Silver Birch#silverbirchset |
|||||||
![]() |
![]() |
||||||
Gebreide hoofdband met kabel en halswarmer in DROPS Alpaca en DROPS Kid-Silk of DROPS Flora en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt gebreid met boordsteek en tricotsteek.
DROPS 226-56 |
|||||||
---------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- PATROON (geldt voor de hoofdband): Zie telpatronen A.1 tot A.6. Gebruik telpatroon A.1 tot A.5 als de hoofdband in elkaar gezet wordt. RIBBELSTEEK (geldt voor de halswarmer): Brei alle naalden recht. TIP VOOR HET AFKANTEN: Om een strakke afkantrand te voorkomen bij het afkanten, kunt u een naald in een grotere maat gebruiken. Als het nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer iedere 4e steek terwijl u afkant (kant de omslagen af als normale steken). ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- HOOFDBAND – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Brei het werk in de rondte op breinaalden zonder knop als een tube. Naai de uiteinden samen om een kabel midden voor op de hoofdband te vormen. HOOFDBAND: Zet 40-44-48 steken op breinaalden zonder knop maat 5 mm met 1 draad DROPS Alpaca en 1 draad DROPS Kid-Silk of 1 draad DROPS Flora en 1 draad DROPS Kid-Silk (= 2 draden). Brei in de rondte als volgt: Brei 12-14-16 steken in tricotsteek, brei telpatroon A.6 (= 15 steken), en brei 13-15-17 steken in tricotsteek. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei tot het werk ongeveer 49-51-53 cm meet, of brei tot de gewenste lengte - de hoofdband moet een goede pasvorm hebben. Kant af met recht. AFWERKING: Het werk is nu een tube met een opening op elk einde, leg de tube plat neer - zorg ervoor dat de tube niet gedraaid is en dat patroon A.6 is in het midden van de tube zit (dit moet aan de goede kant zijn als het werk gedragen wordt). Sluit nu de openingen aan het einde met een naad aan elke kant, naai in de buitenste lus van de kantsteek om een rommelige naad te voorkomen - zie gestippelde lijnen in telpatroon A.1. Het werk is nu een platte rechthoek, vouw het over de lange kant zodat het dubbel is met het patroon op de goede kant van de hoofdband aan de binnenkant van de vouw - zie telpatroon A.2. Plaats nu de lange kanten van de hoofdband naar elkaar toe in lagen zonder het werk te draaien - zie telpatroon A.3. De uiteinden van de hoofdband zitten nu afwisselend aan de binnenkant en buitenkant van elkaar en de uiteinden moet rand tegen rand zitten - zie telpatroon A.4. Naai nu door alle lagen als volgt: Naai over de gestippelde lijn in telpatroon A.5 (dus over het einde van het werk), en naai met zweepsteek met 1 steek in iedere steek - het is belangrijk dat u door alle lagen naait om een onzichtbare naad te krijgen als het werk gekeerd wordt. Knip en hecht het garen af. Keer het werk zodat de naad aan de binnenkant van de hoofdband zit. ---------------------------------------------------------- HALSWARMER - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het werk wordt heen en weer gebreid van onder naar boven. Begin het werk op de onderkant van het voorpand. Kant af voor de hals en eindig elke schouder apart over de schouders. Meerder dan steken richting de hals voordat u de schouder steken samen zet en ga verder met het achterpand. Eindig door steken op te nemen rondom de hals en brei boordsteek. VOORPAND: Zet 44-48-52 steken op rondbreinaald maat 5 mm met 1 draad DROPS Alpaca en 1 draad DROPS Kid-Silk of 1 draad DROPS Flora en 1 draad DROPS Kid-Silk (= 2 draden). Brei 1 naald averecht en brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Brei 3 kantsteken in RIBBELSTEEK – lees uitleg hierboven, brei boordsteek (= 2 averecht / 2 recht) tot er 5 steken over zijn op de naald, 2 averecht en 3 kantsteken in ribbelsteek. Ga verder met 3 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant en recht boven recht en averecht boven averecht tot het werk ongeveer 4 cm meet en de volgende naald is aan de goede kant. Brei zoals hiervoor over de eerste 9 steken, brei tricotsteek over de volgende 26-30-34 steken, brei zoals hiervoor over de laatste 9 steken. Meerder bij een hoogte van 6 cm, aan elke kant als volgt aan de goede kant: Brei zoals hiervoor over de eerste 10 steken, maak 1 omslag, brei zoals hiervoor tot er 10 steken over zijn op de naald, maak 1 omslag, brei de rest van de naald. Brei op de volgende naald zoals hiervoor maar brei de omslagen gedraaid averecht. Herhaal het meerderen ongeveer iedere 2½ cm tot er 4-4-5 