Fading Circles#fadingcirclessweater |
|||||||
![]() |
![]() |
||||||
Gebreide trui met ronde pas in DROPS Fabel. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met ribbelsteek, strepen en verkorte toeren. Maten S - XXXL.
DROPS 195-3 |
|||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid): 1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht. RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): 1 ribbel = 2 naalden recht. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 106 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 14) = 7.57. In dit voorbeeld, meerdert u door een omslag te maken na afwisselend elke 7e en elke 8e steek (ongeveer). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten van het lijf): Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 4 steken), 1 omslag. Meerder zo op beide markeerdraden (= 4 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald, de omslag gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. STREPEN: Brei 1 naald recht met zwart. Brei 1 naald recht met winter. Herhaal deze 2 naalden. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het werk wordt van boven naar beneden gebreid. De hals wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald. Dan gaat u verder met ribbelsteek en verkorte toeren, heen en weer gebreid in delen; u meerdert in elk deel. U breit 1 ribbel in de rondte met naturel tussen elk deel. Er zijn in totaal 6 delen. De pas wordt verdeeld voor de mouwen en het lijf, welke apart verder worden gebreid. Het lijf wordt in de rondte gebreid met rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop. HALS: Zet 106-110-115-122-127-134 steken op met rondbreinaald 3 mm en zwart. Brei 2 RIBBELS in de rondte – lees beschrijving hierboven. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Brei 1 ribbel in de rondte met naturel en meerder 14-15-15-8-13-16 steken verdeeld op de eerste naald (= de gebreide naald) – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 120-125-130-130-140-150 steken. PAS: De pas wordt verder gebreid in delen, heen en weer gebreid met verkorte toeren en in de rondte met ribbelsteek als volgt: DEEL 1: Ga verder met winter als volgt: Brei 2-2-3-4-4-4 ribbels in de rondte. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald. Brei nu deel 1 met verkorte toeren heen en weer gebreid in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, als volgt: NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 5 steken over zijn voor de markeerdraad (= 115-120-125-125-135-145 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 5 steken over zijn voor de markeerdraad (= 110-115-120-120-130-140 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 3 (= goede kant): Brei recht tot er 10 steken over zijn voor de markeerdraad (= 105-110-115-115-125-135 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 10 steken over zijn voor de markeerdraad (= 100-105-110-110-120-130 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 5 (= goede kant): Brei recht tot er 15 steken over zijn voor de markeerdraad (= 95-100-105-105-115-125 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 15 steken over zijn voor de markeerdraad (= 90-95-100-100-110-120 steken), keer het werk, trek de draad aan. Ga zo verder, dus brei 5 steken minder elke keer dat u het werk keert, tot u 1 naald over de laatste 10-15-10-10-10-10 steken aan de verkeerde kant heeft gebreid (= 11-11-12-12-13-14 ribbels). Knip de draad af. Brei verder in de rondte met naturel als volgt: Begin op de markeerdraad (= begin van de naald). NAALD 1: * 5 steken recht, 1 omslag (dus maak 1 omslag waar de verkorte naald gekeerd wordt) * brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 144-150-156-156-168-180 steken. NAALD 2: Brei alle steken averecht (de omslagen worden niet gedraaid averecht gebreid; zodat er gaatjes ontstaan). