Jorunn Lien Johnsen schreef:
Strikker Foggy Autumn Cardigan nå. Har problem med å skjønne mønsteret til stolpen, øke med de 12 maskene nederst?? 1. og andre pinne som det står i mønsteret, de skal vel strikkes over alle maskene, også de 12 ekstra ? Skjønner heller ikkje strikking av knapphullene. Hjelp!!mvh Jorunn
25.03.2025 - 15:53DROPS Design antwoorde:
Hej Jorunn, vi kan ikke se hvor langt du er kommet i opskriften. Hvor er du, hvor mange masker har du, hvilken størrelse og hvad er det du ikke forstår :)
27.03.2025 - 13:45
Sky Whisper Cardigan#skywhispercardigan |
|
![]() |
![]() |
Gebreid vest in DROPS Air. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid in tricotsteek, met Europeaanse/diagonale schouders. Maten S - XXXL.
DROPS 259-19 |
|
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht, aan zowel de goede als de verkeerde kant. 1 ribbel in de hoogte = brei 2 naalden recht. TIP VOOR HET MEERDEREN-1: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – aan de goede kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht in de achterste lus. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – aan de goede kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus. TIP VOOR HET MEERDEREN-2: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – op de verkeerde kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht in de voorste lus. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – op de verkeerde kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem draad op vanaf de voorkant en brei averecht in de achterste lus. BIEZEN MET PUNNIKRAND BEGIN VAN DE NAALD: Haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht, brei 5 ribbelsteken. EINDE VAN DE NAALD: Brei tot er 7 steken over zijn op de naald, brei 5 ribbelsteken, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht. Brei op dezelfde manier aan zowel de goede als de verkeerde kant. KNOOPSGATEN: Brei knoopsgaten op het rechter voorpand aan de goede kant (als het kledingstuk gedragen wordt) en als er 5 steken over zijn op de naald. NAALD 1 (goede kant): Maak 1 omslag, 2 recht samen, 1 recht, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei de voorbies zoals hiervoor, brei de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat. Het eerste knoopsgat wordt gebreid als het voorpand 9½-10-8-8½-9-9 cm meet vanaf de opgezette steken voor de hals. Brei dan de andere 3-3-4-4-4-4 knoopsgaten met 9-9½-8-8-8½ -9 cm tussen elk. Het onderste knoopsgat wordt in de overgang tussen de tricotsteek en boordsteek gebreid Het bovenste knoopsgat wordt op de hals gebreid. TIP VOOR HET BREIEN: Als u verkorte toeren breit, ontstaat er een klein gaatje na elke dat u het werk keert. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad aan te trekken of Duitse Verkorte toeren te gebruiken als volgt: Haal de eerste steek averecht af, breng de draad over de rechter naald en trek goed aan vanaf de achterkant (2 lussen op de naald). Deze lussen worden samen gebreid op de volgende naald. TIP VOOR HET MINDEREN (midden onder de mouw): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig. Het werk wordt eerst heen en weer gebreid, zet steken op aan de achterkant van de hals en brei het achterpand van boven naar beneden. Meerder steken aan elke kant voor de schouders, welke ietwat diagonaal worden. Het achterpand wordt tot de armsgaten gebreid. De voorpanden worden gebreid, neem steken op langs elke schouder achter, meerder voor de halslijn en brei naar beneden tot de armsgaten. De voor- en achterpanden worden samengevoegd op dezelfde rondbreinaald en het lijf wordt verder heen en weer gebreid. Er worden steken opgenomen rondom de armsgaten voor de mouwen, welke eerst heen en weer worden gebreid voor de mouwkop en dan verder in de rondte. De hals wordt op het einde gebreid. ACHTERPAND: Zet 30-32-34-36-36-38 steken op met rondbreinaald 5 mm en DROPS Air. NAALD 1 (verkeerde kant): Averecht. NAALD 2 (goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1, 3 recht, meerder 1 steek richting links, recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht. NAALD 3 (verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2, 3 averecht, meerder 1 steek richting links, averecht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 