Arctic Horizon#arctichorizonsweater |
|||||||
![]() |
![]() |
||||||
Gebreide trui voor heren in DROPS Soft Tweed. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan, dubbele halsrand en reliëfpatroon. Maten XS - XXXL.
DROPS 251-22 |
|||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.3. RAGLAN: Meerder 1 steek door 1 omslag te maken welke gedraaid wordt gebreid op de volgende naald om een gaatje te voorkomen. De nieuwe steken worden in tricotsteek gebreid op de mouwen en A.1 tot A.3 op de voor- en achterpanden. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraadsteek als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraadsteek, 2 recht samen, 3 recht (de markeerdraadsteek zit in het midden van deze 3 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. De hals en de pas worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden en vanaf de rechter schouder achter. Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid, terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden van boven naar beneden gebreid, in de rondte. De hals wordt dubbelgevouwen en aan de binnenkant vastgenaaid. Als er een «0» in uw maat staat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende instructie. HALS: Zet 104-112-112-120-120-128-128 steken op met rondbreinaald 4 mm en DROPS Soft Tweed. Ga verder met rondbreinaald 3 mm (opzetten met een grotere naald maakt de opzetrand elastisch). Brei boordsteek in de rondte als volgt: 1 recht, * 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn, 2 averecht en 1 recht. Ga verder met deze boordsteek voor 13-13-13-13-15-15-15 cm. De hals wordt later dubbelgevouwen en aan de verkeerde kant vastgemaakt, om een halshoogte van ongeveer 6-6-6-6-7-7-7 cm te maken. De naald begint op de rechter schouder achter. Voeg 1 markeerdraad in na de eerste 38-40-40-42-42-44-44 steken (ongeveer midden voor). Het werk wordt vanaf hier gemeten. PAS: Voeg 4 markeerdraden in, zonder de steken te breien, voeg de markeerdraden tussen 2 steken (de raglansteken). Deze 2 steken worden in tricotsteek gebreid en u meerdert voor de raglan aan elke kant hiervan. Voeg markeerdraad-1 in voor de eerste steek, tel 24-24-24-24-24-24-24 steken (= mouw), voeg markeerdraad-2 in voor de volgende steek, tel 28-32-32-36-36-40-40 steken (= voorpand), voeg markeerdraad-3 in voor de volgende steek, tel 24-24-24-24-24-24-24 steken (= mouw), voeg markeerdraad-4 in voor de volgende steek, er zijn 28-32-32-36-36-40-40 steken over (= achterpand). Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei de eerste naald als volgt: 1 recht, 22-22-22-22-22-22-22 recht en meerder 0-0-0-0-2-2-2 steken verdeeld over deze steken (= mouw), 2 recht, 26-30-30-34-34-38-38 recht en meerder 3-3-3-3-3-7-7 steken verdeeld over deze steken (= voorpand), 2 recht, 22-22-22-22-22-22-22 recht en meerder 0-0-0-0-2-2-2 steken verdeeld over deze steken (= mouw), 2 recht, 26-30-30-34-34-38-38 recht en meerder 3-3-3-3-3-7-7 steken verdeeld over deze steken (= achterpand), 1 recht = 110-118-118-126-130-146-146 steken. Ga verder met tricotsteek over de mouwen en PATROON over de voor- en achterpanden als volgt, meerder voor de RAGLAN aan elke kant van de raglansteken – lees uitleg voor het patroon en meerderingen voor de raglan hierboven. NAALD 1: 1 recht, meerder voor de raglan, 22-22-22-22-24-24-24 recht (= mouw), meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken, brei A.1, brei A.2 6-7-7-8-8-10-10 keer in de breedte, brei A.3 (= voorpand), meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken, 22-22-22-22-24-24-24 recht (= mouw), meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken, brei A.1, brei A.2 6-7-7-8-8-10-10 keer in de breedte, brei A.3 (= achterpand), meerder voor de raglan, 1 recht. U heeft 8 steken gemeerderd voor de raglan. NAALD 2: Ga verder met het gecreëerde patroon – let erop dat de omslagen gedraaid worden gebreid om gaatjes te voorkomen en de nieuwe steken worden in tricotsteek gebreid op de mouwen en in patroon op de voor- en achterpanden. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 2-2-2-6-2-2-2 keer (4-4-4-12-4-4-4 naalden gebreid) = 126-134-134-174-146-162-162 steken. Denk om de stekenverhouding. Ga verder met het gecreëerde patroon maar meerder nu voor de raglan als volgt: NAALD 1: Meerder voor de raglan aan elke kant van alle de raglansteken (= 8 gemeerderde steken). NAALD 2: Ga verder met het patroon, let op hoe u de gemeerderde steken moet breien. NAALD 3: Meerder voor de raglan alleen op de voor- en achterpanden, dus na markeerdraden 2 en 4, voor markeerdraden 3 en 1 – meerder niet op de mouwen (= 4 steken gemeerderd). NAALD 4: Ga verder met het patroon. Brei NAALDEN 1 tot 4 in totaal 16-16-18-17-22-22-22 keer (= 64-64-72-68-88-88-88 naalden gebreid; u heeft 16-16-18-17-22-22-22 keer op de mouwen gemeerderd en 32-32-36-34-44-44-44 keer op de voor- en achterpanden) = 318-326-350-378-410-426-426 steken. De mouwmeerderingen zijn klaar in alle maten, de lijfmeerderingen zijn klaar in de maten M, L, XL en XXL – ga naar ALLE MATEN. MATEN XS, S en XXXL. Ga verder als volgt: NAALD 1: Meerder voor de raglan alleen op de voor- en achterpanden, dus na markeerdraden 2 en 4, voor markeerdraden 3 en 1 (= 4 steken gemeerderd). NAALD 2: Ga verder met het patroon. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 2-2-8 keer (= 4-4-16 naalden gebreid). ALLE MATEN: Alle meerderingen voor de raglan zijn nu klaar. De pas meet ongeveer 23-23-24-25-29-29-34 cm vanaf de markeerdraad midden voor. U heeft in totaal 18-18-20-23-24-24-24 keer op de mouwen gemeerderd en 36-36-38-40-46-46-54 keer op de voor- en achterpanden = 326-334-350-378-410-426-458 steken. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Brei 1 recht (deze steek hoort bij het achterpand), plaats de volgende 58-58-62-68-72-72-72 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 7-11-15-19-19-23-27 steken op (onder de mouw), brei de volgende 105-109-113-121-133-141-157 steken zoals hiervoor (= voorpand), plaats de volgende 58-58-62-68-72-72-72 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 7-11-15-19-19-23-27 steken op (onder de mouw), brei de laatste 104-108-112-120-132-140-156 steken zoals hiervoor (= achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 224-240-256-280-304-328-368 steken. Ga verder met het gecreëerde patroon in de rondte (inclusief over de opgezette steken onder elke mouw). Brei tot het werk 50-52-53-55-57-59-60 cm meet vanaf de markeerdraad midden voor – eindig na een naald recht breien. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht) voor 6-6-7-7-7-7-8 cm. Kant ietwat losjes af met boordsteek. De trui meet ongeveer 56-58-60-62-64-66-68 cm vanaf de markeerdraad midden voor en 62-64-66-68-70-72-74 cm vanaf de schouder. MOUWEN: Plaats de 58-58-62-68-72-72-72 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 7-11-15-19-19-23-27 opgezette steken onder de mouw = 65-69-77-87-91-95-99 steken. Voeg een markeerdraad in, in de middelste steek van de 7-11-15-19-19-23-27 steken onder de mouw. Begin op de markeerdraadsteek en brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 1 cm meet, minder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2e naald in totaal 3 keer, dan iedere 10-8-5-3½-3-2½-2 cm in totaal 3-4-7-11-12-14-15 keer = 53-55-57-59-61-61-63 steken. Brei verder tot de mouw 45-45-44-43-40-41-36 cm meet vanaf de scheiding. LET OP: Als u een omgevouwen manchet wilt hebben, zoals te zien is in de AFBEELDING, brei dan tricotsteek tot de mouw 51-51-51-50-47-48-44 cm meet. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht), meerder tegelijkertijd 7-5-7-9-7-11-9 steken verdeeld op de eerste naald = 60-60-64-68-68-72-72 steken. Als de boordsteek 6-6-7-7-7-7-8 cm meet, kant dan ietwat losjes af met boordsteek. De mouw meet ongeveer 51-51-51-50-47-48-44 cm zonder omkeerrand en 57-57-58-57-54-55-52 cm met omkeerrand. AFWERKING: Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en naai naar beneden vast. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is. Vouw in het geval van een dubbele manchet, de manchet naar de goede kant. |
|||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||
|
|||||||
![]() |
|||||||
![]() |
|||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #arctichorizonsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 25 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 251-22
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.