DROPS Children 49 · Veel nieuwe ontwerpen voor kinderen!
Product image DROPS Soft Tweed yarn
DROPS Soft Tweed
50% Wol, 25% Alpaca, 25% Viscose
vanaf 4.25 € /50g
Product image DROPS Kid-Silk yarn
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 5.05 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 59.25€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS AW2425

After Winter Cardigan

Gebreid vest in DROPS Soft Tweed en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met diagonale/Europeaanse schouders, V-hals, zakken en PUNNIKRAND. Maten S - XXXL.

Markeer maat:
DROPS 252-27

#afterwintercardigan

DROPS Design: Patroon st-047
Garengroep B + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

GAREN:
DROPS SOFT TWEED van garnstudio (behoort tot garengroep B)
400-450-500-550-600-650 g kleur 02, marsepein
En gebruik:
DROPS KID-SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
125-150-150-175-200-200 g kleur 01, naturel

KNOPEN:
DROPS KNOPEN NR 630: 4-4-5-5-5-5 stuks.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5.5 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – u heeft dan alleen een rondbreinaald van 80 cm nodig in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 21 naalden in de hoogte, met tricotsteek en 1 draad van elke kwaliteit op naald 5.5 mm = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Misschien vindt u deze ook leuk...

Product image DROPS Soft Tweed
DROPS Soft Tweed
50% Wol, 25% Alpaca, 25% Viscose
vanaf 4.25 € /50g
Product image DROPS Kid-Silk yarn
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 5.05 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 59.25€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon


-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht, aan zowel de goede als de verkeerde kant.
1 ribbel in de hoogte = brei 2 naalden recht.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – aan de goede kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht in de achterste lus.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – aan de goede kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – op de verkeerde kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht in de voorste lus.
MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – op de verkeerde kant:
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht in de achterste lus.

LINKER VOORBIES MET PUNNIKRAND
GOEDE KANT:
Haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht, brei 5 ribbelsteken.
VERKEERDE KANT:
Brei 5 ribbelsteken, haal 1 steek averecht af met draad aan de voorkant, 1 recht.

RECHTER VOORBIES MET PUNNIKRAND
GOEDE KANT:
Brei 5 ribbelsteken, haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht.
VERKEERDE KANT:
Haal 1 steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht, brei 5 ribbelsteken.

TIP VOOR HET BREIEN:
Als u verkorte toeren breit, ontstaat er een klein gaatje na elke keer dat u het werk keert. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad aan te trekken of de techniek Duitse Verkorte toeren te gebruiken als volgt:
Haal de eerste steek averecht af, breng de draad over de rechter naald en trek goed aan vanaf de achterkant (2 lussen op de naald). Deze lussen worden samen gebreid op de volgende naald.

KNOOPSGATEN:
Brei de knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt), aan de goede kant als er 6 steken over zijn op de naald.
NAALD 1 (goede kant): Maak 1 omslag, 2 recht samen, 2 recht, haal 1 averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei de voorbies zoals hiervoor, brei de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat.
Het eerste knoopsgat wordt gebreid 1 cm nadat de meerderingen voor de V hals klaar zijn. Brei dan de andere 3-3-4-4-4-4 knoopsgaten met 10-10½-8-8-8-8 cm tussen elk. Het onderste knoopsgat wordt in de overgang tussen de tricotsteek en boordsteek gebreid.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor midden onder de mouw):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt:
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd).

¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤¤

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK.
Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig.
Het werk wordt eerst heen en weer gebreid, zet steken op aan de achterkant van de hals en brei het achterpand van boven naar beneden. Meerder steken aan elke kant voor de schouders, welke ietwat diagonaal worden. Het achterpand wordt tot de armsgaten gebreid.
Elk voorpand wordt begonnen met de voorbies, neem dan steken op langs 1 schouder achter, brei van boven naar beneden tot het armsgat en meerder voor de V-hals.
De voor- en achterpanden worden samen gezet op dezelfde rondbreinaald en het lijf wordt heen en weer gebreid. Er worden zakken op de voorpanden gebreid.
Er worden steken opgenomen rondom de armsgaten voor de mouwen, welke eerst met verkorte toeren heen en weer worden gebreid voor de mouwkop en dan verder in de rondte. De biezen worden samen genaaid en tegen de halslijn genaaid aan de achterkant.

