Rain Trail Sweater#raintrailsweater |
||||||||||
![]() |
![]() |
|||||||||
Gebreide trui in DROPS Daisy en DROPS Merino Extra Fine. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid in tricotsteek, raglan en kleine kabels. Maten XS - XXXL.
DROPS 263-7 |
||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatroon A.1. RAGLAN: Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, welke als volgt wordt gebreid op de volgende naald: VOOR DE RAGLANSTEEK: Haal de omslag van de linker naald en zet hem omgekeerd terug op de linker naald (voeg de linker naald in aan de achterkant als u hem terug zet). Brei recht door de voorste lus om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steek in tricotsteek. NA DE RAGLANSTEEK: Brei recht door de achterste lus om een gaatje te voorkomen. Brei dan de nieuwe steek in tricotsteek. TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus, 90 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 24) = 3.8. In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer elke 4e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. MOUWTIP: Als u steken opneemt onder de mouw, kan er een klein gaatje ontstaan in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouw. Dit gaatje kan gesloten worden door de draad tussen 2 steken op te nemen en deze gedraaid samen te breien met de eerste steek tussen het lijf en de mouw. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd). ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel wanneer nodig. De hals en de pas worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden en vanaf de rechter schouder achter. Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder in de rondte gebreid, terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden van boven naar beneden gebreid, in de rondte. Als er een «0» in uw maat staat, sla dan de informatie over en ga gelijk verder met de volgende instructie. HALS: Zet 124-124-132-132-140-148-148 steken op met rondbreinaald 4 mm en DROPS Daisy van DROPS Merino Extra Fine. Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm. Brei boordsteek en PATROON in de rondte – lees uitleg hierboven, op de eerste naald als volgt: Brei A.1, dan boordsteek (2 averecht, 2 recht) over de volgende 10-10-10-10-10-10-10 steken, A.1, boordsteek (2 averecht, 2 recht) over de volgende 10-10-10-10-10-10-10 steken, A.1, boordsteek (2 averecht, 2 recht) over de volgende 30-30-34-34-38-42-42 steken, A.1, boordsteek (2 averecht, 2 recht) over de volgende 10-10-10-10-10-10-10 steken, A.1, boordsteek (2 averecht, 2 recht) over de volgende 10-10-10-10-10-10-10 steken, A.1, boordsteek (2 averecht, 2 recht) over de volgende 30-30-34-34-38-42-42 steken. Ga verder met deze boordsteek en patroon voor 8-9-9-10-10-11-11 cm. Brei de volgende naald als volgt: Brei A.1, brei 2 steken gedraaid recht samen, 6 recht, 2 recht samen, A.1, brei 2 steken gedraaid recht samen, 6 recht, 2 recht samen, A.1, 30-30-34-34-38-42-42 recht, A.1, brei 2 steken gedraaid recht samen, 6 recht, 2 recht samen, A.1, brei 2 steken gedraaid recht samen, 6 recht, 2 recht samen, A.1, 30-30-34-34-38-42-42 recht (= 8 steken geminderd) = 116-116-124-124-132-140-140 steken. De hals is nu klaar. De naald begint op de rechter schouder achter. Voeg 1 markeerder in na de eerste 43-43-45-45-47-49-49 steken (ongeveer midden voor); het werk wordt nu vanaf hier gemeten. PAS: Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Voeg 8 markeerders in, zonder de steken te breien en voeg ze aan elke kant van A.1 in (4 steken), welke raglansteken worden genoemd. U meerdert voor de raglan aan elke kant van de raglansteken. Voeg markeerder-1 in op het begin van de naald, tel 4 steken (= A.1 = raglansteken), Voeg markeerder-2 in voor de volgende steek, tel 20-20-20-20-20-20-20 steken (= mouw), Voeg markeerder-3 in voor de volgende steek, tel 4 steken (= A.1 = raglansteken), Voeg markeerder-4 in voor de volgende steek, tel 30-30-34-34-38-42-42 steken (= voorpand), Voeg markeerder-5 in voor de volgende steek, tel 4 steken (= A.1 = raglansteken), Voeg markeerder-6 in voor de volgende steek, tel 20-20-20-20-20-20-20 steken (= mouw), Voeg markeerder-7 in voor de volgende steek, tel 4 steken (= A.1 = raglansteken), Voeg markeerder-8 in voor de volgende steek, er zijn 30-30-34-34-38-42-42 steken over na de laatste markeerder (= achterpand). Ga verder met tricotsteek en patroon, meerder voor de RAGLAN aan elke kant van de raglansteken – lees beschrijving hierboven, als volgt: NAALD 1: Brei recht en ga verder met A.1 (dus, op elke raglanlijn en op de bovenkant van de mouwen), meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken (= 8 gemeerderde steken). LET OP: Meerder op het begin van de naald na markeerder-2 en meerder aan het einde van de naald voor markeerder-1. NAALD 2: Brei recht en ga verder met het patroon (denk erom dat de omslagen gedraaid gebreid worden zoals beschreven onder