Martine CACHE schreef:
Bonjour. Je ne comprends pas les jetés d'augmentation RAGLAN. sur les 4 tours. Au Tour3: "1 jeté après maille du raglan -2" etc··· Où faire le jeté ? La maille du raglan après le milieu Dos amène à être dans la manche or -2 donc Avant la maille du raglan dans le dos. Même question pour la suite pour les "avant" ou "après" les mailles du raglan et les chiffres négatifs. Je me retrouve avec les mailles des raglan décalées. Pouvez-vous m'expliquer ? Merci
20.03.2025 - 19:35DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Cache, les chiffres ne sont pas négatifs, le tiret indique juste le numéro du marqueur/raglan. ; ainsi, vous allez augmenter au tour 3 pour le devant et le dos seulement, autrement dit, faites 1 jeté après la maille du raglan-2 = au début du devant + avant la maille du raglan -3 = à la fin du devant mais aussi après la maile du raglan -4 = au début du dos et avant la maille du raglan-1 = à la fin du tour. Bon tricot!
21.03.2025 - 08:26
Sylvie schreef:
Bonjour, pour un échantillon de 21m, comment obtenir en taille M 15 cm de col, soit 30cm en circonférence ? Vous donnez 116 m, ce qui fait un col beaucoup plus large. Merci pour votre réponse
20.02.2025 - 10:04DROPS Design antwoorde:
Bonjour Sylvie, les 15 cm de l'encolure mesurés dans le schéma correspondent à la largeur de l'encolure, pull posé à plat. Notez que dans les mailles montées, sont également comprises les mailles des épaules (10 cm de chaque côté). Si votre échantillon est juste et que vous conservez la bonne tension tout du long, vous obtiendrez les mêmes mesures que dans le schéma. Bon tricot!
20.02.2025 - 14:39
Maggie Robinson schreef:
Can you tell me what is the measurement between each stripe on Moon Phase jumper? Maggie
19.01.2025 - 16:00DROPS Design antwoorde:
Dear Mrs Robinson, read more about stripes under STRIPES WITH PATTERN:, between each A.1 (6 rounds), work 14 rounds stocking stitch with light grey. Happy knitting!
20.01.2025 - 09:14
Susi schreef:
Ich hatte doch von den regelmäßigen Löchern über den weißen Streifen gesprochen. Auf den Fotos sehr gut im Rumpfbereich erkennbar... von den Raglanzunahmen war nicht die Rede.
26.10.2024 - 10:34DROPS Design antwoorde:
Liebe Susi, in den weissen Streifen sind es keine Löcher, diese Streifen werden mit 2 Farben gestrickt - siehe Diagram A.1. - wo man auch eine linke Masche regelmäßig (1. M A.1) strickt. Viel Spaß beim Stricken !
28.10.2024 - 10:21
Susi schreef:
Was sind das für regelmäßige Lochreihen jeweils oberhalb der Streifen? In den Fotos gut in Rumpfhöhe erkennbar?
25.10.2024 - 10:17DROPS Design antwoorde:
Liebe Susi, meinen Sie die Raglanzunahmen? Sonnst sehe ich nicht was Sie hier meinen, können Sie bitte anders ausdrücken im Falle ich misverstehe? Danke im voraus für Ihr Verständnis.
25.10.2024 - 13:09
Moon Phase#moonphasesweater |
||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||
Gebreide trui in DROPS Karisma. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan, tweekleurig streeppatroon en rolranden. Maten S - XXXL.
DROPS 252-26 |
||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatroon A.1. STREPEN MET PATROON: * Brei het patroon volgens telpatroon A.1 (= 6 naalden), dan 14 naalden tricotsteek met kleur lichtgrijs *, brei van *-* in totaal 5 keer, brei het patroon volgens telpatroon A.1, eindig het werk met tricotsteek en lichtgrijs. TIP VOOR HET MEERDEREN: Meerder 1 steek door de steek om de buitenste steek op de linker naald op te nemen (van de vorige naald), brei deze steek recht. RAGLAN: Meerder 1 steek door 1 omslag te maken welke als volgt wordt gebreid op de volgende naald: VOOR DE MARKEERDRAAD: Haal de omslag van de linker naald en zet deze gedraaid terug op de naald (voeg de linker naald in aan de achterkant als u hem terug zet). Brei de steek recht in de voorste lus om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. NA DE MARKEERDRAAD: Brei recht door de achterste lus om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraadsteek als volgt: Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraadsteek, 2 recht samen, 1 recht (markeerdraadsteek), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig. De hals en de pas worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden en vanaf de rechter schouder achter. Als de pas is klaar, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid, terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden van boven naar beneden gebreid, in de rondte. Als er een «0» in uw maat staat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende instructie. HALS: Zet 110-116-120-128-132-140 steken op met rondbreinaald 4 mm en lichtgrijs DROPS Karisma. Ga verder met naald 3 mm (opzetten met een grotere naald maakt de opzetrand elastisch). Brei 3 naalden recht, brei dan 2 naalden boordsteek (1 recht, 1 averecht). Ga verder met tricotsteek tot de hals 6-6-6-7-7-7 cm meet vanaf de opzetrand. Meerder TEGELIJKERTIJD 2-12-8-16-20-36 steken verdeeld op de laatste naald – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 112-128-128-144-152-176 steken. De naald begint op de rechter schouder achter. Voeg 1 markeerdraad in na de eerste 39-43-43-49-51-57 steken (ongeveer midden voor), het werk wordt nu vanaf hier gemeten. PAS: Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Voeg 4 markeerdraden in als volgt, zonder de steken te breien en elke markeerdraad wordt ingevoegd in een steek (raglansteek) welke