ACHTERPAND:
Zet 26-26-28-30-30-32 steken op met rondbreinaald 5.5 mm en 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden).
NAALD 1 (verkeerde kant): Averecht.
NAALD 2 (goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1, 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 3 (verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2, 3 averecht, meerder 1 steek richting links, averecht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 averecht.
Brei NAALDEN 2 en 3 in totaal 13-14-15-16-18-20 keer (= 26-28-30-32-36-40 gebreide naalden). Na de laatste meerderingen zijn er = 78-82-88-94-102-112 steken.
Voeg 1 markeerdraad in aan de buitenkant van een zijkant. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten!
Ga verder met tricotsteek – DENK OM DE STEKENVERHOUDING - tot het werk 13-14-13-14-15-15 cm meet vanaf de markeerdraad, gemeten over het armsgat. Meerder nu voor de armsgaten.

MEERDEREN VOOR DE ARMSGATEN:
NAALD 1 (goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1, 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 3 recht.
NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 2-2-3-3-3-3 keer (= 4-4-6-6-6-6 naalden gebreid) = 82-86-94-100-108-118 steken.
Brei verder tot het werk 15-16-16-17-18-18 cm meet vanaf de markeerdraad en gemeten over het armsgat, eindig na een naald aan de goede kant. Knip de draad af, plaats de steken op een hulpdraad en brei het linker voorpand als volgt:

LINKER VOORBIES:
Zet 7 steken op met rondbreinaald 5.5 mm.
Brei DE LINKER VOORBIES MET PUNNIKRAND – lees beschrijving hierboven, voor 7-7-8-9-9-9 cm en eindig na een naald aan de verkeerde kant. Brei dan het linker voorpand.

LINKER VOORPAND:
Vind de linker schouder achter als volgt: Leg het achterpand plat neer, met de goede kant naar boven, met de hulpdraad naar u toe; linker kant van het werk = linker schouder.
Begin aan de goede kant bij de hals en neem steken op als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor, neem 1 steek op in elke gebreide naald aan de binnenkant van 1 kantsteek, tot de schouder (26-28-30-32-36-40 opgenomen steken) = 33-35-37-39-43-47 steken.
Alle lengtes op het voorpand worden gemeten vanaf deze opneemnaald.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor.
NAALD 3 (goede kant): Brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor, brei recht tot het EINDE VAN DE NAALD.
NAALD 4 (verkeerde kant): Brei averecht tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken.
Brei NAALDEN 3 en 4 tot het werk 8 cm meet.

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL:
U meerdert nu voor de V-hals en voor het armsgat, welke beginnen voordat de meerderingen voor de hals klaar zijn. Lees de volgende 2 paragrafen door voordat u verder gaat, zodat u een SAMENVATTING wanneer u begint met meerderen voor het armsgat.

MEERDEREN VOOR DE V-HALS:
NAALD 1 (goede kant): Brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor, 2 recht, meerder 1 steek richting links - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1, recht tot het EINDE VAN DE NAALD.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 9 keer (= 18 gebreide naalden).
Meerder nu als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor, 2 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot EINDE VAN DE NAALD.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken.
NAALD 3 (goede kant): Brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor, brei recht tot het EINDE VAN DE NAALD.
NAALD 4 (verkeerde kant): Brei averecht tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken.
Brei NAALDEN 1 tot 4 in totaal 4-4-5-6-6-7 keer (= 16-16-20-24-24-28 naalden gebreid),
U hebben in totaal 13-13-14-15-15-16 keer gemeerderd voor de V-hals. Ga verder met tricotsteek en de voorbiessteken.