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! DEEL 2: Verplaats de markeerdraad 72-75-78-78-84-90 steken (dus het begin van de naald schuift 72-75-78-78-84-90 steken op en deel 2 wordt nu gebreid, beginnend op de markeerdraad). Ga verder met zwart als volgt: Brei 2-2-3-4-4-4 ribbels in de rondte en meerder TEGELIJKERTIJD 24-25-52-52-56-60 steken op de eerste naald (= recht gebreide naald) dus meerder met 1 omslag na iedere 6e-6e-3e-3e-3e-3e steek. De omslagen worden gedraaid gebreid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen = 168-175-208-208-224-240 steken. Brei nu deel 2 met verkorte toeren, heen en weer gebreid in ribbelsteek als volgt: NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 7-7-8-8-8-8 steken over zijn voor de markeerdraad (= 161-168-200-200-216-232 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 7-7-8-8-8-8 steken over zijn voor de markeerdraad (= 154-161-192-192-208-224 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 3 (= goede kant): Brei recht tot er 14-14-16-16-16-16 steken over zijn voor de markeerdraad (= 147-154-184-184-200-216 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 14-14-16-16-16-16 steken over zijn voor de markeerdraad (= 140-147-176-176-192-208 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 5 (= goede kant): Brei recht tot er 21-21-24-24-24-24 steken over zijn voor de markeerdraad (= 133-140-168-168-184-200 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 21-21-24-24-24-24 steken over zijn voor de markeerdraad (= 126-133-160-160-176-192 steken), keer het werk, trek de draad aan. Ga zo verder, dus brei 7-7-8-8-8-8 steken minder elke keer dat u het werk keert tot u 1 naald over de laatste 14-21-16-16-16-16 steken aan de verkeerde kant heeft gebreid (= 11-11-12-12-13-14 ribbels). Knip de draad af. Ga verder in de rondte met naturel als volgt: Begin op de markeerdraad (= begin van de naald). NAALD 1: Brei * 7-7-8-8-8-8 steken recht, 1 omslag (dus maak 1 omslag waar de verkorte naald gekeerd wordt) * brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 192-200-234-234-252-270 steken. NAALD 2: Brei alle steken averecht (de omslagen worden niet gedraaid averecht gebreid, zodat er gaatjes ontstaan). DEEL 3: Verplaats de markeerdraad 96-100-117-117-126-135 steken (dus het begin van de naald schuift 96-100-117-117-126-135 steken op, deel 3 wordt gebreid beginnend op de markeerdraad). Ga verder met winter als volgt: Brei 2-2-3-4-4-4 ribbels in de rondte terwijl u TEGELIJKERTIJD 24-25-26-26-28-30 steken verdeeld op de eerste naald meerdert (= recht gebreide naald); dus meerder door 1 omslag te maken na iedere 8e-8e-9e-9e-9e-9e steek. De omslagen worden gedraaid gebreid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen = 216-225-260-260-280-300 steken. Brei nu deel 3 met verkorte toeren heen en weer gebreid in ribbelsteek als volgt: NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 9-9-10-10-10-10 steken over zijn voor de markeerdraad (= 207-216-250-250-270-290 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 9-9-10-10-10-10 steken over zijn voor de markeerdraad (= 198-207-240-240-260-280 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 3 (= goede kant): Brei recht tot er 18-18-20-20-20-20 steken over zijn voor de markeerdraad (= 189-198-230-230-250-270 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 18-18-20-20-20-20 steken over zijn voor de markeerdraad (= 180-189-220-220-240-260 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 5 (= goede kant): Brei recht tot er 27-27-30-30-30-30 steken over zijn voor de markeerdraad (= 171-180-210-210-230-250 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 27-27-30-30-30-30 steken over zijn voor de markeerdraad (= 162-171-200-200-220-240 steken), keer het werk, trek de draad aan. Ga zo verder, dus brei 9-9-10-10-10-10 steken minder elke keer dat u het werk keert totdat u 1 naald over de laatste 18-27-20-20-20-20 steken aan de verkeerde kant heeft gebreid (= 11-11-12-12-13-14 ribbels). Knip de draad af. Ga verder in de rondte met naturel: Begin op de markeerdraad (= begin van de naald). NAALD 1: Brei * 9-9-10-10-10-10 steken recht, 1 omslag (dus u maakt 1 omslag waar de verkorte naald gekeerd wordt) * brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 240-250-286-286-308-330 steken. NAALD 2: Brei alle steken averecht (de omslagen worden niet gedraaid averecht gebreid, zodat er gaatjes ontstaan). DEEL 4: Verplaatst de markeerdraad 120-125-143-143-154-165 steken (dus het begin van de naald schuift 120-125-143-143-154-165 steken op, deel 4 begint vanaf de markeerdraad). Brei verder met zwart als volgt: Brei 2-2-3-4-4-4 ribbels in de rondte terwijl u TEGELIJKERTIJD 24-25-26-26-28-30 steken verdeeld meerdert op de eerste naald (= de recht gebreide naald); dus u meerdert met 1 omslag na iedere 10e-10e-11e-11e-11e-11e steek. De omslagen worden gedraaid gebreid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen = 264-275-312-312-336-360 steken. Brei nu deel 4 met verkorte toeren heen en weer