Inger Marit Lien schreef:
I denne oppskriften står det å legge opp 92 m til halskant i str L. På bærestykket står det 88 m til fordeling til erme, for- og bakstykke. Hva er riktig?
09.04.2025 - 18:50DROPS Design antwoorde:
Hej Inger Marit, det stemmer, du starter med 92 masker, og når du har strikket kanten fortsætter du med glatstrik og A.1. På første pind tager du 1 maske ind i hver A.1 92-4=88 masker - God fornøjelse!
10.04.2025 - 08:59
Sietske schreef:
Wilt u zo vriendelijk zijn om de vraag en het antwoord van Diane over A1 en A2 in het Nederlands te vertalen?\\\\\\\\r\\\\\\\\nIk zit met de zelfde vraag .\\\\\\\\r\\\\\\\\nHartelijk dank
21.03.2025 - 13:52
Dianne schreef:
Thank you for answering. I found the Diagram instructions. Is A1 knitted on one side of the raglan then increase on both sides of the imaginary marker then increase again, before A2 on the other side of the raglan? Or are the increases on the stockinette row? I am a very visual person and can not visualize the instructions. Is it possible to do a video of this stitch sequence? This seems above my knitting experience. Or are you stating that there are 2 raglan lines? Thanks for your help.
26.02.2025 - 19:45DROPS Design antwoorde:
Dear Dianne, diagram A.1 first then A.2 are worked at the transition between each piece, they are the raglan lines where you will increase before or/and after for raglan (see RAGLAN; So on the very first round you will work A.1 (1 time in width at each transition) increasing in A.1 as explained under diagram text. Then work 2nd round A.1 knitting all stitches. Now work A.2 (1 time in width at each transition = 4 times on the round in total) instead of A.1 at the transition of each piece for the raglan and start increasing at the same time for raglan. Happy knitting!
27.02.2025 - 10:36
Dianne schreef:
I understand much gets lost in the translation from language to language, but the way it's written in the set up row to place the markers for sleeves and bodice make no sense to me.It says 11+11+23+23=84 sts. it doesn't.And the A1 and A2 diagram also makes no sense to me.What are the lines inside the squares supposed to mean?It could be so simple but the written pattern makes it so difficult. It shouldn't be so hard to figure out. can't it just say where to place the markers? Thanks
25.02.2025 - 04:46DROPS Design antwoorde:
Dear Dianne, A.1 and A.2 are the diagrams worked at each raglan - you first work A.1 then repeat A.2 in heigth as long as stated. A.1 is worked over 5 sts so that you will have: 5 sts A.1, 11 sts , 5 sts A.1, 23 sts, 5 sts A.1, 11sts, 5 sts A.1, 23 sts=5+11+5+23+5+11+5+23=88 sts. Rad more about diagrams here. We don't use markers for raglan here but you can use some if you like to, you can add one marker before/after each raglan line = A.1 first then A.2. Happy knitting!
26.02.2025 - 10:27
Anita schreef:
Bonjour, Je ne trouve pas le même nombre de mailles total à l'empiècement. Pour une taille L, j'obtiens 11+25+11+25 = 72m alors que vous donnez 88 m. Pour les autres tailles, c'est pareil. Y a-t-il quelque chose que je ne comprends pas ou bien est-ce une coquille ? Cordialement,
09.02.2025 - 16:07DROPS Design antwoorde:
Bonjour Anita, il semble que vous oubliez les mailles de A.1 = celles du raglan à tricoter à chaque transition entre les manches et le dos/le devant, soit: 5 m de A.1, 11 m de manche, 5 m de A.1, 25 m de devant, 5 m de A.1, 11 m de manche, 5 m de A.1, et 25 m de dos = 5+11+5+25+5+11+5+25=92 mailles. Notez qu'au 1er rang de A.1, vous diminuez 1 maille (cf 3ème symbole dans la légende, il reste ainsi 4 m dans chaque A.1 pour la torsade de A.2 et ainsi 88 mailles sur l'aiguille. Bon tricot!