averecht. Brei NAALDEN 2 en 3 in totaal 11-12-12-13-14-16 keer (= 22-24-24-26-28-32 gebreide naalden). Na de laatste meerdering zijn er 74-80-82-88-92-102 steken. Voeg 1 markeerdraad in aan de buitenkant van een zijkant; het werk wordt nu vanaf hier gemeten! Denk om de stekenverhouding. Ga verder met tricotsteek tot het werk 9-10-11-11-10-11 cm meet gemeten over het armsgat, vanaf de markeerdraad. Meerder nu aan elke kant voor de armsgaten. MEERDEREN VOOR DE ARMSGATEN: NAALD 1 (goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht. NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 5-5-6-7-8-8 keer (= 10-10-12-14-16-16 naalden gebreid) = 84-90-94-102-108-118 steken. Brei verder tot het werk 14-15-16-17-17-18 cm meet, gemeten over het armsgat vanaf de markeerdraad en eindig na een naald aan de goede kant. Knip de draad af, plaats de steken op een hulpdraad en brei het linker voorpand over de linker schouder achter. LINKER VOORPAND: Vind de linker schouder achter als volgt: Leg het achterpand plat neer, met de goede kant naar boven, met de hulpdraad naar u toe; de linker kant van het werk = linker schouder. Neem steken op over de linker schouder achter, beginnend aan de goede kant bij de hals en neem steken op richting het armsgat als volgt: NAALD 1 (goede kant): Neem 1 steek op in elke gebreide naald, aan de binnenkant de buitenste steek = 22-24-24-26-28-32 steken. Alle afmetingen op het voorpand worden vanaf deze opneemnaald genomen. NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht. NAALD 3 (goede kant): Recht. NAALD 4 (verkeerde kant): Averecht. Herhaal NAALDEN 3 en 4 tot het werk 7-7-7-7-8-8 cm meet. Meerder nu voor de halslijn. MEERDEREN VOOR DE HALSLIJN: NAALD 1 (goede kant): 2 recht, meerder 1 steek richting links - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1, brei recht tot het EINDE VAN DE NAALD. NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 6 keer (= 12 gebreid naalden) = 28-30-30-32-34-38 steken. Zet op de volgende naald aan de verkeerde kant, 16-17-18-19-19-20 steken op aan het einde van de naald = 44-47-48-51-53-58 steken. Ga verder met tricotsteek en 7 voorbiessteken midden voor, gebreid volgens BIEZEN MET PUNNIKRAND– lees uitleg hierboven. MEERDEREN VOOR HET ARMSGAT: Als het werk 19-20-21-21-22-23 cm meet, meerder dan voor het armsgat als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei de 7 voorbiessteken, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 5-5-6-7-8-8 keer (10-10-12-14-16-16 gebreid naalden) = 49-52-54-58-61-66 steken. Brei verder tot het werk 24-25-26-27-29-30 cm meet, gemeten vanaf de opneemnaald, eindig met een naald aan de goede kant. Knip de draad af, plaats de steken op een hulpdraad en brei het rechter voorpand over de rechter schouder achter. RECHTER VOORPAND: Begin aan de goede kant, op de rechter schouder achter en neem steken op richting de halslijn als volgt: NAALD 1 (goede kant): Neem 1 steek op in elke gebreide naald, aan de binnenkant van de buitenste steek = 22-24-24-26-28-32 steken. Alle lengte afmetingen op het voorpand worden vanaf deze opneemnaald genomen. NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht. NAALD 3 (goede kant): Recht. NAALD 4 (verkeerde kant): Averecht. Herhaal NAALDEN 3 en 4 tot het werk 7-7-7-7-8-8 cm meet. Meerder nu voor de halslijn MEERDEREN VOOR DE HALSLIJN: NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot er 2 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1, 2 recht. NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 6 keer (= 12 gebreid naalden) = 28-30-30-32-34-38 steken. Zet op de volgende naald aan de goede kant, 16-17-18-19-19-20 steken op aan het einde van de naald = 44-47-48-51-53-58 steken. Ga verder met tricotsteek en 7 voorbiessteken midden voor, gebreid volgens biezen met PUNNIKRAND. LET OP! De knoopsgaten worden op de rechter voorbies gemaakt – lees uitleg hierboven. MEERDEREN VOOR HET ARMSGAT: Als het werk 19-20-21-21-22-23 cm meet, meerder dan voor het armsgat als volgt: NAALD 1 (goede kant): 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei de 7 voorbiessteken, brei averecht tot het EINDE VAN DE NAALD. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 5-5-6-7-8-8 keer (10-10-12-14-16-16 gebreid naalden) = 49-52-54-58-61-66 steken. Brei verder tot het werk 24-25-26-27-29-30 cm meet, gemeten vanaf de opneemnaald, eindig met een naald aan de goede kant. De delen worden nu samen gevoegd voor het lijf als volgt: LIJF: Aan de verkeerde kant, brei de 49-52-54-58-61-66 steken op het rechter voorpand, zet 4-6-8-8-12-12 steken op (onder de mouw), brei de 84-90-94-102-108-118 steken op het achterpand averecht, zet 4-6-8-8-12-12 steken op (onder de mouw), brei de 49-52-54-58-61-66 steken van het linker voorpand = 190-206-218-234-254-274 steken. Ga verder met tricotsteek en de voorbiessteken, heen en weer gebreid over alle steken tot het werk 26-27-28-29-29-30 cm meet vanaf de onderkant van het armsgat. Op de volgende naald aan de goede kant, brei boordsteek en meerder 22-22-22-26-26-26 steken (= 212-228-240-260-280-300 steken) als volgt: Ga verder met rondbreinaald 4 mm, brei de voorbies zoals hiervoor, brei boordsteek (2 recht, 2 averecht – denk om het meerderen) tot er 9 steken over zijn, 2 recht en brei de voorbies zoals hiervoor. Als de boordsteek 6 cm meet, kant dan af. De top meet ongeveer 54-56-58-60-62-64 cm. MOUWEN: Leg het werk plat neer en voeg 1 markeerdraad in op de bovenkant van het armsgat (LET OP! Dit is niet de opneemnaald op het voorpand maar ongeveer 5-6 cm naar beneden op het voorpand). Neem 64-70-80-78-86-90 steken op rondom het armsgat, met rondbreinaald 4 mm en beginnend in het midden van de opgezette steken onder de mouw (zorg ervoor dat u hetzelfde aantal steken heeft aan elke kant van de markeerdraad). Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei tricotsteek en verkorte toeren heen en weer gebreid als volgt voor de mouwkop, beginnend midden onder de mouw (om de mouw een betere pasvorm te geven): NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot 8-9-9-9-10-10 steken voorbij de markeerdraad op de schouder, keer het werk – lees TIP VOOR HET BREIEN. NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht tot 8-9-9-9-10-10 steken voorbij de markeerdraad, keer het werk. NAALD 3 (goede kant): Brei tot 2 steken voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, keer het werk. NAALD 4 (verkeerde kant): Brei tot 2 steken voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, keer het werk. Brei naalden 3 en 4 tot u in totaal 8-8-9-11-11-11 keer heeft gekeerd aan elke kant. NA DE LAATSTE KEER KEREN: Na de laatste herhaling van naald 4, keer het werk en brei recht tot het begin van de naald (midden onder de mouw). Voeg 1 markeerdraad in midden onder de mouw en neem deze mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt voor het minderen onder de mouw. Brei in tricotsteek in de rondte voor 1 cm. Minder nu 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2e naald in totaal 2-2-3-3-4-4 keer, dan iedere 4½-3½-2½-2½-2-1½ cm in totaal 5-7-8-8-10-11 keer (7-9-11-11-14-15 keer in totaal geminderd) = 50-52-56-58-58-60 steken. Brei verder tot de mouw 44-43-44-43-43-41 cm meet vanaf de bovenkant van de schouder. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht), meerder 10-12-12-10-10-12 steken verdeeld op de eerste naald = 60-64-68-68-68-72 steken. Als de boordsteek 6 cm meet, kant dan af. De mouw meet ongeveer 50-49-50-49-49-47 cm. HALS: Neem 96 tot 120 steken op langs de halslijn met rondbreinaald 4 mm. Het aantal steken moet deelbaar zijn door 4. Brei de eerste naald aan de verkeerde kant als volgt: 7 voorbiessteken zoals hiervoor, 2 averecht, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 9 steken over zijn, 2 averecht en 7 voorbiessteken. Brei deze boordsteek heen en weer gebreid voor 2 cm, brei dan als volgt aan de goede kant: Haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 2 recht, 2 recht samen, maak 1 omslag, brei zoals hiervoor tot het EINDE VAN DE NAALD. Het laatste knoopsgat is nu gebreid. Ga verder met de biezen en boordsteek, kant af als de hals 4 cm meet. AFWERKING: Naai de knopen op de linker voorbies. |
|
![]() |
|
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #skywhispercardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 35 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 259-19
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.