May Tee#maytee |
||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||
Gebreide trui met korte mouwen / T-shirt in DROPS Belle. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met schoudermeerderingen, tricotsteek en korte pofmouwen. Maat: S - XXXL
DROPS 232-53 |
||||||||||||||||||||||
---------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- VERHOGING (in achterkant van de hals): Begin aan de goede kant op de markeerdraad midden achter, 15-15-16-16-17-18 steken recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 30-30-32-32-34-36 averecht. Keer het werk, trek de draad aan en brei 45-45-48-48-51-54 recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 60-60-64-64-68-72 averecht. Keer het werk, trek de draad aan en brei 75-75-80-80-85-90 recht (meerder hier voor de schouders zoals uitgelegd in het patroon – de gemeerderde steken tellen niet mee), keer het werk, trek de draad aan en brei 90-90-96-96-102-108 averecht (denk om het meerderen op de schouder). Keer het werk, trek de draad aan en brei recht tot de markeerdraad midden achter. De verhoging is klaar en het meerderen is 2 keer in de hoogte gedaan in totaal op de schouder (8 steken). Brei dan de PAS zoals uitgelegd in patroon. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (aan de goede kant): VOOR DE MARKEERDRAAD: De nieuwe steek wordt richting rechts gedraaid Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek recht in de voorste lus van de steek. NA DE MARKEERDRAAD: De nieuwe steek wordt richting links gedraaid. Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek recht in de achterste lus van de steek. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (op de verkeerde kant – geldt alleen voor als u de verhoging breit): VOOR DE MARKEERDRAAD: De nieuwe steek wordt richting rechts gedraaid. Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei de steek averecht in de achterste lus van de steek. NA DE MARKEERDRAAD: De nieuwe steek wordt richting links gedraaid. Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de naald eronder op te nemen, neem de draad op vanaf de achterkant en brei de steek averecht in de voorste lus van de steek. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Brei de halsrand en de pas in de rondte op de rondbreinaald vanaf midden achter, van boven naar beneden. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf in de rondte op de rondbreinaald. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald. HALSRAND: Zet 106-110-114-118-122-126 steken op rondbreinaald 3 mm met DROPS Belle. Brei 1 naald recht. Brei dan boordsteek (1 recht / 1 averecht) voor 2-2-2-3-3-3 cm. Brei 1 naald recht en meerder 20-20-24-24-28-28 steken verdeeld = 126-130-138-142-150-154 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de naald (midden voor) – meet de pas vanaf deze markeerdraad! Brei de pas zoals uitgelegd hieronder. PAS: Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Voeg een markeerdraad in op het begin van de naald (midden achter). Voeg daarnaast 2 nieuwe markeerdraden in het werk zoals uitgelegd hieronder – dit wordt gedaan zonder de steken te breien en elk van deze 2 markeerdraden worden ingevoegd in de steken. Gebruik deze markeerdraden bij het meerderen voor de schouder. Ze moeten een andere kleur hebben dan de markeerdraad midden voor. 1e markeerdraad: Begin midden achter, tel 31-32-34-35-37-38 steken (½ achterpand), voeg de 1e markeerdraad in de volgende steek. 2e markeerdraad: Tel 62-64-68-70-74-76 steken vanaf de 1e markeerdraad (voorpand), voeg de 2e markeerdraad in de volgende steek. Er zijn 31-32-34-35-37-38 steken over op het achterpand na de 2e markeerdraad. Neem deze 2 markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien, meerder aan elke kant van deze markeerdraden. Brei nu een VERHOGING op de achterkant van de hals - lees uitleg hierboven. De verhoging maakt het kledingstuk hoger in de achterkant van de hals. Let op dat de schoudermeerderingen tegelijkertijd gedaan worden als de laatste 3 naalden in verhoging worden gebreid - lees ook het deel SCHOUDERMEERDERINGEN en TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (wanneer u aan de verkeerde kant breit). Als u geen verhoging wilt, ga dan verder met schoudermeerderingen. SCHOUDERMEERDERING: Brei in tricotsteek in de rondte. TEGELIJKERTIJD op de eerste naald meerdert u 4 steken voor de schouder als volgt: Meerder VOOR en NA de steek met de 1e en de 2e markeerdraad – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Ga zo verder en meerder op iedere naald 14 keer in totaal = 182-186-194-198-206-210 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Na de laatste meerdering meet het werk ongeveer 5 cm vanaf de markeerdraad bij de hals midden voor. Brei de volgende naald als volgt: Brei tricotsteek tot er 5-5-6-6-7-7 steken over zijn voor de 1e markeerdraad, kant 11-11-13-13-15-15 steken af (steek met de markeerdraad + 5-5-6-6-7-7 steken aan elke kant hiervan – deze steken zorgen voor een soort kleine "flap"), brei in tricotsteek tot er 5-5-6-6-7-7 steken over zijn voor de 2e markeerdraad, kant 11-11-13-13-15-15 steken af, brei in tricotsteek tot midden achter = 160-164-168-172-176-180 steken. Voeg nu 4 nieuwe markeerdraden in het werk zoals uitgelegd hieronder. Dit wordt