Gitte schreef:
Winter warm tee
03.08.2023 - 18:52
Jade Kuehnl schreef:
1/2 Sleeve Nutmeg Jumper
03.08.2023 - 16:11
E Veiga schreef:
Cocoa Truffle Tee
03.08.2023 - 13:32
Linda Van Keulen schreef:
Super leuk shirt met driekwartsmouwen, mijn favoriete shirt voor tussendoor als het niet meer zomerswarm is maar ook nog geen winterkou
03.08.2023 - 13:23
Ginger Tea Top#gingerteatop |
|
![]() |
![]() |
Gebreide trui in DROPS Flora en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid in tricotsteek met raglan en korte mouwen. Maten S - XXXL.
DROPS 244-15 |
|
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RAGLAN-1: Meerder 1 steek voor/na de 2 tricotsteken in elke overgang tussen het lijf en de mouwen. De markeerdraad zit tussen deze 2 steken. Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, welke als volgt wordt gebreid op de volgende naald: VOOR DE MARKEERDRAAD: Haal de omslag recht af, zet hem dan omgekeerd terug op de linker naald. Brei de steek recht in de voorste lus (de steek draait naar rechts). Geen gaatje. NA DE MARKEERDRAAD: Brei recht in de achterste lus (de steek draait naar links). Geen gaatje. De nieuwe steken worden in tricotsteek gebreid. RAGLAN-2: Meerder 1 extra steek voor/na de markeerdraden op het lijf (niet op de mouwen). Raglan-2 wordt aanvullend op raglan-1 gebreid. VOOR DE MARKEERDRAAD: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, gebruik de linker naald om de draad op te nemen vanaf de achterkant tussen de volgende 2 steken. Brei de steek recht in de voorste lus. Geen gaatje. NA DE MARKEERDRAAD: Brei tot 3 steken na de markeerdraad (de omslagen van de vorige naald worden niet meegeteld in het aantal steken), gebruik de linker naald om de draad op te nemen vanaf de voorkant tussen de volgende 2 steken, brei deze recht in de achterste lus. Geen gaatje. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 2 recht samen (2 steken geminderd). RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel = 2 naalden recht. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het werk wordt van boven naar beneden gebreid. De hals wordt eerst in de rondte gebreid met de rondbreinaald, dan wordt een verhoging heen en weer gebreid met de rondbreinaald op de achterkant van de hals. De pas wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald, dan wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen. Het lijf wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald tot de split en dan verder heen en weer gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/breinaalden zonder knop. HALS: Zet 96-104-104-112-112-120 steken op met korte rondbreinaald 4.5 mm met 1 draad DROPS Flora en 1 draad DROPS Kid-Silk. Ga verder met korte rondbreinaald 3.5 mm en brei boordsteek (2 recht, 2 averecht) voor 5 cm. Voeg een markeerdraad in op het begin van de naald. PAS: Voeg 4 markeerdraden in zonder de steken te breien, elke markeerdraad wordt ingevoegd tussen 2 rechte steken als volgt: Tel 13-13-13-17-17-17 steken, voeg markeerdraad 1 in voor de volgende steek (ongeveer de helft van het achterpand), tel 24 steken, voeg markeerdraad 2 in voor de volgende steek (mouw), tel 24-28-28-32-32-36 steken, voeg markeerdraad 3 in voor de volgende steek (voorpand), tel 24 steken, voeg markeerdraad 4 in voor de volgende steek (mouw), 11-15-15-15-15-19 steken over (rest van achterpand). U breit nu een verhoging op de achterkant van de hals. Knip de draden af. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm. Begin aan de goede kant, 3 steken voor markeerdraad 3. Brei heen en weer gebreid als volgt: NAALD 1 (goede kant): Brei recht tot 1 steek voor markeerdraad 3, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag, brei recht tot 1 steek voor markeerdraad 4, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag, brei recht tot 1 steek voor markeerdraad 1, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag, brei recht tot 1 steek voor markeerdraad 2, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag, 2 recht. 8 gemeerderde steken = 104-112-112-120-120-128 steken. Keer het werk. NAALD 2 (verkeerde kant): * Brei averecht tot de omslag (voor de markeerdraad), brei averecht in de achterste lus, 2 averecht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal de volgende omslag af en zet hem omgekeerd terug op de linker naald (voeg de linker naald in vanaf de achterkant als u hem terug zet), brei de voorste lus averecht. Brei averecht tot de volgende markeerdraad *, brei van *-* 2 keer. Brei averecht tot de omslag (voor markeerdraad 3), brei averecht in de achterste lus, 2 averecht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal de volgende omslag af en zet hem gedraaid terug op de linker naald, brei averecht in de voorste lus. Brei averecht tot 2 steken voorbij het begin van de vorige naald. Keer het werk. NAALD 3 (goede kant): Brei recht tot 1 steek voor markeerdraad 3, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag, brei recht tot 1 steek voor markeerdraad 4, maak 1 omslag, 2 recht, (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag, brei recht tot 1 steek voor markeerdraad 1, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag, brei recht tot 1 steek voor markeerdraad 2, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag, brei recht tot 2 steken voorbij het begin van de vorige naald. 