gebreid in ribbelsteek als volgt: NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 11-11-12-12-12-12 steken over zijn voor de markeerdraad (= 253-264-300-300-324-348 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 11-11-12-12-12-12 steken over zijn voor de markeerdraad (= 242-253-288-288-312-336 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 3 (= goede kant): Brei recht tot er 22-22-24-24-24-24 steken over zijn voor de markeerdraad (= 231-242-276-276-300-324 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 22-22-24-24-24-24 steken over zijn voor de markeerdraad (= 220-231-264-264-288-312 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 5 (= goede kant): Brei recht tot er 33-33-36-36-36-36 steken over zijn voor de markeerdraad (= 209-220-252-252-276-300 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 33-33-36-36-36-36 steken over zijn voor de markeerdraad (= 198-209-240-240-264-288 steken), keer het werk, trek de draad aan. Ga zo verder, dus u breit 11-11-12-12-12-12 steken minder elke keer dat u het werk keert, totdat u 1 naald over de laatste 22-33-24-24-24-24 steken aan de verkeerde kant heeft gebreid (= 11-11-12-12-13-14 ribbels). Knip de draad af. Brei verder in de rondte met naturel als volgt: Begin op de markeerdraad (= het begin van de naald). NAALD 1: Brei * 11-11-12-12-12-12 steken recht, 1 omslag (dus u maakt 1 omslag waar de verkorte naald gekeerd wordt) * brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 288-300-338-338-364-390 steken. NAALD 2: Brei alle steken averecht (de omslagen worden niet gedraaid averecht gebreid, zodat er gaatjes ontstaan). DEEL 5: Verplaats de markeerdraad 144-150-169-169-182-195 steken (dus het begin van de naald schuift nu 144-150-169-169-182-195 steken op, deel 5 begint vanaf de markeerdraad). Ga verder in winter als volgt: Brei 2-2-3-4-4-4 ribbels in de rondte terwijl u TEGELIJKERTIJD 0-25-26-26-28-30 steken verdeeld meerdert op de eerste naald (de recht gebreide naald) dus u meerdert met 1 omslag na iedere 0-12e-13e-13e-13e-13e steek. De omslagen worden gedraaid gebreid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen = 288-325-364-364-392-420 steken. Brei nu deel 5 met verkorte toeren heen en weer gebreid in ribbelsteek als volgt: NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 12-13-14-14-14-14 steken over voor de markeerdraad (= 276-312-350-350-378-406 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 12-13-14-14-14-14 steken over zijn voor de markeerdraad (= 264-299-336-336-364-392 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 3 (= goede kant): Brei recht tot er 24-26-28-28-28-28 steken over zijn voor de markeerdraad (= 252-286-322-322-350-378 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 24-26-28-28-28-28 steken over zijn voor de markeerdraad (= 240-273-308-308-336-364 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 5 (= goede kant): Brei recht tot er 36-39-42-42-42-42 steken over zijn voor de markeerdraad (= 228-260-294-294-322-350 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 36-39-42-42-42-42 steken over zijn voor de markeerdraad (= 216-247-280-280-308-336 steken), keer het werk, trek de draad aan. Ga zo verder, dus u breit 12-13-14-14-14-14 steken minder elke keer dat u het werk keert, totdat u 1 naald over de laatste 24-39-28-28-28-28 steken aan de verkeerde kant heeft gebreid (= 11-11-12-12-13-14 ribbels). Knip de draad af. Ga verder in de rondte met naturel als volgt: Begin op de markeerdraad (= het begin van de naald). NAALD 1: Brei * 12-13-14-14-14-14 steken recht, 1 omslag (dus u maakt 1 omslag waar de verkorte naald gekeerd wordt) * brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 312-350-390-390-420-450 steken. NAALD 2: Brei alle steken averecht (de omslagen worden niet gedraaid averecht gebreid, zodat er gaatjes ontstaan). DEEL 6: Verplaats de markeerdraad 156-175-195-195-210-225 steken (dus het begin van de naald schuift nu 156-175-195-195-210-225 steken op, deel 6 begint op de markeerdraad). Ga verder met zwart als volgt: Brei 2-2-3-4-4-4 ribbels in de rondte terwijl u TEGELIJKERTIJD 0-0-0-26-28-30 steken verdeeld meerdert op de eerste naald (= de recht gebreide naald); dus u meerdert met 1 omslag na iedere 0-0-0-15e-15e-15e steek. De omslagen worden gedraaid gebreid op de volgende naald om gaatjes te voorkomen = 312-350-390-416-448-480 steken. Brei nu deel 6 met verkorte toeren heen en weer gebreid in