MEERDEREN VOOR HET ARMSGAT:
Als het werk 23-24-25-26-27-29 cm meet, meerder dan voor het armsgat als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei de 7 voorbiessteken, brei tot er 3 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 2-2-3-3-3-3 keer (= 4-4-6-6-6-6 naalden gebreid). Als alle meerderingen voor de V-hals en het armsgat klaar zijn, zijn er 48-50-54-57-61-66 steken.

Brei verder tot het werk 25-26-28-29-30-32 cm meet, vanaf de opneemnaald, eindig met een naald aan de goede kant.
Knip de draad af, plaats de steken op een hulpdraad en brei het rechter voorpand als volgt.

RECHTER VOORBIES:
Zet 7 steken op met rondbreinaald 5.5 mm.
Brei de RECHTER VOORBIES MET PUNNIKRAND – lees beschrijving hierboven, voor 7-7-8-9-9-9 cm, eindig met een naald aan de verkeerde kant. Knip de draad af, plaats de steken op een hulpdraad en neem steken op voor het rechter voorpand als volgt.

RECHTER VOORPAND:
Begin aan de goede kant op het rechter achterpand en neem steken op vanaf de schouder als volgt:
Neem 1 steek op in elke gebreide naald, aan de binnenkant van 1 kantsteek tot de halslijn (26-28-30-32-36-40 opgenomen steken), brei dan de 7 voorbiessteken vanaf de hulpdraad = 33-35-37-39-43-47 steken.
Alle lengtes op het voorpand worden gemeten vanaf deze opneemnaald.
NAALD 1 (verkeerde kant): Brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor, brei averecht tot het EINDE VAN DE NAALD.
NAALD 2 (goede kant): Brei recht tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor.
Brei NAALDEN 1 en 2 tot het werk 7 cm meet.

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL:
U meerdert nu voor de V-hals en voor het armsgat, welke begint voordat de meerderingen voor de hals klaar zijn. Lees daarom de volgende 2 paragrafen door voordat u verder gaat.

MEERDEREN VOOR DE V-HALS:
NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot er 9 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts - denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1, 2 recht, brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor, brei averecht tot het EINDE VAN DE NAALD.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 9 keer (18 gebreide naalden).
Meerder nu als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot er 9 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht, brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor, brei averecht tot het EINDE VAN DE NAALD.
NAALD 3 (goede kant): Brei recht tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken.
NAALD 4 (verkeerde kant): Brei de 7 voorbiessteken zoals hiervoor, averecht tot het EINDE VAN DE NAALD.
Brei NAALDEN 1 tot 4 in totaal 4-4-5-6-6-7 keer (16-16-20-24-24-28 naalden gebreid),
U heeft in totaal 13-13-14-15-15-16 keer gemeerderd voor de V-hals. Ga verder met tricotsteek en de voorbiessteken. Denk om de knoopsgaten – lees beschrijving hierboven, nadat de meerderingen voor de V-hals klaar zijn.

MEERDEREN VOOR HET ARMSGAT:
Als het werk 23-24-25-26-27-29 cm meet, meerder dan voor het armsgat als volgt:
NAALD 1 (goede kant): 3 recht, meerder 1 steek richting links, brei tot er 7 steken over zijn, brei de 7 voorbiessteken.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei de 7 voorbiessteken, averecht tot het EINDE VAN DE NAALD.
Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 2-2-3-3-3-3 keer (4-4-6-6-6-6 naalden gebreid). Als alle meerderingen voor de V-hals en het armsgat klaar zijn, zijn er 48-50-54-57-61-66 steken.

Brei verder tot het werk 25-26-28-29-30-32 cm meet vanaf de opneemnaald, eindig met een naald aan de goede kant.
De voor- en achterpanden worden nu samengevoegd voor het lijf.

LIJF:
NAALD 1 (aan de verkeerde kant):
Brei de 48-50-54-57-61-66 steken van het rechter voorpand, zet 4-6-6-8-8-8 steken op (in de zijkant midden onder de mouw), brei de 82-86-96-100-108-118 steken van het achterpand, zet 4-6-6-8-8-8 steken op (in de zijkant midden onder de mouw), brei de 48-50-54-57-61-66 steken van het linker voorpand = 186-198-214-230-246-266 steken.