8 gemeerderde steken = 112-120-120-128-128-136 steken. Keer het werk. NAALD 4 (verkeerde kant): Brei zoals naald 2. NAALD 5 (goede kant): Brei recht tot 1 steek voor markeerdraad 3, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag, brei recht tot 1 steek voor markeerdraad 4, maak 1 omslag, 2 recht, (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag, brei recht tot 1 steek voor markeerdraad 1, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag, brei recht tot 1 steek voor markeerdraad 2, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag, brei recht tot 2 steken voorbij het begin van de vorige naald. 8 gemeerderde steken = 120-128-128-136-136-144 steken. Keer het werk. NAALD 6 (verkeerde kant): Brei zoals naald 2. De verhoging is klaar. Knip de draden af. LEES DE REST VAN DE PAS DOOR VOORDAT U VERDER GAAT. Begin bij de markeerdraad. Ga verder in tricotsteek in de rondte en meerder voor de raglan als volgt: DENK OM DE STEKENVERHOUDING! LET OP: Er worden extra steken gemeerderd op de voor- en achterpanden, hiervoor wordt raglan-2 aanvullend gebreid op raglan-1. Lees RAGLAN-1 en RAGLAN-2 hierboven en begin beide meerderingen op de volgende naald. Meerder voor raglan-1 aan elke kant van alle 4 markeerdraden iedere 2e naald 3-4-7-14-14-12 keer (in totaal 6-7-10-17-17-15 keer inclusief de meerderingen op de verhoging). Meerder tegelijkertijd voor RAGLAN-2 op de voor- en achterpanden – (raglan-2 wordt aanvullend raglan-1 gebreid) iedere 6e-8e-8e-6e-4e-4e naald 6-5-6-8-10-11 keer in totaal. Ga verder met meerderen voor raglan-1 iedere 2e naald, maar iedere 2e meerdering is alleen op de voor- en achterpanden (4 gemeerderde steken), dus meerder op de voor- en achterpanden iedere 2e naald en op de mouwen iedere 4e naald. Meerder zo 14-16-14-8-10-14 keer op de voor- en achterpanden (7-8-7-4-5-7 keer op de mouwen) – denk om raglan-2. Na alle meerderingen voor raglan-1 en raglan-2 zijn er 252-276-292-328-348-368 steken. U heeft in totaal 13-15-17-21-22-22 keer op de mouwen en 26-28-30-33-37-40 keer op de voor- en achterpanden gemeerderd (20-23-24-25-27-29 keer voor raglan-1 en 6-5-6-8-10-11 keer voor raglan-2). Er zijn 50-54-58-66-68-68 steken op de mouwen en 76-84-88-98-106-116 steken op de voor- en achterpanden). Brei verder zonder verdere meerderingen tot de pas 20-22-23-24-26-28 cm meet, gemeten na de boordsteek op de hals midden achter. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen (vanaf midden achter): Brei recht tot markeerdraad 1 (behoort tot het achterpand) = 39-41-43-50-54-57 steken, plaats de volgende 50-54-58-66-68-68 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 10-10-12-12-14-16 steken op onder de mouw, brei recht tot markeerdraad 3 (voorpand = 76-84-88-98-106-116 steken), plaats de volgende 50-54-58-66-68-68 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 10-10-12-12-14-16 steken op onder de mouw, brei recht tot het einde van de naald (rest van achterpand = 37-43-45-48-52-59 steken). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 172-188-200-220-240-264 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de opgezette steken onder elke mouw en neem deze mee tijdens het breien in de hoogte (wordt gebruikt voor de split aan elke kant). Begin de naald op een markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte. Als het lijf 21-21-22-23-23-23 cm meet vanaf de scheiding, plaats dan de laatste 86-94-100-110-120-132 steken op een hulpdraad en brei de eerste 86-94-100-110-120-132 steken, maak een split aan elke kant, als volgt: Brei 4 RIBBELSTEKEN – lees beschrijving hierboven, brei tricotsteek over de volgende 78-86-92-102-112-124 steken en meerder 12-12-14-12-18-14 steken verdeeld over deze steken (meerder met omslagen welke gedraaid worden gebreid op de volgende naald) en 4 ribbelsteken = 98-106-114-122-138-146 steken. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm en brei boordsteek aan de verkeerde kant als volgt: 4 ribbelsteken, * 2 averecht, 2 recht *, brei van *-* tot er 6 steken over zijn, 2 averecht en 4 ribbelsteken. Ga verder met deze boordsteek heen en weer gebreid voor 3 cm, met de volgende naald aan de goede kant. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Plaats de steken van de hulpdraad op rondbreinaald 4.5 mm en brei op dezelfde manier. De trui meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de schouder. MOUWEN: Plaats de 50-54-58-66-68-68 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 4.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 10-10-12-12-14-16 opgezette steken onder de mouw = 60-64-70-78-82-84 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken onder de mouw en neem deze mee tijdens het breien in de hoogte (wordt gebruikt voor het minderen). Brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 4 cm meet, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2-2-2½-1½-1½-1 cm in totaal 4-4-3-4-3-3 keer = 52-56-64-70-76-78 steken. Brei verder tot de mouw 14-12-12-11-10-8 cm meet vanaf de scheiding. Brei 1 naald recht en meerder 4-4-4-6-8-10 steken verdeeld = 56-60-68-76-84-88 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en brei boordsteek (2 recht, 2 averecht) voor 3 cm. Kant dan losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. De mouw meet ongeveer 17-15-15-14-13-11 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde manier. AFWERKING: Hecht de draad af en naai een kleine steek op de bovenkant van elke split zodat ze samen blijven. |
|
![]() |
|
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #gingerteatop of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 33 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 244-15
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.