Sarah schreef:
Ich stecke gerade beim Übergang zum Rückenteil fest. Muss ich nach dem Abketten der 6 Maschen des 2. Ärmels die Runde zu ende stricken? Wird der Faden dann abgeschnitten? Oder fange ich mit einem neuen Knäuel bei den Rücken-M. an?
06.12.2015 - 23:28DROPS Design antwoorde:
Ja, Sie stricken die Reihe noch zu Ende. Für das Rückenteil müssen Sie mit einem neuen Faden ansetzen, Sie können aber auch erst das eine Vorderteil mit dem noch vorhandenen Arbeitsfaden weiterstricken.
11.12.2015 - 15:49
Anja schreef:
Luzi hat das Wort mit 2 aa geschrieben, der Puli ist also nicht hart/fest, sondern er haart, bzw. fuselt ;-) Als Tipp könnte ich das Tiefkühlfach nennen, einfach den Puli ein paar Stunden dort hineinlegen. Manchmal hilft das. Bei wenigen Fuseln reicht es auch, vorsichtig mit einer Klebefuselbürste drüberzustreichen.
15.10.2015 - 11:11DROPS Design antwoorde:
Sie haben Recht, danke für die Aufklärung! :-) So schnell kann man etwas missverstehen... - Dass unverzwirntes Dochtgarn wie Eskimo ein wenig zu Fusseln oder Knötchenbildung neigt, lässt sich leider nicht ganz vermeiden. Man kann die Fusseln/Knötchen vorsichtig abzupfen. An sich sollte das Garn möglichst wenig Reibung ausgesetzt werden. Danke auch für Ihren Tiefkühltipp.
16.10.2015 - 12:07
Luzi schreef:
Hallo, habe diesen tollen Pullover für meine Freundin gestrickt,allerdings habe ich folgendes Problem, der Pulli haart,wie kann ich ihn behandeln, das dies besser wird? LG
28.09.2015 - 16:15DROPS Design antwoorde:
Was genau meinen Sie mit hart? Eskimo ist ein sehr weiches Dochtgarn. Wenn Sie sehr fest stricken, kann der Pullover natürlich recht fest werden, aber dann hätten Sie wahrscheinlich die Maschenprobe auch nicht erreicht und sollten eine größere Nadel verwenden, dann wird der Pulli lockerer. Haben Sie die Maschenprobe denn eingehalten und das Originalgarn verwendet?
03.10.2015 - 10:57
Amanda schreef:
Sorry, Nummer 8 80 cm :)
24.06.2015 - 20:46
Amanda schreef:
Sorry, Nummer 8 80 cm :)
23.06.2015 - 22:43
Amanda schreef:
Hallo, ik ben bijna klaar met de mooie trui! Wat voor naald moet ik gebruiken voor de mouwen? De Rondbreinaald 6 80 cm gaat niet lukken... Alvast bedankt!
23.06.2015 - 22:38DROPS Design antwoorde:
Hoi Amanda. Je kan proberen met een kleine naald van 40 cm of naalden zonder knoop (Je breit dan in de rondte over 3 of 4 naalden - net zoals bij sokken). Je kan ook de 80 cm gebruiken, als je de magic loop techniek gebruikt. Kijk hier:
24.06.2015 - 16:28
Angelika schreef:
Hallo, ich verstehe das Abnehmen von 42 Maschen Rueckenteil fuer die Armausschnitte ueberhaupt nicht. Koennt ihr mir weiter helfen?
23.06.2015 - 13:42DROPS Design antwoorde:
Die 42 M bleiben anschließend übrig, nach den Abnahmen für die Armausschnitte. In Ihrer Größe ketten Sie 2 x beidseitig, d.h. am Anfang jeder R, je 1 M ab, d.h. Sie haben insgesamt 4 R, in denen Sie am Anfang eine Abnahme machen: Hin-R 1 M abketten, R zu Ende str, Rück-R 1 M abketten, R zu Ende str (= beidseitig 1 x je 1 M abgenommen), dann wieder Hin-R 1 M abketten, R zu Ende str, Rück-R 1 M abketten, R zu Ende str (= beidseitig insgesamt 2 x je 1 M abgenommen). Nun sind es also an beiden Seiten je 2 M weniger, also 4 M abgenommen, bleiben 42 M übrig.
