brei 1 kantsteek en brei dan recht tot er 2 steken over zijn voor de eerste markeerder, meerder 1 steek richting rechts, 2 steken recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), Meerder richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 2 steken recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 2 steken over zijn voor de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, 2 steken recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 2 recht steken, meerder 1 steek richting links, brei de rest van de naald zoals hiervoor (= 8 steken gemeerderd, aan elke kant van 2 steken in iedere overgang tussen het lijf en de mouw).
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht met een kantsteek aan elke kant zoals hiervoor.
Herhaal deze 2 naalden tot er 6-10-11-13-16-19-22 meerderingen zijn gemaakt in totaal op het lijf en de mouwen. 17-19-20-23-23-25-26 meerderingen in totaal voor de mouw = 56-60-64-70-72-76-80 steken op elke mouw, 42-46-48-51-55-61-64 steken op elk voorpand en 82-90-94-100-108-120-126 steken op het achterpand = 278-302-318-342-362-394-414 steken.

Het werk meet nu ongeveer 13-14-15-17-17-19-20 cm op de mouw, als de trui dubbel gevouwen wordt op de schouder, meet het werk ongeveer 19-20-22-24-24-26-28 cm vanaf de bovenkant van de schouder. Als het kledingstuk korter is dan dit, ga dan verder tot de juiste afmetingen zonder meerderingen. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen.

VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN:
TEGELIJKERTIJD als de volgende naald wordt gebreid verdeelt u de pas voor het lijf en de mouwen als volgt:
Brei 42-46-48-51-55-61-64 steken zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende 56-60-64-70-72-76-80 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-10-12-12-14 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw), brei de volgende 82-90-94-100-108-120-126 steken in tricotsteek (= achterpand), zet de volgende 64-68-70-78-82-84-88 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-10-12-12-14 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw) en brei de laatste 42-46-48-51-55-61-64 steken zoals hiervoor (= voorpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder.

LIJF:
= 178-194-206-222-242-266-282 steken.
Brei in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant tot het werk 26-27-27-27-28-28-28 cm meet vanaf de scheiding, eindig met een naald aan de goede kant en meerder tegelijkertijd 1 steek op de laatste naald = 179-195-207-223-243-267-287 steken.
Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm en brei de volgende naald op de verkeerde kant als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, * maak 1 omslag, haal 1 steek averecht af, 1 recht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, maak 1 omslag, haal 1 steek averecht af, 1 kantsteek in ribbelsteek.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, * brei de omslag en de afgehaalde steek recht samen, 1 averecht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, brei de omslag en de afgehaalde steek recht samen, 1 kantsteek in ribbelsteek.
Herhaal deze 2 naalden voor 4-4-4-4-5-5-5 cm, eindig met een naald aan de verkeerde kant en kant af met recht aan de goede kant.
De top meet ongeveer 52-54-56-58-60-62-64 cm vanaf de bovenkant van de schouder.

MOUWEN:
Zet de 56-60-64-70-72-76-80 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 4 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 6-6-8-10-12-12-14 opgezette steken onder de mouw – lees MOUWTIP = 62-66-72-80-84-88-94 steken. Voeg 1 markeerder in, in het midden van de 6-6-8-10-12-12-14 nieuwe steken onder de mouw – de naald begint op de markeerdraad.
Brei in tricotsteek in de rondte op de naald - TEGELIJKERTIJD als mouw 3 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN en minder als volgt: Minder 2 steken iedere 8-6-4½-3-2½-2-1½ cm 4-6-8-11-12-13-15 keer in totaal = 54-54-56-58-60-62-64 steken.
Brei tot de mouw 37-38-39-37-35-33-32 cm meet vanaf de scheiding.
Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm en brei de volgende naald als volgt: * Maak 1 omslag, haal 1 steek averecht af, 1 averecht *, brei van *-*
Brei de volgende naald als volgt: * Brei de omslag en de afgehaalde steek recht samen, 1 averecht *, brei van *-*.
Herhaal deze 2 naalden voor 4-4-4-4-5-5-5 cm en kant dan af met recht aan de goede kant. De mouw meet 41-42-43-41-39-38-37 cm in totaal vanaf de scheiding.

LINKER VOORBIES:
Gebruik rondbreinaald 2.5 mm, begin aan de goede kant op de hals en neem ongeveer 109 tot 137 steken op over de rand op het voorpand (neem de steken op aan de binnenkant van 1 ribbelsteek), Het aantal steken moet oneven zijn.
Brei de eerste naald als volgt op de verkeerde kant: 1 steek in ribbelsteek, * maak 1 omslag, haal 1 steek averecht af, 1 recht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, maak 1 omslag, 1 steek averecht afhalen, 1 steek in ribbelsteek.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 steek in ribbelsteek, * brei de omslag en de afgehaalde steek recht samen, 1 averecht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, brei de omslag en de afgehaalde steek recht samen, 1 steek in ribbelsteek.
Ga zo verder heen en weer gebreid tot de voorbies 3-3-3-3-4-4-4 cm meet, eindig met een naald op de verkeerde kant en kant af met recht aan de goede kant.

RECHTER VOORBIES:
Gebruik rondbreinaald 2.5 mm, begin aan de goede kant op het rechter voorpand en neem ongeveer 109 tot 137 steken op over de rand op het voorpand (neem hetzelfde aantal steken op als op de linker voorbies en neem de steken op aan de binnenkant van 1 steek in ribbelsteek), Het aantal steken moet oneven zijn.
Brei de eerste naald als volgt op de verkeerde kant: 1 steek in ribbelsteek, * maak 1 omslag, haal 1 steek averecht af, 1 recht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, maak 1 omslag, haal 1 steek averecht af, 1 steek in ribbelsteek.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 steek in ribbelsteek, * brei de omslag en de afgehaalde steek recht samen, 1 averecht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, brei de omslag en de afgehaalde steek recht samen, 1 steek in ribbelsteek.
Ga verder met de boordsteek tot de voorbies 1½-1½-1½-1½-2-2-2 cm meet. Minder nu voor de knoopsgaten – lees uitleg hierboven. Ga verder met breien tot de voorbies 3-3-3-3-4-4-4 cm meet. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht.

HALSRAND:
Gebruik rondbreinaald 2.5 mm, begin aan de goede kant midden voor, neem ongeveer 81 tot 101 steken op rondom de hals aan de binnenkant van 1 steek (neem een paar extra steken op langs de voorbies zodat de boordsteek niet samentrekt over de biezen – Het aantal steken moet oneven zijn).
Brei de eerste naald als volgt op de verkeerde kant: 1 steek in ribbelsteek, * maak 1 omslag, haal 1 steek averecht af, 1 recht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, maak 1 omslag, haal 1 steek averecht af, 1 steek in ribbelsteek.
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 steek in ribbelsteek, * brei de omslag en de afgehaalde steek recht samen, 1 averecht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, brei de omslag en afgehaalde steek recht samen, 1 steek in ribbelsteek.
Als de boordsteek 1½ cm meet, minder dan voor 1 knoopsgat op het begin van de volgende naald aan de goede kant als volgt: brei 5 steken zoals hiervoor, maak 1 omslag en brei de volgende 2 steken averecht samen, brei de rest van de naald zoals hiervoor. Ga verder tot de boordsteek 3-3-3-3-4-4-4 cm meet, kant dan af met recht aan de goede kant.

AFWERKING:
Naai de knopen aan de linker voorbies.

Telpatroon

Diagram measurements for DROPS 264-14

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #silverdriftcardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 264-14

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.