meerderingen zijn gemaakt in totaal aan elke kant = 52-56-62 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei tot het werk 17-18-19 cm meet, zet nu steken op een hulpdraad voor de hals op de volgende naald aan de goede kant als volgt: Brei de eerste 21-22-24 steken zoals hiervoor en zet ze dan op een hulpdraad voor de linker schouder, kant de volgende 10-12-14 steken voor de hals af en brei de rest van de naald. Brei nu de schouders apart verder. RECHTERSCHOUDER: = 21-22-24 steken. Begin op de verkeerde kant, en kant af voor de hals op het begin van iedere naald aan de goede kant als volgt: Kant 2 keer 2 steken af en 2 keer 1 steek = 15-16-18 steken. Brei tot het werk 24-26-28 cm meet vanaf de opzetrand. Voeg een markeerdraad in het werk om vanaf te meten (= midden op de bovenkant van de schouder). Brei tot het werk 3-4-5 cm meet vanaf de markeerdraad op de schouder en de volgende naald is op de verkeerde kant, zet nu steken op richting de hals aan het einde van iedere naald op de verkeerde kant als volgt: zet 2 keer 1 steek op en 2 keer 2 steken = 21-22-24 steken. Het werk meet 7-8-9 cm vanaf de markeerdraad op de schouder. Knip het garen af zet de steken op een andere hulpdraad, brei nu de linkerschouder. LINKERSCHOUDER: Zet de eerste 21-22-24 steken van de hulpdraad terug op de naald. Begin op de verkeerde kant en kant af voor de hals op het begin van iedere naald op de verkeerde kant als volgt: Kant 2 keer 2 steken af en kant 2 keer 1 steek = 15-16-18 steken. Brei tot het werk 24-26-28 cm meet vanaf de opzetrand. Voeg een markeerdraad in het werk om vanaf te meten (= midden op de bovenkant van de schouder). Brei tot het werk 3-4-5 cm meet vanaf de markeerdraad op de schouder en de volgende naald is aan de goede kant, zet nu steken op richting de hals aan het einde van de naald aan de goede kant als volgt: zet 2 keer 1 steek op en 2 keer 2 steken en zet 10-12-14 steken op aan het einde van volgende naald aan de goede kant = 31-34-38 steken. Het werk meet ongeveer 7-8-9 cm vanaf de markeerdraad op schouder. Breng nu de linker en rechterschouder samen en brei het achterpand vanaf hier. Zet de steken van de rechter schouder terug op naald 5 mm en brei over deze steken aan de goede kant = 52-56-62 steken. ACHTERPAND: Ga verder met tricotsteek en patroon zoals hiervoor. Minder tegelijkertijd bij een hoogte van 10½-12-12 cm vanaf de markeerdraad op de schouder, minder steken aan de binnenkant van de buitenste 10 steken aan elke kant als volgt aan de goede kant: Brei patroon zoals hiervoor over de buitenste 10 steken, 2 recht samen, brei tot er 12 steken over zijn op de naald, 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over, brei zoals hiervoor over de laatste 10 steken. Herhaal het minderen aan de binnenkant van de 10 buitenste steken ongeveer iedere 2½ cm tot er 4-4-5 minderingen zijn gemaakt in totaal aan elke kant = 44-48-52 steken. Brei tot het werk 20-22-24 cm meet vanaf de markeerdraad op de schouder - pas zo aan dat het achterpand dezelfde lengte heeft als het voorpand (zonder boordsteek). Brei de volgende naald aan de goede kant als volgt: Brei 3 kantsteken in ribbelsteek, brei boordsteek (= 2 averecht / 2 recht) tot er 5 steken over zijn op de naald, 2 averecht en 3 kantsteken in ribbelsteek. Ga verder met 3 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant en recht boven recht en averecht boven averecht tot het werk ongeveer 4 cm meet en de volgende naald is aan de goede kant. Het werk meet ongeveer 24-26-28 cm vanaf de markeerdraad op de schouder. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht - lees TIP VOOR HET AFKANTEN. HALSRAND: Gebruik rondbreinaald 4 mm en 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden). Begin op de markeerdraad op de schouder en neem ongeveer 96-102-110 steken op. Brei 1 naald averecht en meerder verdeeld naar 100-104-108 steken – het aantal steken moet deelbaar zijn door 4. Brei boordsteek (= 2 recht/2 averecht). Brei tot de boordsteek ongeveer 24 cm meet. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht - denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. |
|||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||
|
|||||||
![]() |
|||||||
![]() |
|||||||
![]() |
|||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #silverbirchset of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 27 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 226-56
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.