24.06.2015 - 11:35
Nadine schreef:
Hallo Drops-Team und Community, was muss ich machen, wenn dort steht "Am Anfang und nach 52 M. je einen Markierungsfaden einziehen"? Wenn ich das google bekomme ich viele Treffer zum Thema Hilfsfäden. Aber das ist nicht das gleiche, oder? Denn nach 33cm soll ich den Faden abschneiden und dann vom markierungsfaden weiterstricken. Aber was heißt dass? Bitte helft mir, ich versteh's nicht :-) Vielen Dank!
27.03.2015 - 19:35DROPS Design antwoorde:
Es heißt einfach nur, dass Sie einen Markierer zwischen die M legen, um die Seiten des Pullis kenntlich zu machen, Sie müssen ja an den Seiten die Abnahmen arbeiten. Der Markierer kann z.B. ein kleines Stückchen Faden sein, das Sie zwischen die M legen, oder ein im Handel erhältlicher Maschenmarkierer. Ab dem 1. Seitenmarkierer zählen Sie dann später die M ab, bei denen Sie neu anfangen zu stricken - für die vordere Blende müssen Sie den Arbeitsfaden (die Wolle, mit der Sie stricken) ja abschneiden und neu ansetzen. Schauen Sie sich zum Prinzip der Blende auch das Video oben im Kopf neben dem Foto "Schalkragen oder Bordüre am Ausschnitt" an.
28.03.2015 - 10:47
Yvonne schreef:
Vielen Dank für die schnelle Antwort! Ich habe jetzt das Video gefunden, wo alles genau erklärt ist. Danke für den Tipp! Ich geh dann mal jetzt ribbeln :o)
08.02.2015 - 21:35
Yvonne schreef:
Könnt ihr bitte meinen Nachnamen aus den Kommentaren löschen? Wusste nicht, dass er mit angezeigt wird. Danke!
08.02.2015 - 10:19
Campfire |
|
![]() |
![]() |
Gebreide DROPS trui met capuchon van ”Snow”. Maat S - XXXL.
DROPS 109-1 |
|
Voorbies: brei de voorbies als volgt: * 4 nld recht, 2 nld averecht *, herhaal steeds *-*. Panden: Het werk wordt in het rond gebreid. Zet 96-104-116-128-140-152 st op met rondbreinld 8 mm en Snow. Brei 1 nld av, en brei dan boordst 2 r/2 av. Brei vanaf een hoogte van 10 cm door in tricotst. Plaats 1 merkdraad aan het begin van de nld en na 48-52-58-64-70-76 st (= zijkanten). Let op de steekverhouding! Minder bij een hoogte van 15-16-17-18-19-20 cm 1 st aan weerskanten van beide merkdraden (= 4 st minder per nld). Herhaal de minderingen bij een hoogte van 30-31-32-33-34-35 cm = 88-96-108-120-132-144 st (= 44-48-54-60-66-72 st voor elk voorpand). Knip bij een hoogte van 33-34-35-36-37-38 cm de draad af. Brei door als volgt: Begin na de 15e-17e-20e-23e-26e-29e st van de 1e merkdraad. Brei 14 st voorbies – Lees de beschrijving hierboven, en tricotst over de volgende 74-82-94-106-118-130 st. Neem vervolgens 14 nieuwe st op achter de voorbies = 102-110-122-134-146-158 st. Brei vervolgens heen en weer met 14 voorbiesst aan weerskanten. Meerder tegelijkertijd bij een hoogte van 36-37-38-39-40-41 cm 1 st aan weerskanten van beide merkdraden (= 4 st meerder per nld). Herhaal de meerderingen bij een hoogte van 46-47-48-49-50-51 cm = 110-118-130-142-154-166 st. Kant bij een hoogte van 50-51-52-53-54-55 