Gabriele Bauer schreef:
Muss es bei RUMPFTEIL nicht heißen: weiter mit A1, A2 und A4 (gr.S) statt nur mit A2?
28.09.2024 - 14:40DROPS Design antwoorde:
Liebe Frau Bauer, es wird A.2 gestrickt, aber siehe FORTSETZUNG DES MUSTERS:, im Falle die Arbeit in dem großen Stern geteilt wurde, dann passt das Muster unter die Ärmel nicht, so sollen Sie anpassen (siehe Beschreibung). Viel Spaß beim Stricken!
30.09.2024 - 08:00
Carlota Viglizzo schreef:
Weekend
10.08.2024 - 16:42
Stimla schreef:
Sweet candy
10.08.2024 - 11:37
Christina Jensen schreef:
Navn: English tee Party
08.08.2024 - 19:29
Carla schreef:
This is the one
08.08.2024 - 18:25
Frozen Bloom#frozenbloomsweater |
|||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||
Gebreide oversizede trui in DROPS Air. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met Europeaanse/diagonale schouders, Scandinavisch patroon met sterren en dubbele halsrand. Maten S - XXXL.
DROPS 255-5 |
|||||||||||||||||||||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- TIP VOOR HET MEERDEREN-1: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – aan de goede kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht in de achterste lus. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – aan de goede kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus. TIP VOOR HET MEERDEREN-2: MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS – op de verkeerde kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht in de voorste lus. MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS – op de verkeerde kant: Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht in de achterste lus. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.8. De telpatronen tonen het patroon aan de goede kant. Het patroon wordt in tricotsteek gebreid. TIP VOOR HET BREIEN: Als u verkorte toeren breit, ontstaat er een klein gaatje na elke keer dat u het werk keert. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad aan te trekken of de techniek Duitse verkorte toeren te breien als volgt: Haal de eerste steek averecht af, breng de draad over de rechter naald en trek goed aan vanaf de achterkant (2 lussen op de naald). Deze lussen worden samen gebreid op de volgende naald. TIP VOOR HET MINDEREN (mouw): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraadsteek als volgt: Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraadsteek, 2 recht samen, brei de markeerdraadsteek, haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig. Het werk wordt eerst heen en weer gebreid, zet steken op aan de achterkant van de hals en brei het achterpand van boven naar beneden met patroon, en meerder steken aan elke kant voor de schouders, welke ietwat diagonaal worden. Het achterpand wordt tot de armsgaten gebreid. Het voorpand wordt in 2 delen gebreid, neem steken op over 1 schouder achter, brei in patroon en meerder voor de halslijn. Dit wordt herhaald op de andere schouder. De rechter en linker voorpanden worden samengevoegd als de halslijn klaar is. Brei dan tot de armsgaten. De voor- en achterpanden worden op dezelfde rondbreinaald gezet en het lijf wordt in de rondte gebreid. Er worden steken opgenomen rondom de armsgaten voor de mouwen, welke eerst heen en weer worden gebreid voor de mouwkop en dan verder in de rondte. Er worden steken opgenomen rondom de halslijn en de hals wordt in de rondte gebreid en dubbel gevouwen naar de binnenkant. ACHTERPAND: Zet 29-33-33-37-37-37 steken op met korte rondbreinaald 5 mm en tarwe DROPS Air. NAALD 1 (verkeerde kant): Averecht. NAALD 2 (goede kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. 