Susanne schreef:
Er det kortet, at der er mindre antal masker i xxxl(192m)end xl (208m) har, inden afsnittet, hvor man tager ud på for og bagstykke??
14.04.2025 - 15:31DROPS Design antwoorde:
Hei Susanne. Det stemmer. Ved neste avsnitt økes det flere ganger i str. xxxl og da skal xxxl ha 324 masker, mens str. xxl har 312 masker. mvh DROPS Design
28.04.2025 - 09:16
Inge Bernth schreef:
Hvor finder jeg diagrammet A1
06.03.2025 - 15:34DROPS Design antwoorde:
Hej Inge. Du finner det längst ner, till höger om måttskissen. Mvh DROPS Design
07.03.2025 - 07:55
Jeanne schreef:
Bonjour, je ne comprends pas le diagramme pour faire le volant. Il se fait sur combien de tour? Merci pour votre aide
05.03.2025 - 03:51DROPS Design antwoorde:
Bonjour Jeanne, le diagramme A.1 se tricote de bas en haut et se lit de droite à gauche, autrement dit, au 1er tour, tricotez (1 m end, 1 jeté, 2 m end, 1 jeté, 1 m end) et répétez de (à) tout le tour (vous augmentez 2 mailles dans chaque A.1 en largeur). Au 2ème et au 3ème tour, tricotez toutes les mailles à l'endroit (au 2ème tour, les jetés torse à l'endroit). Au 4ème tour, tricotez (2 m end, 1 jeté, 4 m end), répétez de (à), vous augmentez 1 maille dans chaque A.1 tout le tour. Au dernier tour, tricotez comme au 2ème tour. Bon tricot!
05.03.2025 - 08:32
Carrole Carrole Lebel schreef:
Bonjour. Ma question concerne les augmentations à faire pour le raglan. Au premier rang, le patron indique de faire un jeté de part et d'autre de chacun des 4 marqueurs. Ainsi, il y a la maille contenant le marqueur et 2 mailles de plus. Mais comment se font les augmentations raglan au 3e rang?Comme au rang 1 (de part et d'autre de chacun des marqueurs) ou de part et d'autre des 3 mailles obtenues? Merci beauccoup.
03.03.2025 - 20:03DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Lebel, les augmentations suivantes se font toujours de la même façon: de chaque côté de la maille avec un marqueur, autrement dit, le nombre de mailles entre les mailles avec un marqueur va augmenter, mais vous augmentez toujours de la même façon. Bon tricot!
04.03.2025 - 09:17
Freshwater Bay#freshwaterbaysweater |
|||||||
![]() |
![]() |
||||||
Gebreide trui in DROPS Air. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met tricotsteek, raglan en ruches. Maten S - XXXL.
DROPS 259-36 |
|||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatroon A.1. RAGLAN: Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, welke als volgt wordt gebreid op de volgende naald: VOOR DE MARKEERDRAAD: Haal de omslag af en zet hem omgekeerd terug op de linker naald (voeg de linker naald in aan de achterkant als u hem terug zet). Brei de steek recht in de voorste lus om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steek in tricotsteek. NA DE MARKEERDRAAD: Brei recht door de achterste lus van de omslag om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steek in tricotsteek. TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus, 170 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 30) = 5.7. In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer elke 6e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. MOUWTIP: Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig. De hals en de pas worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden en vanaf de rechter schouder achter. Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid, terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden van boven naar beneden gebreid, in de rondte. HALS: Zet 92-96-100-104-108-112 steken op met rondbreinaald 3.5 mm en DROPS Air. Brei boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht) voor 3-3-3-3½-3½-3½ cm. De naald begint op de rechter schouder achter. Voeg 1 markeerdraad in na de eerste 32-33-34-35-36-37 steken (ongeveer midden voor); de pas wordt vanaf hier gemeten. PAS: Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Voeg 4 markeerdraden in, zonder de steken te breien en elke markeerdraad wordt in 1 steek ingevoegd – deze worden de raglansteken genoemd en in tricotsteek gebreid, als volgt. Voeg markeerdraad-1 in de eerste steek, tel 15 steken (= mouw). Voeg markeerdraad-2 in de volgende steek, tel 29-31-33-35-37-39 steken (= voorpand). Voeg markeerdraad-3 in de volgende steek, tel 15 steken (= mouw). Voeg markeerdraad-4 in de volgende steek, er zijn 29-31-33-35-37-39 steken over na de laatste markeerdraad (= achterpand). Brei tricotsteek en meerder voor de RAGLAN – lees beschrijving hierboven, als volgt: NAALD 1: Meerder aan elke kant van alle raglansteken (= 8 gemeerderde steken). – LET OP: Op het begin van de naald, meerder na raglansteek-1 en aan het einde van de naald meerder voor raglansteek-1. NAALD 2: Recht. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 7-8-10-13-12-10 keer (= 14-16-20-26-24-20 naalden gebreid) = 148-160-180-208-204-192 steken. Denk om de stekenverhouding. Ga verder met tricotsteek en meerder voor de raglan als volgt: NAALD 1: Meerder aan elke kant van alle 4 raglansteken (= 8 gemeerderde steken). NAALD 2: Recht. NAALD 3: Meerder alleen op de voor- en achterpanden (dus na raglansteken 2 en 4 en voor raglansteken 3 en 1– meerder niet op de mouwen (= 4 gemeerderde steken). NAALD 4: Recht. Brei NAALDEN 1 tot 4 in totaal 8-8-8-7-9-11 keer (= 32-32-32-28-36-44 naalden gebreid = u heeft 8-8-8-7-9-11 keer op de mouwen gemeerderd en 16-16-16-14-18-22 keer op de voor- en achterpanden) = 244-256-276-292-312-324 steken. De meerderingen voor de raglan zijn nu klaar; u heeft in totaal 23-24-26-27-30-32 keer op de voor- en achterpanden gemeerderd en 15-16-18-20-21-21 keer op de mouwen. Ga verder met tricotsteek maar zonder verdere meerderingen tot de pas 21-22-24-25-27-29 cm meet vanaf de markeerdraad midden voor. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Plaats de eerste 47-49-53-57-59-59 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 10-12-14-16-18-22 steken op (onder de mouw), brei 75-79-85-89-97-103 recht (= voorpand), plaats de volgende 47-49-53-57-59-59 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 10-12-14-16-18-22 steken op (onder de mouw), brei 75-79-85-89-97-103 steken (= achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 170-182-198-210-230-250 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 10-12-14-16-18-22 opgezette steken onder een mouw. Brei tot de markeerdraad; de naald begint nu hier. Ga verder met tricotsteek in de rondte tot het werk 43-45-47-48-50-52 cm meet vanaf de markeerdraad midden voor. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht), meerder tegelijkertijd 30-34-34-38-42-46 steken verdeeld op de eerste naald – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 200-216-232-248-272-296 steken. Als de boordsteek 4-4-4-5-5-5 cm meet. Kant ietwat losjes af. De trui meet ongeveer 47-49-51-53-55-57 cm vanaf de markeerdraad midden voor en 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de bovenkant van de schouder. MOUWEN: Plaats de 47-49-53-57-59-59 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 5 mm en neem 1 steek op in elk van de 10-12-14-16-18-22 opgezette steken onder de mouw – lees MOUWTIP = 57-61-67-73-77-81 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 10-12-14-16-18-22 steken onder de mouw. Begin op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 2 cm meet, minder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3½-3½-2½-2½-2-1½ cm in totaal 10-10-13-14-16-18 keer = 37-41-41-45-45-45 steken. Brei verder tot de mouw 37-37-35-35-33-32 cm meet vanaf de scheiding. Brei 1 naald recht en minder 5 steken verdeeld op de naald = 32-36-36-40-40-40 steken. Brei nu de ruches als volgt: Brei A.1, 8-9-9-10-10-10 keer op de naald. Als A.1 klaar is, zijn er 56-63-63-70-70-70 steken. Ga verder met tricotsteek tot de mouw 45-45-43-43-41-40 cm meet vanaf de scheiding. Brei 1 naald boordsteek (1 recht, 1 averecht). Kant ietwat losjes af. |
|||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||
|
|||||||
![]() |
|||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #freshwaterbaysweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 28 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 259-36
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.