Braided Beauty Cardigan#braidedbeautycardigan |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Gebreid vest in DROPS Lima of DROPS Daisy. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan, kabels, ¾-lengte mouwen en riem. Maten XS - XXXL.
DROPS 262-23 |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- BIEZEN: Het vest wordt gebreid met 3 steken voor de biezen. Als u grotere biezen wilt, zet dan 5 extra steken op aan elke kant en brei ze volgens A.1. Brei de knoopsgaten verdeeld op de voorbies. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.14. De telpatronen toont het patroon aan de goede kant. De telpatronen worden van rechts naar links gelezen als u aan de goede kant breit en van links naar rechts als u aan de verkeerde kant breit. Vanwege de kabels met kant, varieert het aantal steken. Te de steken altijd zonder de geminderde/gemeerderde steken, dus de kabel wordt altijd als 3 steken geteld. RAGLAN: Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, welke als volgt wordt gebreid op de volgende naald: VOOR DE RAGLANSTEEK: Brei averecht door de achterste lus om een gaatje te voorkomen. Brei de nieuwe steek in het patroon. NA DE RAGLANSTEEK: Haal de omslag van de linker naald en zet hem omgekeerd terug op de linker naald (voeg de linker naald in aan de achterkant als u hem terugzet). Brei averecht door de voorste lus om een gaatje te voorkomen. Brei de nieuwe steek in het patroon. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraadsteek als volgt: Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraadsteek, brei 3 recht/averecht (afhankelijk van het patroon) samen, de markeerdraadsteek is de middelste van deze 3 steken (2 steken geminderd). DUBBEL RECHT: NAALD 1 (goede kant): * Haal de eerste/volgende steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht *, brei van *-* tot het EINDE VAN DE NAALD, keer het werk. NAALD 2 (verkeerde kant): * Haal de eerste/volgende steek averecht af met de draad aan de voorkant, 1 recht *, brei van *-* tot het EINDE VAN DE NAALD, keer het werk. Herhaal NAALDEN 1 en 2. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK. Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. De hals en de pas worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald, vanaf midden voor en van boven naar beneden. Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder heen en weer gebreid, terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden in de rondte gebreid, van boven naar beneden. Als er een «0» in uw maat staat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende instructie. HALS: Zet 121-125-131-137-143-149-155 steken op met rondbreinaald 4 mm en DROPS Lima of DROPS Daisy – lees BIEZEN in uitleg hierboven. Brei de eerste naald aan de goede kant als volgt: Brei A.1, 1 averecht (3 voorbiessteken), brei boordsteek (1 averecht, 1 recht) tot er 3 steken over zijn op de naald, 1 averecht en brei A.1 (3 voorbiessteken). Ga verder met deze boordsteek voor 2-2-2-2-3-3-3 cm, eindig na een naald aan de goede kant. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant (de biezen worden verder gebreid zoals hiervoor) en meerder 57-53-47-73-67-61-55 steken verdeeld = 178-178-178-210-210-210-210 steken. Vanwege het gewicht van het garen, rekt de halslijn uit tijdens het dragen. Voor een strakkere halslijn kunt u een toer van vasten aan de verkeerde kant in de laatste naald van de hals (als het kledingstuk klaar is). Voeg 1 markeerder in aan de binnenkant van een voorbies. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten. PAS: Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Voeg 4 markeerders in zonder de steken te breien en elke markeerder wordt in een rechte steek gevoegd. U meerdert voor raglan aan elke kant van de markeerdraadsteek + 1 averechte steek aan elke kant. Deze 3 steken worden raglansteken genoemd. De raglanmeerderingen zijn in de telpatronen aangegeven. Tel 23-23-23-31-31-31-31 steken (= linker voorpand), tel 3 steken en voeg 1 markeerder in, in de middelste steek (= raglansteken), tel 40-40-40-40-40-40-40 steken (= mouw), tel 3 steken en voeg 1 markeerder in, in de middelste steek (= raglansteken), tel 40-40-40-56-56-56-56 steken (= achterpand), tel 3 steken en voeg 1 markeerder in, in de middelste steek (= raglansteken), tel 40-40-40-40-40-40-40 steken (= mouw), tel 3 steken en voeg 1 markeerder in, in de middelste steek (= raglansteken). Er zijn 23-23-23-31-31-31-31 steken over na de laatste markeerder (= rechter voorpand). Brei PATROON – lees uitleg hierboven, met de biezen zoals hiervoor, meerder voor de RAGLAN aan elke kant van de raglansteken – lees uitleg hierboven, brei aan de goede kant als volgt: VOORPAND: Brei A.1, 1 averecht (= 3 voorbiessteken), brei 0-0-0-1-1-1-1 keer A.2, A.3, 1 averecht, 1 recht, 1 averecht (= 3 raglansteken). MOUW: Brei A.4, A.5, A.7. ACHTERPAND: 1 averecht, 1 recht, 1 averecht (= 3 raglansteken), brei A.4, 0-0-0-1-1-1-1 keer A.2, A.5, brei 0-0-0-1-1-1-1 keer A.6, A.7, 1 averecht, 1 recht, 1 averecht (= 3 raglan-steken). MOUW: Brei A.4, A.5, A.7. VOORPAND: 1 averecht, 1 recht, 1 averecht (= 3 raglansteken), brei A.8, A.6 0-0-0-1-1-1-1 keer, 1 averecht, A.1 (= 3 voorbies-steken). Ga verder met dit patroon, brei de omslagen