RAGLAN). Brei NAALDEN 1 en 2 in totaal 10-6-8-11-16-13-9 keer (20-12-16-22-32-26-18 naalden gebreid) = 196-164-188-212-260-244-212 steken. Denk om de stekenverhouding. Meerder nu als volgt: NAALD 1: Brei recht en ga verder met A.1, meerder voor de raglan aan elke kant van de raglansteken (= 8 gemeerderde steken). NAALD 2: Brei recht en ga verder met A.1 (denk erom dat de omslagen gedraaid gebreid worden). NAALD 3: Brei recht en ga verder met A.1, meerder voor raglan op de voor- en achterpanden, dus na markeerders 4 en 8 en voor markeerders 5 en 1 – meerder niet op de mouwen (= 4 gemeerderde steken). NAALD 4: Brei recht en ga verder met A.1 (denk erom dat de omslagen gedraaid gebreid worden). Brei NAALDEN 1 tot 4 in totaal 10-12-12-12-11-14-17 keer (40-48-48-48-44-56-68 naalden gebreid = 10-12-12-12-11-14-17 meerderingen in de hoogte op de mouwen en 20-24-24-24-22-28-34 meerderingen in de hoogte op de voor- en achterpanden) = 316-308-332-356-392-412-416 steken. Alle meerderingen voor de raglan zijn klaar. Er zijn in totaal 20-18-20-23-27-27-26 meerderingen in de hoogte op de mouwen en 30-30-32-35-38-41-43 meerderingen in de hoogte op de voor- en achterpanden. Brei recht en ga verder met A.1 zonder te meerderen tot de pas 21-21-23-25-27-29-31 cm meet vanaf de markeerder midden voor. Verdeel nu het voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Ga verder met A.1 over de eerste 4 steken (deze steken horen bij het achterpand), plaats de volgende 60-56-60-66-74-74-72 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-16-16-18-18-22-28 steken op (midden onder de mouw), brei 98-98-106-112-122-132-136 steken zoals hiervoor (= voorpand), plaats de volgende 60-56-60-66-74-74-72 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-16-16-18-18-22-28 steken op (midden onder de mouw), brei de laatste 94-94-102-108-118-128-132 steken zoals hiervoor (= rest van het achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. LIJF: = 212-228-244-260-280-308-328 steken. De naald begint voor markeerder-1. Ga verder met tricotsteek en A.1 (het patroon loopt verder ondanks dat de raglanmeerderingen klaar zijn) tot het werk 39-41-43-44-46-47-49 cm meet vanaf de markeerder midden voor. Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei boordsteek terwijl u TEGELIJKERTIJD steken verdeeld meerdert op de eerste naald als volgt: NAALD 1: Ga verder met A.1, brei boordsteek (2 averecht, 2 recht) over de volgende 8-16-16-18-8-22-28 steken, meerder 2-6-6-4-4-4-6 steken verdeeld over deze steken – lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 10-22-22-22-22-26-34 ribbelsteken), ga verder met A.1, brei boordsteek (2 averecht, 2 recht) over de volgende 90-90-98-104-114-124-128 steken en meerder 24-24-24-26-32-34-34 steken verdeeld over deze steken (= 114-114-122-130-146-158-162 ribbelsteken), A.1, brei boordsteek (2 averecht, 2 recht) over de volgende 8-16-16-18-18-22-28 steken en meerder 2-6-6-4-4-4-6 steken verdeeld over deze steken (= 10-22-22-22-22-26-34 ribbelsteken), A.1, brei boordsteek (2 averecht, 2 recht) over de volgende 90-90-98-104-114-124-128 steken en meerder 24-24-24-26-32-34-34 steken verdeeld over deze steken (= 114-114-122-130-146-158-162 ribbelsteken) = 264-288-304-320-352-384-408 steken. Ga verder met deze boordsteek en patroon voor 8-8-8-9-9-10-10 cm. Kant af met boordsteek. De trui meet ongeveer 47-49-51-53-55-57-59 cm vanaf de markeerder midden voor en 52-54-56-58-60-62-64 cm vanaf de schouder. MOUWEN: Plaats de 60-56-60-66-74-74-72 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-16-16-18-18-22-28 opgezette steken onder de mouw – lees MOUWTIP = 68-72-76-84-92-96-100 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 8-16-16-18-18-22-28 steken onder de mouw - de naald begint bij de markeerdraad. Brei in tricotsteek in de rondte, met A.1 op de bovenkant van de mouw. TEGELIJKERTIJD, als de mouw 1 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN als volgt: Minder 2 steken iedere 2e naald 2-2-2-2-3-3-3 keer, minder dan 2 steken iedere 2 cm in totaal 0-0-1-3-4-5-5 keer = 64-68-70-74-78-80-84 steken. Brei verder tot de mouw 37-38-36-34-32-29-28 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht). Meerder tegelijkertijd 18-22-20-24-24-22-26 steken verdeeld op de eerste naald = 82-90-90-98-102-102-110 steken. LET OP: Meerder niet over A.1 en pas de boordsteek aan zodat u 2 averechte steken heeft aan elke kant van A.1 en A.1 doorloopt op de boord. Als de boord 8-8-8-9-9-10-10 cm meet, kant dan ietwat losjes af met boordsteek. De mouw meet ongeveer 45-46-44-43-41-39-38 cm vanaf de scheiding. |
||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||
|
||||||||||
![]() |
||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #raintrailsweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 30 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 263-7
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.