cm 6 st af aan beide zijkanten (dwz, 3 st aan weerskanten van beide merkdraden) = 98-106-118-130-142-154 st. De panden worden afzonderlijk verder gebreid. Achterpand: = 42-46-52-58-64-70 st. Kant vervolgens af voor de armsgaten aan weerskanten. Kant af aan het begin van elke nld als volgt: 0-0-1-2-3-4 x 2 st en 1-2-2-3-3-4 x 1 st = 40-42-44-44-46-46 st. Kant bij een hoogte van 68-70-72-74-76-78 cm de middelste 12-12-14-14-16-16 st af voor de hals. Kant in de volgende nld nog 1 st af aan beide halszijden = 13-14-14-14-14-14 st over op elke schouder. Kant bij een totale hoogte van 70-72-74-76-78-80 cm de st af. Rechter voorpand: = 28-30-33-36-39-42 st. Kant af voor het armsgat aan de zijkant zoals voor het achterpand = 27-28-29-29-30-30 st. Plaats bij een hoogte van 60-62-64-66-68-70 cm de eerste 14 st van het middenvoor op een hulpnld. Kant vervolgens af voor de hals langs het middenvoor in elke 2e nld als volgt: 0-0-1-1-2-2 x 1 st = 13-14-14-14-14-14 st over op de schouder. Kant bij een totale hoogte van 70-72-74-76-78-80 cm de st af. Linker voorpand: Brei zoals het rechter voorpand, maar dan in spiegelbeeld. Mouw: Het werk wordt in het rond gebreid op de sokkenbreinld. Zet 28-28-28-32-32-32 st op met sokkenbreinld 8 mm en Snow. Plaats 1 merkdraad aan het begin van de nld. Brei 1 nld averecht. Brei vervolgens boordst 2 r/2 av. Brei vanaf een hoogte van 8 cm door in tricotst, en minder tegelijkertijd gelijkmatig 2-2-0-4-2-2 st in de 1e nld tricotst = 26-26-28-28-30-30 st. Meerder vanaf een hoogte van 10 cm 7-8-8-10-10-12 x 1 st aan weerskanten van de merkdraad op elke 6-5-5-3½-3½-2½ cm = 40-42-44-48-50-54 st. Kant bij een hoogte van 49-48-48-46-45-44 cm 3 st af aan weerskanten van de merkdraad - NB! De grote maten hebben kortere mouwen omdat de mouwkop langer is en de schouders breder zijn - de mouw wordt nu heen en weer gebreid. Kant vervolgens af voor de mouwkop aan weerskanten van de mouw. Kant af aan het begin van elke nld: 1 x 2 st en 2-3-4-5-6-7 x 1 st, en kant daarna steeds 2 st af aan weerskanten tot een hoogte van 56-56-57-57-57-58 cm, en kant dan nog 1 x 3 st af aan weerskanten. Kant de resterende st af. De mouw heeft een totale lengte van ca 57-57-58-58-58-59 cm. Capuchon: Neem ca 60 tot 65 st op rondom de hals met breinld 8 mm en Snow (incl. de st van de hulpnld). Brei 4 nld recht, maar brei de voorbiezen zoals eerder. Meerder tegelijkertijd gelijkmatig 5 st in de laatste nld, meerder niet boven de voorbiesst = 65 tot 70 st. Brei nu tricotst met 14 voorbiesst aan weerskanten tot de capuchon een hoogte van 35-35-36-36-37-37 cm heeft. Kant de st af. Leg de capuchon dubbel en sluit de naad boven op de capuchon op de goede kant. Afwerken: Naai de mouwen in de trui. |
|
![]() |
|
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 21 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 109-1
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.