10.02.2025 - 10:51
Paula schreef:
Please can you think of creating patterns designed for more slender people. You used to have smaller sizes . This may be the fashion but the finished article swamps me. It looks big on the model too.
08.02.2025 - 11:16
Frosted Whisper#frostedwhispersweater |
|||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||
Gebreide trui in DROPS Daisy en DROPS Kid-Silk of DROPS Lima en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan, kabels en rolranden. Maat: S - XXXL.
DROPS 258-3 |
|||||||||||||
---------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatronen A.1 en A.2. RAGLAN: MEERDER 1 STEEK RICHTING RECHTS VOOR A.2: Maak een omslag op de rechter naald door de draad om de rechter naald te plaatsen vanaf de achterkant en naar voren, brei op de volgende naald de omslag recht in de voorste lus van de steek. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. MEERDER 1 STEEK RICHTING LINKS NA A.2: Maak een omslag op de rechter naald door de draad aan de voorkant van de naald te plaatsen en dan naar achteren te halen, brei op de volgende naald de omslag recht in de achterste lus van de steek. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). MOUWTIP: Als u steken opneemt midden onder de mouw, ontstaat er een klein gaatje in de overgang tussen de steken op het lijf en de mouwen. Deze gaatjes kunnen gesloten worden door de draad tussen twee steken op te nemen - brei deze draad gedraaid samen met de eerste steek tussen het lijf en de mouw zodat de gaatjes sluiten. ---------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ---------------------------------------------------------- TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: In dit patroon worden naalden van verschillende lengtes gebruikt, begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig. Brei de halsrand en de pas in de rondte op de rondbreinaald vanaf de rechter schouder achter en brei van boven naar beneden. Als de pas klaar is, verdeel dan het werk voor het lijf en de mouwen. Brei het lijf naar beneden in de rondte op de rondbreinaald terwijl de mouwen wachten. Brei dan de mouwen naar beneden in de rondte op de naald. HALSRAND: Zet 84-88-92-96-96-100 steken op rondbreinaald 5.5 mm met 1 draad DROPS Daisy en 1 draad DROPS Kid-Silk (= 2 draden), of 1 draad DROPS Lima en 1 draad DROPS Kid-Silk (= 2 draden). Ga verder met rondbreinaald 4 mm en 4 recht naalden, brei dan 2 naalden boordsteek (= 1 recht/1 averecht). PAS: Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm. Brei de eerste naald als volgt: A.1, 11 steken in tricotsteek (= mouw), A.1, 21-23-25-27-27-29 steken in tricotsteek, A.1 (= voorpand), 11 steken in tricotsteek (= mouw), A.1, 21-23-25-27-27-29 steken in tricotsteek (= achterpand) = 80-84-88-92-92-96 steken. Brei de laatste naald in A.1 en tricotsteek over de overgebleven steken. Voeg 1 markeerdraad in na de eerste 29-30-31-32-32-33 steken op de naald (= ongeveer midden voor), meet het werk vanaf deze markeerdraad. Brei dan A.2 over iedere herhaling van A.1 en tricotsteek zoals hiervoor en meerder voor de RAGLAN - lees uitleg hierboven en brei dan als volgt: NAALD 1: Meerder door een omslag te maken voor en na iedere A.2 (= 8 steken gemeerderd). NAALD 2: Brei patroon zoals hiervoor, brei de nieuwe steken in tricotsteek. Brei de 1e en 2e naald 1-2-5-7-5-8 keer (= 2-4-10-14-10-16 naalden gebreid) = 88-100-128-148-132-160 steken op de naald. Denk om de stekenverhouding! Ga verder met tricotsteek en A.2 zoals hiervoor en meerder voor de raglan als volgt: NAALD 1: Meerder door een omslag te maken voor en na iedere A.2 (= 8 steken gemeerderd) NAALD 2: Brei in patroon zoals hiervoor, brei de nieuwe steken in tricotsteek. NAALD 3: Meerder door een omslag te