Silver Drift Cardigan#silverdriftcardigan |
|
![]() |
![]() |
Gebreid vest in 1 draad DROPS Flora en 1 draad DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid in tricotsteek met Europeaanse pas en randen in Engelse patentsteek. Maat XS – XXXL.
DROPS 264-14 |
|
---------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- TIP VOOR HET MEERDEREN-1: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS - aan de goede kant (= nieuwe steek draait naar links): Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in de achterste lus van de steek. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - aan de goede kant (= nieuwe steek draait naar rechts): Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus van de steek. TIP VOOR HET MEERDEREN-2: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS - op de verkeerde kant (= nieuwe steek draait naar links): Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek averecht in de voorste lus van de steek. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS - op de verkeerde kant (= nieuwe steek draait naar rechts: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek averecht in de achterste lus van de steek. RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Recht op alle naalden, dus recht aan de goede kant en recht op de verkeerde kant. 1 ribbel = brei 2 naalden recht. MOUWTIP: Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). KNOOPSGATEN: Minder voor 6-6-7-7-7-7-8 knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 knoopsgat = brei 2 steken samen, maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslag recht om gaatjes te maken. Het bovenste knoopsgat wordt ongeveer 8-8½-7½-7½-8-8-7½ cm vanaf de bovenrand gepositioneerd, het onderste knoopsgat ongeveer 2 cm vanaf de onderrand. Plaats de overgebleven 3-3-4-4-4-4-5 knoopsgaten verdeeld met ongeveer 8-8½-7½-7½-8-8-7½ cm tussen elk. Minder voor het laatste knoopsgat als de halsrand wordt gebreid. ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: In dit patroon worden naalden van verschillende lengtes gebruikt, begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. Het kledingstuk wordt gebreid volgens punt 1 - 5. 1 ACHTERPAND: Zet steken op aan de achterkant van de hals en brei het achterpand heen en weer naar beneden terwijl u tegelijkertijd meerdert aan elke kant van het werk tot het aantal steken voor de schouderbreedte bereikt is. Het achterpand heeft een ietwat diagonale schouder. 2 VOORPANDEN: Begin door steken op te nemen over een schouder vanaf het achterpand, brei het voorpand naar beneden en meerder richting de hals. Herhaal op de andere schouder. 3 PAS: Zet op de volgende naald alle steken op dezelfde rondbreinaald - brei dan als volgt: Brei een voorpand, neem steken op voor de mouw langs de zijkant op het voorpand, brei de steken op het achterpand, neem steken op voor de mouw langs de zijkant op het andere voorpand en brei de steken op het laatste voorpand = brei de pas over alle steken heen en weer gebreid vanaf midden voor. 4 MEERDERINGEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Als u de pas breit, meerder dan steken voor het lijf en de mouwen, meerder eerst voor de mouwen en meerder dan voor het lijf en de mouwen. 5 LIJF EN MOUWEN: Als alle steken gemeerderd zijn en de pas is tot de aangegeven afmeting gebreid, verdeel dan het werk voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf naar beneden heen en weer gebreid op de rondbreinaald terwijl u de mouwen laat wachten. Brei dan de mouwen naar beneden in de rondte op de naald. Eindig door steken op te nemen rondom de hals en brei de halsrand heen en weer gebreid. Als er een 0 staat in uw maat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende informatie. ACHTERPAND: Brei het werk heen en weer gebreid op de rondbreinaald. Zet 32-32-34-36-38-40-40 steken op rondbreinaald 4 mm met 1 draad DROPS Flora en 1 draad DROPS Kid-Silk (= 2 draden). NAALD 1 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht. NAALD 2 (= goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht. NAALD 3 (= verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 en brei 3 averecht, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 averecht. NA DE 3e NAALD: Brei de 2e en 3e NAALD 10-10-10-10-10-11-11 keer in totaal (= 20-20-20-20-20-22-22 naalden gebreid), na het meerderen zijn er 72-72-74-76-78-84-84 steken op de naald. Denk om de stekenverhouding! Knip het garen af en zet de steken op een hulpdraad. RECHTER VOORPAND: Vind de rechterschouder op het achterpand als volgt: Leg het achterpand plat neer met de goede kant naar boven, plaats het achterpand zo dat de steken op de hulpdraad naar u toe liggen. De rechter kant van het werk = rechterschouder. Neem nu steken op langs de rechter diagonale schouder op het achterpand - begin aan de goede