ribbelsteek als volgt: NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 13-14-15-16-16-16 steken over zijn voor de markeerdraad (= 299-336-375-400-432-464 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 13-14-15-16-16-16 steken over zijn voor de markeerdraad (= 286-322-360-384-416-448 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 3 (= goede kant): Brei recht tot er 26-28-30-32-32-32 steken over zijn voor de markeerdraad (= 273-308-345-368-400-432 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 4 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 26-28-30-32-32-32 steken over zijn voor de markeerdraad (= 260-294-330-352-384-416 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 5 (= goede kant): Brei recht tot er 39-42-45-48-48-48 steken over zijn voor de markeerdraad (= 247-280-315-336-368-400 steken), keer het werk, trek de draad aan. NAALD 6 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 39-42-45-48-48-48 steken over zijn voor de markeerdraad (= 234-266-300-320-352-384 steken), keer het werk, trek de draad aan. Ga zo verder, dus u brei 13-14-15-16-16-16 steken minder elke keer dat u het werk keert, tot u 1 naald over de laatste 26-42-30-32-32-32 steken aan de verkeerde kant heeft gebreid (= 11-11-12-12-13-14 ribbels). Knip de draad af. Ga verder in de rondte met naturel als volgt: Begin op de markeerdraad (= het begin van de naald). NAALD 1: Recht. NAALD 2: Averecht. Knip de draad af. Er zijn nu 312-350-390-416-448-480 steken op de naald. Verplaats de naald 33-37-41-43-44-46 steken naar voren (dus sla de eerste 33-37-41-43-44-46 steken over (= helft van de mouw) over de rechter naald, plaats hier een markeerdraad = begin van de naald). Ga nu verder in de rondte in STREPEN – lees beschrijving hierboven. Als het werk 21-23-24-26-28-30 cm meet vanaf de opzetrand, verdeel dan het werk als volgt: Brei de eerste 90-101-113-122-136-148 steken (= achterpand), plaats de volgende 66-74-82-86-88-92 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 8-8-10-10-12-12 steken op onder de mouw, brei de volgende 90-101-113-122-136-148 steken (= voorpand), plaats de volgende 66-74-82-86-88-92 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 8-8-10-10-12-12 steken op onder de mouw = 196-218-246-264-296-320 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-12-12 nieuwe steken onder elke mouw en verplaats het begin van de naald tot een van deze markeerdraden. LIJF: Ga verder in de rondte in strepen. Als het werk 3 cm meet vanaf waar de mouwen van het lijf zijn gescheiden, meerder dan 1 steek aan elke kant van elke markeerdraad - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo iedere 4-4-8-6-8-6 cm in totaal 6-6-3-4-3-4 keer = 220-242-258-280-308-336 steken. Ga verder met tricotsteek en strepen tot het lijf 30-30-31-31-31-31 cm meet vanaf waar de mouwen gescheiden zijn van het lijf. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Ga nu verder in ribbelsteek met zwart tot het werk 33-33-34-34-34-34 cm meet vanaf waar het lijf en de mouwen gescheiden zijn. Kant af met recht; zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak wordt; u kunt een naald in een maat groter gebruiken als dit een probleem is. MOUW: Plaats de 66-74-82-86-88-92 steken van de hulpdraad op de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-8-10-10-12-12 opgezette steken onder de mouw = 74-82-92-96-100-104 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-12-12 steken onder de mouw. Ga verder met tricotsteek en strepen. Als het werk 1 cm meet vanaf waar de mouwen gescheiden zijn van het lijf, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2½-2-1½-1½-1½-1 cm in totaal 13-16-20-20-21-22 keer = 48-50-52-56-58-60 steken. Als de mouw 39-38-37-36-35-33 cm meet vanaf waar de mouwen gescheiden zijn van het lijf, ga dan verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Ga nu verder met ribbelsteek en zwart tot de mouw 42-41-40-39-38-36 cm meet vanaf waar het is gescheiden van het lijf. Kant af met recht; zorg ervoor dat de afkantrand niet te strak wordt, u kunt een naald in een maat groter gebruiken als dit een probleem is. |
|||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||
|
|||||||
![]() |
|||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #fadingcirclessweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 27 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 195-3
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.