Schwartz schreef:
Merci! Donc, les flèches indiquent à chaque fois le début du travail? Et non la fin? C'est cela?
13.09.2019 - 08:59DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Schwartz, en fonction des indications du modèle, la flèche va être le dernier rang approprié à la taille (A.1a, A.1b et A.2a, A.2b) ou le 1er rang (A.3a, A.3b, A.3c). Bon tricot!
13.09.2019 - 11:07
Schwartz Julie schreef:
Bonjour, Je suis perdue à partir de "Quand les diagrammes ont été tricotés 1 fois en hauteur..." dans l'empiecement. Je suis taille M et ne comprends plus les instructions qui suivent. Dans A3a,b et c il n'y a qu'un rang: Comment "tricoter les 12 1ers tours des diagrammes"? Bref, pouvez-vous m'expliquer ce paragraphe,s'il vous plaît? Merci de votre aide.
13.09.2019 - 08:26DROPS Design antwoorde:
Bonjour Mme Schwartz, pour le dos/devant, juste après la séparation des manches, vous tricotez d'abord les 24 tours de A.3a, A.3b, A.3c (la flèche commence en taille M au 1er tour), puis vous tricotez les 12 premiers tours des diagrammes seulement; puis, vous tricotez A.4a, A.4b et A.4c au-dessus de A.3a, A.3b, A.3c. Bon tricot!
13.09.2019 - 08:48
Yolanda Schildermans schreef:
Wanneer is deze in het nederlands beschikbaar
19.08.2019 - 16:08DROPS Design antwoorde:
Dag Yolanda,
Inmiddels is het patroon ook in het Nederlands beschikbaar :) Veel breiplezier!
01.09.2019 - 12:48
Candice schreef:
J'adore ce modèle, je le ferai dès qu'il sera disponible
19.07.2019 - 15:46
Ilaria schreef:
Ce modèle est très joli, j'ai hâte qu'il soit disponible
05.07.2019 - 15:14
Soussou schreef:
Modèle délicat et féminin. Je le tricoterais volontiers.
21.06.2019 - 15:24
Evaline schreef:
I want to do it absolutely :)
08.06.2019 - 14:25
FRANCOISE schreef:
J'aurais plaisir à tricoter ce modèle tout en légèreté.
07.06.2019 - 18:32
Blue Spruce#bluesprucesweater |
||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||
Gebreide trui met raglan in DROPS Alpaca en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met kantpatroon. Maten S - XXXL.
DROPS 205-16 |
||||||||||||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.4. Vind uw maat in de telpatronen. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 76 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 6) = 12.6. In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend elke 12e en 13e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten van het lijf): Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken) maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek (= 4 steken gemeerderd op de naald). RAGLAN (voor de mouwen): Meerder 1 steek aan elke kant van de mouw aan de binnenkant van de markeerdraad en 1 rechte steek (= 4 steken gemeerderd op de naald + de steken welke gemeerderd worden in de telpatronen op de voor- en achterpanden). Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: De hals, de pas en het lijf worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald, vanaf de overgang tussen de linker mouw en het achterpand, van boven naar beneden. De pas wordt verdeeld voor het lijf en mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop, van boven naar beneden. HALS: Zet 76-80-84-88-88-92 steken op met rondbreinaald 4 mm en 1 draad Alpaca + 1 draad Kid-Silk (= 2 draden). Brei 1 naald recht en brei dan 3 cm boordsteek (= 2 recht / 2 averecht). Brei 1 naald recht terwijl u 6-6-2-2-2-2 steken verdeeld meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 82-86-86-90-90-94 steken. Brei 1 naald recht (de omslagen worden gedraaid gebreid). Ga verder met rondbreinaald 5 mm en voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (in de overgang tussen de linker mouw en het achterpand); de pas wordt gemeten vanaf deze markeerdraad! PAS: Brei nu in patroon als volgt: Brei A.1a over de eerste 3 steken, A.1b over de volgende 28 steken (= 2 herhalingen in de breedte), A.1c over de volgende 2 steken, voeg hier een markeerdraad in (= in de overgang tussen het achterpand en de rechter mouw), 1 recht, maak 1 omslag, 6-8-8-10-10-12 recht, maak 1 omslag, 1 recht, voeg hier een markeerdraad in (= in de overgang tussen de rechter mouw en het voorpand), brei A.1a over de volgende 3 steken, A.1b over de volgende 28 steken (= 2 herhalingen in de breedte), A.1c over de volgende 2 steken, voeg hier een markeerdraad in (= in de overgang tussen het voorpand en de linker mouw), 1 recht, maak 1 omslag, 6-8-8-10-10-12 recht, maak 1 omslag, 1 recht. Er is nu 1 markeerdraad in elke overgang tussen het lijf en de mouwen (= 4 markeerdraden – neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte). Bovenop de meerderingen in de telpatronen, heeft u nu 1 steek gemeerderd aan elke kant van de mouwen voor de raglan – lees beschrijving hierboven. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!! Ga verder met dit patroon in de rondte en met meerderen voor de raglan op de mouwen iedere 2e naald 18-19-22-21-20-20 keer en dan iedere 4e naald 2-2-2-3-5-6 keer (= in totaal 21-22-25-25-26-27 meerderingen aan elke kant van elke mouw). Als A.1a tot A.1c klaar zijn in de hoogte, ga dan verder met het patroon op dezelfde manier (dus brei A.1a en A.1c richting de raglan aan de kanten van de voor- en achterpanden, bladpatroon zoals hiervoor tussen deze telpatronen op de voor- en achterpanden en tricotsteek op de mouwen) tot u 36-46-48-48-48-48 naalden van het patroon in de hoogte heeft gebreid en er 75-85-89-89-89-89 steken op de voor- en achterpanden zijn. Er zijn nu 3-4-4-4-5-5 blaadjes over de raglan. Ga verder in de verschillende maten als volgt: Maat M: Ga verder met het bladpatroon op dezelfde manier, maar richting de markeerdraden in elke raglan (op de voor- en achterpanden) breit u patroon A.2 (dus, meerder geen steken meer voor de raglan). Er zijn 85 steken op de voor- en achterpanden. Als u tot en met de pijl in het telpatroon heeft gebreid (en alle meerderingen op de mouwen klaar zijn), zijn er 278 steken op de naald. Het werk meet ongeveer 22 cm. Als het werk korter is dan dit, brei dan verder in bladpatroon tot de juiste lengte (zonder verdere meerderingen voor de raglan). Maten S, L, XL, XXL en XXXL: Ga verder met het bladpatroon op dezelfde manier, maar richting de markeerdraden in elke raglan (op de voor- en achterpanden) brei in patroon zoals te zien is in A.2a en A.2c (brei geen nieuwe blaadjes meer richting de raglan, maar brei tricotsteek en in de maten L, XL, XXL en XXXL een klein kantpatroon tussen het buitenste blad en de meerderingen voor de raglan zoals te zien is in A.2a/A.2c). Als alle meerderingen klaar zijn, zijn er 81-95-97-105-109 steken op de voor- en achterpanden. Als u tot en met de pijl in het telpatroon heeft gebreid (en alle meerderingen op de mouwen zijn klaar) zijn er 262-310-318-338-354 steken op de naald. Het werk meet ongeveer 21-25-25-28-30 cm. Als het werk korter is dan dit, brei dan verder in bladpatroon tot de juiste lengte (zonder verdere meerderingen voor de raglan). ALLE MATEN: Brei nu de volgende naald (= de naald na de naald met de pijl) als volgt: Brei de eerste 81-85-95-97-106-112 steken (= achterpand), plaats de volgende 50-54-60-62-62-62 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 4-8-8-12-14-14 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw), brei de volgende 81-85-95-97-107-115 steken (= voorpand), plaats de volgende 50-54-60-62-62-62 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 4-8-8-12-14-14 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw). In maten XXL en XXXL zijn er 1-3 steken over op de naald. Brei deze steken recht – ze horen bij het achterpand = 81-85-95-97-107-115 steken op het achterpand. Knip de draad af. Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! LIJF: Er zijn 170-186-206-218-242-258 steken op het lijf. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 4-8-8-12-14-14 opgezette steken onder elke mouw (= 2-4-4-6-7-7 nieuwe steken aan elke kant van de hulpdraad). Begin bij een van de markeerdraden en brei dan als volgt – LET OP: Het patroon moet passen over het patroon vanaf de pas; pas aan zodat u op de juiste naald in de telpatronen begint: *12-2-7-10-9-13 recht, brei A.3a over de volgende 17 steken, bladpatroon zoals hiervoor over de volgende 28-56-56-56-70-70 steken (= 2-4-4-4-5-5 herhalingen), A.3c over de volgende 16 steken, 12-2-7-10-9-13 recht (de markeerdraad zit hier) *, brei van *-* 1 keer op de naald. Meerder TEGELIJKERTIJD, als het werk 4 cm meet, 2 steken aan elke kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Herhaal het meerderen als het werk 12 cm meet = 178-194-214-226-250-266 steken. Als het werk ongeveer 17-16-14-13-15-14 cm meet – pas aan zodat u eindigt na een naald zoals naald 12 in A.1b, is er ongeveer 5 cm van het patroon over en 5-6-7-9-6-7 cm tricotsteek over voor de boordsteek op de onderkant van het werk. Brei nu A.4a over A.3a, A.4c over A.3c en A.4b over A.1b. Als de telpatronen klaar zijn in de hoogte, brei dan tricotsteek tot het lijf 27-27-26-27-26-26 cm meet. Brei 1 naald recht terwijl u 26-30-34-34-38-42 steken verdeeld meerdert = 204-224-248-260-288-308 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei 4 cm boordsteek (= 2 recht / 2 averecht). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. De trui meet ongeveer 54-56-58-60-62-64 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUW: Plaats de 50-54-60-62-62-62 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 5 mm en neem 1 steek op in elk van de 4-8-8-12-14-14 opgezette steken onder de mouw = 54-62-68-74-76-76 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de nieuwe steken (2-4-4-6-7-7 nieuwe steken aan elke kant van de hulpdraad). Brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 4 cm meet, minder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3½-2½-2-1½-1½-1½ cm in totaal 9-13-15-17-17-16 keer = 36-36-38-40-42-44 steken. Als de mouw 37-37-35-36-34-33 cm meet, brei dan 1 naald recht terwijl u 4-4-6-4-6-4 steken verdeeld meerdert = 40-40-44-44-48-48 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en brei 4 cm boordsteek (= 2 recht / 2 averecht). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Brei de andere mouw op dezelfde manier. |
||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #bluesprucesweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 25 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 205-16
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.