kant op het armsgat en neem steken op richting de hals als volgt: Neem 1 steek op in iedere gebreide naald aan de binnenkant van de buitenste steek = 20-20-20-20-20-22-22 steken. Voeg 1 markeerder in het werk richting de hals. Alle lengte afmetingen worden vanaf deze markeerder gedaan, gemeten in de steekrichting. Brei in tricotsteek (brei de eerste naald op de verkeerde kant). Meerder bij een hoogte van 6-6-7-7-7-8-9 cm, steken richting de hals als volgt: NAALD 1 (= goede kant): Brei tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht. Brei de 1e en 2e NAALD 6-6-6-6-6-6-6 keer (= 12-12-12-12-12-12-12 naalden zijn gebreid) = 26-26-26-26-26-28-28 steken. Zet op de volgende naald aan de goede kant 11-11-12-13-14-15-15 nieuwe steken op voor de hals op het EINDE VAN DE NAALD = 37-37-38-39-40-43-43 steken. Brei 1 naald op de verkeerde kant, de eerste steek is een kantsteek en wordt gebreid in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven. De meerderingen voor de hals zijn nu klaar. Het werk meet nu ongeveer 11-11-12-12-12-13-14 cm vanaf de markeerder. Een deel van de halsdiepte komt op het achterpand. De halsdiepte aan de voorkant = 9-9-9-9-9-10-11 cm. De halsdiepte aan de achterkant = 2-2-3-3-3-3-3 cm. Brei dan in tricotsteek met 1 steek in ribbelsteek midden voor tot het voorpand 11-12-13-13-14-14-15 cm meet vanaf de markeerder - eindig met een naald op de verkeerde kant. Knip het garen af, zet de steken op een hulpdraad, brei nu de linkerschouder over de linker diagonale schouder op het achterpand zoals uitgelegd hieronder. LINKER VOORPAND: Neem steken op over de linker diagonale schouder op het achterpand - begin aan de goede kant op de hals en neem steken op naar buiten toe richting het armsgat als volgt: Neem 1 steek op in iedere gebreide naald aan de binnenkant van de buitenste steek = 20-20-20-20-20-22-22 steken. Voeg 1 markeerder in het werk richting de hals. Alle lengte afmetingen worden vanaf deze markeerder gedaan, gemeten in de steekrichting. Brei in tricotsteek (brei de eerste naald op de verkeerde kant). Meerder bij een hoogte van 6-6-7-7-7-8-9 cm, steken richting de hals als volgt: NAALD 1 (= goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en brei 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei de rest van de naald. NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei alle steken averecht. Brei de 1e en 2e NAALD 6-6-6-6-6-6-6 6 keer in totaal (= 12-12-12-12-12-12-12 naalden gebreid) = 26-26-26-26-26-28-28 steken. Zet op de volgende naald op de verkeerde kant, 11-11-12-13-14-15-15 nieuwe steken op aan het EINDE VAN DE NAALD = 37-37-38-39-40-43-43 steken. De meerderingen voor de hals zijn nu klaar. Het werk meet 11-11-12-12-12-13-14 cm vanaf de markeerder. Een deel van de halsdiepte zit op het achterpand. De halsdiepte op het voorpand = 9-9-9-9-9-10-11 cm. De halsdiepte op het achterpand = 2-2-3-3-3-3-3 cm. Brei dan in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek midden voor tot het voorpand 11-12-13-13-14-14-15 cm meet vanaf de markeerder - eindig met een naald op de verkeerde kant, knip het garen niet af. Zet dan de voorpanden en het achterpand samen op de naald en neem steken op voor de mouw zoals uitgelegd hieronder. NAALD 1 (= goede kant): Begin aan de goede kant met de steken van het linker voorpand: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, brei recht tot er 2 steken over zijn op de naald, haal 1 steek af, 1 recht, haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd), voeg hier 1 markeerder in, neem 22-22-24-24-26-26-28 steken op langs de zijkant op het linker voorpand (= steken voor de mouw - neem steken op aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in, brei de eerste 2 steken van het achterpand recht samen (= 1 steek geminderd), brei tot er 2 steken over zijn op het achterpand, 1 steek afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over (= 1 steek geminderd), voeg 1 markeerder in, neem 22-22-24-24-26-26-28 steken op langs de zijkant op het rechter deel (= steken voor de mouw - neem steken op aan de binnenkant van de buitenste steek), voeg 1 markeerder in, brei de steken van het rechter voorpand terug op de linker naald, brei de eerste 2 steken recht samen (= 1 steek geminderd), brei recht over de steken van het rechter voorpand (de laatste steek is een kantsteek en wordt altijd in ribbelsteek gebreid) = 186-186-194-198-206-218-222 steken. NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei 1 kantsteek zoals hiervoor, brei averecht tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steken richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei averecht tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei de rest van de naald zoals hiervoor = 190-190-198-202-210-222-226 steken. NAALD 3 (= goede kant): Brei 1 