Brei tricotsteek en de biezen heen en weer gebreid tot het werk 40-42-44-43-45-47 cm meet vanaf de opneemnaald op het voorpand en met de volgende naald aan de goede kant. Laat het werk rusten en brei de bovenkant van de zakken als volgt:

BOVENKANT VAN DE ZAKKEN:
Zet 26-26-26-30-30-30 steken op met rondbreinaald 5.5 mm. Brei 4 naalden tricotsteek, heen en weer gebreid. Plaats de steken op een hulpdraad. Brei de bovenkant van de tweede zak op dezelfde manier.

Brei de volgende naald op het lijf (aan de goede kant) als volgt:
Brei de voorbies zoals hiervoor, 10-10-11-11-12-12 recht, plaats de volgende 26-26-26-30-30-30 steken op een hulpdraad voor de binnenzak, plaats de 26-26-26-30-30-30 steken voor de bovenkant van de zak op de linker naald, brei recht over deze steken, ga verder met recht over de steken van het lijf tot er 43-43-44-48-49-49 steken over zijn op de naald, plaats de volgende 26-26-26-30-30-30 steken op een hulpdraad voor de binnenzak, plaats de tweede set van 26-26-26-30-30-30 steken voor de bovenkant van de zak op de linker naald, brei deze recht, 10-10-11-11-12-12 recht en brei de voorbiessteken.

Op de volgende naald (verkeerde kant) brei dan als volgt: Brei 17-17-18-18-19-19 steken zoals hiervoor, * 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* over 24-24-24-28-28-28 steken, 2 averecht, brei tot er 43-43-44-48-49-49 steken over zijn op de naald, * 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* over de 24-24-24-28-28-28 steken, 2 averecht, brei de laatste 17-17-18-18-19-19 steken zoals hiervoor.

Ga verder met de biezen, tricotsteek en boordsteek (2 recht, 2 averecht) over de 26-26-26-30-30-30 steken voor de zak voor 4 cm. Ga nu verder met tricotsteek en de biezen tot het werk 56-58-60-61-63-65 cm meet vanaf de opgenomen steken op het voorpand, met de laatste naald aan de verkeerde kant.

BINNENZAK:
Plaats de 26-26-26-30-30-30 steken van een hulpdraad op rondbreinaald 5.5 mm en zet 1 steek op aan elke kant = 28-28-28-30-30-30 steken. Brei tricotsteek heen en weer gebreid voor 16-16-16-18-18-18 cm (de binnenzak moet dezelfde lengte hebben als de rest van het vest). Kant op de laatste naald 1 steek af aan elke kant = 26-26-26-30-30-30 steken. Plaats de steken op een hulpdraad en brei de andere binnenzak op dezelfde manier.

Brei aan de goede kant, bevestig de zakken aan het vest als volgt:
Brei de eerste 17-17-18-18-19-19 steken zoals hiervoor, leg de hulpdraad met de 26-26-26-30-30-30 binnenzak steken achter de linker naald en brei 1 veststeek samen met 1 steek van de hulpdraad tot alle steken van de hulpdraad zijn gebreid, brei zoals hiervoor tot er 43-43-44-48-49-49 steken over zijn op de naald, leg de hulpdraad met de 26-26-26-30-30-30 binnenzaksteken achter de linker naald en brei 1 veststeek recht samen met 1 steek van de hulpdraad tot alle steken van de hulpdraad zijn gebreid, brei de laatste 17-17-18-18-19-19 steken zoals hiervoor.