tijdens het breien gedaan. Gebruik deze nieuwe markeerdraden bij het meerderen voor de mouwen. Brei 40-41-42-43-44-45 steken in tricotsteek (½ achterpand), voeg de 1e markeerdraad in, zet 36-38-40-42-46-50 nieuwe steken op de naald voor de mouw, voeg de 2e markeerdraad in voor de volgende steek, brei 80-82-84-86-88-90 steken in tricotsteek (voorpand), voeg de 3e markeerdraad in, zet 36-38-40-42-46-50 nieuwe steken op de naald voor de mouw, voeg de 4e markeerdraad in voor de volgende steek, brei 40-41-42-43-44-45 steken in tricotsteek (½ achterpand) = 232-240-248-256-268-280 steken. Meerder dan voor de mouwen zoals uitgelegd hieronder. MOUWMEERDERINGEN: Brei in tricotsteek in de rondte. Meerder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald 4 steken voor de mouwen als volgt: Meerder NA de 1e en de 3e markeerdraad en meerder VOOR de 2e en de 4e markeerdraad – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Meerder nu alleen op de mouwen en het aantal steken op het voorpand en het achterpand blijft hetzelfde. Brei de gemeerderde steken in tricotsteek. Meerder zo iedere andere naald 18-20-21-22-23-24 keer in totaal = 304-320-332-344-360-376 steken. Het werk meet nu ongeveer 18-19-20-21-21-22 cm vanaf de markeerdraad bij de hals. Brei 1-0-0-0-0-0 cm in tricotsteek zonder te meerderen – het werk meet 19-19-20-21-21-22 cm vanaf de markeerdraad bij de hals. Meerder dan voor de pas zoals uitgelegd hieronder. PASMEERDERINGEN: Brei in tricotsteek. Meerder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald 4 steken voor de pas als volgt: Meerder VOOR de 1e en de 3e markeerdraad en NA de 2e en de 4e markeerdraad – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Meerder steken op het voorpand en het achterpand en het aantal steken op de mouwen blijft hetzelfde. Herhaal het meerderen als volgt: S: Meerder iedere 4e naald 2 keer in totaal. M: Meerder iedere 3e naald 4 keer in totaal. L, XL, XXL en XXXL: Meerder om de naald 6-6-7-7 keer in totaal, dan op iedere naald 2-5-9-13 keer in totaal. Na de laatste meerdering zijn er 312-336-364-388-424-456 steken op de naald en meet het werk ongeveer 21-23-25-27-29-31 cm vanaf de markeerdraad midden voor. Verdeel op de volgende naald de pas voor het lijf en de mouwen als volgt: Brei 42-45-50-54-60-65 steken in tricotsteek (½ achterpand), zet de volgende 72-78-82-86-92-98 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-8-8-10-10-12 nieuwe steken op de naald (in de zijkant onder de mouw), brei 84-90-100-108-120-130 steken in tricotsteek (voorpand), zet de volgende 72-78-82-86-92-98 steken op een hulpdraad voor de mouw, 6-8-8-10-10-12 nieuwe steken op de naald (in de zijkant onder de mouw) en brei de laatste 42-45-50-54-60-65 steken in tricotsteek (= ½ achterpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder. LIJF: = 180-196-216-236-260-284 steken. Voeg 1 markeerdraad in aan elke kant – in het midden van de 6-8-8-10-10-12 opgezette steken onder elke mouw. Begin de naald op een van de markeerdraden en brei in tricotsteek in de rondte. Minder bij een hoogte van 6 cm vanaf de scheiding, 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 6 cm 3 keer in totaal = 168-184-204-224-248-272 steken. Brei tot het werk 23 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei boordsteek (1 recht/1 averecht) voor 4 cm. Kant dan losjes af. De trui meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de schouder. MOUWEN: Zet de 72-78-82-86-92-98 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop of een korte rondbreinaald 4 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 6-8-8-10-10-12 nieuw opgezette steken onder de mouw = 78-86-90-96-102-110 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden onder de mouw – in het midden van de 6-8-8-10-10-12 steken. Neem de markeerdraad mee in de hoogte tijdens het breien - het wordt gebruikt voor het minderen. Begin de naald op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte. Minder bij een hoogte van 2-2-2-1-1-1 cm, 2 steken midden onder de mouw - denk om TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2-1-1-1-1-1 cm 4-6-5-4-3-1 keer in totaal = 70-74-80-88-96-108 steken. Brei tot de mouw 10-8-7-5-4-2 cm meet vanaf de scheiding. Brei 1 naald recht en minder 12-14-18-22-26-34 steken verdeeld = 58-60-62-66-70-74 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei 4 cm boordsteek (1 recht/1 averecht). Kant dan losjes af. De mouw meet ongeveer 14-12-11-9-8-6 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde wijze. AFWERKING: Rijg een draad op en neer door de opzetrand op de bovenkant op de mouw. Rimpel de mouwkop zodat het in een rechte lijn komt met de opening waar steken zijn afgekant op de schouder - LET OP: De steken die afgekant zijn op de schouder vormen een kleine "flap" - deze flap moet onder de mouwkop komen en geeft extra stevigheid aan de pofmouw. Naai de mouwkop aan de opening in een rechte lijn - zie A.1 (het figuur toont de schouder en de flap vanaf boven gezien). Herhaal aan de andere kant. |
||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #maytee of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 30 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 232-53
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.