kantsteek zoals hiervoor, brei tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei recht tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei de rest van de naald zoals hiervoor = 194-194-202-206-214-226-230 steken. NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei 1 kantsteek en brei averecht tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei averecht tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei averecht tot de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei de rest van de naald zoals hiervoor: 198-198-206-210-218-230-234 steken. NAALD 5 (= goede kant): Brei zoals hiervoor tot de eerste markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei tot de volgende markeerder, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, brei de rest van de naald zoals hiervoor = 202-202-210-214-222-234-238 steken. NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei averecht met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant zonder te meerderen. NA DE 6e NAALD: Brei de 5e en 6e naald 7-5-5-6-3-2-0 keer (= 14-10-10-12-6-4-0 naalden gebreid). Er zijn in totaal 11-9-9-10-7-6-4 meerderingen gemaakt voor de mouwen = 44-40-42-44-40-38-36 steken op elke mouw, 36-36-37-38-39-42-42 steken op elk voorpand en 70-70-72-74-76-82-82 steken op het achterpand = 230-222-230-238-234-242-238 steken. Meerder dan op zowel de mouwen als het lijf, meerder op het lijf 2 steken aan de binnenkant van de markeerder zodat er 2 steken tussen het meerderen voor het lijf en het meerderen voor de mouw zijn - brei de volgende naald als volgt: NAALD 1 (= goede kant): Brei 1 kantsteek en brei dan recht tot er 2 steken over zijn voor de eerste markeerder, meerder 1 steek richting rechts, 2 steken recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei recht tot de volgende markeerder (= mouw), Meerder richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 2 steken recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 2 steken over zijn voor de volgende markeerder, meerder 1 steek richting rechts, 2 steken recht, verplaats de markeerder naar de rechter naald, meerder 1 steek richting links, brei tot de volgende markeerder (= mouw), meerder 1 steek richting rechts, verplaats de markeerder naar de rechter naald, 2 recht steken, meerder 1 steek richting links, brei de rest van de naald zoals hiervoor (= 8 steken gemeerderd, aan elke kant van 2 steken in iedere overgang tussen het lijf en de mouw). NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht met een kantsteek aan elke kant zoals hiervoor. Herhaal deze 2 naalden tot er 6-10-11-13-16-19-22 meerderingen zijn gemaakt in totaal op het lijf en de mouwen. 17-19-20-23-23-25-26 meerderingen in totaal voor de mouw = 56-60-64-70-72-76-80 steken op elke mouw, 42-46-48-51-55-61-64 steken op elk voorpand en 82-90-94-100-108-120-126 steken op het achterpand = 278-302-318-342-362-394-414 steken. Het werk meet nu ongeveer 13-14-15-17-17-19-20 cm op de mouw, als de trui dubbel gevouwen wordt op de schouder, meet het werk ongeveer 19-20-22-24-24-26-28 cm vanaf de bovenkant van de schouder. Als het kledingstuk korter is dan dit, ga dan verder tot de juiste afmetingen zonder meerderingen. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: TEGELIJKERTIJD als de volgende naald wordt gebreid verdeelt u de pas voor het lijf en de mouwen als volgt: Brei 42-46-48-51-55-61-64 steken zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende 56-60-64-70-72-76-80 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-10-12-12-14 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw), brei de volgende 82-90-94-100-108-120-126 steken in tricotsteek (= achterpand), zet de volgende 64-68-70-78-82-84-88 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-6-8-10-12-12-14 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw) en brei de laatste 42-46-48-51-55-61-64 steken zoals hiervoor (= voorpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder. LIJF: = 178-194-206-222-242-266-282 steken. Brei in tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant tot het werk 26-27-27-27-28-28-28 cm meet vanaf de scheiding, eindig met een naald aan de goede kant en meerder tegelijkertijd 1 steek op de laatste naald = 179-195-207-223-243-267-287 steken. Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm en brei de volgende naald op de verkeerde kant als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, * maak 1 omslag, haal 1 steek averecht af, 1 recht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, maak 1 omslag, haal 1 steek averecht af, 1 kantsteek in ribbelsteek. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, * brei de omslag en de afgehaalde steek recht samen, 1 averecht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, brei de omslag en de afgehaalde steek recht samen, 1 kantsteek in ribbelsteek. Herhaal deze 2 naalden voor 4-4-4-4-5-5-5 cm, eindig met een naald aan de verkeerde kant en kant af met recht aan de goede kant. De top meet ongeveer 52-54-56-58-60-62-64 cm vanaf de bovenkant van de schouder. MOUWEN: Zet de 56-60-64-70-72-76-80 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 4 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 6-6-8-10-12-12-14 opgezette steken onder de mouw – lees MOUWTIP = 62-66-72-80-84-88-94 steken. Voeg 1 markeerder in, in het midden van de 6-6-8-10-12-12-14 nieuwe steken onder de mouw – de naald begint op de markeerdraad. Brei in tricotsteek in de rondte op de naald - TEGELIJKERTIJD als mouw 3 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN en minder als volgt: Minder 2 steken iedere 8-6-4½-3-2½-2-1½ cm 4-6-8-11-12-13-15 keer in totaal = 54-54-56-58-60-62-64 steken. Brei tot de mouw 37-38-39-37-35-33-32 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm en brei de volgende naald als volgt: * Maak 1 omslag, haal 1 steek averecht af, 1 averecht *, brei van *-* Brei de volgende naald als volgt: * Brei de omslag en de afgehaalde steek recht samen, 1 averecht *, brei van *-*. Herhaal deze 2 naalden voor 4-4-4-4-5-5-5 cm en kant dan af met recht aan de goede kant. De mouw meet 41-42-43-41-39-38-37 cm in totaal vanaf de scheiding. LINKER VOORBIES: Gebruik rondbreinaald 2.5 mm, begin aan de goede kant op de hals en neem ongeveer 109 tot 137 steken op over de rand op het voorpand (neem de steken op aan de binnenkant van 1 ribbelsteek), Het aantal steken moet oneven zijn. Brei de eerste naald als volgt op de verkeerde kant: 1 steek in ribbelsteek, * maak 1 omslag, haal 1 steek averecht af, 1 recht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, maak 1 omslag, 1 steek averecht afhalen, 1 steek in ribbelsteek. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 steek in ribbelsteek, * brei de omslag en de afgehaalde steek recht samen, 1 averecht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, brei de omslag en de afgehaalde steek recht samen, 1 steek in ribbelsteek. Ga zo verder heen en weer gebreid tot de voorbies 3-3-3-3-4-4-4 cm meet, eindig met een naald op de verkeerde kant en kant af met recht aan de goede kant. RECHTER VOORBIES: Gebruik rondbreinaald 2.5 mm, begin aan de goede kant op het rechter voorpand en neem ongeveer 109 tot 137 steken op over de rand op het voorpand (neem hetzelfde aantal steken op als op de linker voorbies en neem de steken op aan de binnenkant van 1 steek in ribbelsteek), Het aantal steken moet oneven zijn. Brei de eerste naald als volgt op de verkeerde kant: 1 steek in ribbelsteek, * maak 1 omslag, haal 1 steek averecht af, 1 recht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, maak 1 omslag, haal 1 steek averecht af, 1 steek in ribbelsteek. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 steek in ribbelsteek, * brei de omslag en de afgehaalde steek recht samen, 1 averecht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, brei de omslag en de afgehaalde steek recht samen, 1 steek in ribbelsteek. Ga verder met de boordsteek tot de voorbies 1½-1½-1½-1½-2-2-2 cm meet. Minder nu voor de knoopsgaten – lees uitleg hierboven. Ga verder met breien tot de voorbies 3-3-3-3-4-4-4 cm meet. Kant de steken af met recht boven recht en averecht boven averecht. HALSRAND: Gebruik rondbreinaald 2.5 mm, begin aan de goede kant midden voor, neem ongeveer 81 tot 101 steken op rondom de hals aan de binnenkant van 1 steek (neem een paar extra steken op langs de voorbies zodat de boordsteek niet samentrekt over de biezen – Het aantal steken moet oneven zijn). Brei de eerste naald als volgt op de verkeerde kant: 1 steek in ribbelsteek, * maak 1 omslag, haal 1 steek averecht af, 1 recht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, maak 1 omslag, haal 1 steek averecht af, 1 steek in ribbelsteek. Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 steek in ribbelsteek, * brei de omslag en de afgehaalde steek recht samen, 1 averecht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, brei de omslag en afgehaalde steek recht samen, 1 steek in ribbelsteek. Als de boordsteek 1½ cm meet, minder dan voor 1 knoopsgat op het begin van de volgende naald aan de goede kant als volgt: brei 5 steken zoals hiervoor, maak 1 omslag en brei de volgende 2 steken averecht samen, brei de rest van de naald zoals hiervoor. Ga verder tot de boordsteek 3-3-3-3-4-4-4 cm meet, kant dan af met recht aan de goede kant. AFWERKING: Naai de knopen aan de linker voorbies. |
|
![]() |
|
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #silverdriftcardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 39 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 264-14
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.