Begin op de volgende naald aan de verkeerde kant met de boordsteek. Meerder tegelijkertijd 22-26-26-30-30-34 steken verdeeld op deze naald (meerder niet over de biezen) = 208-224-240-260-276-300 steken, als volgt:
Ga verder met rondbreinaald 4 mm, brei de voorbies zoals hiervoor, boordsteek (2 recht, 2 averecht – denk om het meerderen) tot er 7 steken over zijn, 2 recht en brei de voorbies zoals hiervoor.
Als de boordsteek 6-6-6-7-7-7 cm meet, kant dan af.
Het voorpand meet 62-64-66-68-70-72 cm vanaf de opneemnaald. De voorpanden worden ongeveer 2 cm langer dan de lengte van het vest omdat de opneemnaalden ietwat naar beneden op het achterpand zitten. Het vest meet ongeveer 60-62-64-66-68-70 cm.

MOUW:
Leg het werk plat neer en voeg 1 markeerdraad in op de bovenkant van het armsgat (LET OP! De bovenkant van het armsgat is niet dezelfde plaats als de opneemnaald op het voorpand, maar ongeveer 5-5-6-6-6-7 cm naar beneden op het voorpand).
Gebruik rondbreinaald 5.5 mm en begin in het midden van de nieuw opgezette steken onder de mouw. Neem 68-74-76-78-84-88 steken op aan de goede kant rondom het armsgat, zorg ervoor dat er een gelijk aantal steken aan elke kant van de markeerdraad zitten.
Brei tricotsteek en verkorte toeren heen en weer gebreid over de steken (om de mouw een betere pasvorm te geven) als volgt:
NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot er 8-7-7-6-5-5 steken voorbij de markeerdraad gebreid zijn, keer het werk – lees TIP VOOR HET BREIEN.
NAALD 2 (verkeerde kant): Brei averecht tot er 8-7-7-6-5-5 steken voorbij de markeerdraad gebreid zijn, keer het werk.
NAALD 3 (goede kant): Brei recht tot er 8-7-7-6-5-5 steken zijn gebreid voorbij de vorige keer dat u het werk keerde.
NAALD 4 (verkeerde kant): Brei averecht tot er 8-7-7-6-5-5 steken zijn gebreid voorbij de vorige keer dat u het werk keerde
Herhaal NAALDEN 3 en 4 tot u in totaal 6-8-8-10-12-12 keer heeft gekeerd (= 3-4-4-5-6-6 keer aan elke kant, met de laatste naald aan de verkeerde kant).

NA DE LAATSTE KEER KEREN:
Nadat naald 4 is gebreid voor de laatste keer, keert u het werk en brei recht terug aan de goede kant tot het begin van de naald (midden onder de mouw).
Voeg hier 1 markeerdraad in, welke gebruikt wordt voor het minderen onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte.
Brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 1-1-1-1-1-1 cm meet vanaf het samenvoegen, minder dan 2 steken onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN hierboven. Minder zo iedere 2e naald in totaal 3-3-3-4-4-4 keer, dan iedere 3½-3-2½-2½-2-2 cm 9-11-11-10-12-13 keer = 44-46-48-50-52-54 steken.
Brei verder tot de mouw 44-44-43-41-39-39 cm meet vanaf de schouder.
Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en brei boordsteek (2 recht, 2 averecht), meerder tegelijkertijd 8-6-8-6-8-6 steken verdeeld op de eerste naald = 52-52-56-56-60-60 steken.
Als de boordsteek 6-6-6-7-7-7 cm meet, kant dan af.
De mouw meet ongeveer 50-50-49-48-46-46 cm vanaf de bovenkant van de schouder.

AFWERKING:
Naai de knopen aan de linker voorbies. Naai de 2 biezen samen midden achter en naai ze tegen de halslijn. Naai de zijkanten van elke zak tegen de voorpanden.

Telpatroon

Diagram measurements for DROPS 252-27

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

De garenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!
Heeft u dit patroon gemaakt?
Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #afterwintercardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij.