maken na de 2e herhaling van A.2, voor de 3e herhaling van A.2, na de 4e herhaling van A.2 en voor de 1e herhaling van A.2, dus meerder alleen op het voorpand en het achterpand, meerder niet op de mouwen (= 4 steken gemeerderd). NAALD 4: Brei in patroon zoals hiervoor, brei de nieuwe steken in tricotsteek. Brei de 1e tot 4e naald 12-12-11-11-14-14 keer (= 48-48-44-44-56-56 naalden gebreid, u heeft 12-12-11-11-14-14 keer op de mouwen gemeerderd, 24-24-22-22-28-28 keer op het voorpand/achterpand) = 232-244-260-280-300-328 steken op de naald. Alle meerderingen voor de raglan zijn klaar, u heeft 25-26-27-29-33-36 keer op het voorpand/achterpand gemeerderd en 13-14-16-18-19-22 keer op de mouwen. Brei tricotsteek en A.2 zoals hiervoor, zonder te meerderen, tot het werk ongeveer 24-25-26-28-31-34 cm meet vanaf de markeerdraad midden voor. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: TEGELIJKERTIJD als de volgende naald wordt gebreid verdeelt u de pas voor het lijf en de mouwen als volgt: Brei de eerste 2 steken en houd de steken op de naald (deze steken horen bij het achterpand), zet de volgende 41-43-47-51-53-59 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 10-12-14-16-18-20 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw), brei 75-79-83-89-97-105 steken zoals hiervoor (= voorpand), zet de volgende 41-43-47-51-53-59 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 10-12-14-16-18-20 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant midden onder de mouw) en brei de laatste 73-77-81-87-95-103 steken zoals hiervoor (het achterpand is 75-79-83-89-97-105 steken in totaal). Brei het lijf en de mouwen apart verder en het begin van de naald is in de overgang tussen het lijf en de mouw. LIJF: = 170-182-194-210-230-250 steken. Brei in tricotsteek in de rondte over alle steken tot het werk 49-51-53-55-57-59 cm meet vanaf de markeerdraad midden voor. Ga verder met rondbreinaald 4 mm. Brei 4 naalden met boordsteek (=1 recht/1 averecht), brei dan 4 naalden in tricotsteek. Kant af met rondbreinaald 5.5 mm. De trui meet 52-54-56-58-60-62 cm vanaf de markeerdraad midden voor en ongeveer 55-57-59-61-63-65 cm vanaf de bovenkant van de schouder. MOUWEN: Zet de 41-43-47-51-53-59 mouwsteken van een hulpdraad op rondbreinaald 5.5 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 10-12-14-16-18-20 opgezette steken onder de mouw - lees MOUWTIP = 51-55-61-67-71-79 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 10-12-14-16-18-20 nieuwe steken onder de mouw – de naald begint op de markeerdraad. Brei in tricotsteek in de rondte op de naald - TEGELIJKERTIJD als de mouw 3 cm meet vanaf de scheiding, minder dan midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN en minder als volgt: Minder 2 steken iedere 10-8-5-3½-2½-2 cm 3-4-6-9-10-13 keer in totaal = 45-47-49-49-51-53 steken. Brei tot de mouw 38-38-37-35-33-31 cm meet vanaf de scheiding. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm. Brei 4 naalden met boordsteek (= 1 recht/1 averecht), meerder op de eerste naald 1 steek = 44-46-48-48-50-52 steken. Brei dan 4 naalden recht. Kant af met breinaalden zonder knop maat 5.5 mm. De mouw meet ongeveer 41-41-40-38-36-34 cm vanaf de scheiding. |
|||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
![]() |
|||||||||||||
Heeft u dit patroon gemaakt?Tag dan uw afbeeldingen met #dropspattern #frostedwhispersweater of stuur ze naar de #dropsfan galerij. Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind 27 instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2025 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Laat een opmerking achter voor DROPS 258-3
Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!
Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.