zoals beschreven in RAGLAN hierboven. Als A.3, A.4, A.6 en A.7 klaar zijn in de hoogte, zijn er 370-370-370-402-402-402-402 steken: 47-47-47-55-55-55-55 steken op elk voorpand, 88-88-88-104-104-104-104 steken op het achterpand, 88-88-88-88-88-88-88 steken op elke mouw en 3 steken in elke raglanlijn. Ga verder als volgt aan de goede kant: VOORPAND: Brei A.1, 1 averecht (= 3 voorbiessteken), ga verder met het patroon tot er 8 steken over zijn voor de 3 raglansteken, brei A.9, brei de raglansteken. MOUW: Brei A.13, ga verder met het patroon tot er 1 steek over is, brei A.14. ACHTERPAND: Brei de raglansteken, A.10, ga verder met het patroon tot er 1 steek over is voor de raglansteken, brei A.11, brei de raglansteken. MOUW: Brei A.13, ga verder met het patroon tot er 1 steek over is, brei A.14. VOORPAND: Brei de raglansteken, A.12, ga verder met het patroon tot er 3 steken over zijn, 1 averecht, A.1 (= 3 voorbiessteken). Als A.9, A.12, A.13 en A.14 klaar zijn in de hoogte (gebreid tot en met de naald met een pijl in A.10/ A.11), zijn er 506-506-506-538-538-538-538 steken: 64-64-64-72-72-72-72 steken op elk voorpand, 122-122-122-138-138-138-138 steken op het achterpand, 122-122-122-122-122-122-122 steken op elke mouw en 3 steken in elke raglanlijn. In de maten XS, S en XL zijn alle meerderingen klaar. Ga gelijk verder met ALLE MATEN hieronder. In de maten M, L, XXL en XXXL zijn de mouwmeerderingen klaar, maar de meerderingen op het lijf gaan verder als volgt: MATEN M-L-XXL-XXXL: Meerder 4 steken iedere 2e naald 0-0-3-0-4-10-15 keer – meerder niet op de mouwen, alleen op de voor- en achterpanden. Brei de omslagen zoals beschreven in de RAGLAN. Op het achterpand breit u de nieuwe steken in A.10/A.11 tot de telpatronen klaar zijn, dan in de dubbele gerstekorrel. Op de voorpanden breit u de nieuwe steken in de dubbele gerstekorrel. Er zijn 506-506-518-538-554-578-598 steken: 64-64-67-72-76-82-87 steken op elk voorpand, 122-122-128-138-146-158-168 steken op het achterpand, 122-122-122-122-122-122-122 steken op elke mouw en 3 steken in elke raglanlijn. ALLE MATEN: Ga verder met het patroon en de biezen tot de pas 30-30-32-32-33-37-40 cm meet vanaf de markeerder midden voor. Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Het werk wordt verdeeld bij de raglansteken als volgt: Brei 67-67-70-75-79-85-90 steken zoals hiervoor (= voorpand, inclusief de raglansteken), plaats de volgende 122-122-122-122-122-122-122 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 5-9-11-13-15-17-19 steken op (midden onder de mouw), brei 128-128-134-144-152-164-174 steken zoals hiervoor (= achterpand), plaats de volgende 122-122-122-122-122-122-122 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 5-9-11-13-15-17-19 steken op (midden onder de mouw), brei de laatste 67-67-70-75-79-85-90 steken zoals hiervoor (= voorpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 272-280-296-320-340-368-392 steken. Ga verder met het gecreëerde patroon. A.2, A.6 en A.5 tonen een hele herhaling van het patroon in de hoogte. Ga verder met het patroon en biezen tot het werk 54-56-58-60-62-64-66 cm meet vanaf de markeerder midden voor. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant en meerder 1 steek (de biezen worden verder gebreid zoals hiervoor) = 273-281-297-321-341-369-393 steken. Brei op de volgende naald aan de goede kant, boordsteek als volgt: Brei voorbiessteken zoals hiervoor, (1 averecht, 1 recht) tot er 4 steken over zijn, 1 averecht en brei voorbies-steken zoals hiervoor. Brei deze boordsteek terug aan de verkeerde kant. Kant af met boordsteek of brei Italiaans afkanten. De top meet ongeveer 55-57-59-61-63-65-66 cm vanaf de markeerder midden voor en 62-64-66-68-70-72-74 cm vanaf de schouder. MOUWEN: Plaats de 122-122-122-122-122-122-122 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 5-9-11-13-15-17-19 opgezette steken onder de mouw = 127-131-133-135-137-139-141 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 5-9-11-13-15-17-19 steken onder de mouw, de naald begint bij de markeerdraad. Ga verder met het gecreëerde patroon in de rondte met dubbele gerstekorrel over de opgenomen steken onder de mouw. A.2, A.6 en A.5 tonen een hele herhaling van het patroon in de hoogte TEGELIJKERTIJD, als de mouw 2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN als volgt: Minder 2 steken iedere 4½-4½-3½-3½-2½-2-1½ cm in totaal 4-4-5-5-6-6-6 keer = 119-123-123-125-125-127-129 steken. Brei verder tot de mouw 18-20-19-17-16-14-11 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) voor 2-2-2-2-3-3-3 cm. Kant ietwat losjes af met boordsteek of brei Italiaans afkanten. De mouw meet ongeveer 20-22-21-19-19-17-14 cm vanaf de scheiding. RIEM: Zet 16 steken op met breinaalden zonder knop maat 4 mm. Brei DUBBEL RECHT heen en weer gebreid – lees uitleg hierboven. Als de riem 100-120 cm meet, brei dan alle steken 2 aan 2 recht samen = 8 steken. Kant af. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
![]() |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #braidedbeautycardigan of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 31 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 262-23
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.