altijd in tricotsteek wordt gebreid met lichtgrijs. Voeg 1 markeerdraad in, in de eerste steek, tel 21-21-21-25-25-25 steken (= mouw), voeg 1 markeerdraad in, in de volgende steek, tel 33-41-41-45-49-61 steken (= voorpand), voeg 1 markeerdraad in, in de volgende steek, tel 21-21-21-25-25-25 steken (= mouw), voeg 1 markeerdraad in, in de volgende steek. Er zijn 33-41-41-45-49-61 steken over na de laatste markeerdraad (= achterpand). Meerder nu voor de RAGLAN en brei STREPEN MET PATROON – lees uitleg hierboven en lees beide volgende 2 delen door voordat u verder gaat. RAGLAN: NAALD 1: Brei recht en meerder voor de raglan door 1 omslag te maken voor en na elke raglansteek (8 gemeerderde steken). NAALD 2: Brei de nieuwe steken in tricotsteek (denk om het draaien van de omslagen zoals beschreven onder RAGLAN). Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 4-8-12-8-8-12 keer (8-16-24-16-16-24 gebreide naalden) = 144-192-224-208-216-272 steken. Denk om de stekenverhouding. Ga verder met tricotsteek/patroon en meerder als volgt: NAALD 1: Meerder door 1 omslag te maken voor en na elke raglansteek (8 gemeerderde steken). NAALD 2: Brei de nieuwe steken in tricotsteek/in patroon. NAALD 3: Meerder door 1 omslag te maken na raglansteek 2, voor raglansteek 3, na raglansteek 4 en voor raglansteek-1, dus, u meerdert alleen op de voor- en achterpanden, niet op de mouwen (4 gemeerderde steken). NAALD 4: Brei de nieuwe steken in tricotsteek/in patroon. Brei naalden 1 tot 4 in totaal 14-12-12-14-16-14 keer (56-48-48-56-64-56 naalden gebreid). Alle meerderingen voor de raglan zijn nu klaar (in totaal 32-32-36-36-40-40 keer op de voor- en achterpanden en 18-20-24-22-24-26 keer op de mouwen) = 312-336-368-376-408-440 steken. De pas meet ongeveer 23-23-26-26-29-29 cm vanaf de markeerdraad midden voor. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. STREPEN IN PATROON: Als u 16 naalden met lichtgrijs heeft gebreid na de hals, brei dan STREPEN IN PATROON. Brei dan als volgt elke keer dat A.1 wordt gebreid: Brei de eerste raglansteek met lichtgrijs, meerder 1 steek voor de raglan, brei A.1 tot raglansteek 2, meerder voor/na de raglansteek (welke met lichtgrijs gebreid wordt), brei A.1 tot raglansteek 3 (A.1 begint op dezelfde manier als dat A.1 geëindigd is voor de raglansteek), meerder voor/na de raglansteek (welke met lichtgrijs gebreid wordt), brei A.1 tot raglansteek 4 (A.1 begint op dezelfde manier als dat A.1 geëindigd is voor de raglansteek), meerder voor/na de raglansteek (welke met lichtgrijs gebreid wordt), brei A.1 tot raglansteek 1 (A.1 begint op dezelfde manier als dat A.1 geëindigd is voor de raglansteek), meerder voor de raglansteek. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Plaats de eerste 59-63-71-71-75-79 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 7-7-7-15-15-15 steken op (in de zijkant midden onder de mouw), brei 97-105-113-117-129-141 steken zoals hiervoor (= voorpand), plaats de volgende 59-63-71-71-75-79 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 7-7-7-15-15-15 steken op (in de zijkant midden onder de mouw), brei de laatste 97-105-113-117-129-141 steken zoals hiervoor (= achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 208-224-240-264-288-312 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in de middelste steek van de 7-7-7-15-15-15 opgezette steken onder een mouw. Brei tot de markeerdraad. De nieuwe naald begint hier. Ga verder met tricotsteek en strepen in de rondte tot het werk 46-48-50-50-52-54 cm meet vanaf de markeerdraad midden voor (ga na de laatste streep met A.1, verder met tricotsteek en lichtgrijs). Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht), meerder tegelijkertijd 44-44-48-54-62-62 steken verdeeld op de eerste naald = 252-268-288-318-350-374 steken. Als de boordsteek 5-5-5-6-6-6 cm meet, kant dan af. De trui meet ongeveer 51-53-55-56-58-60 cm vanaf de markeerdraad midden voor en 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder. MOUWEN: Plaats de 59-63-71-71-75-79 mouwsteken van 1 hulpdraad op rondbreinaald 4 mm. Neem 1 steek op in elk van de 7-7-7-15-15-15 opgezette steken onder de mouw = 66-70-78-86-90-94 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in de middelste steek onder de mouw. De markeerdraad wordt gebruikt voor het minderen onder de mouw. Minder nu en brei in patroon – lees de volgende 2 delen door voordat u verder gaat. MINDEREN: Als de mouw 2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2-2-1½-1-1-1 cm in totaal 5-6-9-12-12-13 keer = 56-58-60-62-66-68 steken. PATROON: Denk om het minderen. Begin op de markeerdraadsteek onder de mouw en ga verder met het patroon vanaf de pas - A.1 past niet onder de mouw. Brei tot de mouw 43-43-41-42-40-40 cm meet vanaf de scheiding (na de laatste streep, ga verder met tricotsteek en lichtgrijs). Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei 2 naalden boordsteek (1 recht, 1 averecht), dan 3 naalden tricotsteek (= rolrand). Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm. Kant af met recht. De mouw meet ongeveer 45-45-43-44-42-42 cm vanaf de scheiding. |
||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||
|
||||||||||
![]() |
||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #moonphasesweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 27 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 252-26
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.