Laat een opmerking achter voor DROPS 252-27

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (13)

country flag Cecilia schreef:

Hola, tengo una duda. Una vez terminados los aumentos de los hombros se coloca el primer marcador y hay que seguir en punto jersey hasta los 13 cm en mi caso porque es la talla M. Pero hay que tener 13 cm desde el marcador y antes de empezar los aumentos para la sisa o se cuentan los 13 cm desde que se empezó la labor (en el cuello)? Gracias

08.04.2025 - 11:05

DROPS Design antwoorde:

Hola Cecilia, para la talla M: "Continuar con punto jersey hasta que la labor mida 14 cm (13 es para la talla S y L) desde el marcapuntos." Así que comienzas a medir desde el marcapuntos, no el cuello. Recuerda medir por la sisa.

13.04.2025 - 20:19

country flag Janet Williams schreef:

After Winter Cardigan Hello I am knitting the Front Pieces, I have completed the Left side Piece up to finishing the increases for the V neck and armholes, the stitches now on a holder. I have knitted the Right Front Piece up to the start of the V neck increases, the last instruction, Work ROWS 1 and 2 until the piece measures 7 cm. This instruction on the Left Side Piece was Knit until the piece measures 8 cm. Why the difference as both sides are measured from picked up edge?

14.02.2025 - 15:30

DROPS Design antwoorde:

Dear Janet, the pattern is correct; the difference in cm is because one of the front pieces will be over the other one, when you button up the front piece. So you work one less cm in the right front piece so that the right front piece overlaps the left one. Happy knitting!

16.02.2025 - 23:16

country flag Patricia schreef:

Why the increased stitches after the row attaching pocket backs?

18.11.2024 - 21:38

DROPS Design antwoorde:

Dear Patricia, you need more stitches for the same width for ribbing with smaller needles than for stocking stitch with larger needles, reason why you will need to increase evenly when starting rib. Happy knitting!

19.11.2024 - 08:07

country flag Antonia Musco' schreef:

Grazie per i vostri bellissimi modelli!! Gentilmente nella parte CORPO cosa intendete per maglie riprese sul davanti? Da quale punto parte questa misura? Grazie

07.11.2024 - 15:34

DROPS Design antwoorde:

Buonasera Antonia, in quel punto si fa riferimento alle maglie riprese sul davanti (leggere sotto DAVANTI SINISTRO e DESTRO). Buon lavoro!

17.11.2024 - 20:12

country flag Renate schreef:

In der Anleitung ist ein Fehler: Am Ende des Ärmels, wenn das Rippenmuster beginnt, mit Nadelstärke 4, werden 8 bzw. 6 Maschen zugenommen. In der Anleitung steht allerdings "abnehmen". Sollte man vielleicht korrigieren...

18.10.2024 - 20:48

country flag Sadies schreef:

Hi! In the photos, it looks like there is an i-Cord edge at the top of each pocket. Am I mistaken or does is pattern have instructions for creating this part? Maybe I misread it. Thank you!

20.09.2024 - 05:46

DROPS Design antwoorde:

Dear Sadies, the top of pocket has not an I-cord edge but a rolled edge, ie the first 4 rows stocking stitch worked on POCKET-TOPS before slipping the stitches aside. Happy knitting!

20.09.2024 - 08:53

country flag Sisi schreef:

Gute Idee, weiter so

10.09.2024 - 12:07

country flag Beate schreef:

Hallo, ich möchte die Jacke ohne das mitlaufende KidSilk stricken. Wieviel Tweed-Garn brauche ich dann? Liebe Grüße

06.09.2024 - 12:06

DROPS Design antwoorde:

Liebe Beate, dann bekommen Sie aber nicht die richtige Maschenprobe, am besten stricken Sie mit einer anderen Wolle der Garngruppe A (wie Kid-Silk, versuchen Sie den Garnumrechner); oder suchen Sie ein Modell, das mit nur 1 Faden Garngruppe B (wie Soft-Twed) gestrickt wurde. Viel Spaß beim Stricken!

09.09.2024 - 09:17

country flag Annemiek schreef:

Mooie patronen. Wel veel met rondbreinaalden. Jammer.

06.09.2024 - 11:21

country flag Christa Harrison schreef:

Retro Teacher Cardigan

11.08.2024 - 19:43