2 recht, meerder 1 steek richting links, brei recht tot er 2 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht. NAALD 3 (verkeerde kant): Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. 2 averecht, meerder 1 steek richting links, averecht tot er 2 steken over zijn, meerder 1 steek richting rechts, 2 averecht. Brei NAALDEN 2 en 3 in totaal 15-17-17-19-22-22 keer (30-34-34-38-44-44 rechte naalden). Na de laatste meerdering zijn er 89-101-101-113-125-125 steken. Het werk meet ongeveer 14-16-16-18-20-20 cm vanaf de opzetrand midden achter. Voeg 1 markeerdraad in, aan de buitenkant aan een kant. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten! Voeg daarnaast 1 markeerdraad in, in de middelste steek op de naald (= middensteek) – neem deze markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte, het wordt gebruikt voor het patroon. Begin op de volgende naald met het PATROON – lees beschrijving hierboven, als volgt in de verschillende maten: MATEN S en XL: Brei 2 tricotsteken met tarwe, A.1, dan 3-4 keer A.2, A.4 en 2 tricotsteken met tarwe. MATEN M, L, XXL en XXXL: Brei 2 tricotsteken met tarwe, dan 4-4-5-5 keer A.2, A.3 en 2 tricotsteken met tarwe. ALLE MATEN: Ga verder in patroon heen en weer gebreid – de markeerdraadsteek moet overeenkomen met de middelste steek in A.2 – LET OP: Op elke eenkleurige naald, breit u alle steken op de naald met deze kleur. Denk om de stekenverhouding. Brei tot het werk 15-15-16-17-17-18 cm meet vanaf de markeerdraad, gemeten over het armsgat, eindig na een naald aan de verkeerde kant. Knip de draad af, plaats de steken op een hulpdraad en brei het linker voorpand over de linker schouder achter als volgt. LINKER VOORPAND: Vind de linker schouder achter als volgt: Leg het achterpand plat neer, met de goede kant naar boven, met de hulpdraad naar u toe; linker kant van het werk = linker schouder. Begin aan de goede kant bij de hals en neem steken op als volgt: Met tarwe, neem 1 steek op in elke gebreide naald over de schouder aan de binnenkant van 1 steek, neem dan 1 steek op in elk van de volgende 2 naalden (opnieuw aan de binnenkant van 1 kantsteek) = 32-36-36-40-46-46 steken. Alle lengtes op het voorpand worden gemeten vanaf deze opneemnaald naald. Brei tricotsteek heen en weer gebreid tot het werk 7-9-9-9-10-10 cm meet. Meerder nu voor de halslijn als volgt: NAALD 1 (goede kant): Denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. 2 recht, meerder 1 steek richting links, recht tot het EINDE VAN DE NAALD. NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 4 keer (8 gebreide naalden) = 36-40-40-44-50-50 steken. Knip de draad af, plaats de steken op een hulpdraad en brei het rechter voorpand over de rechter schouder achter als volgt: RECHTER VOORPAND: Begin aan de goede kant op de rechter schouder achter en neem steken op als volgt: Gebruik tarwe en begin 2 naalden voor de laatste meerdering voor de diagonale schouder op het achterpand, neem 1 steek op in elk van deze 2 naalden, dan 1 steek in elke gebreide naald tot de halslijn, aan de binnenkant van 1 steek, = 32-36-36-40-46-46 steken. Alle lengtes op het voorpand worden gemeten vanaf de opneemnaald. Brei tricotsteek heen en weer gebreid tot het werk 7-9-9-9-10-10 cm meet. Meerder nu voor de halslijn als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot er 2 steken over zijn op de naald, meerder 1 steek richting rechts, 2 recht – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht. Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 4 keer (8 gebreide naalden) = 36-40-40-44-50-50 steken. Voeg nu de 2 voorpanden samen als volgt: VOORPAND: Aan de goede kant, brei de 36-40-40-44-50-50 steken van het rechter voorpand, zet 17-21-21-25-25-25 steken op voor de halslijn, brei de 36-40-40-44-50-50 steken van het linker voorpand = 89-101-101-113-125-125 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in de middelste steek op de naald (= middelste steek) – neem deze markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte, het wordt gebruikt als u het patroon breit. Brei tricotsteek tot het werk 12-14-14-14-16-16 cm meet vanaf de opneemnaald (ongeveer 1-1-1-1-2-2 cm tricotsteek na de opgezette steken op de halslijn midden voor), met de volgende naald aan de goede kant. Begin nu met het patroon als volgt in de verschillende maten: MATEN S en XL: Brei 2 tricotsteken met tarwe, A.1, 3-4 keer A.2, A.4 en 2 tricotsteken met tarwe. MATEN M, L, XXL en XXXL: Brei 2 tricotsteken met tarwe, 4-4-5-5 keer A.2, A.3 en 2 tricotsteken met tarwe. ALLE MATEN: Ga verder met dit patroon heen en weer gebreid – de markeerdraadsteek moet overeenkomen de middelste steek in A.2. Brei tot het werk 27-29-30-31-33-34 cm meet vanaf de opneemnaald, eindig na een naald aan de verkeerde kant (dezelfde naald als op het achterpand). Voeg nu de achter- en voorpanden samen voor het lijf. LIJF: Ga verder met A.2 over de 89-101-101-113-125-125 steken op het voorpand (ook over de 2 steken in tarwe aan elke kant), zet 3-1-7-1-1-7 steken op (in de zijkant midden onder de mouw), ga verder met A.2 over alle 89-101-101-113-125-125 steken op het achterpand, zet 3-1-7-1-1-7 steken op (in de zijkant midden onder de mouw) = 184-204-216-228-252-264 steken. Knip de draad af. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 3-1-7-1-1-7 opgezette steken onder elke mouw (of in de 1 steek, als dat de enige steek was die opgezet is uw maat). Neem de markeerdraad gaandeweg mee tijdens het breien – LET OP: U heeft 1 markeerdraad in de middelste steek aan elke kant en 1 markeerdraad op zowel midden voor als midden achter. Begin de naald in de steek voor de markeerdraadsteek onder een mouw. Lees het volgende deel door voordat u verder gaat. GA VERDER MET HET PATROON: Het patroon A.2 gaat nu verder in de rondte over alle steken tot A.2 klaar is in de hoogte – LET OP: Als het patroon wordt verdeeld in de grote ster, past het patroon niet onder de mouwen. Brei het patroon tot de markeerdraadsteek aan elke kant, welke dan met tarwe gebreid wordt (geldt alleen als de sterrand gebreid wordt). Als de ster klaar is, past het patroon in de rondte, herhaal A.x in de breedte. Als A.2 klaar is in de hoogte, brei dan A.5 in de rondte. Als A.5 klaar is in de hoogte, brei dan A.6 als volgt: De markeerdraadsteek aan elke kant wordt gebreid met tarwe, A.6 past niet onder de mouwen; tel uit vanaf de middelste steek van het voor- en achterpand om te bepalen waar het patroon begint na de markeerdraadsteek en brei het patroon tot de markeerdraadsteek op de andere kant. Als A.6 klaar is in de hoogte, brei dan A.7 in de rondte. Als A.7 klaar is in de hoogte, ga dan verder met tricotsteek en tarwe tot het werk 27-27-28-28-28-29 cm meet vanaf het armsgat (de voorkant van het werk meet ongeveer 54-56-58-59-61-63 cm vanaf de opneemnaald). Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Brei boordsteek met tarwe (1 recht, 1 averecht). Meerder tegelijkertijd 32-36-40-40-44-48 steken verdeeld op de eerste naald = 216-240-256-268-296-312 steken. Als de boordsteek 5-5-5-6-6-6 cm meet, kant dan af. De voorkant van het werk meet ongeveer 59-61-63-65-67-69 cm vanaf de opneemnaald, het voorpand is ongeveer 3 cm langer dan de gewenste lengte, omdat de opneemnaald niet op de bovenkant van de schouder zit, maar ietwat naar beneden op het achterpand. De trui meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm. MOUW: Leg het werk plat neer en voeg 1 markeerdraad in op de bovenkant van het armsgat (LET OP! De bovenkant van het armsgat is niet dezelfde plaats als de opneemnaald op het voorpand, maar ongeveer 6-8 cm naar beneden op het voorpand). Gebruik rondbreinaald 3.5 mm en neem 1 steek op in de opgezette steek midden onder de mouw / in de middelste steek midden onder de mouw – voeg 1 markeerdraad in, in deze steek (deze markeerdraad wordt gebruikt bij het minderen midden onder de mouw). Neem dan 68-70-78-78-80-88 steken op aan de goede kant rondom het armsgat, zorg ervoor dat er een gelijk aantal steken aan elke kant van deze markeerdraden zitten = 69-71-79-79-81-91 steken. Ga verder met rondbreinaald 5 mm. Brei tricotsteek en verkorte toeren heen en weer gebreid (om de mouw een betere pasvorm te geven) als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot 8-8-8-9-9-9 steken voorbij de schoudermarkeerdraad, keer het werk – lees TIP VOOR HET BREIEN. NAALD 2 (verkeerde kant): Averecht tot 8-8-8-9-9-9 steken voorbij de markeerdraad, keer het werk. NAALD 3 (goede kant): Brei recht tot 6-6-7-8-8-9 steken voorbij de vorige keer dat u het werk keerde. NAALD 4 (verkeerde kant): Brei averecht tot 6-6-7-8-8-9 steken voorbij de vorige keer dat u het werk keerde, keer het werk. Herhaal NAALDEN 3 en 4 tot u in totaal 8 keer heeft gekeerd (= 4 keer aan elke kant, met de laatste naald aan de verkeerde kant). NA DE LAATSTE KEER KEREN: Nadat naald 4 is gebreid voor de laatste keer, keer dan het werk en brei terug aan de goede kant tot het begin van de naald (midden onder de mouw). Voeg 1 markeerdraad in, in de middelste steek op de naald (= middensteek), deze markeerdraad wordt gebruikt voor het patroon. U breit nu tricotsteek en patroon terwijl u tegelijkertijd mindert onder de mouw. Lees PATROON en MINDEREN voordat u verder gaat. PATROON: Als de mouwkop klaar is, brei dan A.8 in de rondte – het patroon past niet onder de mouw, dus tel uit vanaf de middelste steek op de bovenkant van de mouw om te bepalen waar het patroon onder de mouw begint – de markeerdraadsteek op de bovenkant van de mouw moet overeenkomen met de middelste steek getekend in A.8. Als A.8 klaar is in de hoogte, ga dan verder met tricotsteek en tarwe. MINDEREN: Als de mouw 1 cm meet vanaf het samenvoegen, minder dan 2 steken onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN hierboven. Minder zo iedere 2e naald in totaal 4-4-5-5-6-6 keer, dan iedere 3-3-2½-2½-2½-1½ cm 6-6-8-7-6-10 keer = 49-51-53-55-57-59 steken. Brei verder tot de mouw 43-41-42-38-35-36 cm meet vanaf de schouder. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en brei boordsteek (1 recht, 1 averecht). Meerder tegelijkertijd 9 steken verdeeld op de eerste naald = 58-60-62-64-66-68 steken. Als de boordsteek 5-5-5-6-6-6 cm meet, kant dan af. De mouw meet ongeveer 48-46-47-44-41-42 cm vanaf de bovenkant van de schouder. HALS: Gebruik rondbreinaald 3.5 mm en tarwe. Begin aan de goede kant op een schouderlijn en neem 92-108-108-120-124-124 steken op rondom de hals, aan de binnenkant van 1 steek – het aantal steken moet deelbaar zijn door 2. Brei boordsteek in de rondte (1 recht, 1 averecht) voor 11-11-11-13-13-13 cm. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en kant ietwat losjes af. Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en hecht naar beneden vast met een aantal steken op elke schouder. |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #frozenbloomsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 27 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 255-5
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.